Vragen van het lid Van de Camp aan de minister van Justitie, over de groeiende export van cannabiszaad en -stekken naar Duitsland.

De heer Van de Camp (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De Volkskrant kwam afgelopen zaterdag met een aantal verontrustende berichten over de teelt van hennep in Nederland en de export van zaden, stekken en kweekapparatuur naar Duitsland. Wat de fractie van het CDA vooral onrust baart, is dat alleen al door het uitlekken van het mogelijk gedogen van de hennepteelt de toeloop van de zogenaamde grow shops – vergeeft u mij het vakjargon – aanmerkelijk lijkt toe te nemen.

Uit de berichtgeving in de Volkskrant blijkt verder dat stekken, zaden en kweekapparatuur reeds nu op grote schaal worden geëxporteerd naar onze buurlanden. Naar aanleiding daarvan wil ik de minister enkele vragen stellen.

1. Kloppen de feitelijke gegevens over omvang en toename van de handel en de export?

2. Hoe gaat de minister deze waarschijnlijk onbedoelde neveneffecten van de aankondiging dat de teelt zou worden gedoogd, aanpakken?

Voorzitter! In het artikel staat dat het OM in Assen in ieder geval een onderzoek instelt naar een nieuwe vinding, de zogenaamde kweekcontainer.

Vraag 3 luidt dan ook: is de minister bereid de Kamer over dit onderzoek in te lichten en gaat het OM meer concrete onderzoeken starten?

Opmerkelijk is, dat sinds januari – de maand waarin de minister voor de eerste maal een mogelijke legalisering aankondigde – het aantal grow shops van 60 naar 100 is gestegen, althans volgens het artikel. Dat bij een officieel gedogen de grow shops als paddestoelen uit de grond rijzen en de export verder zal toenemen, wordt zo langzamerhand evident.

Maar nu komt Die Welt van hedenochtend, een toch niet geringe krant in de Bondsrepubliek, met de kop: "Per Schnellzug ins Mekka der Drogen. Der Rauschgiftschmuggel über die holländische Grenze boomt." In dat artikel staat, dat hasjiesj legaal is in Nederland. Ik zou de minister willen vragen daarop een reactie te geven.

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! Hasjiesj is niet legaal in Nederland. Dat hangt ook samen met de vraag van de heer Van de Camp, hoe de minister omgaat met effecten van een aankondiging van een gedoogbeleid in het kader van nederwiet. Ik ben mij niet bewust dat ik daarvan een aankondiging heb gedaan. De Drugsnota is nog steeds in behandeling en die is nog niet verschenen. Pas als die nota verschenen is, vindt er een debat plaats in de Kamer. Na dat debat zal het Nederlandse drugsbeleid zijn vastgesteld, neem ik aan.

Voorzitter! De politie weet van een aantal grow shops die zich bezighouden met het verkopen van kweekmateriaal voor hennep. Daarbij hoort een nogal ingewikkeld verhaal. Ik zal u dat besparen. In ieder geval is het handelen in kweekmateriaal op zichzelf aan regels gebonden. Het uitvoeren van stekken en planten bijvoorbeeld is strafbaar volgens de Opiumwet. In Nederland is het telen van stekken en het handelen daarin gebonden aan regels volgens de Zaai-, zaad- en plantgoedwet. Dat zijn allemaal regelingen die enerzijds strafbaarheid tot gevolg hebben. Anderzijds mag men bepaalde rassen telen indien men aangesloten is bij de Nederlandse algemene keuringsdienst voor zaai-, zaad en plantgoed van landbouwgewassen.

Het in bezit hebben van zaad valt op zichzelf niet onder het regime van de Opiumwet. Wanneer het gaat om het verhandelen, kan het vallen onder het regime van de Zaai-, zaad- en plantgoedwet. Kortom, het is een nogal ingewikkelde regeling. Op grond van deze regeling wordt waar mogelijk opgetreden, waarbij de export van dit soort materiaal in ieder geval prioriteit heeft.

Wat die container betreft, gaat het om een lastige kwestie. De vraag is namelijk welk materiaal men in het bezit moet hebben, wil er sprake zijn van een strafbaar feit. Lampen zijn op zichzelf gewone artikelen en zij vallen niet onder enige strafbepaling. Het is echter mogelijk dat men een container heeft die kennelijk alleen maar gebruikt kan worden voor het laten groeien van hennep. In dat geval kan het zijn dat de verkoop van een dergelijke container medeplichtigheid aan een verboden handeling oplevert. Kortom, het is juridisch nogal ingewikkeld om iemand vanwege het materiaal dat om de verboden gewassen zit, strafrechtelijk aan te pakken.

Wat moet de conclusie zijn? U kunt van mij aannemen dat wij er in elk geval voor zorgen, dat de opsporing van export van dit soort artikelen prioriteit heeft.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik heb nog een drietal aanvullende vragen.

Uit het aangehaalde kranteartikel blijkt op geen enkele wijze dat er controle is op de export van artikelen die vallen onder wat de minister noemt: de Zaai-, zaad- en plantgoedwet. Daarom is mijn vraag: vindt die controle feitelijk plaats? De minister geeft nu wel een prachtige juridische vertaling van de situatie, maar gebeurt de controle ook in de praktijk?

Heeft de minister over deze bijzondere vorm van export contact met haar collega's van Economische Zaken? Ik kan mij voorstellen dat het exportbevorderend beleid van mevrouw Van Dok zich niet richt op de kweekapparatuur voor hasjiesj.

Voorzitter! Tot slot heb ik de onvermijdelijke vraag: wanneer mogen wij eindelijk de Drugsnota tegemoetzien? Afgelopen vrijdag zijn van de kant van het kabinet weer berichten hierover gekomen. Maar is er enig zicht te geven op de datum van verschijnen?

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! De heer Van de Camp zegt, dat niet uit het krantebericht blijkt dat er controle is op de export. Kennelijk is dat niet gevraagd, dus dan staat daarover ook niets in de krant.

Mijn juridisch betoog was overigens niet perfect genoeg. De bedoelde export is namelijk niet verboden op grond van de Zaai-, zaad- en de plantgoedwet, maar op grond van de Opiumwet. Die wet geldt natuurlijk niet voor lampen, maar wel voor stekmateriaal.

Heb ik hierover contact gehad met Economische Zaken? Nee, natuurlijk niet. Als het gaat over export die op zichzelf strafbaar is, zie ik niet in waarom ik daarover contact moet opnemen met Economische Zaken. Het gaat hierbij namelijk niet om het bevorderen van export, maar eerder om het tegengaan daarvan. En ik veronderstel niet, dat het ministerie van Economische Zaken daarin is geïnteresseerd.

Wanneer zal de Drugsnota eindelijk verschijnen? Voorzitter! Dat is afhankelijk van het tijdstip waarop de ministerraad de behandeling daarvan heeft afgerond. De Kamer zal inmiddels weten of anders dat te horen krijgen, dat deze nota voor aanstaande vrijdag op de agenda staat. Dat garandeert natuurlijk niet, dat de behandeling van de nota aanstaande vrijdag ook wordt afgerond.

De heer Van der Heijden (CDA):

Voorzitter! Wil de minister nog iets preciezer zeggen wat zij nu aan het exportprobleem dat mijnheer Van de Camp hier heeft verwoord, doet, want dat is nog niet helemaal duidelijk geworden. Hieraan wil ik nog een nederig verzoek verbinden. Wil de minister in haar goedertierenheid de nieuwe versie van de Drugsnota aan alle fracties beschikbaar stellen, want dat zal ons helpen bij het bepalen van ons nadere standpunt? Misschien zou er vervolgens overleg kunnen ontstaan. Ik weet dat mevrouw Dijksman een nota heeft gepresenteerd. De heer Van de Camp heeft namens de CDA-fractie een uitvoerige nota gepresenteerd en wellicht is het toch zinnig om hierover tripartiet of nog meer partiet overleg te voeren.

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! De heer Van der Heijden wil weten wat wij precies aan bedoelde export doen. Ik zal dat niet exact uitleggen, want dat lijkt mij niet goed voor degenen die zich in dezen in de Volkskrant als bedrijfjes hebben geafficheerd. Ik kan in elk geval zeggen, dat dit punt hoge prioriteit heeft bij de opsporing. De nieuwe versie van de Drugsnota is pas gereed wanneer de ministerraad de behandeling heeft afgerond. Dan zal iedere fractie de versie van deze Drugsnota ontvangen.

De heer Korthals (VVD):

Voorzitter! Eigenlijk is mijn vraag al achterhaald, maar ik wil toch nog een keer een opmerking maken. Deze discussie maakt duidelijk dat er wat helderheid moet komen over het drugsbeleid. Natuurlijk is het waar dat een Drugsnota dan pas kan verschijnen als de ministerraad haar oordeel daarover heeft gegeven, maar zij zou al komen voor het zomerreces, en vervolgens is zij medio september toegezegd. Mag ik als het standpunt van de VVD-fractie uitdragen dat wij het echt noodzakelijk vinden dat ze uiterlijk deze maand komt?

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! Toen het verschijnen van de Drugsnota werd uitgesteld, heb ik toegezegd dat de nota nog in de maand september aan de Kamer zal worden toegestuurd. Ik houd mij aan deze toezegging.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! De fractie van D66 geeft er de voorkeur aan, over het drugsbeleid te praten nadat de nota is verschenen. Wij hebben de duidelijke toezegging van de minister gehoord: wij kunnen die nota in de maand september verwachten. Maar ik heb ook het artikel in de Volkskrant gelezen, en op pagina 2 begint het stuk met "De populariteit van het thuis kweken van nederwiet dateert van de laatste jaren", en vervolgens komt er een verhandeling over Reagan's war on drugs en over Amerikaanse zaaddeskundigen, die in de jaren tachtig naar Nederland zijn gekomen. Daarom verbaast het mij een beetje dat het CDA nu heel erg alert op dit soort artikelen reageert. Ik vraag de heer Van de Camp daarom, waarom hij niet in de jaren tachtig naar de microfoon is gelopen, want de zaden van toen zijn de planten van nu!

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik weet niet precies wie hier het jongst in jaren is, maar ik neem het de heer Dittrich niet kwalijk – gefeliciteerd! – dat hij bij de jongste verkiezingen in de Kamer is gekomen. Het punt is dat mijn collega's Van Weezel, die dat bepaald toch niet onopgemerkt heeft gedaan, en Koffeman voortdurend over het zaad vragen hebben gesteld. Nogmaals, ik verwijt u dat niet, maar weest voorzichtig met het zaad!

Naar boven