Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de wetsvoorstellen Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 en de Ziekenfondswet in verband met invoering van een identificatieplicht bij het verkrijgen van zorg, invoering van het Sofi-nummer in de Wtz 1998, elektronisch berichtenverkeer in de Ziekenfondswet en enige andere wijzigingen (fraudebestrijding zorgverzekeringswetten) (29623); Regels inzake de aanspraak op een financiële tegemoetkoming in de premie van een zorgverzekering vanwege een laag inkomen (Wet op de zorgtoeslag) (29726); Regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (Zorgverzekeringswet) (29763), en over:

- de motie-Hamel c.s. over uitstel van de invoering van een aanvaard wetsvoorstel Zorgverzekeringswet met een jaar (29623,29762,29763, D);

- de motie-Swenker c.s. over gegarandeerde keuzevrijheid voor de patiënt, geleidelijke invoering van risicodragendheid van verzekeraars en een onderzoek naar een systeem met één verplicht eigen risico aan de voet, met mogelijkheid tot differentiatie (29623,29762,29763, E).

De voorzitter:

Ik heet de bewindslieden van harte welkom, in het bijzonder minister Hoogervorst vanwege de stemmingen.

Wij gaan stemmen over drie wetsvoorstellen en twee moties. Bij de stemverklaringen behandelen wij de drie wetsvoorstellen tezamen. Daarna kunnen er stemverklaringen worden afgelegd over de twee moties. Deze stemverklaringen behoren kort te zijn.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over de drie wetsvoorstellen.

De heer Hamel (PvdA):

Voorzitter. In de Zorgverzekeringswet is vervat een basisverzekering voor alle Nederlanders en een acceptatieplicht voor de verzekeraars. Dat zijn twee zaken die het verdienen om goed geregeld te worden. Mijn fractie vindt dat niet het geval. Zij zien onvoldoende waarborgen in de keuze voor het privaatrechtelijke domein waarbinnen verzekeraars onderling moeten concurreren, daarin gesterkt door de verzekerde. Het uitgangspunt dat sprake is van gelijkwaardige posities is onjuist. Wij zien het al in het feit dat de factor kwaliteit van de zorg een ondergeschikte rol kan spelen bij de keuze van de verzekerde. De opzet van de wet zal ertoe leiden dat de doelstellingen van de wet niet waargemaakt kunnen worden zonder veel reparatiewetgeving en aantasting van de voorgestane werking. In de motie-Swenker c.s. zien wij daartoe een eerste aanzet. Een zo belangrijk maatschappelijk goed, met zulke specifieke aspecten, verdient de waarborgen en de zekerheid van het publieke domein, waarbinnen ook onbedoelde effecten beter zijn op te vangen. De werkelijk vrije keuze voor de behandelaar door eenieder zou daarbinnen afdoende te regelen zijn, hetgeen nu niet het geval is. Mijn fractie zal dan ook tegen dit wetsvoorstel stemmen.

Bij de Wet op de zorgtoeslag laten wij ons oordeel afhangen van de aanname van het wetsvoorstel over de zorgverzekering. Wij menen dat compensatie voor de lage inkomensgroepen absoluut gewenst is middels de Wet op de zorgtoeslag.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Voor D66 en de OSF is de zorg geen proeftuin. Dat zal niemand zijn ontgaan. Wij hebben daar vorige week buitengewoon uitgebreid over gesproken. Ook in de voorbereiding hebben wij onze kritiekpunten neergelegd. Ik heb vorige week acht kritiekpunten van onze fracties aangegeven. De minister is die ruimschoots tegemoetgekomen.

Het belangrijkste punt dat overblijft, heeft te maken met de invoering. Ik heb daarbij twee opmerkingen. De minister is klip en klaar geweest over het invoeringstraject. Hij heeft zijn politieke lot daaraan verbonden. Kom daar nog maar eens om in de politiek! In relatie tot onze toezeggingen gaan wij nog een uitgebreid debat voeren over de invoering van de wet in oktober. Dat is het moment waarop onze fracties bekijken of de invoering loopt volgens de lijn van de toezeggingen en de door de minister uitgestippelde lijn van de zorgvuldigheid.

De heer Van der Lans (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn fractie heeft reeds vorige week aangekondigd tegen de Zorgverzekeringswet te zullen stemmen. Ik vat hier nog even de kernbezwaren samen. De wetten vervangen een overheidsbureaucratie door een verzekeringsbureaucratie, waarmee wij naar onze mening nog verder van huis zijn. Ten tweede is de machtsverhouding tussen cliënten, zorgaanbieders, professionals en verzekeraars absoluut onevenwichtig. Ten eerste gaat de logica van het geld de kwaliteit van de zorg overheersen. Ten vierde is er geen enkele garantie dat daarmee op termijn kostenbeheersing wordt gerealiseerd, integendeel, op de kostenverhogende factoren heeft deze stelselherziening geen invloed. Ten vijfde dreigt er veel ellende te ontstaan voor cliënten die van de zorgpaden afwijken die de verzekeraars hebben voorgesorteerd. Echte keuzevrijheid wordt een hindernisloop. Ten zesde kent de wet vele losse eindjes en grote gaten. Alleen al om die reden is de wet niet rijp voor een zorgvuldige invoering. Als de Zorgverzekeringswet zou worden aangenomen door deze Kamer, wat wij vrezen, dan zullen wij voor de zorgtoeslagwet moeten stemmen.

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

Voorzitter. Mijn fractie zal vandaag tegen het wetsvoorstel voor een nieuwe Zorgverzekeringswet stemmen. Door de regie over de zorg en de zorgplicht bij concurrerende private zorgverzekeraars te leggen, geeft de regering de verantwoordelijkheid uit handen en dat is mijns inziens met geen enkele AMvB of ministeriële regeling recht te breien. Dat patiënten winnen bij een basispakket, acceptatieplicht en een verbod op premiedifferentiatie, wordt teniet gedaan door ondoorzichtigheid ten gevolge van meer bureaucratie, geforceerde keuzevrijheid en afbraak van solidariteit. De professionele autonomie komt onder druk te staan en in plaats van samenwerking wordt concurrentie tussen zorgaanbieders bevorderd. Dit zal geen kostenbeheersing, maar kostenverhoging in de hand werken.

Voorzitter. Wij vinden het treurig dat deze Kamer akkoord gaat met een wet die de toets van de kritiek niet kan doorstaan, een wet die ondanks de vele toezeggingen die de minister ook vorige week heeft gedaan, nog steeds veel losse einden heeft. Mijn fractie ziet de invoering van het nieuwe stelsel niet met vertrouwen tegemoet. Er is geen breed maatschappelijk draagvlak voor en het is pijnlijk dat aan de bezwaren van zoveel burgers zomaar wordt voorbijgegaan. Het zal de kloof tussen burger en politiek alleen maar groter maken. De toezegging van de minister dat hij opstapt als het fout loopt, is politiek juist, maar voor niemand geruststellend. Niet de toekomst van de minister is richtinggevend voor ons, maar de toekomst van miljoenen verzekerden en van met name patiënten. Voor stemmen zou medeverantwoordelijkheid betekenen. Wij zullen die niet nemen en stemmen daarom tegen. Wij zullen voor de Wet op de zorgtoeslag stemmen, ondanks onze bezwaren tegen de ingewikkeldheid van het systeem. Tegenstemmen zal de tien miljoen rechthebbenden op de toeslag nog meer duperen.

Mevrouw Swenker (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie staat positief tegenover de nieuwe Zorgverzekeringswet en de zorgtoeslag, want hiermee komt een eind aan het huidige versnipperde verzekeringssysteem. In dat systeem bestaan al te lang vier vormen van verzekering tegen ziektekosten – ziekenfonds, particulier verzekerd, standaardpakketpolis en ziektekostensysteem voor groepen van ambtenaren – en in dat systeem hebben teveel mensen op grond van inkomen of leeftijd geen mogelijkheid om voor een bepaalde verzekeraar te kiezen. Op grond van deze nieuwe wet krijgen alle burgers meer mogelijkheden en keuzevrijheid. Ook de invoering van een nominale premie voor de verzekerden spoort met de opvattingen van de VVD-fractie, terwijl door de invoering van de zorgtoeslag rekening wordt gehouden met de minder draagkrachtigen. De nieuwe besturingsfilosofie van minister Hoogervorst ten aanzien van de gezondheidszorg biedt ook meer mogelijkheden en vrijheid voor de zorgaanbieders, zorgverzekeraars, om zorg op maat te leveren aan de patiënt.

Anderzijds had de VVD-fractie ook een groot aantal vraagtekens en moet er nog een aantal punten worden uitgewerkt. Vorige week heeft de minister een groot aantal toezeggingen gedaan waar de VVD-fractie zich goed in kan vinden en waardoor een groot aantal bezwaren zijn weggenomen. Zoals bekend zijn er echter drie punten die de VVD-fractie zo belangrijk zijn dat zij moeten worden vastgelegd in een motie, waarover later. Samenvattend komen er veranderingen voor alle betrokkenen en op onderdelen moet er nog nadere uitwerking plaatsvinden, maar de VVD-fractie is alles overziende van mening dat deze wet positief moet worden beoordeeld.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Mevrouw de Voorzitter. Vanaf de eerste schriftelijke inbreng tot aan de plenaire behandeling heeft de CDA-fractie consequent een aantal kritiekpunten op de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag naar voren gebracht. Zowel met betrekking tot het vereveningssysteem, nodig om risicoselectie uit te sluiten en derhalve de marktwerking op termijn te stellen, als met betrekking tot de vrije artsenkeuze, de samenloop van systemen van eigen betalingen, de invulling van de negatieve optie om zowel de particulier verzekerde als de ziekenfondsverzekerde en de verzekerde van de publiekrechtelijke regeling gelijke kansen te geven in de vorm van een integraal non-selectief aanbod zonder aanbesteding, het bewerkstelligen van een oplossing voor de huidige en toekomstige onverzekerde, de toerusting van patiënten/verzekerden en het overgangsrecht zijn duidelijke toezeggingen gedaan. Met betrekking tot de eerste drie toezeggingen zijn in de motie-Swenker de puntjes nog eens op de i gezet. De CDA-fractie heeft zich ook van harte geschaard achter de moties van de Tweede Kamer over de eerstelijnszorg en de bijzondere plaats van de huisarts als poortwachter. Klip en klaar heeft de minister zich terzake positief opgesteld. De toezegging over de invloed van verzekerde patiënten vergt nog een nadere uitwerking, zo nodig bij Algemene maatregel van bestuur, terwijl de privacybescherming nog in overeenstemming met de wensen van het College bescherming persoonsgegevens inhoud moet worden gegeven. Last but not least, is de Wet op de zorgtoeslag door de motie-Omtzigt aanzienlijk verbeterd. Alleen de losse eindjes dienen nog te worden geregeld bij de behandeling van het inkomensbeeld 2006 in de Tweede Kamer. Dit alles overwegende, kunnen wij de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag steunen. Over de datum van invoering zal de CDA-fractie in het licht van het voorgaande een beslissing nemen bij de behandeling van de Invoerings- en Aanpassingswet.

In stemming komt het wetsvoorstel Regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (Zorgverzekeringswet) (29763).

Vóór stemmen de leden: Van Middelkoop, Nap-Borger, Van den Oosten, Pastoor, Pruiksma, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Schuyer, Swenker, Terpstra, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Woldring, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, Biermans, Broekers-Knol, Van Dalen-Schiphorst, Dees, Doek, Dölle, Dupuis, Engels, Essers, Franken, Van Gennip, De Graaf, Hessing, Hoekzema, Ten Hoeve, Holdijk, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden en Luijten.

Tegen stemmen de leden: Meulenbelt, Noten, Platvoet, Pormes, Putters, Van Raak, Rabbinge, Slagter-Roukema, Sylvester, Van Thijn, Thissen, Westerveld, Witteman, Witteveen, De Wolff, Van Driel, Eigeman, Hamel, Kox, Van der Lans, Leijnse, Linthorst, Maas-de Brouwer en Meindertsma.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 45 tegen 24 stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel Regels inzake de aanspraak op een financiële tegemoetkoming in de premie van een zorgverzekering vanwege een laag inkomen (Wet op de zorgtoeslag) (29726).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 en de Ziekenfondswet in verband met invoering van een identificatieplicht bij het verkrijgen van zorg, invoering van het Sofi-nummer in de Wtz 1998, elektronisch berichtenverkeer in de Ziekenfondswet en enige andere wijzigingen (fraudebestrijding zorgverzekeringswetten) (29623).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Wij gaan nu stemmen over de moties.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van der Lans (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb mij vorige week in een eerste reactie niet onwelwillend over de motie-Swenker uitgelaten, die ik toen voor het eerst onder ogen kreeg. Ik zag er zo op het eerste gezicht geen kwaad in, maar nadat mijn fractie een week lang de tijd heeft gehad om de motie nog eens grondig te bestuderen, is zij tot de conclusie gekomen dat er ook niets of weinig goeds in zit. De leden in dit huis die mij hebben verzekerd dat deze motie de angel uit de wet zou halen, heb ik proberen te overtuigen dat zij dan toch maar beter tegen het wetsvoorstel hadden kunnen stemmen.

De motie bevat drie elementen. Door de restitutiepolis tot norm te verheffen en de naturapolis als korting te presenteren, suggereert de motie dat de keuzevrijheid geen geweld wordt aangedaan. Naar onze mening is dat een woordenspelletje, want hoe je ook wendt of keert – of je spreekt van "toeslag" of van "korting" – er zal een harde prijsconcurrentie op polissen komen. Dat zit nu eenmaal in deze wet ingebakken en leidt ertoe dat echte keuzevrijheid onherroepelijk een hogere prijs krijgt.

Het tweede element gaat over de introductie van de naheffing in de vereveningssystematiek. Naar ons oordeel is dat een uitkomst die ook zonder uitspraak van deze Kamer in het overleg met zorgverzekeraars tot stand zou zijn gekomen. Anders zouden de zorgverzekeraars geen knip voor de neus waard zijn.

Het derde element is het onderzoek naar het systeem van een verplicht eigen risico aan de voet als uitweg uit de chaos die ontstaat door stapeling van eigen risico's en no claim. Daarvoor is een veel eenvoudiger, eenduidiger en effectiever oplossing, namelijk: schrap de no claim.

Kortom, wij kunnen de motie niet anders zien dan als een veel te schraal doekje voor het bloeden. De motie zal aan de chaotische praktijk van de Zorgverzekeringswet nauwelijks iets ten goede veranderen. Om die reden zal de fractie van GroenLinks de motie dan ook niet steunen.

De heer Hamel (PvdA):

Voorzitter. Ook wij menen dat het recht op de vrije keuze van de behandelaar door eenieder een groot goed is, dat ook niet mag worden belemmerd door de hoogte van het inkomen. Uitwerking van dit principe zal dan ook zijn weerslag moeten hebben in de uitvoering van de Wet op de zorgtoeslag. Tevens delen wij de opvatting dat bescherming van verzekerden met een groot risico bij de verevening ook na calculatie moet worden toegepast. Ook wij hebben gepleit voor het opheffen van een no claimregeling, om deze te doen opgaan in een inkomensafhankelijke bijdrage. Tot de kwetsbare groepen reken wij ook de lagere inkomensgroepen. Een onderzoek naar de consequenties hiervan is gewenst. Mijn fractie zal voor de motie-Swenker stemmen.

Mevrouw Swenker (VVD):

Voorzitter. Helaas voor de heer Hamel is de VVD-fractie niet van mening dat zij zijn motie kan ondersteunen. Ervan uitgaande dat de behandeling van de invoeringswet bevredigend verloopt, vinden wij dat wij nu dan ook moeten doorzetten en dat wij moeten zorgen dat de invoering per 1 januari aanstaande reëel wordt gemaakt. Anders krijg je het tegenovergestelde van wat anderen zeggen, namelijk dat er steeds meer problemen komen in plaats van minder.

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

Voorzitter. De vragen over een onderzoek naar de effecten van de stapeling van no claim, eigen risico en extra administratieve lasten, kortom, over een onderzoek naar een goed werkend en eerlijk systeem met een eigen risico waarbij de financiële positie van kwetsbare groepen echt geborgd is, alsmede naar waarborging van de keuzevrijheid zonder extra premiebetaling en naar een goed vereveningssysteem omdat er anders risicoselectie kan plaatsvinden, hadden allang beantwoord moeten zijn. Deze zaken hadden ook al in de wet verankerd moeten zijn. Het zijn voorbeelden van losse einden van de wetten die wij nu behandeld hebben, en deze losse einden worden kennelijk ook door de voorstemmers erkend, getuige de motie-Swenker c.s. Wij vinden het gênant om te merken hoe weinig vertrouwen zelfs de voorstanders van deze wetten erin hebben dat het wel goed zal komen. Mijn fractie past ervoor, mee te werken aan het op voorhand schoonvegen van stoepjes; zij zal daarom tegen deze motie stemmen.

In stemming komt de motie-Hamel c.s. (29623, 29762, 29763, D).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, D66, de OSF en de LPF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Swenker c.s. (29623, 29762, 29763, E).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven