Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. een brief van de Directeur van het Kabinet der Koningin, met de mededeling, dat Hare Majesteit de haar door de Staten-Generaal toegezonden voorstellen van (rijks)wet, gedrukt onder de nummers 24021, 24001, 24006, 23873, 23312, 23837, 23839, 23840, 23764, 23826, 23851, 23900-C, 23841, 23849, 24017, 23833, 23900-IV, 24014, 23848, 23900-VII, 23900-XIII en 24022, heeft goedgekeurd.

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

2. vier brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 28 maart 1995 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 23137, 23228 (R1475), 23229, 23838, 23900-XV, 23930 en 23934, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

drie, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over het Europese Stabiliteitspact (21501-20, nr. 40);

  • een, over verdragen in voorbereiding (23530, nr. 11);

  • een, over het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen (23908, R1519, nr. 6);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van de DGIS-rapportage in het kader van Actie 141 uit het eerste Nationaal Milieubeleidsplan (20298, nr. 19);

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (17141, nr. 18);

  • een, over de bestelling van locomotieven door de NS (24123);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het invoeren van een prestatiebeurs in het hoger onderwijs (24094, nr. 6);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van de agenda van de Cultuurraad van de Europese Unie te Luxemburg van 3/4 april 1995 (21501-05, nr. 15);

twee, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de vergadering van de Ecofin-Raad van 20 maart 1995 (21501-07, nr. 135);

  • een, ten geleide van het advies over het initiatiefwetsvoorstel op de medische keuringen, dat de Verzekeringskamer heeft uitgebracht (23259, nr. 11);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de militairen die betrokken zijn bij de huidige vredesmissies, de zgn. "jonge veteranen" (21490, nr. 15);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de EU-Transportraad van 13 en 14 maart 1995 (21501-09, nr. 45);

  • een, over de ingediende moties bij het nota-overleg over verkeersveiligheid (22100, nr. 39);

een, van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over Partiële herziening Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (Hanzelijn, Axel-Zelzate, Meppel-Ramspol) (24122);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de effecten van de milieulastenverzwaring en van de lastenverlichting voor de landbouw (23900-XIV, nr. 41);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de landelijke begroting Arbeidsvoorziening 1995 (21477, nr. 51);

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de wijziging van Richtlijnen ex artikel 3 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (22847, nr. 10);

  • een, over de kwaliteit van de accommodaties in psychiatrische ziekenhuizen (23900-XVI, nr. 59);

twee, van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over het aanmerken van het Deltaplan grote rivieren als groot project (18106, nr. 56);

  • een, over de PKB Schiphol (23552, nr. 11);

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van haar verslag over 1994 (24130).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van een overeenkomst en bijlagen bij het memorandum van overeenstemming tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika over samenwerking inzake defensiematerieel;

  • een, ten geleide van een notawisseling met België betreffende wijziging van de tarieven van de loodsgelden;

twee, van de minister van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het jaarverslag van de Binnenlandse Veiligheidsdienst over 1994;

  • een, ten geleide van de eindrapportage van het Project Interim Functievervulling;

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het verslag van de Conferentie Grote Stedenbeleid van 16 februari 1995;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het rapport "Grote vragen, kleine antwoorden; enige empirische reflecties op het werk van de commissie Programma-Evaluatie";

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van een overzicht over 1994 van verleende vergunningen voor het vervoer van splijtstoffen;

een, van de minister van Economische Zaken, ten geleide van het advies van de commissie Kansspelautomaten.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. de volgende adressen:

een, van mevrouw E.H.M. Wevers-van der Knaap te Molenhoek, met betrekking tot inbeslagname roerende zaken i.v.m. belastingschuld;

een, van A.J.G. Amstelveen te Den Helder, met betrekking tot een betalingsregeling voor een belastingschuld;

een, van H.T. Hulsing te 's-Gravenhage, met betrekking tot teruggave van loonbelasting plus rentevergoeding;

een, van mevrouw S.M.J.L. Kothman te Haarlem, met betrekking tot belastingheffing op alimentatie-uitkering;

een, van R.J.M. Mercx in Frankrijk, met betrekking tot toepassing van de hardheidsclausule inzake tarief buitenlandse belastingplichtigen;

een, van mevrouw T.G. van Dongen-Dijkhuizen te Vlaardingen, met betrekking tot kwijtschelding van de rente op een belastingschuld;

een, van H.J. van der Sommen te Roosendaal, met betrekking tot het niet beantwoorden van correspondentie door het ministerie van Justitie;

een, van F. van Hekken te Amsterdam, met betrekking tot aanslagen inkomstenbelasting 1986 t/m 1990;

een, van C. de Geus te Hoofddorp, met betrekking tot een betalingsregeling voor een belastingschuld.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

6. de volgende brieven:

een, van de Nationale Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van het NAR-document;

een, van de Agent van het ministerie van Financiën, ten geleide van het Algemeen Verslag van de Stand der Staatsschuld op 31 december 1994.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

7. de volgende brieven:

een, van drs. Th.J. Rijks, over de Betuwelijn;

een, van M.D. Brands, over persoonlijke omstandigheden.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven