Aan de orde is de stemming over het voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van ontuchtige handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) (31009).

(Zie vergadering van 19 januari 2010.)

De voorzitter:

Ik heet de heer Waalkens, de minister voor Jeugd en Gezin en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van harte welkom.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf. De spreektijd voor een stemverklaring bedraagt één minuut.

De heer Peters (SP):

Voorzitter. De SP-fractie heeft voorliggend wetsvoorstel gewikt en gewogen. Wij kijken met tevredenheid terug op het debat van twee weken geleden en zijn de indiener dankbaar voor zijn gedegen plenaire verdediging. De SP-fractie steunt zonder bedenkingen de doelstellingen van het voorstel: het welzijn van dieren is voor de SP een groot goed, waarmee niet klakkeloos kan worden omgesprongen.

Tegelijkertijd leven er in mijn fractie ook bedenkingen bij het voorstel. Is dit wetsvoorstel wetstechnisch wel in orde? Met name de keuze voor de insteek van het voorstel als zedelijkheidswetgeving lijkt mijn fractie niet direct de meest voor de hand liggende. Tot slot vinden wij voorliggend wetsvoorstel wel een heel kleine stap in de richting van een adequate bescherming van het dierenwelzijn in Nederland. Maar, voorzitter, elke stap is er een en daarom zal mijn fractie voor het voorstel stemmen, in de hoop dat wij in de komende jaren ook verderstrekkende voorstellen op dit terrein, wellicht van dezelfde indiener, mogen verwelkomen.

De heer Engels (D66):

Voorzitter. De fractie van D66 heeft noch geparticipeerd in de schriftelijke voorbereiding noch in het plenaire debat. Ons inhoudelijke standpunt is verwoord door de geachte collega van de Partij voor de Dieren, waarvoor onze dank. Naar ons oordeel, na bestudering van het debat, zijn er enkele belangrijke bezwaren aan te voeren tegen dit op zichzelf genomen gewaardeerde initiatief. Niet weggenomen is onze twijfel of dit voorstel zich nu primair richt op de seksuele integriteit van dieren of vooral op een juridische aanscherping van de maatschappelijke moraliteit en normativiteit. Het vanuit de Staat beteugelen van onzedelijk gedrag sluit minder goed aan bij het vrijzinnige mens- en maatschappijbeeld van D66. Voorts menen wij dat vanuit het perspectief van consistente wetgeving het oog veeleer gericht zou moeten worden op de fundamentele bescherming van de integriteit van dieren in het algemeen en daarmee op de vermindering van de op onderdelen mens- en dieronwaardige exploitatie van dieren.

Na zeer intensief fractieberaad zijn wij tot de slotsom gekomen dat van de aanvaarding van dit voorstel een klein, maar betekenisvol signaal zou kunnen uitgaan om alle vormen van uitbuiting en disrespect jegens dieren uit te bannen. Dit perspectief op een verhoging van ons beschavingsniveau heeft in de afweging van mijn fractie uiteindelijk de doorslag gegeven. Met andere woorden, wij zullen voor het voorstel stemmen.

De heer Schaap (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie zal tegen voorliggend wetsvoorstel stemmen. De door de initiatiefnemer toegezonden wetenschappelijke informatie over een veronderstelde relatie tussen seksuele contacten met dieren en latere wreedheden en criminaliteit heeft ons in het geheel niet overtuigd. Een dergelijke relatie speelt in deze stukken in het geheel niet. Daarmee vervalt een belangrijke rechtvaardiging voor dit wetsvoorstel. Voor zover seks met dieren de gezondheid en het welzijn van dieren aantast, biedt de huidige wetgeving voor dieren al de nodige bescherming. Wat dit wetsvoorstel daaraan wil toevoegen hoort thuis in de moraal, een domein waarvan de VVD – ik zeg het nog eens met klem – het belang nadrukkelijk onderschrijft, maar waarvoor een wettelijke aanvulling onnodig is. Daarenboven beschouwen wij het voorliggende wetsvoorstel als uiterst moeilijk uitvoerbaar en niet-handhaafbaar. Ook op deze aspecten horen wij wetsvoorstellen te beoordelen.

De heer Van de Beeten (CDA):

Voorzitter. Met de indiener van het initiatiefwetsvoorstel en de meerderheid van de Tweede Kamer delen wij de morele opvattingen over de onwenselijkheid en de onaanvaardbaarheid van seksuele gedragingen van mensen met dieren, evenals de zorg om het welzijn van dieren als het gaat om het bestrijden van mishandeling. Als wij echter kijken naar dit wetsvoorstel, moeten wij vaststellen dat bescherming van dieren op zichzelf afdoende juridisch geregeld is. Daar voegt dit wetsvoorstel niets aan toe. Als het gaat om de eerste verbodsbepaling, moeten wij dan ook vaststellen dat het in belangrijke mate om symboolwetgeving gaat.

Deze Kamer is traditioneel, terecht, zeer terughoudend in het steunen van symboolwetgeving. Als het gaat om de tweede verbodsbepaling, zouden wij nog kunnen zeggen dat die enige betekenis zou kunnen hebben in verband met de bestrijding van mensenhandel en het beschermen van vrouwen, maar ook dat is slechts in beperkte mate. Ook van die bepaling moeten wij vaststellen dat bestaande wetsbepalingen al afdoende bescherming bieden, zodat ook hierbij sprake is van een hoog symboolgehalte. Om die redenen zal de CDA-fractie eensgezind tegen dit voorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Er is verzocht om hoofdelijke stemming.

Vóór stemmen de leden: Sylvester, Tan, Thissen, Vliegenthart, De Vries, Westerveld, Yildirim, Van den Berg, De Boer, Böhler, Van Driel, Eigeman, Elzinga, Engels, Hamel, Haubrich-Gooskens, Holdijk, Ten Horn, Koffeman, Kox, Kuiper, Lagerwerf-Vergunst, Laurier, Leijnse, Linthorst, Meindertsma, Meulenbelt, Meurs, Noten, Peters, Putters, Quik-Schuijt, Reuten, Schouw, Schuurman, Slager, Slagter-Roukema, Smaling en Strik.

Tegen stemmen de leden: Swenker, Terpstra, Tiesinga, Vedder-Wubben, De Vries-Leggedoor, Werner, Willems, Asscher, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Benedictus, Biermans, Van Bijsterveld, Broekers-Knol, Doek, Dölle, Dupuis, Duthler, Essers, Flierman, Franken, De Graaf, Hendrikx, Hermans, Hillen, Hofstra, Huijbregts-Schiedon, Janse de Jonge, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Leunissen, Van der Linden, Rosenthal en Schaap.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met 39 tegen 34 stemmen is aangenomen.

(geroffel op bankjes)

De voorzitter:

Ik dacht even dat ik in een fanfarezaal zat.

Feliciteren doen wij na afloop.

Naar boven