Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een wetsvoorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs (28081).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Dölle (CDA):

Voorzitter. Ik heb in tweede instantie niet gezegd hoe mijn fractie zal stemmen. Het zal echter nauwelijks een verrassing zijn. Aangezien wij de samenwerkingsschool als een "verbreking" zien als het gaat om inhoud en vorm, een verbreking die soms nodig is, hebben wij er belang bij te benadrukken dat het, wanneer dat nodig is, niet alleen moet worden overgelaten aan lokale spelers zoals de gemeenten en het bijzondere schoolbestuur, al dan niet een- en tweepitters, maar dat de wetgever dat moet doen. Wij hebben op dit moment onvoldoende inzicht in de afgrenzing van dat fenomeen. Wij hebben uit de behandeling vandaag niet de indruk gekregen dat de regering het met ons eens is. Dan kun je twee dingen doen. Je kunt doen zoals de VVD heeft gedaan bij de behandeling van het wetsvoorstel voor de deconstitutionalisering van de burgemeester en eerst voor stemmen om dan vervolgens, als de invulling niet bevalt, in tweede lezing tegen te stemmen. Wij draaien het om. Wij stemmen in eerste lezing tegen en wachten het verloop van het debat af.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie en de SGP tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven