Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aan de orde te stellen en te behandelen in de vergaderingen van 7, 8 en 9 november:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1996 (24400-V);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 1994 (slotwet/rekening) (24299);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1996 (24400-X);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van hoofdstuk X (Ministerie van Defensie) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 1994 (slotwet/rekening) (24305);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering, houdende aanpassing van de collegegeldbepalingen en de afschaffing van verblijfsduurbeperkingen (24025);

  • - het wetsvoorstel Algemene regels ter verzekering van de beveiliging door waterkeringen tegen overstromingen door het buitenwater en regeling van enkele daarmee verband houdende aangelegenheden (Wet op de waterkering) (21195);

  • - het wetsvoorstel Invoeging van de titels 7 en 12 in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (24061);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 4 november te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI) (24062);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van een aantal wetten aan de Wet houdende nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen (24259).

Ik stel voor, dinsdag 31 oktober 1995 te stemmen over de moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van 16 oktober 1995 van de vaste commissies voor Defensie en voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer inzake Partiële herziening van het Structuurschema militaire terreinen (23707), te weten:

  • - de motie-Van den Doel/De Koning over wijziging van de PKB met betrekking tot de compagniesoefenterreinen en het oefenterrein voor de luchtmobiele brigade (23707, nr. 6);

  • - de motie-Van den Doel/Middel over de uitplaatsing van het oefenterrein voor de luchtmobiele brigade naar Oost-Groningen (23707, nr. 7);

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven over het oefenterrein Havelte (23707, nr. 8);

  • - de motie-Stellingwerf/Van den Berg over de kosten van een eventuele uitplaatsing van het LOT Eder- en Ginkelse heide (23707, nr. 9).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. nota-overleg met stenografisch verslag op:

donderdag 26 november:

  • - van 11.00 uur tot 13.00 uur van de vaste commissie voor Defensie, over de begroting voor 1996 (begrotingsonderzoek) (24400-X);

maandag 4 december:

  • - van 11.15 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, over het kabinetsstandpunt openbaar vervoer (23958) (vervolg van 2 oktober);

maandag 29 januari:

  • - van 11.15 uur tot 15.00 uur van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de nota LNV-Kennisbeleid (24430).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik bepaal nader dat het nota-overleg van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op maandag 13 november a.s. over de nota Kwaliteit en zorg (24332) niet doorgaat.

Het woord is aan mevrouw Verbugt.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De VVD-fractie heeft reeds bij een eerdere gelegenheid vragen gesteld over de problematiek inzake het bouwen langs de Maas. De laatste twee overstromingen hebben terecht aanleiding gegeven tot een bezinning op dit punt. Zowel van de zijde van de regering als van de zijde van het provinciaal bestuur van Limburg zijn inmiddels stappen voorbereid. Ik begrijp dat er nadere afstemming nodig is tussen het interimbeleid, zoals dat inmiddels door gedeputeerde staten van Limburg is geformuleerd, en de inzichten van de regering, als het gaat om de uitvoering van de Rivierenwet en de uitwerking van het beleid van de minister van VROM. Nu het geplande overleg hierover vorige week geen doorgang heeft kunnen vinden en er bij mijn weten ook geen nieuwe datum is vastgesteld, is er bij mijn fractie enige zorg ontstaan. Immers, de gemeenten langs de Maas kunnen inmiddels al vijf maanden niet vooruit met de uitvoering van hun bestemmingsplannen.

Daarom wil ik de regering, mede namens collega Huys van de PvdA, om een brief ter zake vragen. Daarin moet de regering uiteenzetten:

  • 1. wat haar beleidsvoornemens zijn over het bouwen in het Maasdal buiten het directe stroomvoerende deel van de Maas;

  • 2. wat de consequenties daarvan zijn voor de uitvoering van vigerende bestemmingsplannen in de Maasgemeenten;

  • 3. waarom het gesprek met gedeputeerde staten van Limburg vorige week geen doorgang heeft kunnen vinden en wanneer de regering denkt dit overleg wel te kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven