Aan de orde is de stemming over twee moties, ingediend bij de behandeling van het Belastingplan 2005, te weten:

- de motie-Thissen c.s. inzake het instellen van een lastenplafond voor huishoudengroepen met een laag inkomen en verminderde koopkracht (29767,29758, D);

- de motie-Van Driel c.s. over een redelijke overgangsregeling voor particulieren met een grijs kenteken (29767,29758, E).

(Zie vergaderingen van 13 en 14 december 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf over de motie-Thissen c.s.

De heer Essers (CDA):

Voorzitter. Aangezien de CDA-fractie evenals het kabinet lastenmaximering hoog in het vaandel heeft staan en zij het beleid van het kabinet op dit punt nauwgezet volgt, de discussie thans volop in de Tweede Kamer wordt gevoerd, mede op initiatief van mevrouw Verburg van de CDA-fractie, heeft de CDA-fractie op dit moment geen behoefte aan deze motie. Om die reden zal zij dan ook tegen de motie stemmen.

In stemming komt de motie-Thissen c.s. (29767, 29758, D).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf over de motie-Van Driel c.s.

De heer Essers (CDA):

Voorzitter. Gelet op het feit dat de nieuwe regeling voor het grijs kenteken eerst over een halfjaar zal ingaan; en gelet op de vorige week door de staatssecretaris van Financiën in deze Kamer gedane toezeggingen met betrekking tot in de eerste plaats het behouden blijven van het grijs kenteken voor alle gehandicapten die als gevolg van hun handicap zijn aangewezen op een auto met een grijs kenteken; in de tweede plaats het niet met BPM belast zijn van de verkoop van een bestelauto door een particulier aan een ondernemer, ook als dit na 1 juli 2005 geschiedt, waardoor bij de vaststelling van de verkoopprijs van een dergelijke auto geen waardedrukkende effect uit zal gaan van de BPM; en in de derde plaats dat de Belastingdienst er streng op zal toezien dat geen nieuw onbedoeld gebruik van de regeling wordt gemaakt door BTW-ondernemers, zal de CDA-fractie tegen deze motie stemmen. Daarbij is tevens in aanmerking genomen dat een overgangsregeling generiek van aard dient te zijn, terwijl zich in de praktijk een grote diversiteit aan gevallen voordoet. Tevens kan elke overgangsregeling in dit kader er weer toe leiden dat nieuwe ongelijkheden ontstaan.

In stemming komt de motie-Van Driel c.s. (29767, 29758, E).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef kort het woord aan de heer Jurgens.

De heer Jurgens (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hebben wij een uniek debat gehad over de uitleg van artikel 137 van de Grondwet. Voor de liefhebbers was het zelfs een spannend debat. Op het einde van de tweede termijn heb ik namens mijn fractie aangekondigd dat wij wellicht heropening van de beraadslaging zouden vragen voor het indienen van een motie. Ik wil nu zeggen dat wij daarvan hebben afgezien. Dat heeft ten eerste te maken met het feit dat het onderwerp nog aan de orde kan komen bij de herzieningsvoorstellen die nog komen voor te liggen. Ten tweede – dat zal de minister van Binnenlandse Zaken interesseren – heeft minister De Graaf toegezegd om in februari een notitie over dat artikel aan de Kamer te leveren. Dat geeft ons nog heel veel gelegenheid.

De voorzitter:

Hoofdelijke stemming is aangevraagd over het wetsvoorstel inzake de no claim. Het was al met een voorbehoud vermeld op de agenda. De hoofdelijke stemming zal plaatsvinden aan het einde van deze laatste vergaderdag van dit jaar.

Naar boven