Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten met het oog op het verzwaren van het premie-incassoregime en andere maatregelen om de werking van het met die wet en de Wet op de zorgtoeslag in het leven geroepen stelsel te optimaliseren (verzwaren incassoregime premie en andere maatregelen zorgverzekering) (30918).

(Zie vergadering van 4 december 2007.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Thissen (GroenLinks):

Voorzitter. Om aan elke twijfel een eind te maken: er is geen causaal verband tussen het optreden van de minister voor gezondheid en de ziekte van de woordvoerder van GroenLinks vorige week. Dus aan de minister heeft het niet gelegen. Enkel en alleen aan, zoals mevrouw Slagter het zegt, een hardnekkige verkoudheidsvirus die minstens twee weken duurt. Dus ik zit in mijn laatste fase, althans wat de verkoudheid betreft.

Wie zijn die wanbetalers? vroegen wij vorige week. De minister heeft daarin redelijk inzicht geboden. Echter, als je alles goed in aanmerking neemt, blijkt dat er onder de zogenaamde wanbetalers nogal wat uitkeringsgerechtigden zitten, met name bijstandsgerechtigden en personen met een WW-uitkering. In deze groep zitten ook eenoudergezinnen en ongehuwde personen met kinderen, sowieso een kwetsbare groep die vaak onvermogend is in weerwil van wat de overheid denkt. Toch generaliseert de minister en gaat hij uit van kwader trouw van iedere wanbetaler, terwijl wij nog niet weten waarom deze mensen tot de groep wanbetalers behoren. Men kan uitgaan van de stelling "Niemand hoeft wanbetaler te zijn wanneer hij uitkeringsgerechtigde is of een laag inkomen heeft, omdat er zorgtoeslag wordt gegeven". Echter, het feit dat zorgtoeslag wordt gegeven betekent nog niet dat iedereen voldoende vermogend is om te kúnnen betalen. Graag zou ik zien dat de minister nader liet onderzoeken wat de situatie van de zogenaamde niet-kunners is en wat de reden is dat deze mensen een betalingsachterstand hebben opgelopen. Dat zou wel eens te maken kunnen hebben met hun sociaaleconomische positie.

De balans opmakend geven wij de minister toch het voordeel van de twijfel. Om de niet-willers, dus de mensen die willens en wetens niet betalen en die dus te kwader trouw handelen, te kunnen aanpakken, zullen wij onze steun aan dit wetsvoorstel verlenen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven