Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - de brief van de commissie voor de Werkwijze over controle op het EU-beleid (24775).

Ik stel voor, te behandelen dinsdag 25 juni bij het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch (24783).

Ik stel voor, te behandelen donderdag 27 juni bij het begin van vergadering:

  • - het wetsvoorstel Opneming in de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de Wet toezicht beleggingsinstellingen van bepalingen teneinde het bedrijfseconomische toezicht te versterken (24600).

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over:

a. de moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het beleidsplan Drink- en industriewatervoorziening, te weten:

  • - de motie-Augusteijn-Esser c.s. over aanscherping van de besparingsdoelstellingen (23168, nr. 7);

  • - de motie-M.B. Vos over een wijziging van het Bouwbesluit (23168, nr. 8);

  • - de motie-Esselink over individuele bemetering van alle aansluitingen op het drinkwaternet (23168, nr. 9);

  • - de motie-Esselink over de behoefte aan industriewater (23168, nr. 10);

b. de moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de invoering van een systeem van eigen bijdrage in de ZFW, te weten:

  • - de motie-Lansink c.s. over een wetsvoorstel inzake de convergentie van ziektekostenverzekeringen (24678, nr. 4);

  • - de motie-Lansink c.s. over de grondslagen van de financiering van de zorg voor 1997 (24678, nr. 5);

  • - de motie-Lansink c.s. over invoering van een systeem van inkomensgenormeerde eigen bijdragen in de curatieve zorg (24678, nr. 6);

  • - de motie-Lansink over het indienen van een wetsvoorstel met betrekking tot de invoering van eigen bijdragen in de Ziekenfondswet (24678, nr. 7);

  • - de motie-Oudkerk over verbetering van de doelmatigheid in de gezondheidszorg (24678, nr. 8);

  • - de motie-Oudkerk over de werkzaamheden aan de convergentiewet (24678, nr. 9);

  • - de motie-Rouvoet/Van der Vlies over het afzien van het invoeren van het systeem van eigen bijdragen in de Ziekenfondswet (24678, nr. 10);

  • - de motie-Marijnissen over het achterwege laten van de invoering van het systeem van eigen bijdragen in de Ziekenfondswet (24678, nr. 11);

  • - de motie-Marijnissen over een maximumquote voor de eigen bijdragen in het kader van de Ziekenfondswet, de AWBZ en de WVG (24678, nr. 12);

  • - de motie-Marijnissen over het uitsluiten van de huisartsenhulp bij invoering van een IZA-achtig systeem van eigen bijdragen (24678, nr. 13);

c. de moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de thuiszorg en de modernisering van de ouderenzorg, te weten:

  • - de motie-Vliegenthart c.s. over een toereikende groei van de financiële ruimte voor de ouderenzorg (23235, nr. 15);

  • - de motie-Nijpels-Hezemans/Leerkes over professionele ondersteuning van de mantelzorgers (23235, nr. 16);

  • - de motie-Marijnissen over gelden voor particuliere instellingen (23235, nr. 17);

  • - de motie-Marijnissen over het drastisch verkorten van de wachtlijsten (23235, nr. 18);

  • - de motie-Marijnissen over 100 mln. extra voor de reguliere thuiszorg (23235, nr. 19);

  • - de motie-Marijnissen houdende het verzoek af te zien van de huidige plannen met betrekking tot de harmonisatie van eigen bijdragen (23235, nr. 20);

  • - de motie-Leerkes c.s. over de vervanging van thuishulpen A door alfahulpen (23235, nr. 21);

  • - de motie-Mulder-van Dam c.s. over extra middelen voor de thuiszorg in 1997 (23235, nr. 22);

  • - de motie-Van der Vlies over extra middelen voor de thuiszorg in 1996 (23235, nr. 23);

  • - de motie-Van Boxtel c.s. over borging van risico's (24333, nr. 15).

