Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft de termijn waarbinnen de verslagen omtrent de suppletore begrotingen samenhangende met de Najaarsnota 1995 moeten worden vastgesteld, bepaald op woensdag 6 december te 11.00 uur. De beantwoording van de vragen dient plaats te vinden uiterlijk 11 december. De plenaire behandeling kan dan plaatsvinden op 14 december en mogelijk op 19 en 20 december. Ik zal aan de bewindslieden meedelen dat zij er rekening mee moeten houden dat zij op die dagen beschikbaar zijn om vragen te beantwoorden en de debatten over de suppletore begrotingen bij te wonen.

Ik bepaal nader, dat het nota-overleg over de nota Herijking buitenlands beleid (24337) nu zal worden gehouden op maandag 4 december van 10.15 uur tot 19.00 uur.

Het woord is aan de heer De Jong.

De heer De Jong (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Vandaag verschijnt er een rapport van het Sociaal en cultureel planbureau. Dit heeft doorgerekend wat de inkomensgevolgen zouden zijn, wanneer paars vier jaar had geregeerd. De uitkomsten daarvan laten zich als volgt samenvatten: de rijken steeds rijker en de armen steeds armer. Mijn fractie acht dat een ongewenste ontwikkeling en wil dan ook graag dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ons een brief stuurt. Deze zou ons op een zodanig tijdstip moeten bereiken, dat die nog kan worden meegenomen bij de behandeling van zijn begroting. In die brief moet de minister aangeven:

  • 1. of hij de analyse en de daaruit te trekken conclusies van het Sociaal en cultureel planbureau juist acht;

  • 2. of hij de gevolgen ongewenst acht;

  • 3. welke consequenties hij trekt ten aanzien van het regeerakkoord om in de resterende regeerperiode deze ongewenste gevolgen te voorkomen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Namens de fractie van GroenLinks wil ik mij graag bij het verzoek van collega De Jong aansluiten. Ik heb er een enkele aanvullende vraag bij. Het gaat hier natuurlijk om mogelijke versterking van het armoedevraagstuk. De regering heeft de Kamer bij herhaling een nota in het vooruitzicht gesteld met betrekking tot armoedebestrijding. Ik wil van deze regeling van werkzaamheden gebruik maken om de minister te vragen, die nota voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Kamer te sturen. Dan kunnen wij dit thema met de brief waar collega De Jong om vraagt, integraal met de begroting behandelen over twee weken.

De heer Van Zijl (PvdA):

Voorzitter! Omdat men de problemen waar de heer De Jong op duidt, een beetje zag aankomen, heeft het kabinet al maatregelen genomen om wat effecten weg te nemen. Ik wil in de brief die komt, graag een overzicht zien van die maatregelen. Ook de uit het regeerakkoord blijkende effecten en recente voornemens moeten daarin meegenomen worden. Overigens delen wij de zorg. Het kan niet zo zijn dat dit soort verschillen ontstaan als gevolg van regeringsbeleid. Ik wil dus graag dat in die brief aandacht wordt besteed aan die twee aspecten.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! Ik wil mij vanzelfsprekend graag aansluiten bij het verzoek van de heer De Jong. Ik wil er alleen één punt aan toevoegen. Uit de SCP-berekening blijkt dat de inkomensverschillen met ongeveer 5% toenemen. Laat dit nu precies het percentage zijn dat de SP heeft voorgesteld voor verhoging van het minimumloon. Ik zou het dus erg op prijs stellen, als het kabinet nader op dat voorstel wil ingaan in die brief.

De heer Boogaard (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ook ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer De Jong.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Vries.

Mevrouw J.M. de Vries (VVD):

Voorzitter! Staatssecretaris van Onderwijs mevrouw Netelenbos heeft vorige week een bezoek gebracht aan een basisschool in Amsterdam-Zuidoost. Zij is daar geconfronteerd met de problematiek van verwaarloosde schoolkinderen. Zij heeft volgens een bericht in de Volkskrant gezegd dat voor dit probleem eventueel onorthodoxe oplossingen zullen moeten worden gezocht. Mijn fractie zou het op prijs stellen als de staatssecretaris per brief aan de Kamer laat weten welke richting haar gedachten uitgaan, opdat dit betrokken kan worden bij het nota-overleg over het beleidskader preventieve en curatieve jeugdzorg 1996-1999, dat in december plaatsvindt.

Mevrouw Van Vliet (D66):

Voorzitter! Ik sluit mij graag bij dit verzoek aan. De fractie van D66 zou graag een integraal antwoord krijgen, dus in samenhang met het onderwijs, de jeugdhulpverlening, eventueel de politie en de GGZ. Als het om een onorthodoxe aanpak gaat, ga ik ervan uit dat daar in elk geval een integraal jeugdbeleid aan hangt.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Ik sluit mij bij het verzoek aan. Ik wil tevens vragen of de praktijk in Hoogvliet – men is daar al enige tijd bezig – kan worden geëvalueerd en kan worden betrokken bij het antwoord van de staatssecretaris.

Mevrouw Vliegenthart (PvdA):

Voorzitter! Ik sluit mij aan bij het verzoek. Ik zou graag willen dat wij vóór 4 december, als wij een debat in de Kamer hebben over het integraal jeugdbeleid, over een brief van de staatssecretaris beschikken.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik wil mevrouw De Vries vragen wat dit verzoek toevoegt aan de begrotingsbehandeling. Wij hebben dit onderwerp hier vorige week uitgebreid aan de orde gehad. Mevrouw Netelenbos gaat praten met de wethouder van Amsterdam. Zij zou ons daarover informeren. Blijkbaar hebben zich in het weekend nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Wat is de strekking van het verzoek van mevrouw De Vries?

Mevrouw J.M. de Vries (VVD):

Voorzitter! Ik baseer mij op een bericht in de Volkskrant van zaterdag jongstleden – dus na afloop van de behandeling van de onderwijsbegroting – en ik leg een verband met het beleidskader preventieve jeugdzorg, dat thans voor behandeling bij de Kamer ligt. Daarin komen ook zaken als de verwaarlozing van kinderen en de zorg om jeugdigen aan de orde.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Biesheuvel.

De heer Biesheuvel (CDA):

Voorzitter! Het afgelopen weekend zijn er weer berichten in de krant verschenen dat het kabinet het voornemen heeft om een nieuw systeem van maximalisering van de wettelijke huurverhogingen aan de orde te stellen. Aangezien minister-president Kok daar nog niet zo lang geleden ook over heeft gespeculeerd, zou de CDA-fractie willen bevorderen dat de Kamer zo snel mogelijk wordt geïnformeerd over de wijze waarop het kabinet daar inhoud aan denkt te geven. Nu er al zo lang over wordt gespeculeerd, is het goed dat de huurders weten waar zij aan toe zijn. De verhuurders zijn ook wel geïnteresseerd in de wijze waarop het kabinet daar inhoud aan denkt te geven. Kortom, ik wil weten of het hier alleen om schone woorden gaat, of dat er ook sprake is van daadkracht. Ik wil graag bevorderen dat het kabinet de inhoud van zo'n regeling op korte termijn naar de Kamer stuurt.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Voorzitter! Ik steun het voorstel graag.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! In verband met de CAO-onderhandelingen van de politie loopt het blauw op straat momenteel paars aan van woede. Ik wil daarom uitleg van de minister over zijn handelwijze inzake het politiebeleid. Ik zou graag op korte termijn een brief krijgen, als het kan volgende week, met een antwoord op in ieder geval de volgende vragen.

1. Hoe kun je gemotiveerd personeel houden als de mensen er tot ƒ 300 per maand op achteruit dreigen te gaan? Immers, de vaste component van de onregelmatigheidstoeslag zou nog maar voor 20% – dat is ongeveer ƒ 80 – mee mogen tellen in het salaris. De rest gaat rechtstreeks naar de korpsen, die flink in de rode cijfers zitten, waardoor het zeer aannemelijk is dat het personeel dat geld kwijt is.

2. Hoe wil de minister voorkomen dat de kwaliteit van het politie-apparaat achteruit gaat als hij slechts 70% van de arbeidstijdverkorting wil herbezetten door minder gekwalificeerd personeel?

3. Wat heeft het politiepersoneel aan arbeidstijdverkorting die niet volledig wordt herbezet, met als gevolg hogere werkdruk, en dat terwijl er nu al een stuwmeer is van ADV-dagen die niet kunnen worden opgenomen vanwege die hoge werkdruk?

De heer Schutte (GPV):

Mijn nieuwsgierigheid is niet geringer dan die van de heer Poppe, maar het gaat hier om een situatie van overleg tussen werkgever en werknemer. Het lijkt mij dan ook niet voor de hand liggend om lopende dat overleg dit soort informatie te vragen. Laten wij die vragen opzouten totdat er een conclusie is gevallen, in welke richting dan ook; dan hebben wij een mooi onderwerp voor discussie.

De heer Poppe (SP):

Het is zeker niet mijn bedoeling om te treden in de CAO-onderhandelingen. De vragen zijn dan ook met name gebaseerd op de wijze waarop de minister denkt de kwaliteit van het politie-apparaat te handhaven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister. Wij zullen dan wel zien op welke manier de minister antwoordt.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! Op woensdag 1 november heeft er een algemeen overleg plaatsgevonden tussen de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de resultaten van een onderzoek dat is verricht door een projectgroep in verband met de Arbowet. Ik verzoek u het verslag van die commissievergadering op de agenda te plaatsen, zodat het mogelijk wordt om de Kamer een uitspraak te vragen over het SER-advies dat het kabinet in dezen overweegt.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wanneer wilt u daarover spreken, deze week of volgende week?

De heer Marijnissen (SP):

Het enige relevante is dat het gebeurt voordat het SER-advies wordt aangevraagd.

De voorzitter:

Het punt zal aan de agenda worden toegevoegd en wij zullen het zo snel als mogelijk is aan de orde stellen.

Naar boven