Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen op donderdag 19 juni bij het begin van de vergadering:

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (25057, nrs. 140 t/m 157).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 17, 18 en 19 juni:

  • - de Wijziging van de Politiewet 1993 en de LSOP-wet in verband met de invoering van de inspectiefunctie op rijksniveau en de invoering van een stelsel van kwaliteitszorg bij de politie, alsmede enkele aanpassingen van deze en andere wetten van technische aard (25298).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 24, 25 en 26 juni:

  • - het wetsvoorstel Regeling voor de totstandkoming van een gemeentelijk werkfonds voor voorzieningen ter bevordering van de toetreding tot het arbeidsproces van langdurig werklozen en jongeren (Wet inschakeling werkzoekenden) (25122) (plenaire afronding);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband met een herziening van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds (25185);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 28 november 1994 te Brussel tot stand gekomen Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (Trb. 1995, 71), de op 23 januari 1995 te Brussel tot stand gekomen Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds en de Republiek Kazachstan, anderzijds (Trb. 1995, 144), de op 9 februari 1995 te Brussel tot stand gekomen Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds en de Republiek Kirgizstan, anderzijds (Trb. 1995, 145) (25086);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met een verhoging van de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek (25346).

Ik stel voor, de spreektijden bij de behandeling van het Algemene Rekenkamerrapport steunverlening grote ondernemingen nader vast te stellen op 15 minuten voor PvdA, CDA en VVD, 13 minuten voor D66, 7 minuten voor GroenLinks, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks.

Ik stel voor, de stukken 18106, nr. 80, 23563, nr. 2, 25000-V, nr. 77, 25000-X, nr. 78, en 25000-XI, nr. 62, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Cloe.

De heer De Cloe (PvdA):

Voorzitter! Afgelopen dinsdag heeft een overleg plaatsgevonden met de minister van Verkeer en Waterstaat en staatssecretaris Netelenbos van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Daarin is gesproken over het leerlingenvervoer van gehandicapte kinderen. Namens de collega's Koekkoek, Cornielje en Lambrechts verzoek ik u het verslag van dat overleg op de agenda van volgende week te plaatsen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat daartegen geen bezwaren zijn. Dan zullen wij op de agenda van volgende week een klein plekje zoeken voor de afronding van dit algemeen overleg.

Het woord is aan de heer Van der Linden.

De heer Van der Linden (CDA):

Voorzitter! Nu de heer Ter Veer beide moties (25229, nrs. 15 en 16) onder druk van de heer Blauw heeft aangehouden, wil ik u verzoeken de motie op stuk nr. 13 ook aan te houden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Linden stel ik voor, zijn motie (25229, nr. 13) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hendriks.

De heer Hendriks:

Voorzitter! U heeft zojuist een voorstel gedaan voor spreektijden. Aan mij is 2,5 minuut toegezegd. Gisteravond kreeg ik voor de tweede termijn van het debat over het Securitel-arrest 75 seconden spreektijd. 75 seconden! Is het mogelijk dat ik er een halve minuut of een minuutje bij krijg?

De voorzitter:

Het lijkt mij beter de spreektijden voor dit type debatten zo te laten. Volgend jaar kan de nieuwe Kamer dit punt weer eens bekijken. De verhoudingen zijn dan waarschijnlijk ook weer anders. U weet dat uw spreektijd van 2,5 minuut de fall-out is van hetgeen eerder is gebeurd in dit huis.

De heer Hendriks:

Voorzitter! U spreekt over volgend jaar. Ik ben graag een man van de tijd en bij de tijd. Ik wil graag optimaal kunnen meedoen aan de debatten. Het lukt mij gelukkig, maar ik moet daarbij wel op de tenen lopen.

De voorzitter:

Dat hebben wij gisteravond gezien, maar u deed dat bekwaam.

Naar boven