Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft zich beraden over de naamgeving van de fractie bestaande uit mevrouw Nijpels-Hezemans, de heer Boogaard en mevrouw Aiking-van Wageningen en van de fractie bestaande uit de heren Verkerk en Van Wingerden, zoals aangekondigd door de heer Van Wingerden bij de regeling van werkzaamheden van 29 augustus. Het Presidium heeft vastgesteld dat mevrouw Nijpels en haar beide medeleden niet meer willen worden aangeduid met de naam AOV, waaronder zij verkozen zijn. Een nieuwe naam, corresponderende met een nieuwe partij, komt naar de mening van het Presidium niet in aanmerking, omdat die naam vorig jaar niet op het stembiljet voorkwam.

Daarom stel ik namens het Presidium voor, deze fractie aan te duiden als de groep-Nijpels. Uiteraard is het de leden van deze fractie niet verboden, in hun bijdrage aan de gedachtenwisseling in deze Kamer te verwijzen naar een nieuwe partij. Zij blijven overigens aangeduid als de groep-Nijpels.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Wat de heren Verkerk en Van Wingerden betreft, heeft het Presidium overwogen dat zij wensen te worden aangeduid met de naam waaronder zij indertijd zijn gekozen.Voorzitter Weliswaar hebben zij enkele maanden onder een andere naam deel uitgemaakt van de Kamer, maar dit geschiedde niet volledig vrijwillig. Zij hebben daarom naar de mening van het Presidium hun aanspraak op die naam niet verloren nu de drie leden van de fractie die tot zeer kort geleden als AOV-fractie werd aangeduid, geen prijs meer stellen op deze naam en dus als het ware die fractie hebben verlaten. Vanaf dat moment vormen de leden Verkerk en Van Wingerden gezamenlijk de grootste minderheid uit de oorspronkelijke fractie.

Mede gezien de wenselijkheid om één lijn aan te houden met de Eerste Kamer, stelt het Presidium voor, hen aan te duiden als AOV-fractie. Het Presidium doet dit voorstel – ik zeg dit ter voorkoming van welk misverstand dan ook – dus niet op grond van een onderzoek naar de verbindingen van leden met een bepaalde politieke partij of de verbindendheid van uitspraken van partijorganen. Ik stel voor, de nieuwe naamgeving heden te laten ingaan.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel vast dat hiermee een einde is gekomen aan het bestaan van de aparte fracties groep-Verkerk en groep-Van Wingerden en dat deze leden met ingang van heden één fractie vormen. Morgen zal ik mededelingen doen over de spreektijden.

Het woord is aan de heer Verkerk.

De heer Verkerk (AOV):

Voorzitter! De AOV-fractie is ingenomen met het besluit van deze Kamer. De aanleiding is duidelijk. Mevrouw Nijpels-Hezemans en de haren zijn uiteindelijk uit de fractie getreden. De heer Van Wingerden en ik waren eruit gezet. Wij vormen thans de AOV-fractie. In ons kamerwerk zullen wij als AOV-fractie gestalte blijven geven aan het door de 327.000 kiezers aan het AOV gegeven vertrouwen. Ons mandaat is duidelijk. Wij zullen het vertrouwen trachten waar te maken met als basis het AOV-programma. Onze fractie streeft naar praktische samenwerking met gelijkgestemde ouderenfracties.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Vannacht om half twaalf heeft Frankrijk toch getest, ondanks alle internationale protesten daartegen. Ondanks alles wat in de Kamer de afgelopen periode gezegd is, ondanks alles wat hier gisteren nog gezegd is door bijna alle fracties, waarbij de minister van Buitenlandse Zaken is opgeroepen een krachtig protest te laten horen, lees ik vanmorgen op het ANP dat minister Van Mierlo ook nu de Franse ambassadeur niet zal ontbieden. Ik betreur dat. Daarom vraag ik de Kamer om de mogelijkheid te krijgen, de minister hierover het liefst vandaag nog te mogen interpelleren. Dan kunnen wij de minister misschien uiteindelijk via een motie wel overtuigen van het feit dat de Kamer echt initiatieven wil.

De voorzitter:

Ik stel voor, mevrouw Sipkes in de gelegenheid te stellen vandaag de minister van Buitenlandse Zaken te interpelleren over het door haar aangeduide onderwerp. Ik neem aan dat, als de Kamer daartoe besluit, de vragen zo snel mogelijk worden ingediend, zodat ik voor rondzending kan zorgdragen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden vast te stellen op telkens 3 minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, de interpellatie te doen plaatsvinden na behandeling van het wetsvoorstel Toezicht belastingverordeningen (24051). Ik schat in dat dit tussen half vijf en half zes zal zijn. Dan kunnen wij de interpellatie voor de dinerpauze afhandelen. Indien een motie wordt ingediend, zal de stemming daarover onmiddellijk na de dinerpauze plaatsvinden.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteren is voor het eerst het proefschrift bekendgemaakt van de heer Engelen, die is nagegaan op welke manier de BVD gedurende een aantal jaren geopereerd heeft. Ondanks het feit dat wij min of meer op de hoogte waren van de activiteiten van de BVD, zijn de resultaten vrij ernstig. Ik doel op de wijze waarop leden van politieke partijen gevolgd zijn en op de steun van de zijde van de CIA voor de BVD. Een en ander vind ik redelijk onrustbarend. Zoals ik uit de media begrepen heb, is ook de eerste reactie van de minister van Binnenlandse Zaken er een van afschuw geweest. Ik zou graag van de minister een wat uitvoeriger reactie op schrift willen hebben, zodat wij daarover op korte termijn met hem van gedachten kunnen wisselen. Eén van de zaken die ik ook hoop tegen te komen in deze brief, is het feit dat hij reeds gezegd heeft dat er een inspecteur wordt aangesteld die de BVD gaat begeleiden. Ik vraag mij af, hoe dat precies in zijn werk gaat. Dat is iets voor de toekomst. Ook ben ik er benieuwd naar, in hoeverre maatregelen worden genomen om slachtoffers uit de onderzochte periode mogelijk te ondersteunen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Binnenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Zijl.

De heer Van Zijl (PvdA):

Voorzitter! In de PvdA-fractie wordt heel langzaam gedacht, maar daarom nog niet minder. Wij realiseren ons dat u net een stemmingsvoorstel deed. Wij weten dat u erg van mountainbiken houdt, maar in de zaal wordt ook erg van andere sporten genoten. Als er belangrijke sportgebeurtenissen zijn, krijgen wij – ik als secretaris ook – een probleem om de hele fractie bijeen te roepen. Ik kijk u aan, voorzitter. Is het echt onmogelijk om meteen na afloop van de interpellatie te stemmen?

De voorzitter:

Ik dacht alleen u te gerieven, omdat u in mijn voorstel, al dan niet onder de dinerpauze – ik laat in het midden, welke activiteit dan wordt aangevangen – beraad zou kunnen voeren over het stemgedrag van uw fractie bij het in stemming komen van een eventuele motie. Maar wanneer het zonneklaar is dat onmiddellijk na de interpellatie gestemd kan worden, dan vind ik dat – ik verzeker u dat – aardiger dan stemming na een schorsing. Wat dat aangaat, heeft u dus in mij een bondgenoot gevonden!

De heer Van Zijl (PvdA):

Bij het nemen van een besluit over wat we met de motie doen, gaat ons denken weer sneller.Voorzitter

De voorzitter:

Ik neem brede instemming waar. We gaan nu een traditie vestigen. Ik stel voor, onmiddellijk na de interpellatie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerma.

De heer Heerma (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Ik heb er behoefte aan, een onderwerp aan te snijden dat ernstiger is dan het voetballen van hedenavond. Ik roep het vragenuur van gisterenmiddag in herinnering, waarin aan de minister van Justitie vragen werden gesteld over artikelen in het Algemeen Dagblad van onlangs, over doorvoer van 400.000 kilo drugs, met medeweten van politie en justitie. Er was gisteren verbijstering dat uit vertrouwelijk overleg in augustus van de minister van Justitie met de korpsbeheerders was gelekt en verbijstering dat een dergelijke doorvoer plaatsvindt. Die verbijstering is niet gebaseerd op de omstandigheid dat het om een enkelvoudig lek gaat, maar op de indruk die bestaat dat er veel achterhoedegevechten plaatsvinden, en dat het niet toevallig is dat dit gebeurt rond de start van de openbare verhoren van de enquêtecommissie naar opsporingsmethoden. Dat debat was amper achter de rug, of gisterenavond wist NRC Handelsblad te melden dat de politie een tweetal zware onderzoeken in de bestrijding van de zware criminaliteit staakt "wegens gebrek aan regie van het openbaar ministerie". Dit onderstreept mijn stelling dat het niet om een eenmalig lek gaat, maar dat men de indruk heeft dat allerlei posities worden ingenomen, parallel aan de openbare verhoren van de enquêtecommissie. Ik noem dat achterhoedegevechten, want het is mijn stellige overtuiging dat dit te maken heeft met...

De voorzitter:

Wilt u tot uw verzoek komen?

De heer Heerma (CDA):

Zeker, maar ik moet mijn verzoek wel helder toelichten.

Ik maak mijn zin af: het is mijn stellige overtuiging dat dit met de openbare verhoren te maken heeft. Ik wil de enquête de enquête laten, maar er was met de minister van Justitie afgesproken dat de onderzoeken door zouden gaan, dat de bestrijding van de zware criminaliteit in dit land door zou gaan. Mijn fractie is verontrust dat nu twee zware onderzoeken worden stopgezet. Ik baseer mij hierbij op de woorden van de plaatsvervangend hoofdofficier van justitie in Amsterdam, de heer Cremer, die heeft gezegd dat het heeft ontbroken aan regie bij het openbaar ministerie.

Dit staat haaks op het tijdens de enquête doorgaan met de bestrijding van de zware criminaliteit. Ik vraag om een brief van de minister van Justitie, waarin hierop in wordt gegaan, op de achtergronden van de positionering die ik duidde en op de spiegelgevechten. Ik wil graag horen dat de regering regeert, als het gaat om lekken, maar ook als het gaat om onderzoeken. Ik wil verder horen dat wat is toegezegd, zal worden waargemaakt en dat wordt aangeduid, wat hier aan de hand is. Aan de hand van die brief hebben wij dan de gelegenheid, daarover nader met de regering van gedachten te wisselen.

De heer Van Boxtel (D66):

Mij is iets ontgaan, vandaar de volgende vraag. Het verzoek is legitiem, maar de heer Heerma zegt, een causaal verband te zien tussen wat minister Sorgdrager gisteren heeft gezegd over het lekken en het staken van de onderzoeken. Maar dat zijn toch twee gescheiden zaken?

De heer Van Zijl (PvdA):

Begrijp ik het goed dat de heer Heerma alleen maar aan de regering vraagt of zij nog regeert? Of vraagt hij nog meer?

De heer Heerma (CDA):

Dat is heel goed begrepen. Ik houd ernstig rekening met een samenhang. Gisteren duidde ik dat aan met het woord "jungle".

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Mulder-van Dam.

Mevrouw Mulder-van Dam (CDA):

Voorzitter! Ik zou graag van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken een brief ontvangen over de situatie in de Nederlandse Antillen in verband met de orkaan die daar woedt. Welke maatregelen zijn er noodzakelijk? Welke rol kan de Nederlandse regering in overleg met de regering van de Nederlandse Antillen hierin spelen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! In de pers zijn berichten verschenen dat president Chirac vanwege de toename van terrorisme in Parijs en in andere delen van Frankrijk wederom dreigt met opschorting van het Schengen-verdrag, zelfs met opzegging ervan, als er niet voldoende maatregelen genomen worden die een adequate controle aan de buitengrenzen mogelijk maken. Graag krijg ik van de zijde van het kabinet een brief met informatie over deze laatste ontwikkelingen. Kan in die brief nader ingegaan worden op het terechte verzoek dat er een adequate controle plaatsvindt aan de buitengrenzen voordat Schengen in werking treedt? Bij de discussies over Schengen hebben wij met name gewezen op de noodzaak van een waterdichte controle. Het kan namelijk niet zo zijn dat door Schengen het terrorisme zou toenemen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven