Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het natuurherstel en de verdieping van de Westerschelde, te weten:

- de motie-Slager c.s. over het verzoek de Hedwigepolder niet te ontpolderen (LXXXVIII, letter A);

- de motie-Meindertsma c.s. over natuurherstelmogelijkheden en verdieping van de Westerschelde (LXXXVIII, letter B).

(Zie vergadering van 15 juni 2010.)

De voorzitter:

Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van harte welkom in de Kamer.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Laurier (GroenLinks):

Voorzitter. In een eerder debat heeft de fractie van GroenLinks aangegeven, geen alternatief te zien voor ontpoldering van de Hedwigepolder. Ons standpunt is naar aanleiding van het vorige debat niet veranderd. Wij zullen deze motie dus niet steunen.

In stemming komt de motie-Slager c.s. (LXXXVIII, letter A).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de OSF en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De motie-Meindertsma c.s. (LXXXVIII, letter B) is in die zin tekstueel gewijzigd dat het dictum thans luidt:

spreekt als haar oordeel uit dat:

  • - de rijksprojectenprocedure onverkort van toepassing dient te zijn;

  • - er geen beroep op de Crisis- en herstelwet gedaan dient te worden om versnelling van de procedure te realiseren;

  • - bij de behandeling van de zienswijzen de boven weergegeven overwegingen betrokken dienen te worden.

Zij krijgt letter D (LXXXVIII).

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Laurier (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks vindt twee onderdelen van het dictum, namelijk als het gaat over de rijksprojectenprocedure en het geen beroep doen op de Crisis- en herstelwet, uitermate sympathiek. Dat moge ook blijken uit eerdere bijdragen van ons. Wij hebben echter bezwaren tegen een aantal van de overwegingen, met name waar gezegd wordt dat het buitendijkse alternatief van het waterschap onvoldoende beargumenteerd is afgewezen. Aangezien in het derde onderdeel van het dictum naar die overwegingen wordt verwezen, kunnen wij deze motie niet steunen.

De heer Janse de Jonge (CDA):

Voorzitter. Naar aanleiding van de motie, die wij zullen ondersteunen, maak ik nog een opmerking. Te elfder ure, echt heel recent, kwam er een brief van de minister binnen. Dank daarvoor. We hebben snel naar deze brief gekeken. In de motie wordt onder meer uitgesproken dat er geen beroep op de Crisis- en herstelwet gedaan zal worden om versnelling van de procedure te realiseren. Daarin brengt de minister een nuancering aan. Ik heb van haar begrepen dat inmiddels wettelijk is afgesproken dat de rijksprojectenprocedure daarbij verbonden is met de Crisis- en herstelwet. Wij nemen kennis van dit punt en zullen voor het overige, omdat het juridisch onomkeerbaar is, de motie steunen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Meindertsma c.s. (LXXXVIII, letter D).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van alle fracties met uitzondering van die van GroenLinks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

Naar boven