Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesgeldplicht en met betaling van het lesgeld in termijnen (25321).

(Zie vergadering van 4 december 1997.)

De heer Stellingwerf (RPF):

Mag ik naar aanleiding van de stemmingslijst een opmerking maken?

De voorzitter:

Ja.

De heer Stellingwerf (RPF):

Ik mis een motie die ik, mede namens collega Van der Vlies, over het punt van gespreide betaling heb ingediend. Dat hoeft geen probleem te zijn, want die motie kan ook volgende week in stemming komen. Ik wilde dit echter wel melden, zodat zij in ieder geval op enig moment in stemming komt.

De voorzitter:

Wij zullen bij de eerstvolgende stemming, de reguliere stemming van volgende week dinsdag, over die motie stemmen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! De fractie van D66 hecht zeer aan de koppeling tussen leerplicht en gratis onderwijs. Omdat er inmiddels gelukkig een nota van wijziging ligt waaruit blijkt dat dit wetsvoorstel niet voor 1998 zal worden ingevoerd en omdat het kabinet de intentie heeft uitgesproken om op een van de volgende afwegingsmomenten een alternatieve dekking aan te reiken voor de meerjarenraming, kunnen wij leven met dit wetsvoorstel. In materiële zin betekent dit voor ons namelijk dat het wetsvoorstel van de baan is.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ten Hoopen (stuk nr. 6, II) tot het laten vervallen van de onderdelen A t/m C en E.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 6 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-J.M. de Vries (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 12 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-J.M. de Vries (stuk nr. 12, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen B en C worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Stellingwerf/Van der Vlies (stuk nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E en F worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het gewijzigde amendement-J.M. de Vries (stuk nr. 12, II) een artikel 1A is ingevoegd.

De artikelen II en III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De vergadering wordt van 15.07 uur tot 15.12 uur geschorst.