Ik stel voor, tot en met de zomer van 1997 de volgende recessen vast te stellen:

  • - kerstreces, vrijdag 20 december 1996 t/m maandag 20 januari 1997;

  • - krokusreces, vrijdag 7 februari 1997 t/m maandag 17 februari 1997;

  • - paasreces, vrijdag 21 maart 1997 t/m maandag 7 april 1997;

  • - zomerreces, vrijdag 27 juni 1997 t/m maandag 25 augustus 1997.

Ik stel voor, de stukken 21427, nr. 147, 24345, nr. 12, 24400-VII, nrs. 41 en 42, 24400-XV, nr. 41, 24439, nr. 23, 24630 en 24636, nr. 4 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Rey.

De heer Van Rey (VVD):

Voorzitter! Vandaag vinden hier de beraadslagingen plaats met de commissie over het rapport inzake de WBL. Ik heb begrepen dat de kans bestaat dat maandagmiddag het debat met de regering over het rapport zou kunnen plaatsvinden. Mijn fractie zou dat debat liever niet op maandag voeren, opdat de uitkomsten van het overleg met de commissie zelf dinsdag besproken kunnen worden tijdens de reguliere fractievergadering.

De voorzitter:

Ik neem hier kennis van, maar de Kamer heeft besloten maandagmiddag en -avond te vergaderen. Mij bereiken verzoeken om, dat natuurlijk respecterend, bovenal geen onderwerpen te agenderen. Dat betekent dat er een klein probleem ontstaat om de redenen die u noemt. Dinsdagochtend zijn de fractievergaderingen, maar wij beginnen maandag pas om twee uur. Een en andere betekent dat ik van alle wensen kennisneem en dat ik nu nog geen toezegging zal doen. Pas aan het eind van de dag, in de loop van de avond zal het vastgestelde schema worden rondgedeeld en kan men zijn conclusies trekken. Er is op maandagochtend zo nodig tijd voor fractievergaderingen, evenals op dinsdagochtend. Er is dus tijd ingeruimd. Wij hebben besloten te vergaderen op maandag. U begrijpt het probleem, dan moeten er wel onderwerpen geagendeerd kunnen worden. Als dat niet geagendeerd kan worden, hebben wij in de latere dagen een licht probleem.

De heer Ter Veer (D66):

Daarvoor heb ik alle begrip, maar ik denk dat voor dit punt toch geldt dat wij hier halverwege een debat zitten en dat wij naar een andere fase overgaan, terwijl andere onderwerpen die geagendeerd zijn, "behandelrijp" zijn.

De voorzitter:

Ik begrijp alle overwegingen, maar ik geef de Kamer toch in overweging, nu niet een besluit dienaangaande te nemen, omdat ik niet mag uitsluiten dat voor andere onderwerpen soortgelijke overwegingen gelden en wij dan beter dinsdag kunnen beginnen en twee keer een nacht doorvergaderen. Ik heb echter geleerd dat dat ook niet de voorkeur heeft. Ik heb goed geluisterd.

De heer Schutte (GPV):

Wellicht kan bevorderd worden dat de Handelingen van dit debat de woordvoerders zo spoedig mogelijk na dit debat bereiken, wat afwijkt van het normale systeem, zodat wij daar in ieder geval geen argument aan kunnen ontlenen om het debat van volgende week niet goed voor te kunnen bereiden.

De voorzitter:

U doelt nu op het stenogram, want iets anders kan niet. Ik zal daarvoor mijn best doen, maar ik kan u niets beloven. Ik zal aan de Stenografische dienst vragen het hierheen te leiden, dat dat gebeurt.

De heer Duivesteijn (PvdA):

U zei net dat u goed geluisterd heeft en daar heb ik alle vertrouwen in, maar misschien is het toch goed om te weten dat de fractie van de PvdA zich graag wil aansluiten bij opmerkingen die in deze richting zijn gemaakt.

De voorzitter:

Vandaar dat ik de laconieke opmerking maakte dat het ook voor andere agendapunten kan gelden. De Kamer is zelden in dit soort zaken zo unaniem. Wij proberen er op een verstandige manier een mouw aan te passen, onder erkenning van alle problemen en gevoeligheden die er zijn.

Naar boven