De voorzitter:

Wij gaan nu over tot de beëdiging van mevrouw M. Westerveld te Woudsend. Mevrouw Westerveld is in het gebouw der Kamer aanwezig. Ik verzoek de griffier, haar binnen te leiden.

Nadat mevrouw Westerveld door de griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaring en belofte af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met uw benoeming. Ik verzoek u om in ons midden plaats te nemen, maar niet nadat ik u zelf de hand heb gedrukt. De overige leden wil ik de gelegenheid geven om u te feliciteren met uw beëdiging tijdens de schorsing van het debat over de regeringsinzet voor de Europese Raad, welke om 16.20 uur is voorzien.

Waarnemend tijdelijke voorzitter: Schuurman

Naar boven