Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen op dinsdag 10 juni bij het begin van de vergadering:

• - de Voordrachten ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad (25256).

Ik stel voor, het tweeminutendebatje over de Voorlopige Rekening van de agenda af te voeren, aangezien hieraan geen behoefte meer bestaat.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het Presidium heeft vorige week een beslissing genomen over de vergaderweken en recessen in het parlementaire jaar 1997-1998. Dat jaar heeft als bijzonderheid dat de verkiezingen voor de gemeenteraden en Tweede Kamer erin vallen, waarmee de Kamer in haar tijdschema pleegt rekening te houden.

Het volgende overzicht, dat ook nog eens apart met vermelding van alle bijzondere dagen aan alle leden zal worden toegezonden, geldt dus uitsluitend voor dit ene parlementaire jaar.

De recessen zijn als volgt vastgesteld:

• - herfstreces: week 42, van vrijdag 10 oktober t/m maandag 20 oktober 1997;

• - kerstreces: week 52, 1 en 2, van vrijdag 19 december 1997 t/m maandag 12 januari 1998;

• - krokusreces: week 9 en 10, van vrijdag 20 februari t/m maandag 9 maart 1998;

• - verkiezingsreces: week 17 t/m 19, van vrijdag 17 april t/m maandag 11 mei 1998.

Uiteraard veranderen deze laatste data als besloten zou worden tot een andere dag voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer dan 6 mei.

Ik maak de leden attent op het speciale concert dat heden om 17.30 uur in de Oude Zaal ter herdenking van 50 jaar Marshallplan wordt gegeven. Voor ons speelt het Rotterdams Conservatorium Jeugdorkest een programma van Amerikaanse muziek. De Amerikaanse ambassadeur spreekt een openingswoord.

Vanaf donderdag 5 juni zal een tentoonstelling over het Marshallplan te zien zijn in onze hal.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik met ingang van 27 mei 1997 in:

• - het Presidium het lid Van der Hoeven tot lid in plaats van het lid Doelman-Pel;

• - de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Van der Hoeven tot lid in plaats van het lid Doelman-Pel.

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Mijn vraag sluit mooi aan bij uw opmerking over de Marshallplanherdenking. De CDA-fractie zou Voorzittergraag van de minister-president een brief ontvangen naar aanleiding van de uitlatingen die hij de vorige week ter gelegenheid van de herdenking van het Marshallplan gedaan heeft over de plannen voor de hulp aan Centraal- en Oost-Europa.

Wat ons daarbij met name interesseert, is het antwoord op de vraag in welke hoedanigheid de minister-president die uitlatingen deed. Deed hij die als Nederlands minister-president, als voorzitter van de Europese Raad, na overleg, al dan niet, met de partners in de Europese Unie of op basis van overleg, al dan niet, met de Amerikaanse president die in het land was? Wij zijn met name geïnteresseerd in de voorbereiding van zijn uitspraken, omdat wij uit de kranten begrepen hebben dat er ook contact is geweest met banken ter voorbereiding van deze uitspraken. Wij zouden ook graag vernemen hoe de uitspraken van de minister-president zich verhouden tot de coördinerende rol van de Europese Commissie, waar het gaat om de hulp aan Centraal- en Oost-Europa.

Dit zijn een aantal vragen die wij gaarne in een brief van het kabinet beantwoord zouden zien.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Wij ondersteunen graag het initiatief van de minister-president zoals het er nu uitziet. Ik zeg nadrukkelijk "zoals het er nu uitziet" en daarom steun ik ook het verzoek van de heer De Hoop Scheffer. Ik ben er ook erg benieuwd naar welke inhoudelijke voorstellen de minister-president gedaan heeft, wat deze concreet inhouden en welke rol voor Nederland hij in de toekomst hierin weggelegd ziet.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Over het initiatiefwetsvoorstel van de heer Duivesteijn is veel te zeggen en dit hebben wij de afgelopen weken dan ook gedaan.

De voorzitter:

Zestien uur.

De heer Hofstra (VVD):

Ik heb het niet precies bijgehouden, maar het was inderdaad een aanmerkelijk aantal uren.

De vorige week heeft de Kamer tot een tweede lezing besloten. Op grond hiervan hebben wij in het afgelopen weekeinde op stuk nr. 27 een reactie van de initiatiefnemer gekregen, waarvoor wij hem dankzeggen. Op grond van artikel 105, lid 3, van het Reglement van orde vragen wij om een heropening uitsluitend over de wijzigingen die de heer Duivesteijn heeft voorgesteld, zo zeg ik wellicht enigszins voor uw gemoedsrust, voorzitter. De vorige week hebt u tegen ons gezegd dat het deze week niet mogelijk is. Wij hebben er geen bezwaar tegen als het begin volgende week wordt.

De voorzitter:

Ik wil geen reacties uitlokken, maar dat doe ik toch door niets te zeggen.

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Voorzitter! De fractie van de Partij van de Arbeid heeft geen behoefte aan een heropening over deze puur technische wijzigingen. Als het moet gebeuren, dan zo spoedig mogelijk. Overigens zijn wij er zeer benieuwd naar hoe deze vier technische wijzigingen de inspiratie voor dit verzoek van de VVD hebben kunnen zijn, na een 20-urig debat met een minimale inbreng van de VVD.

De voorzitter:

Dat doet nu niet terzake.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Ook mijn fractie heeft geen behoefte aan heropening. Wij hebben uitvoerig over dit wetsvoorstel gepraat en het gaat nu om een technische wijziging die de heer Duivesteijn heeft ingediend.

De heer Hendriks:

Voorzitter! In tegenstelling tot beide vorige spreeksters ben ik voor een heropening, gelet op de belangrijkheid van het onderwerp. Ik steun dus het voorstel van de heer Hofstra.

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter! Mijn fractie heeft geen behoefte aan heropening. Als er binnen de ruimte van het Reglement van orde om gevraagd wordt, willen wij dat verzoek echter honoreren.

De heer Poppe (SP):

Ik heb van de VVD geen aanleiding tot een heropening gehoord. De tweede lezing waartoe de Kamer heeft besloten, is puur technisch. Over de inhoud van het wetsvoorstel is uitgebreid gedebatteerd, overigens zonder amendering door de VVD. Volgens mij kan het voorstel in stemming komen.

De voorzitter:

Overigens ben ik van mening dat wij ja moeten zeggen tegen een verzoek om heropening binnen het heel strakke kader dat het Reglement van orde hiervoor aangeeft. De heer Hofstra noemde dit al met het oog op mijn gemoedsrust. Deze toevoeging begreep ik niet, maar ik dank hem er zeer voor.

Ik stel voor, dat wij de gevraagde heropening toestaan.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij zullen de heropening zo spoedig mogelijk houden, maar ik kan nog niet zeggen op welk moment. Het betekent wel dat wij nu niet over het wetsvoorstel kunnen stemmen.

Het woord is aan mevrouw Noorman.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter! Ik vraag om een korte heropening van het notaoverleg over het minderhedenbeleid, omdat ik naar aanleiding van het schriftelijke antwoord van de minister op de vragen gesteld in tweede termijn, een motie wil indienen over de wachtlijsten voor inburgering.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dit impliceert dat er vandaag niet gestemd wordt; dat is de vrucht van ons gemeenschappelijke werk. Omdat de minister nu aanwezig is, stel ik voor de heropening te houden onmiddellijk na een korte schorsing.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.