Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 juni 1998 over de millenniumproblematiek.

Mevrouw Wagenaar (PvdA):

Voorzitter! Als vervolg op het overleg van vorige week plaats ik nog enkele opmerkingen. Ik ga in op de voortgang van de normplanning, maar ook op de wervingscampagne onder IT'ers. In hoeverre worden zij omgeschoold en aan een bedrijf gekoppeld? De antwoorden die de minister vorige week hierover heeft gegeven, waren voor ons zeer bemoedigend, maar ik vrees dat ik nu toch om een reactie moet vragen op het persbericht van de FENIT van gisteren. De brancheorganisatie stelt dat naar haar mening IT-bedrijven hun vacatures voor mensen uit de opgerichte arbeidspool nog nergens kunnen aanmelden. Klopt dat?

Voorzitter! Ik kom op de voortgang van de normplanning. Wij hebben vorige week geconstateerd dat de situatie uiterst zorgelijk is. Dat geldt voor de rijksoverheid, voor de medeoverheden, voor ZBO's, voor PBO's en voor een aantal takken van het bedrijfsleven. Linksom of rechtsom is er toch een bepaalde verantwoordelijkheid. Wij vinden het zorgvuldig als het kabinet die neemt, soms direct soms indirect, door het oprichten van platforms verbonden aan de departementen.

Wat de normplanning zelf betreft, moeten wij constateren dat de controletaak van de Kamer aan de orde is. Het gaat in feite om een uitvoeringsvraagstuk. De achterstand op die planning is nog steeds niet ingelopen. Wat de Kamer kan doen, is de vinger wat beter aan de pols houden. Wij willen graag vaker en meer informatie, met name op het punt van de vitale objecten. Haast met de aanpak daarvan is echt geboden. De overheid moet immers voor de burger een betrouwbare partner blijven. Wij zien een volgende rapportage graag drie maanden vervroegd verschijnen. Onze motie daarover is in het vorige debat in april aangehouden. Ik dien haar graag in gewijzigde vorm in, want wij vinden dat er nu aandacht moet worden besteed aan de vitale objecten. Na het zomerreces kunnen wij die nieuwe rapportage dan niet alleen met de coördinerend bewindspersoon bespreken, maar ook met de ministers van met name de departementen die te weinig haast maken met de aanpak van de problemen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat de millenniumproblematiek gezien de korte tijdspanne en de naderende deadline om een slagvaardige aanpak vraagt;

constaterende, dat uit de rapportages van het kabinet in een aantal gevallen een aanzienlijke achterstand op de normplanning blijkt;

constaterende, dat het niet tijdig aanpakken van problemen met vitale projecten kan leiden tot ernstige maatschappelijke ontwrichting;

verzoekt de regering voortaan driemaandelijks te rapporteren aan de Kamer over de aard, omvang, prioritering en voortgang van c.q. inhalen van de achterstand op de normplanning met betrekking tot vitale objecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wagenaar, Kamp, Bakker, Van den Berg en Van der Hoeven.

Zij krijgt nr. 17 (25674).

Minister Wijers:

Voorzitter! Mevrouw Wagenaar heeft gevraagd of er iets nieuws naar voren is gekomen uit de publiciteit die FENIT heeft gezocht.

Ik heb de vorige keer ook gezegd dat het uitermate positief is dat zoveel mensen zich hebben gemeld na de oproep van het Millenniumplatform. Dat zijn er nu bijna 14.000. De publiciteit daarover is niet altijd in alle opzichten zorgvuldig. Wij hebben drie maanden voorbereid in afstemming met alle partijen: IT-bedrijven, uitzendbranche, opleidingsinstituten, arbeidsvoorziening en overheid. Het gaat dan om EZ, BiZa, SZW en OCW. Ik heb in het vorige overleg aangegeven dat het ook de logistieke opvang betreft; hoe worden alle mensen opgevangen en staan zij vervolgens niet voor een gesloten deur. Nee. Er is een heel traject van waar en hoe aanmelden, testen en opstellen van de vervolgprocedure, aanvullende opleiding, in contact brengen met het aanbod van vacatures, enzovoorts, enzovoorts.

Niet alle mensen voldoen aan de eisen. De intake vindt thans plaats. Daarvan is intussen 80% gerealiseerd. Dat vind ik een grote prestatie. Daarna wordt er getest. De eerste mensen krijgen nu al een aanvullende opleiding, zodat vraag en aanbod geleidelijk kunnen worden gematcht. Daar zit natuurlijk een time lag tussen, maar er wordt hard aan gewerkt.

Vanaf 1 juli worden vacatures van IT-bedrijven verder gekoppeld met het potentieel aan mensen. De IT-sector geeft nu al in de orde van grootte van duizenden vacatures aan voor algemene IT-functies met een millenniumcomponent, en inzetbaar voor millenniumfuncties indien de vraag verder aantrekt.

Ik denk dan ook dat het FENIT-bericht niet het hele logistieke traject bekritiseert, maar dat het gaat om zorgen over het effectief worden van die vraag. Ik denk dat sommige mensen een beetje zijn geschrokken van het aanbod dat wij hebben opgeroepen. Men maakt zich ook zorgen over de alertheid en de snelheid van het bedrijfsleven en de overheid om die vraag effectief te maken. Daar helpen al dit soort signalen buitengewoon bij. Interessant is dat deze vraag los van FENIT in individuele contacten met IT-bedrijven blijkt. Ik kan daarover niet 100% zekerheid geven, want wij kunnen ook niet in de hoofden kijken van de beslissers bij die bedrijven en instellingen. Wanneer hebben zij hun huiswerk in zoverre gedaan dat zij naar buiten komen en mensen in gaan huren? De contacten met de IT-bedrijven maken mij er redelijk positief over dat dit in de komende weken in beweging zal komen.

Het is altijd een beetje een kip-of-eidiscussie. Je kunt ook wachten tot de vraag effectief wordt en dan kijken of er mensen komen. Dan hadden wij drie of vier maanden af moeten wachten en dan had men ons terecht kunnen verwijten dat regeren vooruitzien is, om de condities te scheppen, zodat de vraag kan worden vervuld, als zij er is. Dat hebben wij gedaan. Het is nu in hoge mate de verantwoordelijkheid van de markt en de bedrijven zelf om die vraag effectief te maken. Zij hoeven zich niet te schamen voor het feit dat zij het millenniumprobleem niet hebben opgelost. FENIT suggereerde dat dit er ook achter zit. Over de overheid hebben wij het uitgebreid gehad.

Eerlijk gezegd, bevatte de publiciteit van FENIT voor mij niet veel nieuws. Ik was er wel blij mee, omdat het wel helpt om iedereen een beetje op te stoken, om het maar in gewoon Nederlands te zeggen.

Mevrouw Wagenaar (PvdA):

FENIT zegt dat er geen punt is waarop zij haar vraag om hulpkrachten kan aanmelden. Klopt dat?

Minister Wijers:

Mevrouw Wagenaar zegt dat FENIT niet weet waar zij haar vraag kan laten registreren. Dat is onzin, daar zijn goede afspraken over gemaakt. Ik zal er morgen op toezien dat degene die dat gezegd heeft, nog even wordt gewezen op de afspraken die daarover zijn gemaakt. Wij zullen dus de benodigde stappen ondernemen.

Ik zal namens de staatssecretaris reageren op de ingediende motie. Dat is een beetje de omdraaiing van de toekomstige mogelijkheid om een minister door een staatssecretaris te laten vervangen. Wij zijn het volstrekt eens met de driemaandelijkse rapportage. Volgens mij had de staatssecretaris dat ook al toegezegd. De bijeenkomst van de secretarissen-generaal en de outsider is inmiddels ook gepland. Wij zullen de resultaten van die vorm van "peercontrol", zij het uiteraard in de anonieme sfeer, over drie maanden aan de Kamer doen toekomen. Het kabinet heeft dus geen enkel probleem met deze motie en beschouwt haar als de noodzakelijke peper die het beleid soms nodig heeft.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Sluiting 21.05 uur

Naar boven