De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Meindertsma, Yildirim en Rehwinkel, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden, te gaan staan voor de herdenking van de heer Nuis.

Na een lang ziekbed is op 8 november jongstleden oud-senator Aad Nuis overleden. Hij is 74 jaar geworden. Hij was lid van de Eerste Kamer van september 1983 tot juni 1986 voor D66.

Voor zijn politieke loopbaan verwierf hij bekendheid als literair criticus, dichter en essayist. Hij startte echter in de wetenschap. Aan het einde van de jaren zestig was hij werkzaam bij twee universiteiten tegelijkertijd in drie verschillende functies: bij de Rijksuniversiteit Groningen verbonden aan het Polemologisch Instituut, bij de Universiteit van Amsterdam werkzaam zowel bij Politieke Wetenschappen als bij Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarna maakte hij de overstap naar de journalistiek. Tot 1986 was hij achtereenvolgens redacteur van het tijdschrift Tirade, hoofdredacteur van uitgeverij Het Spectrum en freelance journalist en publicist voor onder meer het weekblad De Haagse Post, De Volkskrant en NRC Handelsblad. Hij schreef diverse boeken.

Aad Nuis sloot zich al enkele maanden na de oprichting aan bij D66, waarin hij vanaf begin jaren zeventig actief participeerde. Zo was hij lid van het dagelijks bestuur van D66, voorzitter van de adviesraad en voorzitter van de Stichting Wetenschappelijk Bureau D66. Voordat hij in juni 1981 toetrad tot de Tweede Kamer was hij drie jaar lang lid van provinciale staten van Gelderland. In 1982 werd Aad Nuis lid van deze Kamer voor een periode van bijna drie jaar. Aansluitend was hij wederom lid van de Tweede Kamer, totdat hij als staatssecretaris van OCW toetrad tot het eerste kabinet-Kok. Daar was hij onder meer verantwoordelijk voor de spellingwijziging, maakte hij zich sterk voor de vaste boekenprijs en werd hij de geestelijk vader van de nieuwe WIK, de inkomensvoorziening voor kunstenaars. Hij liet BNN toe tot het publieke omroepbestel, privatiseerde het Nederlands Omroepproductie Bedrijf en zette een eerste stap in de ontkoppeling van abonnees van een omroepblad en het lidmaatschap van een omroep.

In de Eerste Kamer liet Aad Nuis zich kennen zoals hij ook elders was: helder, kundig, genuanceerd en de redelijkheid betrachtend. In zijn maidenspeech wierp hij zich op als hoeder van de openbare bibliotheek waarop de toenmalige bewindspersoon op OCW wilde bezuinigen met onder andere de volgende, hem kenmerkende bewoordingen: "In het leven van mensen die als het ware uit de band van hun milieu zijn gesprongen en een vervulling hebben gevonden die niet al in hun geboorte leek te zijn besloten, spelen bijna altijd twee verschijnselen een rol: de inspirerende leermeester en een bibliotheek."

Aad Nuis is wel eens getypeerd als "politicoloog in de literatuur, literator in de politiek". Hij zei zelf in 1987 verwijzend naar zijn essaybundel Twee schelven hooi, uit 1968, met poëzie en politiek: "Als ik aan de ene ruif sta te eten, heb ik heimwee naar de andere." Hij wordt gekenmerkt door literair gewicht en maatschappelijke betrokkenheid. Wij herdenken onze veelzijdige oud-collega met respect en dankbaarheid. Moge dit een steun zijn voor zijn familie bij het verwerken van hun verdriet.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven