Aan de orde zijn de stemmingen over moties, te weten:

- de motie-De Rijk c.s. inzake een wetswijziging om toekenning van een langdurigheidstoeslag na drie jaar mogelijk te maken (28870,28960, F);

- de motie-De Rijk c.s. inzake een wetswijziging om de vrijstellingsregeling te verruimen voor alleenstaande ouders (28870,28960, G);

- de motie-De Rijk c.s. inzake verruiming van de langdurigheidstoeslag voor mensen waarbij de inkomsten lager waren dan de vrijstelling (28870,28960, H);

- de motie-De Rijk c.s. inzake verruiming van de vrijstellingsregeling (28870,28960, I).

(Zie vergadering van 7 oktober 2003.)

De voorzitter:

Ik maak de Kamer erop opmerkzaam dat ik daarna het woord zal geven aan mevrouw De Rijk over de motie inzake de efficiencymaatregel en mevrouw De Wolff inzake de motie over het tijdig indienen van wetsvoorstellen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Voorzitter. Afgezien van het standpunt dat het wapen van de motie scherp moet blijven door het beperkt in te zetten, heeft de CDA-fractie ook inhoudelijke bezwaren tegen de moties onder G en J over de verruiming van de vrijstellingsregeling. Naar ons gevoel is een beter instrument voorhanden.

Met betrekking tot de moties over de langdurigheidstoeslag heeft de CDA-fractie de toezegging van de staatssecretaris rond de evaluatie aanvaard. Uit dien hoofde heeft ze geen behoefte aan de motie onder F. De CDA-fractie zal voorts de motie onder H niet steunen, omdat de langdurigheidstoeslag uitsluitend is bestemd voor mensen zonder arbeidsmarktperspectief.

De voorzitter:

Zoals ik heb gezegd, wordt de motie op stuk J nu niet in stemming gebracht. Zo dadelijk wordt voorgesteld, de beraadslaging erover te heropenen.

De heer Van Driel (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Mijn fractie heeft weliswaar sympathie voor een aantal standpunten die hier zijn neergelegd, maar wij hebben sterke aarzelingen. Wij vinden namelijk dat in dit huis niet te veel met moties moet worden gewerkt. Dat hoort aan de overkant te gebeuren. Wij hebben om die reden enig beraad nodig gehad en zijn tot de conclusie gekomen dat wij bereid zijn de motie op stuk F (28870) te steunen. In ons pleidooi is al naar voren gekomen dat het eerder dan na vijf jaar mogelijk moet zijn om een langdurigheidstoeslag te geven. Wat de andere moties betreft zijn wij van mening dat de staatssecretaris ons genoeg tegemoet is gekomen. Wij hebben dan ook voor het wetsvoorstel gestemd en willen het deel van de discussie dat in de moties is weergegeven, niet overdoen.

In stemming komt de motie-De Rijk c.s. (28870, 28960, F).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de Onafhankelijke Senaatsfractie en de SP voor de motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Rijk c.s. (28870, 28960, G).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor de motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Rijk c.s. (28870, 28960, H).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor de motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Rijk c.s. (28870, 28960, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor de motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven