Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Justitie:

  • - het wetsvoorstel Aanvulling van titel 7.1 (Koop en ruil) van het Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake de koop van rechten van gebruik in deeltijd van onroerende zaken (24449);

b. de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

  • - het voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat (24249);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, alsmede de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen (24455);

c. de vaste commissie voor Financiën:

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf in verband met het mogelijk maken van onderzoek naar de toereikendheid van deze wetgeving of van de wijze waarop de toezichthouders deze wetgeving uitvoeren of hebben uitgevoerd (24456);

  • - het wetsvoorstel Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (24458);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (belastingplan 1996) (24463);

  • - het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (24452, R1551);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in verband met de binding van het Koninkrijk aan het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (24453);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede Vereenvoudigingsrichtlijn-btw (24466);

d. de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte (versterking positie huurder bij verhoging van de huurprijs met meer dan een bepaald percentage) (24465);

e. de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdragen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en, respectievelijk, de afvoer van het water van de Maas (Trb. 1995, 51 en 50) (24451);

f. de vaste commissie voor Economische Zaken:

  • - het voorstel van rijkswet Aanpassing van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag tot oprichting van de Wereld Handelsorganisatie, met bijlagen 1, 2, en 3, alsmede wijziging van de Rijksoctrooiwet (24457, R1552);

g. de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van een nieuwe Arbeidsvoorzieningswet (Arbeidsvoorzieningswet 1996) (24450);

h. de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

  • - het wetsvoorstel Wet op het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) (24454);

  • - het wetsvoorstel Invoeging van een nieuw artikel 3b van de Ziekenfondswet (24475).

Op verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid stel ik voor, van de agenda van hedenmiddag af te voeren de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de Ziekenfondsraad (24093);

  • - de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten geleide van de evaluatie van de wet-Van Otterloo (24460, nr. 1).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Jong.

De heer De Jong (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Voor vanavond staat het wetsvoorstel inzake het premieregime bij marginale arbeid op de agenda. De vaste commissie voor Sociale Zaken heeft onlangs het oordeel afgegeven dat het gereed zou zijn voor plenaire behandeling. De commissie moet echter terugkomen op dat besluit, omdat zij nog in afwachting is van een advies van de opvolger van de Sociale verzekeringsraad, te weten het TICA. Daarom stellen wij voor om dit onderwerp van de agenda van heden af te voeren.

De voorzitter:

Ik stel allereerst voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Vervolgens wil ik er nog wel een opmerking over maken. Wij moeten steeds passen en meten met de tijd. De afgelopen weken is er geregeld leegloop geweest, omdat wetsvoorstellen opeens, om welke reden dan ook, van de agenda moesten worden afgevoerd. Nu dit wetsvoorstel van de agenda wordt afgevoerd, betekent dit dat het dit jaar niet meer in behandeling kan worden genomen, omdat andere wetsvoorstellen voor 1 december in behandeling moeten worden genomen en moeten worden afgewikkeld. Wij moeten zorgvuldig omgaan met de tijd van de plenaire vergadering. Als een wetsvoorstel wordt aangemeld omdat het gereed zou zijn voor behandeling, dan betekent dit dat er een keuze is gemaakt en dat een ander punt niet kan worden behandeld. Je kunt natuurlijk niet iedere keer een situatie hebben dat er niet vergaderd wordt. Men moet er dus bij de commissie van uitgaan dat dit punt dit jaar, lettend op wat er allemaal in aantocht is, niet meer behandeld zal kunnen worden.

Ik had behoefte om deze kritische opmerking te maken, want ik heb gisteren en zoëven ook al moeten meedelen dat er een paar punten zijn afgevoerd.

De heer De Jong (CDA):

U bedoelt daarbij hopelijk het kalenderjaar?

De voorzitter:

Ik ken maar één jaar en dat is het kalenderjaar.

De heer De Jong (CDA):

Er is ook een zittingsjaar.

De voorzitter:

Ja, dat is zo. Maar ik vrees dat, als ik volgend jaar zelfde tijd zeg, ik een zelfde verzoek krijg.

Ik wens die opmerking in de richting van de vaste commissie voor Sociale Zaken gemaakt te hebben. Voor het zomerreces hebben wij ook al iets gehad dat heel snel moest worden behandeld en waarvan ik de indruk heb dat het nog niet het Staatsblad heeft bereikt. Men moet in de procedures precies en zorgvuldig zijn, want onze tijd hier is schaars.

Naar boven