Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Regelen met betrekking tot de vervaardiging, het in de handel brengen en de in-, uit- en doorvoer van bepaalde chemicaliën ter voorkoming van misbruik (Wet voorkoming misbruik chemicaliën) (23779).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Het wetsvoorstel Voorkoming misbruik chemicaliën is op zichzelf een bijdrage aan de bestrijding van de illegale vervaardiging van en de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Dat is op zichzelf een bijzonder goede zaak. Er is echter een probleem op het gebied van de administratieve-lastendruk voor het bedrijfsleven. Wij hechten bijzonder grote waarde aan het terugdringen van de administratieve-lastendruk en aan simpele en sobere regelgeving. Met name bij de implementatie van deze richtlijn uit Europa hebben wij het probleem dat het een extra toevoeging is aan datgene wat wij nu eigenlijk willen bestrijden in het kader van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit. Het kan voorkomen – ik geef een voorbeeld – dat dezelfde chemicaliën verschillende benamingen en etiketteringen hebben en dat ze voorkomen onder bijvoorbeeld de Wet milieugevaarlijke stoffen, de Wet voorkoming misbruik chemicaliën of straks de uitvoeringswet tengevolge van het verdrag chemische wapens. Daardoor zal de administratieve-lastendruk worden opgevoerd, terwijl wij het juist belangrijk vinden dat die wordt bestreden. Even ter illustratie: uitgerekend is dat de administratieve-lastendruk het bedrijfsleven per jaar 13 mld. kost. De VVD vindt dat veel te hoog. Samen met het paarse kabinet proberen wij dat terug te dringen. Met onze paarse collega's van de PvdA en D66 hebben wij het voornemen om naar aanleiding van het antwoord van de regering een motie in te dienen. De strekking daarvan is de volgende: overwegende, dat wetgeving sober en overzichtelijk dient te zijn en dat de administratieve-lastendruk teruggedrongen moet worden, verdient het derhalve aanbeveling om de implementatie van Europese richtlijnen bij voorkeur te realiseren binnen bestaande wetten; verzoekt de regering onderhavig wetsvoorstel samen met alle andere wetten en regels die betrekking hebben op chemicaliën op te nemen in de eerste tranche van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit.

Dat is de essentie van de vraag. Ik heb nog twee of drie andere kleine aandachtspunten. Is de bedrijfseffectentoets toegepast bij het opstellen en implementeren van deze wet? Is zelfs al de buitenlandtoets toegepast? Zal er één loket komen ten behoeve van het bedrijfsleven? De vraag is ook of de uitvoeringswet chemische wapens, waarvan nu het verslag is ingediend en die binnenkort behandeld zal worden, vooral zal kunnen worden afgestemd op de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Is deze richtlijn ook opgenomen op de lijst van te evalueren richtlijnen van de Europese Unie door de commissie-Molitor? U weet dat de commissie-Molitor in Europa is ingesteld met hetzelfde doel waarmee wij nu bezig zijn, te weten de terugdringing van de administratieve-lastendruk. Molitor moet 300 richtlijnen in Europa evalueren en proberen dat aantal terug te dringen. Als deze richtlijn daarbij zit en extra administratieve-lastendruk blijkt te geven, kunnen de resultaten van de evaluatie, die half 1995 bekend zijn, dan worden betrokken bij onze eigen operatie marktwerking?

Moeten wij deze richtlijn implementeren? Dat hadden wij al voor 1 juli 1993 moeten doen. Nogmaals, ik had het liever niet gedaan, gezien de extra lasten die het geeft. Wij vinden het echter ook belangrijk dat Nederland voldoet aan zijn verplichtingen. Ik ben zeer benieuwd naar het antwoord van de regering.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Allereerst feliciteer ik u van harte met uw maiden-voorzitterschap.

Er mag geen misverstand over bestaan dat de PvdA inhoudelijk geheel achter dit wetsvoorstel, achter de implementatie van deze Europese richtlijn staat. Het had eigenlijk al veel eerder moeten gebeuren. Het is goed om te voorkomen dat op zichzelf onschuldige stoffen worden gebruikt om illegale en schadelijke verdovende middelen te produceren. Wij vragen ons met mevrouw Voûte af of dit wetsvoorstel de deregulering wel dient. De vraag stellen is haar in feite beantwoorden. Verder ondersteunen wij de vraag van mevrouw Voûte of de administratieve-lastendruk hiermee niet te zeer stijgt. Wij weten allemaal dat een lagere administratieve-lastendruk en lagere brutoloonkosten goed zijn voor de werkgelegenheid, een van de kernen van het regeerakkoord.

Ik voeg nog een argument toe om te proberen deze wet samen te vatten onder een aantal andere wetten. De controle op de uitvoering van de wet, die onder meer door de Economische controledienst zal worden verricht, maak je eenvoudiger als je de regels niet al teveel uiteen laat lopen. Wij kunnen wel willen voorkomen dat onschuldige stoffen gebruikt worden voor illegale drugs, maar wij moeten dat ook kunnen controleren.

Het is duidelijk dat de PvdA de aangekondigde motie zal steunen. De administratieve-lastendruk van de griffie van de Tweede Kamer is er mijns inziens mee gediend als ik de verdere opmerkingen van mevrouw Voûte niet herhaal.

Staatssecretaris Van Dok-van Weele:

Voorzitter! Ik ben beide sprekers erkentelijk voor de instemming en waardering voor de regelgeving als zodanig. Ik ben mij bewust van de kritische kanttekeningen die zijn geplaatst bij de nieuwe regels naast bestaande wetgeving. Het is duidelijk dat het wetsvoorstel een gevolg is van besluitvorming in Europees verband. Nederland heeft daarbij dezelfde kanttekeningen geplaatst over de gevolgen voor het bedrijfsleven.

In de eerste plaats moet gekeken worden naar de daadwerkelijke consequenties voor het bedrijfsleven als deze wet apart wordt gehanteerd, met intrekking van het In- en uitvoerbesluit en met het oog op de nieuwe wet inzake chemische wapens. Zou integratie daadwerkelijk meerwaarde opleveren in de zin van minder lasten, minder gedoe voor het bedrijfsleven? Daarbij hanteer ik als beeldspraak dat het voor het bedrijfsleven niet van belang is hoe de vakken worden gevuld in de supermarkt. Het gaat erom hoe gemakkelijk de goederen beschikbaar komen. De aangekondigde motie is mij overigens zeer sympathiek. Het kabinet besteedt zeer veel aandacht aan de opdracht om de administratieve-lastendruk te verminderen en om de kwaliteit van de wetgeving te verbeteren.

Wat betekent het voorstel voor het bedrijfsleven? Sowieso komen er regels bij. Dat is een gegeven dat voortvloeit uit de besluitvorming die op Europees niveau heeft plaatsgevonden. Het gaat om de vormgeving van de regelgeving. Mevrouw Voûte heeft gezegd dat er een kans bestaat dat je dezelfde chemicaliën in verschillende wetten en regels tegenkomt. Als we strikt kijken naar deze twee nieuwe wetten, is dat niet zozeer het geval: het gaat om twee volstrekt verschillende sectoren van chemicaliën. Hierbij is dus geen overlapping aanwezig. Waar het natuurlijk wel om gaat, is dat het bedrijfsleven te maken krijgt met weer nieuwe regelgeving waarin men inzicht moet krijgen enzovoorts. Naar alle waarschijnlijkheid kunnen er op een aantal punten overlappingen of verwantschappen tussen die wetten zijn.

Een volgend aandachtspunt is dat het van buitengewoon groot belang is – mevrouw Voûte herinnerde daar al aan – dat het bedrijfsleven niet te maken krijgt met allerlei verschillende adressen en bronnen, waar men informatie moet krijgen. Dat is ook de reden, waarom de uitvoering van en de voorlichting over de nieuwe wetgeving wordt ondergebracht bij één loket. Dat heeft z'n uitwerking gekregen in een voorlichtingsbijeenkomst in november, waar anticiperend op de mogelijke aanvaarding van deze wetten door de Kamers één informatiepakket is gegeven aan het bedrijfsleven. Dat informatiepakket bestond uit mondelinge voorlichting en uit een overzichtelijke lijst met al datgene, wat straks is gemoeid met de twee nieuwe wetten, in combinatie met bestaande wetgeving. Vervolgens zal de ECD, als deze wetten zijn aanvaard, het bedrijfsleven bezoeken om informatie te geven over de nieuwe regelgeving. Dus als ik kijk naar de output, is dat niet zozeer het probleem van die twee wetten, maar van het feit dat er regels bij zijn gekomen. Maar aangezien die regels een gegeven zijn – ik begreep uit de woorden van de sprekers dat zij daarvoor waardering hebben, omdat het een bijdrage levert aan de bestrijding van drugs – wil ik dat als uitgangspunt nemen.

Desalniettemin denk ik dat, gegeven het feit dat het verzoek er ligt, ik daar op de volgende wijze nader op in kan gaan. In de eerste plaats zou het mogelijk zijn om te kijken of er in het kader van de ministeriële commissie een verzoek kan worden gedaan om een vooronderzoek te doen naar eventuele overlappingen van de wetten, waarbij we overigens natuurlijk wel als uitgangspunt moeten nemen dat het niet zal gaan om het schrappen van regels. We hebben ze immers net vastgesteld. In deze situatie verkeert ook de commissie-Molitor, waar het gaat om Europese regelgeving. Ook daar mag de verwachting niet zo hoog zijn, dat je in zo'n korte termijn al komt tot het schrappen van elementen. Het zal dus vooral gaan om afstemming van en controle op duidelijkheid, eenduidigheid en overlappingen. Ik kan dit verzoek bij de ministeriële commissie neerleggen. De eerste tranche van de agenda is al vastgesteld. Het zal vooral een toetsing moeten betreffen op de kwaliteit van de wetgeving in onderling verband.

De tweede mogelijkheid, waar de heer Oudkerk naar verwezen heeft, vind ik minstens zo interessant, omdat die veel meer ingaat op de output. Wat betekent het voor het bedrijfsleven? Kijk daarbij naar de lastendruk die de wetgeving met zich meebrengt. Daarbij zou je, zoals mevrouw Voûte al zei, kunnen denken aan afstemming van etiketten, het eenduidig zijn van informatie, het ervoor zorgen dat de één-loketfunctie, die wij al beogen, optimaal tot uitvoering komt en aan andere elementen die in de praktijk bij het bedrijfsleven leiden tot een vermindering van de administratieve-lastendruk.

Er zijn vragen gesteld over de bedrijfseffectentoets en de buitenlandtoets. Deze hebben niet plaatsgevonden, omdat het hier Europese regelgeving betreft, waaraan niets toe of af te doen was. Het is natuurlijk heel goed mogelijk, in het net genoemde onderzoek te kijken wat de effecten zijn, zij het dan op een manier die wat afwijkt van de normale toets, omdat het hier gaat om Europees vastgelegde, nieuwe regelgeving.

Terecht is aangegeven dat wij te maken hebben met een administratieve-lastendruk van 13 mld. Het is mijn bedoeling om deze lastendruk via een bijdrage op basis van alle andere regelgeving te verminderen.

Er is sprake van afstemming tussen de ministeriële commissie en de commissie-Molitor.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. In eerste termijn heb ik een motie aangekondigd. Ik heb begrepen dat de staatssecretaris de afstemming van regelgeving wil toetsen. Ik heb concreet gevraagd of zij bereid is om het onderhavige wetsvoorstel samen met alle andere wetten en regels, die betrekking hebben op chemicaliën, op te nemen in de eerste tranche van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit. Afstemming op dit punt is van zeer groot belang. Graag verneem ik de reactie van de staatssecretaris hierop.

Ik pleit ervoor dat de bedrijfseffectentoets wel wordt toegepast, juist bij de implementatie van Europese richtlijnen.

Voorzitter! Afhankelijk van het antwoord van de staatssecretaris bied ik haar de motie als "trias" aan. Montesquieu, eigenlijk de held van de trias politica, heeft eens gezegd: een veelheid van wetten is tekenend voor het verval van een samenleving. Ik wens ons toe dat dit niet gebeurt. Ik heb vertrouwen in deze "paarse" oplossing inzake de terugdringing van de administratieve lasten.

Staatssecretaris Van Dok-van Weele:

Voorzitter! Ik heb in eerste termijn aangegeven dat de eerste tranche van de ministeriële commissie is vastgesteld. Er dient evenwel een goed onderzoek ter zake plaats te vinden. In het kader van een voorstudie kan bezien worden op welke wijze een en ander in de ministeriële commissie behandeld kan worden. Wij moeten wel realistisch blijven ten aanzien van de taakstelling van de commissie en de mogelijkheden in het kader van deze regelgeving. Het kan bij deze regelgeving niet gaan om het schrappen van regels, maar wel om een betere afstemming. Een andere afspraak behoort tot de mogelijkheden. Aan het onderbrengen van alle relevante aspecten in één wet zijn ook nadelen verbonden. In de genoemde voorstudie kan hieraan aandacht besteed worden.

Wij zijn het volstrekt eens over de noodzaak, de administratieve lasten terug te brengen. Het gaat daarbij niet zozeer om het interne circuit alswel om de uitwerking van een en ander. Op dat punt is een toets mogelijk. Een breed opgezet dereguleringsproject is wellicht een te zwaar middel, maar zeker moet bezien worden op welke manier door een goede afstemming met het schrappen van overlappingen een goed resultaat bereikt kan worden.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Ik begrijp dat de eerste tranche is vastgesteld. Ik wil dan graag een zo secuur mogelijk antwoord op de vraag hoe lang het duurt voordat de resultaten van het vooronderzoek zodanig zijn dat, hetzij in eerste tranche hetzij in tweede tranche, hiermee begonnen kan worden. Want hoe eerder we de administratieve-lastendruk omlaag brengen, hoe beter dit natuurlijk is.

Staatssecretaris Van Dok-van Weele:

Ik maak opnieuw even een onderscheid. De aanpak van de administratieve-lastendruk zou gewoon meegenomen kunnen worden in de inventarisatie van februari. Wat de voorstudie betreft, is dit natuurlijk afhankelijk van het resultaat ervan. Ik weet niet precies wanneer de bepaling van de tweede tranche in de ministeriële commissie aan de orde komt. Je zou hier in tijd op moeten anticiperen, zodat je in ieder geval de mogelijkheid hebt om er invloed op uit te oefenen. Maar nogmaals, de aanpak van de administratieve-lastendruk – wat toch het belangrijkste is – kun je per heden meenemen in de inventarisatie die voor februari is gepland.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Kunnen wij het resultaat hiervan als zodanig krijgen, opdat het niet "wegloopt"? Het dreigt anders "weg te lopen".

Staatssecretaris Van Dok-van Weele:

Ik zeg de Kamer toe, dat zij op de hoogte wordt gesteld van de voortgang. Mocht zij dan vinden dat er kritische kanttekeningen te plaatsen zijn, dan kan in tijd en procedure altijd nog gecorrigeerd worden om het door ons allen gewenste resultaat te bereiken.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, af te zien van artikelsgewijze behandeling.

Daartoe wordt besloten.

De heer Schutte (GPV):

Voorzitter! Is er nu een motie ingediend?

De voorzitter:

Er is geen motie ingediend.

Het wetsvoorstel wordt, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.

Naar boven