25ste vergadering

Dinsdag 27 mei 2003

13.30 uur

Voorzitter: Braks

Tegenwoordig zijn 65 leden, te weten:

De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, De Blécourt-Maas, De Boer, Braks, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum, Dees, Doesburg, Dölle, Dupuis, Eversdijk, Ginjaar, Groen, Hessing, Van Heukelum, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Pastoor, Platvoet, Le Poole, Pormes, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stevens, Swenker, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, De Vries, Van Vugt, Walsma, Werner, Witteveen, Woldring, De Wolff en Wolfson,

en de heren Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en De Boer, vice-minister-president, minister van Verkeer en Waterstaat.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Eekelen, Ter Veld, Boorsma, Baarda en Zwerver, wegens verblijf buitenslands;

Bierman, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien het nieuwe kabinet zich op dit moment voorbereidt op beëdiging stel ik voor, de agenda van vandaag te amenderen. Wij krijgen zo dadelijk de stemmingen over de Spoedwet wegverbreding. Op dit moment is de minister van Verkeer en Waterstaat in ons midden. Zijn aanwezigheid is van belang, want er is met betrekking tot de motie-Eversdijk, ingediend op het onderhavige wetsvoorstel, een verzoek tot heropening van de beraadslaging gedaan door de heer Pormes. Ik stel voor, daarin te bewilligen. Ik heb de heer Pormes al verzocht, zijn betoog zo kort mogelijk te houden, want deze minister van Verkeer en Waterstaat heeft slechts tot ultiem 14.00 uur mandaat om hier te spreken. Ik heb daarover op het niveau van de nieuwe minister-president afspraken gemaakt. Daarna zullen wij het wetsvoorstel en de motie in stemming brengen. Over het wetsvoorstel zal hoofdelijk worden gestemd.

Wat de verdere agenda betreft stel ik voor, het wetsvoorstel 28227, de Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen, om 16.00 uur vanmiddag te behandelen. De minister van Binnenlandse Zaken continueert zijn verantwoordelijkheid en is dus voorbereid op de behandeling. Wij hebben hem opgeroepen, dan hier aanwezig te zijn. Ik heb hem nog niet bereikt. Mocht dat niet lukken, dan bericht ik u in de loop van de middag tijdig daarover. Ik heb zeer uitdrukkelijk zijn aanwezigheid hier bepleit.

Met betrekking tot de wetsvoorstellen 28174 en 28665 stel ik voor, de behandeling van het eerste wetsvoorstel tot nader order uit te stellen en het tweede wetsvoorstel, handelend over de MEP, volgende week te behandelen. Wij hebben nog geen goed inzicht in de spreektijden voor de wetsvoorstellen voor volgende week. Gelet op het bijzondere karakter van de vergadering op dinsdag, als wij afscheid nemen van een aantal van ons, kan dit aanleiding zijn om al op maandagavond te beginnen. Ik zal proberen dat te vermijden, maar het hangt sterk samen met de spreektijden die worden opgegeven.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven