Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vast te stellen dat voorzover het deze Kamer betreft instemming is verkregen met de ontwerpbesluiten Uitvoerend Comité Schengen, toegezonden bij brief 19326, nr. 159, onder de voorwaarde dat de toezeggingen van de regering aan deze Kamer gedaan strikt in acht zullen worden genomen en onder de voorwaarde dat de Eerste Kamer aan deze instemming en deze toezeggingen, voorzover gedaan, niets toevoegt of afdoet.

Ik stel voor, stuk 19326, nr. 159, voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 12 mei 1997:

  • - van 19.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de nota Minderhedenbeleid 1997 (25001) (vervolg van 21 april 1997);

maandag 2 juni 1997:

  • - van 11.15 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toekomst van het PBO-stelsel (25091).

Op grond van een aantal verzoeken dienaangaande stel ik voor, de spreektijden voor het debat inzake de nevenfuncties, dat morgen zal worden gehouden, te bepalen op 8 minuten per fractie. Dat betekent dat wij in eerste instantie drie kwartier meer nodig zullen hebben dan gepland. Omdat hier evenwel veelvuldig om gevraagd is, stel ik dit toch voor.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Smits.

De heer Smits (CDA):

Voorzitter! De Nederlandse fruitteeltsector wordt al een reeks van jaren getroffen door tegenslagen. Ik wijs op de wateroverlast, de vorstschade en de hagelschade. Het gaat mij nu met name om de recente vorstschade. Ik wil dan ook graag een brief van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarin hij een analyse geeft van de consequenties hiervan voor deze sector.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit verzoek door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! De derde zaterdag van april lijkt de plek van de derde dinsdag van september te gaan innemen. Het kabinet heeft via een nieuwe procedure reeds op de derde zaterdag van april op hoofdlijnen overeenstemming weten te bereiken over de begroting voor 1998. Vanuit de vier grote partijen heb ik veel lof over deze begroting gehoord. Als ik evenwel zie hoe weinig geld er voor het milieubeleid is uitgetrokken en hoe beperkt de laagste inkomens er af zijn gekomen, valt daar wat ons betreft nogal wat op af te dingen.

Voorzitter! Via u wil ik het kabinet dan ook vragen of de Kamer via een brief op de hoogte gesteld kan worden van het hoofdlijnenakkoord over de begroting voor 1998. Er is namelijk al een uitgebreide persconferentie over geweest. Iedereen beschikt over al die stukken. Wij kunnen een en ander natuurlijk in de krant lezen, maar ik wil de hoofdlijnen en eventueel ook de daaronder liggende details graag via een brief van het kabinet vernemen. Daardoor worden wij dan ook in de gelegenheid gesteld om die nieuwe procedure met het kabinet te bespreken. Dat kunnen wij echter pas doen als wij die brief hebben. Ik denk hierbij hardop aan een niet al te lang debat op hoofdlijnen over datgene wat het kabinet nu op hoofdlijnen heeft afgesproken. Vervolgens kan het kabinet een en ander mogelijk nog meenemen in zijn finale berekeningen in augustus. Ik ben echter nog niet in definitieve zin zover. Om te beginnen krijg ik graag de door mij aan het kabinet gevraagde brief.

De heer Wallage (PvdA):

Voorzitter! Wat collega Rosenmöller nu zegt, heeft de schijn van redelijkheid, maar het blijft bij die schijn. Op het moment dat het kabinet in het diepste geheim voorlopige besluiten zou nemen en daar niets over zou meedelen, zou de heer Rosenmöller namelijk de eerste zijn om hier te vragen waarom de minister-president na het overleg niet even naar buiten had gebracht wat er allemaal was gebeurd. Dan zou hij dus voor openheid pleiten. Waar het om gaat, is dat een kabinet op weg naar de zomer stap voor stap een aantal besluiten neemt die geleidelijk of minder geleidelijk naar buiten komen. Als de Kamer zou doen alsof dat besluiten zijn die echt afgeronde besluitvorming inhouden waarvoor het kabinet zich hier moet verantwoorden, dan zal geen enkel kabinet meer op die manier stap voor stap met de nieuwste gegevens tot een eindafweging kunnen komen in de zomer. De Kamer moet zich in datVoorzitter opzicht dus echt disciplineren, in die zin dat zij het kabinet pas op besluiten aanspreekt als het kabinet die besluiten ook heeft genomen. Naar ik aanneem, zal dit niet eerder dan in de zomer gebeuren. Die besluiten worden ons vervolgens op Prinsjesdag meegedeeld en worden dan bij de algemene beschouwingen hier besproken.

De heer Wolffensperger (D66):

Voorzitter! Het is een goed en naar mijn overtuiging al een eeuw oud gebruik om het debat over de voornemens voor 1998 in één keer te voeren bij de algemene beschouwingen na Prinsjesdag. Ik wil dat gebruik in ere laten. Ik voel niets voor om zo'n debat in stukjes te knippen.

De heer Hoogervorst (VVD):

Voorzitter! Wij piekeren er niet over om over dit soort zaken te gaan discussiëren vóór het uitbrengen van de Miljoenennota.

De heer Schutte (GPV):

Mijnheer de voorzitter! Wat vanuit de coalitie wordt gezegd, is op zichzelf volstrekt juist. De minister-president heeft zelf echter wel iets gedaan; hij heeft de pers ongevraagd het een en ander meegedeeld. Het lijkt mij bij de regels van dit huis te passen dat hetgeen aan de pers wordt meegedeeld, ook aan de Kamer wordt meegedeeld. Vervolgens is het weer aan de Kamer om te bekijken of er aanleiding is om daar iets over te zeggen. Wat dat betreft, vind ik dat de Kamer niet kan achterblijven bij de pers.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik ondersteun het verzoek van collega Rosenmöller van ganser harte, omdat er nu eens een einde moet komen aan de loslippigheid van de regering.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ik ondersteun het verzoek van de heer Rosenmöller van harte. Tenslotte spreekt heel Nederland er op dit moment tot in detail over. Ik zie niet in waarom de Kamer daar niet over zou kunnen praten.

De heer Wolters (CDA):

Voorzitter! Ik onderschrijf wat beide voorzitters van de coalitiefracties gezegd hebben. Maar dat is de norm: hoe het had moeten gaan. Nu de minister-president een uitgebreide persconferentie gegeven heeft, denk ik dat het terecht is dat de Kamer op zijn minst over dezelfde informatie beschikt. Als we die informatie hebben, zien we verder.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Roethof.

Mevrouw Roethof (D66):

Voorzitter! Ik heb het woord gevraagd, omdat ik vanmorgen in het Algemeen Dagblad las dat de minister van Verkeer en Waterstaat van plan is een vierde vergunning uit te geven voor de mobiele telefonie. Ik was daar heel verbaasd over, want zij heeft de Kamer altijd voorgehouden dat die ruimte er niet was in het frequentiespectrum. Nu bleek uit het krantenartikel dat zij misschien haar oog had laten vallen op de "extended GSM", die eerder voor militaire doeleinden werd gebruikt. Wij hebben haar ten enenmale geadviseerd daar eens te gaan kijken naar extra ruimte, zodat wij blij zijn dat zij dat gedaan heeft. Maar dit soort informatie is natuurlijk heel belangrijk voor de marktpartijen die denken dat er straks maar één vergunning geveild gaat worden, namelijk een DCS 1800. Wij vragen de minister daarom om een brief, waarin zij uit de doeken doet wat zij precies van plan is, zodat iedereen zich daar goed op kan prepareren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Omdat ik een motie wil indienen over een bepaald artikel, vraag ik u om heropening van de beraadslaging over het wetsvoorstel Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (24834).

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! De PvdA-fractie ondersteunt dit verzoek. Ook van onze kant zal er dan alsnog een motie worden ingediend.

De voorzitter:

Ik zal proberen daarvoor op de agenda ruimte te creëren. Vandaag zal er dus niet over dit wetsvoorstel worden gestemd.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Vorige week zijn de uitkomsten bekend geworden van een onderzoek, verricht in opdracht van het steunpunt Echo, het Expertisecentrum allochtonen in het hoger onderwijs. De conclusie was, dat de beperking van de studieduur een knelpunt is voor de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Via u vraag ik de minister van OCW om middels een brief aan de Kamer te reageren op dat rapport.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Leers.

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! Gisteren werden wij verrast door de mededeling van de Raad van State dat men op een viertal punten de voortgang van de Betuweroute heeft geschorst. Met het oog op een voortgangsrapportage die wij op korte termijn hebben, zou ik namens alle woordvoerders inzake de Betuweroute een brief van het kabinet willen vragen, waarin de procedurele en zo mogelijk ook de financiële consequenties van die schorsing worden aangegeven. Verder verzoek ik de regering ook aan te geven wat de huidige stand van zaken is op de vier punten waarop de Raad van State de schorsing heeft uitgesproken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Graaf.

De heer De Graaf (D66):

Voorzitter! Vorige week woensdag hebben wij een algemeen overleg gehad over de Raad van ministers voor justitie en binnenlandse zaken van de EU, die op 28 april, aanstaande maandag, zal worden gehouden. Aan de orde was een document van een zogenaamde ambtelijke groep op hoog niveau over de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Ik verzoek u het verslag van dit algemeen overleg deze week op de plenaire agenda te zetten. In verband met de mogelijkheid dat er, ook door mijn fractie, moties zullen worden ingediend, vraag ik u te bezien of er nog deze week over gestemd kan worden. Dinsdag aanstaande zou te laat zijn, omdat de JBZ-raad maandag wordt gehouden.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en voor dit debat een zodanig moment te kiezen, dat er donderdag na de middagpauze over de moties kan worden gestemd.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij zijn nu toe aan de stemmingen. Ik breng in herinnering dat de stemmingen over wetsvoorstel 24834 en de bijbehorende motie van de agenda zijn afgevoerd. Deze stemmingen zullen donderdag aanstaande na de middagpauze worden gehouden.

Naar boven