3 Herdenking mevrouw E. ter Veld

Aan de orde is de herdenking van mevrouw Elske ter Veld. 

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan. 

Op 14 mei jongstleden overleed op 72-jarige leeftijd Elske ter Veld, oud-senator voor de Partij van de Arbeid. Zij was lid van de Eerste Kamer van 13 juni 1995 tot 10 juni 2003. Deze bevlogen Groningse politica heeft zich binnen de landelijke politiek — als Tweede Kamerlid, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Eerste Kamerlid — twintig jaar lang ingezet voor gelijke kansen in de samenleving. 

Elske ter Veld werd op 1 augustus 1944 geboren in Groningen, in een gezin dat zeer begaan was met sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Na de opleiding hbs aan de Rijks Hogere Burgerschool te Groningen volgde zij een opleiding in cultureel werk, aan de — eveneens Groningse — Academie voor Sociale en Culturele Arbeid. In 1968 ging zij aan de slag als vormingsleidster werkende jeugd in Assen en later als hoofdleidster club- en buurthuiswerk in Groningen. In 1972 werd mevrouw Ter Veld hoofd van het secretariaat voor vrouwelijke werknemers bij het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). 

Al van jongs af aan voelde mevrouw Ter Veld een sterke politieke betrokkenheid. Een jeugddroom kwam uit toen zij in 1981 beëdigd werd als Tweede Kamerlid. In haar rol als oppositielid en als woordvoerder sociale zekerheid voelde zij zich zeer op haar plek. Emancipatie — waaronder vrouwenemancipatie — was vanaf het eerste moment een van haar speerpunten. Samen met partijgenoten Jeltje van Nieuwenhoven en Evelien Herfkens schreef zij met lippenstift op het bord van het ministerie van Sociale Zaken de woorden: "Én emancipatie". 

In 1989 was mevrouw Ter Veld een van de indieners van een initiatiefwetsvoorstel over de overdracht van taken aan en samenwerking door de bedrijfsverenigingen. Dit voorstel werd een jaar later wet; iets wat niet veel initiatiefvoorstellen gegeven is. 

1989 was ook het jaar waarin mevrouw Ter Veld benoemd werd tot staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het derde kabinet-Lubbers. In die hoedanigheid bracht zij onder meer beleid tot stand om te bevorderen dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Ook bracht zij een grote hoeveelheid wetgeving tot stand. Ik noem een aantal voorbeelden: 

  • -gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de bovenwettelijke sociale zekerheid; 

  • -verlenging van de periode van het recht op ziekengeld in verband met bevalling; 

  • -verruiming van de beleidsvrijheid van gemeenten in het toekennen van bijzondere bijstand; 

  • -koppeling van het minimumloon en uitkeringen aan de loonontwikkeling; 

  • -een verlaging van de bijstandsuitkering voor schoolverlaters tot 27 jaar. 

In de discussie over de hervorming van de WAO zei zij in 1991: "Wie de WAO wil afschaffen, moet eerst mij afschaffen." Toch ontkwam zij als lid van het kabinet niet aan pijnlijke maatregelen. Een voorstel in 1993 tot verdere verlaging van de bijstand voor jongeren tussen 21 en 27 jaar werd haar in haar eigen partij niet in dank afgenomen. Het conflict leidde uiteindelijk tot haar aftreden als staatssecretaris. Mevrouw Ter Veld heeft dit conflict echter niet in de weg laten staan aan verdere betrokkenheid bij de partij. "Loyaal tot op het bot" schreef Trouw hierover. 

Op 13 juni 1995 werd mevrouw Ter Veld beëdigd als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hier was zij voorzitter van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Daarnaast hield zij zich bezig met de onderwerpen volkshuisvesting, financiën en Antilliaanse zaken. Ook in dit huis leerde men haar kennen als een zeer open, oprecht, nieuwsgierig, creatief en geestig persoon. Een enkeling noemde haar "kattig", maar deze beschrijving kan meer te maken hebben gehad met haar grote liefde voor katten dan met haar persoonlijkheid. 

Mevrouw Ter Veld zag de betekenis van de Eerste Kamer voornamelijk in het toetsen van wetsvoorstellen op hun toegevoegde waarde in de praktijk. In een column in 2001 betoogde zij dat als een wet niet goed uitvoerbaar is, niet effectief kan zijn en niet wordt gehandhaafd, die wet net zo goed uitsluitend in een schilderijlijstje gehangen kan worden. Ook stelde zij dat de Eerste Kamer geen puur politieke afweging maakt, maar slechts een voetje in het politieke badwater doopt. 

Bij haar afscheid van de Kamer in 2003 presenteerde mevrouw Ter Veld samen met fractiegenoot Willem Witteveen een dichtbundel, waarin zij een zelfgeschreven gedicht had opgenomen over de rol van de Eerste Kamer. Ik lees het u voor, opdat dit gedicht ook in de Handelingen bewaard zal blijven. 

Het geluid gedempt, dikke tapijten 

op de vloer en hangend aan de wand 

't Gesproken woord haalt bijna nooit de krant 

Valt dat de journalisten te verwijten? 

Senatoren bespreken de wetten voor ons land 

Rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en 

Mogelijke incompatibiliteiten. 

Sommigen slapen, het debat verzandt. 

Wel verschil, maar nauwelijks strijd en 

gebruikte ik mijn verstand 

zou ik de wet nu willen smijten 

in hoog staatscolleges prullenmand 

Maar 't kan niet, 't zou de coalitie splijten 

en 't politiek primaat ligt aan de overkant. 

Elske ter Veld voelde zich goed thuis in de politiek, maar geloofde ook dat zij alleen buiten de Kamers echt verschil kon maken in het dagelijks leven van mensen. Zij heeft dan ook een groot aantal maatschappelijke functies vervuld. Zo was zij onder meer voorzitter van de Raadkamer Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, de Raadkamer Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers en de Start Foundation. 

Een groot deel van haar commissiewerk was gericht op het bevorderen van vrouwenemancipatie. Zij geloofde dat de positie van vrouwen alleen beter kon worden als er een gelijke machtsverdeling kwam in de samenleving. Vol passie moedigde zij vrouwen aan om het heft in eigen handen te nemen en niet te wachten tot nieuwe mogelijkheden zich aandienden. 

Moge ons respect voor haar persoon en haar grote verdiensten voor de samenleving en onze parlementaire democratie tot steun zijn voor haar familie en vrienden. 

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een heel kort moment. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven