42ste vergadering

Dinsdag 31 januari 1995

14.00 uur

Voorzitter: Deetman

Tegenwoordig zijn 134 leden, te weten:

Adelmund, Aiking-van Wageningen, Apostolou, Augusteijn-Esser, Bakker, Beinema, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blauw, Boers-Wijnberg, Bolkestein, Boogaard, Brinkman, Bukman, M.M. van der Burg, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Dees, Deetman, Van Dijke, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Doelman-Pel, Duivesteijn, Van Erp, Esselink, Essers, Fermina, Gabor, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Groenman, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Van Heemst, Heerma, Van der Heijden, Hendriks, Hessing, Hillen, Hirsch Ballin, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogervorst, De Hoop Scheffer, Houda, Huys, Janmaat, De Jong, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, H.G.J. Kamp, M.M.H. Kamp, Keur, Klein Molekamp, Koekkoek, De Koning, De Korte, Korthals, Lambrechts, Lansink, Leerkes, Liemburg, Marijnissen, Middel, Van Middelkoop, Mulder-van Dam, Nijpels-Hezemans, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Van der Ploeg, Poppe, Rabbae, Rehwinkel, Reitsma, Remkes, Van Rey, Van 't Riet, Rijpstra, Roethof, Van Rooy, Rosenmöller, Rouvoet, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schutte, Schuurman, Sipkes, Smits, Soutendijk-van Appeldoorn, Stellingwerf, Sterk, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Van Traa, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verbugt, Verhagen, Verkerk, Versnel-Schmitz, Verspaget, Vliegenthart, Van der Vlies, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Vreeman, B.M. de Vries, J.M. de Vries, Wallage, Van Walsem, Van Waning, Weisglas, Van Wingerden, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Ybema, Van Zijl en Van Zuijlen,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Dijkstal, minister van Binnenlandse Zaken, Zalm, minister van Financiën, Kohnstamm, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevrouw Van de Vondervoort, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, de heren Nuis, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Tommel, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van den Doel, wegens verblijf buitenslands, tot en met 7 februari;

Van der Linden, Lilipaly, Van Nieuwenhoven, H. Vos en Zijlstra, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Leers, Blaauw en Woltjer, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;

Van Boxtel, Zonneveld en Wolters, wegens bezigheden elders;

Verspaget, wegens verblijf buitenslands, alleen voor de avondvergadering;

M.M. van der Burg, Dijksma, Van Gelder, Liemburg en Middel, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Geachte medeleden. Veel landgenoten zagen en zien zich thans genoodzaakt hun huizen te verlaten en have en goed achter te laten, op de vlucht voor het water. Voor een deel van hen geschiedt dit al voor de tweede keer in een korte periode. Hun zorgen zijn begrijpelijk en alleszins gerechtvaardigd. Deze zorgen betreffen niet alleen de onzekerheid van dit moment, maar ook de onzekerheid, financieel en economisch, in de nabije toekomst.

Wij allen hier, de Kamer derhalve, delen in hun zorgen en leven met hen mee. Al degenen die zich inzetten bij de hulpverlening verdienen onze waardering. Wat de Kamer betreft heeft onder andere de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van die zorgen gisteren blijk gegeven bij een bezoek ter plekke. Morgen zal dit opnieuw geschieden. Zorgen in de Kamer vertalen zich onder andere in vragen en opvattingen over te treffen maatregelen en te voeren beleid. Deze week zal de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat daarover van gedachten wisselen met de vertegenwoordigers van de regering.

De minister-president heeft de wens te kennen gegeven, daarop vooruitlopend reeds nu een verklaring af te leggen. Hem geef ik daartoe thans het woord.

Minister Kok:

Mijnheer de voorzitter, dank u. Ik stel het zeer op prijs dat u de regering in staat stelt, een korte verklaring af te leggen over de kritieke situatie die in grote delen van ons land is ontstaan als gevolg van de uitzonderlijk hoge stand van het water.

Uit eigen waarneming en ook via de media leven wij van uur tot uur mee met de angst, de zorgen en de emoties ook van vele tienduizenden burgers. Nog maar dertien maanden na de zware overstromingen van december 1993 ervaren de mensen in Limburg opnieuw de grote kwetsbaarheid van het Maasdal, is er opnieuw sprake op tal van plaatsen van een uiterst kritieke situatie en hebben mensen weer te lijden onder een enorme overlast en zware schade. Te zelfder tijd staan wij langs de Rijn en de Waal voor dreigingen die nog ingrijpender kunnen zijn èn qua overstromingshoogte èn qua tijdsduur. De beslissingen waarvoor de betrokken mensen staan, zijn zwaar emotioneel geladen. Zij laten have en goed achter, zonder te weten hoe het straks weer aan te treffen.

De regering wil grote waardering uitspreken voor al die werkers die letterlijk dag en nacht bezig zijn geweest en nog bezig zijn om die maatregelen door te voeren die nodig zijn om een ramp te voorkomen dan wel in omvang beperkt te houden. Die nauwe betrokkenheid blijkt ook uit de bezoeken die Hare Majesteit de Koningin morgenochtend en donderdagochtend aan Limburg en Gelderland zal brengen. Er wordt, zo heb ik ook uit eigen waarneming kunnen zien afgelopen zaterdag, keihard gewerkt. En dat gebeurt met groot vakmanschap. De gevolgen van het hoge water zouden stellig nog veel ernstiger zijn wanneer in de periode die achter ons ligt, niet alles was gedaan aan een optimale voorbereiding voor het eventuele geval dàt. De gemeenschapszin en de bereidheid tot samenwerken zijn hartverwarmend.

Heel veel lof komt ook toe aan de boerenorganisaties, die zich thans samen met de transporteurs met man en macht inzetten om de afvoer van vee mogelijk te maken. Veel vee is geëvacueerd, maar lang nog niet alle vee.

Voor de regering heeft het in deze dagen de hoogste prioriteit, alles te doen om bijstand te bieden, de best mogelijke bijstand aan de provincies, de gemeenten en allen die bezig zijn om aan de acute problemen het hoofd te bieden.

Gaat het langs de Rijn, de Waal en de IJssel tot op heden vooral om preventieve maatregelen, langs de Maas is de overstroming en de evacuatie van mens en dier al meer dan een week aan de gang, ten tweede male in een jaar tijd. Uit het logistieke centrum is een grote hoeveelheid materieel beschikbaar gesteld. De minister van Defensie heeft veel manschappen en materieel ingezet om vooral in Limburg de tot nu toe opgetreden overlast op te vangen. Vanuit andere delen van het land, eigenlijk vanuit alle delen van het land, komen allerlei vormen van bijstand, waaronder brandweer- en politiediensten. Ook van over de grens is er steun, van Britse militairen tot en met de brandweer uit verschillende Duitse steden. Het is een unieke samenwerking. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft via de media een oproep aan transporteurs en aanbieders van stalruimte gedaan om vrachtwagens dan wel ruimte beschikbaar te stellen. Het transport wordt gecoördineerd via het coördinatiepunt Eindhoven voor de Maasgebieden en via de LNV-directie-oost in Arnhem, de NCB en het informatiepunt van veetransporteurs voor de Gelderse gebieden.

Het spreekt vanzelf dat de regering op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid zal geven over de afwikkeling van schade. De regelingen die voor de schadeafwikkelingen zullen worden getroffen, zullen vergelijkbaar zijn met die bij de wateroverlast in december 1993. In vergelijkbare situaties heeft Nederland zich in het verleden gemanifesteerd als solidair, zowel tussen overheid en burgers als tussen overheden en burgers onderling. Ik reken erop dat dit de komende maanden opnieuw blijkt en de regering doet een beroep op het Rampenfonds, waarvan het bestuur vanmiddag in vergadering bijeenkomt.

Wij zullen met grote voortvarendheid ook de structurele problemen moeten aanvatten. Waterschappen, het Rijk, provincies en gemeenten zullen ieder voor zich en met elkaar de hand aan de ploeg moeten slaan om de infrastructuur tot stand te brengen die nodig is om een betere bescherming te bieden tegen het overstromingsgevaar langs de grote rivieren. Het gaat niet aan, elkaar nu verwijten te maken. Nederland heeft een lange historie en een grote reputatie als het gaat om de beveiliging tegen de zee. Nu de gevaren van de rivieren groter blijken dan menigeen lange tijd dacht, zullen wij ook hierbij moeten tonen wat wij waard zijn. Een deltaplan voor de veiligheid van de rivieren, daaraan zullen wij met elkaar vorm en inhoud geven. De plannen zijn voorhanden en procedures en financiële bezwaren mogen een verantwoorde uitvoering ervan niet in de weg staan. Natuurlijk is het een illusie, te denken dat alle risico's voor eens en altijd kunnen worden uitgesloten, met welk voortvarend beleid dan ook. Wat in redelijkheid te doen is, moet gedaan worden, in de wetenschap dat de natuur altijd machtiger kan blijken dan de mens. Dit blijkt des te meer in dit jaar, waarin onze buren in Duitsland en de Fransen spreken van de overstroming van de eeuw.Voorzitter

De regering hoopt vurig dat de nu aan de gang zijnde en misschien verder noodzakelijke evacuaties achteraf overbodig blijken te zijn geweest. Alle Nederlanders zijn dank verschuldigd aan de mensen die dag en nacht bezig zijn om de nood te lenigen. Tevens is solidariteit op haar plaats, met de mensen die door deze gebeurtenissen ernstig zijn en worden getroffen. Laat ook hierin een klein land groot zijn.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor zijn woorden en voor de informatie die hij de Kamer zoëven heeft verschaft. Ik stel voor zijn verklaring te betrekken bij het algemeen overleg dat donderdag zal worden gevoerd in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven