Aan de orde is de behandeling van de wetsvoorstellen:

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1997 (25000 VI);

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997 (25000 XII);

Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1997 (25000 A).

De voorzitter:

Aan de orde is de zogenoemde administratieve behandeling van deze begrotingswetsvoorstellen. Deze begrotingshoofdstukken moeten vóór 1 mei 1997 door de Kamer worden goedgekeurd. Ik stel de Kamer voor, overeenkomstig mijn voorstel op het stuk der Kamer 1996-1997 nr. 241, deze wetsvoorstellen zonder beraadslaging af te doen, onder het voorbehoud dat de regering bereid zal blijken te zijn, op een later tijdstip deel te nemen aan een met deze Kamer te houden debat over met deze begrotingswetsvoorstellen samenhangende onderwerpen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven