Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de minister van Financiën op dinsdag 16 september te 15.00 uur in de gelegenheid te stellen de begroting voor 1998 aan te bieden.

Ik stel voorts voor, de algemene beschouwingen te houden op woensdag 17 september te 12.30 uur en donderdag 18 september te 10.15 uur met voortzetting, zo nodig, na 23.00 uur.

Verder stel ik voor, de spreektijden als volgt vast te stellen: PvdA, CDA en VVD 45 minuten; D66 40 minuten; GroenLinks 20 minuten; CD, RPF, SGP, GPV, SP, AOV en Unie 55+ 15 minuten; groep-Nijpels en het lid Hendriks 7,5 minuut.

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 23, 24 en 25 september:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake samenwerkingsscholen (24137);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesgeldplicht en met betaling van het lesgeld in termijnen (25321);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing belastingheffing met betrekking tot tijdelijke genotsrechten) (25224);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer (24686);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet op de gevaarlijke werktuigen in verband met uitbreiding van het toepassingsgebied tot de mijnbouwsector (25030);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Binnenlandse Zaken (Wet aanvullende regels BiZa-subsidies) (25299);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet bevordering evenredige arbeidsdeelname allochtonen in verband met het vergroten van de effectiviteit van de wet (Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden) (25369);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met de implementatie van de richtlijn nr. 90/313/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 7 juni 1990 inzake de vrije toegang tot milieu-informatie (24613);

  • - het wetsvoorstel Het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen) (25282);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid) (25263);

  • - het wetsvoorstel Regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs) (25264).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 3 november 1997:

  • - van 11.15 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het onderdeel natuurbeheer van de begroting 1998 en het programma natuurbeheer (25420).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Boxtel.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Ik hoor bij geruchte, maar ik weet niet of dat klopt, dat de planning voor vanmiddag is dat wij de eerste termijn van het wetsvoorstel medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen afmaken, daarna schorsen, vervolgens de TCR-discussie voeren en volgende week pas het debat over het medisch-wetenschappelijk onderzoek vervolgen. Ik heb daar grote problemen mee. Dit debat zouden wij namelijk ook vandaag kunnen afronden. Ik begrijp niet waarom het TCR-debat nu gehouden moet worden; dat kan ook volgende week.

De voorzitter:

Dat zou kunnen, maar dan zou dat in afwezigheid van de minister van Verkeer en Waterstaat gebeuren.

De heer Van Boxtel (D66):

Hoezo?

De voorzitter:

Omdat zij er dan niet is.

De heer Van Boxtel (D66):

Maar ministers schikken zich toch naar de vergaderorde van de Kamer?

De voorzitter:

Tenzij zij erkende verplichtingen hebben in het buitenland.

De heer Van Boxtel (D66):

Die zijn van zo zwaarwegende aard dat de bespreking van een zeer gecompliceerd medisch-ethisch onderwerp gewoon maar weer in stukken wordt gehakt?

De voorzitter:

Ik kan mij best voorstellen dat u dat debat graag wilt afmaken, maar er is ook een duidelijke urgentie ten aanzien van het TCR-debat. Dit gecombineerd met het feit dat de betrokken bewindspersoon volgende week niet aanwezig is en nu wel, lijkt het mij logisch om het debat over TCR vandaag te houden en volgende week de behandeling van het wetsvoorstel medisch-wetenschappelijk onderzoek in tweede termijn te hernemen.

De heer Van Boxtel (D66):

Het debat over TCR zou ook in de week daarna gehouden kunnen worden.

De voorzitter:

Dan hebben wij de algemene beschouwingen.

De heer Van Boxtel (D66):

De urgentie van het debat over TCR is voor mij niet aangetoond. Van de woordvoerders heb ik ook gehoord dat het echt niet van dien aard is dat het debat onmiddellijk gehouden moet worden. Ik zou het gewoon heel jammer vinden, als wij het debat over het wetsvoorstel medisch-wetenschappelijk onderzoek niet kunnen afmaken. Wij hebben de eerste termijn al in tweeën moeten knippen. Als wij dit debat vandaag afronden, hebben wij vervolgens ook tijd genoeg om in de fractie afwegingen te maken. Ik geef het nog eens in overweging.

De voorzitter:

Laten wij het volgende afspreken. Ik zal de commissies die met TCR te maken hebben, even raadplegen hoe groot de urgentie is. Is die, zoals u veronderstelt, niet zo groot, dan zouden wij vandaag het debat over het wetsvoorstel medisch-wetenschappelijk onderzoek kunnen afronden.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Er is nog een heel andere reden waarom uw voorstel om het debat over TCR voor te trekken, wel nuttig kan zijn. Ik had overigens nog niet eerder van dit voorstel gehoord. De minister van VWS heeft een dringend beroep op de CDA-fractie gedaan om haar overwegingen nog eens goed mee te nemen. Bovendien heeft zij nota's van wijziging aangekondigd. Dit betekent dat het debat toch niet afgemaakt kan worden.

De voorzitter:

Laten wij nu eerst de vaste commissies voor VROM en voor Verkeer en Waterstaat raadplegen over de mate van urgentie. Na ommekomst van het rapport van de voorzitters van deze commissies zal ik een knoop doorhakken. Ik kan dat dus helaas niet stante pede doen.

Naar boven