Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met de introductie van een verwijsindex om vroegtijdige en onderling afgestemde verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van jeugdigen die bepaalde risico's lopen te bevorderen (verwijsindex risico's jeugdigen) (31855), en over:

- de motie-Engels c.s. over de bezwaren tegen de registratie van etniciteit (31855, letter H).

(Zie vergadering van 26 januari 2010.)

De voorzitter:

De heer Engels heeft gevraagd om eerst te stemmen over zijn motie, om op grond daarvan zijn stemgedrag te kunnen bepalen.

Ik stel voor om dat verzoek te honoreren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over de motie-Engels c.s.

De heer Van de Beeten (CDA):

Voorzitter. In de motie-Engels wordt gevraagd om een beperking van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel zoals het voorligt na de amendering in de Tweede Kamer op het punt van melden in verband met risico's, verbonden aan etniciteit. Namens de CDA-fractie stel ik voorop dat mijn fractie geen voorstander is van registratie van etniciteit. Daarvan is in het kader van het wetsvoorstel ook geen sprake. Het betoog dat de minister hierover heeft gehouden, zoals ook blijkt uit de antwoorden op de vragen die in de Tweede Kamer zijn gesteld over het uitvoeringsbesluit, is wat ons betreft overtuigend en reden om tegen de motie te stemmen.

Mevrouw Linthorst (PvdA):

Voorzitter. De vorige week heeft de minister uitdrukkelijk gezegd dat met het amendement-Sterk/Dezentjé Hamming-Bluemink geen sprake is van etnische registratie. Dat lijkt ons ook terecht. Etnische registratie mag nooit sluipenderwijs worden ingevoerd, maar verdient een fundamenteel debat. In het debat is ook gewisseld dat het amendement eigenlijk overbodig is, omdat de andere criteria voldoende ruimte bieden. Het amendement is er echter en ook deze motie ligt er. Omdat het de eerste keer is dat in een wet het begrip "etniciteit" wordt genoemd, wat voor mijn fractie zeer zwaar weegt, en om de minister te steunen in zijn beleid dat hij het niet koppelt aan etnische registratie, zullen wij voor de motie stemmen.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik leg deze stemverklaring mede namens de fractie van de SGP af. Onze fracties zullen tegen de motie stemmen. In de motie wordt, zoals ook door de vorige sprekers is gezegd, het meldingscriterium verward met registratie en wordt dus een verband gelegd dat in de wet zelf niet wordt gelegd. Daarmee wordt het nodeloos ingewikkeld. Wij hebben er wel begrip voor dat er bij het signaleren van risico's inderdaad risico's zijn die kunnen samenhangen met etniciteit, zoals de vorige week in het debat ook is aangetoond. Het kan dus ook een zinvol signaal zijn. Wij vinden deze motie dus niet nodig en overbodig.

In stemming komt de motie-Engels c.s. (31855, letter H).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PvdD, D66, de SP, GroenLinks en de Fractie-Yildirim voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over het wetsvoorstel.

Mevrouw Linthorst (PvdA):

Voorzitter. Ik heb vorige week om een stemming gevraagd, omdat de meningen in de PvdA-fractie op dat moment nog erg verdeeld waren.

De minister heeft zich op werkelijk buitengewoon knappe wijze van zijn verdediging gekweten, waardoor de grootst mogelijke meerderheid van mijn fractie dit wetsvoorstel steunt.

De heer Engels (D66):

Voorzitter. Mijn fractie heeft vorige week aangegeven dat zij de wijze waarop de in het voorstel geamendeerde mogelijkheid voor het melden van etniciteitsgegevens is opgenomen, bijzonder zwaar weegt. Het betreft dan vooral de manier waarop dit in de praktijk zal worden vormgegeven.

De D66-fractie is van oordeel dat een melding formeel, in de feitelijke zin in de praktijk, toch een zekere mate van registratie betekent. Daarom heeft zij een motie ingediend, die nu niet is aanvaard. Dat betekent dat mijn fractie niet tot een andere conclusie kan komen dan dat de D66-fractie om die reden geen steun aan het wetsvoorstel kan geven.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PvdA, met uitzondering van de leden Tan en Meurs, de PvdD en de SP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven