Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden voor het debat over de Bijlmerramp vast te stellen op vijf minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteren hebben wij van de Algemene Rekenkamer het rapport "Financiële aspecten van verzelfstandigingen" gekregen. Daarin wordt ingegaan op een aantal verzelfstandigingsoperaties, met name op die van KPN, de toenmalige PTT. De Rekenkamer levert kritiek op de handelwijze van het toenmalige kabinet terzake van de kosten- en batenanalyse die het van deze operatie heeft gemaakt. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft pas over twee weken een procedurevergadering.

De voorzitter:

Die vergadering vindt morgen plaats om 9.45 uur.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Dan zullen wij morgen met elkaar praten over de mogelijkheid tot het voeren van een debat over deze aangelegenheid.

Nu verzoek ik het kabinet via u om een schriftelijke reactie op een aantal punten die ik zal aanvoeren, zodat wij die kunnen meenemen in de verdere procedure. In deze brief zou het kabinet dienen te reageren op de volgende aspecten.

Waarom heeft het kabinet in 1993 geen meerjarenraming kunnen presenteren van de kosten en baten van het Rijk bij de verzelfstandiging van KPN?

Waarom zijn er geen afspraken gemaakt tussen het Rijk en KPN als het gaat om de vraag wat te doen in geval van resultaten die afwijken van de prognose van het kabinet van de meerjarenwinsten en -verliezen van KPN? Welke factoren hebben de totstandkoming van deze meerjarenraming bemoeilijkt?

Waarom is het voor een belegger wel gemakkelijk om de toekomstige winsten van KPN te verdisconteren in de aandelenkoers en waarom is juist deze verdiscontering voor het kabinet zo moeilijk?

Dit waren de vragen aan het kabinet met het oog op een gedachtewisseling hierover met de minister van Financiën.

De voorzitter:

Waarom brengt u dit hier op als er morgen een procedurevergadering is? Dat begrijp ik niet helemaal.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Ik had dit ook in de vorm van schriftelijke vragen kunnen doen. Naar mijn mening heeft een Kamerlid het recht om via de voorzitter nadere toelichting aan het kabinet te vragen. Verder is het aan de commissie om dit, met de reactie van het kabinet op deze vragen, procedureel tot een goed eind te brengen.

De heer Van Rey (VVD):

De rapporten zijn gisterenmiddag aan de Kamer aangeboden. Hierover is ongeveer een halfjaar geleden een procedure afgesproken. Daarom vindt er morgen een procedurevergadering plaats waarbij wij de verdere route zullen bespreken. Het verbaast mij dan ook enigszins dat de heer Rabbae dit vraagt, want een halfjaar geleden hebben wij hier duidelijke afspraken over gemaakt. De procedurevergadering was gepland voor volgende week woensdag, maar die heb ik naar voren laten halen, mede op verzoek van collega's van de heer Rabbae.

De heer Van Walsem (D66):

Een van die collega's was ik, maar gelukkig heeft de voorzitter hierover al iets gezegd.

De heer Reitsma (CDA):

Mijn fractie kan, gezien de rapportage, het ongeduld van GroenLinks begrijpen, maar kiest voor de koninklijke weg en wil dat ongeduld morgen in de procedurevergadering inbrengen. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dan te bezien of de vragen die de heer Rabbae nu heeft gesteld, met grote spoed via een schriftelijke ronde kunnen worden behandeld. Ook wij hebben namelijk de neiging om een aantal vragen te stellen.

De voorzitter:

Het is niet alleen de koninklijke weg, het is zelfs de parlementaire weg.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! Ongeduld bestond ook bij de commissie voor de Rijksuitgaven, zoals altijd het geval is bij rapporten van de Rekenkamer. Wat dat betreft heb ik niets toe te voegen aan de opmerkingen van de voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, de heer Van Rey.

De voorzitter:

Mijnheer Rabbae, ik stel voor, dit punt maar te deponeren in de procedurevergadering die morgenochtend wordt gehouden. Sneller kunt u niet bediend worden.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Procedureel ben ik het volledig met mijn collega's eens. Ik heb in eerste instantie geïnformeerd naar de vergadering van de commissie. Mij is verteld dat het pas op 15 april aan de orde zou zijn. Vandaar dat ik voor deze weg heb gekozen, die waarschijnlijk noch parlementair noch koninklijk is.

Ik vind het een goede zaak dat morgen de procedurevergadering wordt gehouden. Maar kunnen collega's mij beletten om inhoudelijk vragen te stellen aan het kabinet? Die vragen zullen natuurlijk hun weg vinden in het kader van de procedurele gang van zaken straks. Mij is niet bekend dat een Kamerlid niet het recht heeft om via de voorzitter vragen te stellen aan het kabinet.

De voorzitter:

Dat recht heeft u. Het is alleen de vraag of het niet wijzer is om u te voegen in de normale procedures die in dit huis gelden, zeker wanneer dat voor u een verschil uitmaakt van 21 uur.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Wat mij betreft, kunnen de antwoorden op die vragen ingebracht worden in het totaal van het werk van de commissie straks rondom dit onderwerp, ook procedureel.

De heer Van Rey (VVD):

Wie zou iemand het recht willen onthouden om vragen te stellen? We hebben juist ten aanzien van de aanbieding van het rapport van de Rekenkamer een bepaalde procedure afgesproken. Wij hebben die datum naar voren gehaald. Jammer, dat u dat niet wist, want dan was dit debatje vermoedelijk te voorkomen geweest. Wij hebben afgesproken morgen te bespreken wat we gaan doen. Direct een algemeen overleg? Dat zou dan bijvoorbeeld volgende week dinsdag kunnen worden gehouden. Een schriftelijke vragenronde aan de Rekenkamer of aan de regering? We hebben morgenochtend diverse mogelijkheden om direct informatie te krijgen.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Natuurlijk conformeer ik mij aan de parlementaire weg, maar mij dunkt dat het, los van de procedure die voor mij een gegeven is, niet juist is dat een aantal leden een collega kunnen beletten inhoudelijk vragen te stellen aan het kabinet met het oog op het inbrengen van de antwoorden daarop in de verdere behandeling.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! In verband met de situatie in de strafgevangenis Koraal Specht op Curaçao heeft de vaste commissie herhaaldelijk gevraagd om het rapport van de Commission for the prevention of torture in Straatsburg, zodra dat rapport beschikbaar zou zijn. Het Nederlandse lid van die commissie, de heer Stoffelen, heeft mij gemachtigd hier mede te delen dat op 19 maart de definitieve versie van het rapport aan de Permanente vertegenwoordiging van het Koninkrijk in Straatsburg is overhandigd. Het is daarom dat ik mede namens de leden Te Veldhuis, Scheltema-de Nie, Rosenmöller en Van Middelkoop voorstel om de regering te vragen het rapport per omgaande, met of zonder commentaar van de Koninkrijksregering, aan de Tweede Kamer toe te sturen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! U heeft gisteren bij de regeling van werkzaamheden gesteld dat wij morgen rekening moeten houden met stemmingen. Is dat nog steeds zo en, zo ja, wat is de urgentie van die stemmingen? Dat is mij eigenlijk ontgaan.

De voorzitter:

Het kan zijn dat er morgen bij een tweetal debatten – ik mag niet zeggen met een hoog politiek gehalte, want dat geldt voor al onze debatten – moties worden ingediend van een zodanige aard, dat daarover dezelfde dag gestemd moet worden. Daarvoor heb ik eind morgenmiddag tijd gereserveerd en expres niet morgenavond, om de leden die op verkiezingscampagne zijn of gaan in de gelegenheid te stellen dat morgenavond te doen. Misschien is het niet nodig. Het is een reservering. Als het niet hard nodig is, zullen we morgen zeker niet stemmen. Dat moet morgen kort voor of kort na de lunchpauze helder zijn.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Het is me duidelijk. Het is dan gewoon afhankelijk van de politieke inhoud van het debat.

De voorzitter:

Zeker, het is een reservering en meer niet.

Naar boven