Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Justitie:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de bepalingen betreffende huur en verhuur van bedrijfsruimte en intrekking van de Huurwet (24150);

b. de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 in verband met het verlengen van de delegatiebevoegdheid (24151).

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Assen tot lid in plaats van het lid Wolters;

  • - de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Assen tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Assen tot plv. lid in plaats van het lid Koekkoek en het lid Koekkoek tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Financiën het lid Assen tot plv. lid in plaats van het lid Van Rooy;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Hillen tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van Rooy tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Bukman tot lid in de bestaande vacature.

Ik deel aan de Kamer mee dat een parlementaire delegatie uit Nieuw-Zeeland op bezoek is om ons kiesstelsel te bestuderen. Ik heet de collega's uit Nieuw-Zeeland van harte welkom.

(Applaus)

De voorzitter:

Mij is gevraagd om heropening van de beraadslaging inzake de Arbeidstijdenwet. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en de heropening te doen plaatsvinden op donderdag na de lunchpauze.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De heer Hendriks heeft mij gevraagd, gelegenheid te krijgen voor het afleggen van een verklaring. Het woord is aan de heer Hendriks.

De heer Hendriks:

Mijnheer de voorzitter! Een ernstige zaak! Helaas voor degenen die haar hebben veroorzaakt, blijkt zij niet waar te zijn. Vandaar dat ik met uw toestemming hier op dit moment een verklaring mag afleggen. Daar ben ik u zeer erkentelijk voor.

Voorzitter! Allereerst wil ik deze verklaring, indien mogelijk zonder interrupties, aanbieden aan de Kamer en de pers. De ernst van de kwestie noopt mij hiertoe en ik vraag hiervoor begrip. Na de verklaring wil ik alle mogelijke vragen openhartig beantwoorden.

In een smaadschrift uit de politieke onderwereld – ik toon het de Kamer hierbij – worden drie kamerleden beschuldigd. Drie kamerleden dus. Slechts één van hen wordt nu in het openbaar beledigd en aangevallen en dat ben ik. Kennelijk bestaat er een krachtenveld dat een vrij en onafhankelijk kamerlid de mond wil snoeren, zeker wanneer het gaat om economische en geld-politieke onderwerpen.

Voorzitter! Ik ben hierover zeer boos. Nota bene aan de vooravond van onze dodenherdenking wordt mijn persoon in de kwaliteit van kamerlid besmeurd. Dit gebeurt door het aanwrijven van niet bestaande sympathieën voor het nationaal-socialistische schrikbewind, waaronder honderdduizenden Nederlanders indertijd hun levens hebben verloren. Deze vuilspuiterij via een groot deel van de pers is een typisch voorbeeld van desintegratie van waarden en normen in onze samenleving. Ik betreur dit. Zijn dit de verschijnselen van ontbinding die door Hare Majesteit de Koningin onlangs zijn gesignaleerd? De rol van de pers, met name die van De Telegraaf, wiens verleden op dit vlak bepaald niet brandschoon is, acht ik derhalve beneden alle peil. Een deel van de pers heeft hiermee een identificatie op gang gebracht van mijn persoon met het kwade, met de ongeest. Voorzitter! Dit accepteer ik niet.

Evenmin accepteer ik de manier waarop de fractieleider van het AOV deze haatcampagne uitbuit om haar eigen politieke disfunctioneren te camoufleren. Waarom is zij nooit met mij in parlementair debat gegaan? Waarom overhandigde mevrouw Nijpels-Hezemans, de huidige fractievoorzitter van het AOV, op 3 mei een fotokopie van een duister blaadje aan u, heer voorzitter, terwijl de afdeling voorlichting van de fractie van het AOV reeds op 22 april over dit vuilschrift beschikte en daarover toen uitdrukkelijk geen commentaar aan de pers wilde geven. De verontwaardiging van mevrouw Nijpels, alsof zij pas op 3 mei via de fractie van de CD over het bestaan van dit stuk werd ingelicht, komt dan ook wat ongeloofwaardig over.

Een deel van de Nederlandse pers heeft gesproken van "foute contacten". Welnu, ik ben in januari jongstleden op Cuba geweest, waar ik heb gesproken met overtuigd communistische autoriteiten. Ben ik nu een communist? Via Den Haag Vandaag van gisterenavond – een leuke woordspeling – beschuldigde AOV-fractieleider mevrouw Nijpels-Hezemans mij van politieke inhoudsloosheid. Ik wil de Kamer nu in het kort aangeven dat ik met belangrijker zaken bezig ben dan met politiek gekissebis, dat deze dame blijkbaar noodzakelijk vindt.

Voorzitter! Ik wil precies datgene doen waarvoor ik gekozen ben, namelijk het vertegenwoordigen van de belangen van de burgers, met name van de ouderen. En ik doe dit met name door te proberen, de financiering van de AOW-pensioenen in veilig vaarwater te krijgen. Ik doe dit samen met anderen, ook met andere leden van deze Kamer. Ik wil de financiering van de AOW op voorhand goed voor elkaar krijgen. Er zou onderzocht moeten worden of het stuwmeer van stille reserves, die geschat worden op circa 30 mld., ontstaan door fusies van de grote banken, bestemd zou kunnen worden om de AOW in de toekomst betaalbaar te houden. Mede in verband hiermee vraag ik ook aandacht voor de exponentiële groei van de rentelasten, zowel over de staatsschuld als over particulier kapitaal. Deze kostenpost beloopt dit jaar al 138 mld., ofte wel een kwart van het nationaal inkomen. Over tien jaar moeten wij zelfs het dubbele gaan betalen. Dat is niet mogelijk zonder de sociale structuur compleet te ontwrichten. Ten slotte verwijs ik in dit verband naar een brief van de heer Brockhus uit Huizen, gericht aan de commissie voor Financiën, nr. 95147, waarin hij refereert aan de fiscale consequenties van onder andere de Barings-affaire. Deze brief zal op 18 mei a.s. in de commissie besproken worden.

Tot slot. Het lijkt erop dat er een soort drijfjacht op een kamerlid is geopend. Straks zal bij de verkiezingen duidelijk worden wat mijn positie is. Ik dank u zeer, voorzitter.

De voorzitter:

Wenst iemand naar aanleiding van deze verklaring het woord te voeren? Naar mij blijkt, is dit niet het geval. Dan stel ik voor, de verklaring voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Biesheuvel.

De heer Biesheuvel (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De vorige week heeft het onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op de uitvoering van de sociale zekerheid, het College van toezicht sociale verzekering, een rapport gepubliceerd over het resultaat van de herkeuringen WAO. Dit onderzoek is voor de CDA-fractie aanleiding om de staatssecretaris van Sociale Zaken te vragen zijn standpunt kenbaar te maken aan de Tweede Kamer. Ik wil dan ook via u verzoeken of de staatssecretaris op zo kort mogelijke termijn zijn standpunt naar aanleiding van dit belangwekkende onderzoek kan weergeven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Korthals.

De heer Korthals (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De laatste dagen verschijnen er berichten in de pers over mogelijke wandaden van VN-militairen in het voormalige Joegoslavië. Het zou gaan om onbevestigde geruchten, maar zij zijn in elk geval van dien aard dat er zo snel mogelijk opheldering moet komen. Vandaar dat de vaste commissie voor Defensie u verzoekt, de bewindslieden van Defensie te vragen op zo kort mogelijke termijn een zo uitvoerig mogelijk overzicht aan de Kamer toe te zenden, waarin eventueel wordt aangegeven of er aanwijzingen zijn, of er sprake is van een onderzoek en, zo ja, wat dat onderzoek tot dusverre heeft opgeleverd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Defensie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Rey.

De heer Van Rey (VVD):

Mijnheer de voorzitter! In 1992 is bij de discussie over de opheffing van de fiscale grenzen de afspraak gemaakt dat onder leiding van de Europese Commissie een evaluatie zou plaatsvinden van het algemene en het verlaagde tarief van de BTW, met name van bijlage H bij dat stuk, waarin staan aangegeven de goederen en de diensten waarop dat verlaagde tarief van toepassing kan zijn.

Geheel in de lijn van de traditie van het oud-kamerlid Vermeend lezen wij van de staatssecretaris van Financiën iedere week iets nieuws. Verleden week lazen wij over het verlaagde tarief voor de schoenherstellers. Vandaag lezen wij over het verlaagde tarief voor de sport. Ik neem aan dat wij overmorgen lezen over de cultuur. En maandag zullen wij wel iets vernemen over de milieuvriendelijke produkten, waarover al zeven jaar een motie van collega Te Veldhuis op het departement Financiën ligt.

Al deze zaken zijn voor de VVD-fractie aanleiding om via u, voorzitter, aan de staatssecretaris te vragen om nu eens duidelijk aan te geven welke besluiten er zijn genomen, welke besluiten eventueel nog worden genomen en of hij de normale gang van zaken in acht wil nemen. Die is dat hij de Kamer informeert en niet iedere keer het ochtendblad De Telegraaf, want in het zuiden wordt die altijd een dag later bezorgd en daar lopen wij dus altijd al een beetje achter.

De heer Reitsma (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Mijn fractie wil dit verzoek van collega Van Rey ondersteunen. Maar wij doen datzelfde beroep op hem ten aanzien van De Telegraaf.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven