Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 470 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII);

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,M.G.J. Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatie vraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgavenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2023 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2023 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstukken II 2022-2023, 36 200 XII, nr 2) toegelicht met uitzondering van de verplichtingen. De begrotingsmutaties van de najaarsnota en de verplichtingenmutaties van de miljoenennota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Op aanwijzing van Minfin is in de prinsjesdagsuppletoire begroting geen agentschapsparagraaf opgenomen. De Agentschapsparagraaf is opgesteld met de stand 1e suppletoire als uitgangspunt. Aangezien de mutaties prinsjesdag nog niet eerder zijn toegelicht in de agentschapsparagraaf dienen ook deze meegenomen te worden in de toelichting van de 2e suppletoire begroting.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzigingen weer in de uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de Miljoenennota 2023. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2023

 

12.407.473

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Overboekingen Ministeries

Divers

45.109

2) Overboekingen HXII/Fondsen

26

‒ 31.556

- waarvan met MF

Divers

32.100

- waarvan met DF

Divers

‒ 544

3) Luchtvaart in Transitie

17

‒ 28.344

4) Beschikbaarheidsvergoeding OV

16

3.217

5) Mee- en tegenvallers

Divers

‒ 7.057

6) Overige mutaties

Divers

11.588

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

12.431.986

Toelichting

1. Overboekingen ministeries

Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting. Per saldo wordt € 45,1 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van IenW. Het gaat met name om:

  • Voor het uitvoeren van de verkenning OV en Wonen Utrecht hebben Rijk en Regio tijdens in 2019 gezamenlijk € 380 miljoen gereserveerd. De bijdrage vanuit het Ministerie van BZK bedraagt € 69,3 miljoen.

  • De investeringskosten van het project MOC KW van Defensie nemen toe als gevolg van prijsstijging van de bouwkosten, een hogere zeespiegelstijging en aanpassingen in het ontwerp. Het aandeel van het Ministerie van IenW hierin betreft € 8,3 miljoen.

  • Voor de innovatieregeling Zero Emissie Pilots wordt er ingezet op zero emissie bouwmateriaal in de Rijksvastgoedbedrijf bouwprojecten Binnenhof en 't Harde. Hiervoor draagt het Ministerie van IenW € 4,8 miljoen af aan het Ministerie van BZK.

  • In opdracht van het Ministerie van EZK gaat Rijkswaterstaat data verzamelen over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee. EZK boekt hier € 4,3 miljoen euro voor over naar IenW.

2. Overboeking HXII/Fondsen

Per saldo is € 31,6 miljoen overgeboekt vanuit het mobiliteitsfonds en Deltafonds naar HXII, waarvan € 32,1 miljoen van het mobiliteitsfonds naar HXII is overgeboekt en € 0,5 miljoen van HXII naar het Deltafonds. Het gaat met name om:

  • Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 31,2 miljoen overgeboekt naar artikel 16 voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering bij Najaarsnota 2023 uitbetaald.

  • Een budgetoverheveling van het Mobiliteitsfonds art 11 Reservering pakket Zeeland naar HXII ten behoeve van de subsidie NS en naar aanleiding van een subsidie aanvraag voor de continuering van de uitbreiding dienstregeling Zeeland in 2023. IenW is Overeengekomen om deze treindienst te continueren in de dienstregelingsjaren 2022 t/m 2024 (€ 4,2 miljoen).

3. Luchtvaart in Transitie

Het subsidiebudget voor luchtvaart in transitie neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van middelen van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tijd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.

4. Beschikbaarheidsvergoeding OV

De budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de in het kader van deze regelingen verstrekte bijdragen.

5. Mee -en tegenvallers

Diverse kleine mee- en tegenvallers zorgen voor een positief saldo van € 7,1 miljoen. Hiervan betreft een positief saldo van € 1,7 miljoen de HGIS budgetten en bestaat uit het programma Partners voor Water 5 (€ 1,0 miljoen) en het HGIS subsidie budget (€ 0,7 miljoen).

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen) 2023

 

65.471

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

1) Beschikbaarheidsvergoeding OV

 

‒ 4.792

2) Overige mutaties

Divers

12.752

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

73.431

Toelichting

1. Beschikbaarheidsvergoeding OV

Naar aanleiding van recente vaststellingen van de BVOV wordt er verwacht dat er minder ontvangsten zullen binnenkomen (€ -4,8 miljoen).

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

Tabel 4 Coronamaatregelen op de IenW-begroting (bedragen x € 1 mln.)

Art.

Naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2023

Bedrag uitgaven 2023

Bedrag ontvangsten 2023

Vindplaats

16 en 98

Beschikbaarheidsvergoeding OV

46,3

108,4

20,7

Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71

17

Lening Winair

0,0

0,0

3,0

Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 , 31 936, nr. 896

22

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

2,1

2,3

0,0

Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14

97 en 98

COVID-testen reizigers

1,0

4,8

0,0

Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71

      
 

Totaal

49,4

115,5

23,7

 

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

45.457

1.906

47.363

    

Uitgaven

57.416

‒ 2.904

54.512

    

1 Algemeen Waterbeleid

46.232

‒ 2.235

43.997

Opdrachten

16.764

‒ 6.006

10.758

FLOW

0

0

0

KAWI

1.945

‒ 743

1.202

Klimaat Bestuur/NOVI

306

0

306

CORA

400

240

640

VN Water

1.500

‒ 1.500

0

Overige opdrachten

12.613

‒ 4.003

8.610

Subsidies

11.420

3.546

14.966

Partners for Water 5 (HGIS)

3.117

27

3.144

Blue Deal (HGIS)

6.960

610

7.570

WI

1.212

113

1.325

Overige subsidies

131

2.796

2.927

Bijdragen aan agentschappen

16.628

325

16.953

Waarvan bijdragen aan KNMI

707

140

847

Bijdragen aan RWS

15.346

60

15.406

Overige bijdragen aan agentschappen

575

125

700

Bijdragen aan mederoverheden

100

‒ 100

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.320

0

1.320

    

2 Waterveiligheid

2.315

‒ 243

2.072

Opdrachten

2.315

‒ 243

2.072

RWS Waterveiligheid

1.507

‒ 343

1.164

Overige opdrachten

808

100

908

    

3 Grote oppervlaktewateren

1.069

‒ 175

894

Opdrachten

1.069

‒ 175

894

RWS Zuid-Westelijke Delta

370

0

370

Overige opdrachten

699

‒ 175

524

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

    

4 Waterkwaliteit

7.800

‒ 251

7.549

Opdrachten

5.612

‒ 731

4.881

Noordzee en Oceanen

158

‒ 101

57

Waarvan RWS (BOA)

3.517

‒ 201

3.316

Overige opdrachten

1.937

‒ 429

1.508

Subsidies

552

557

1.109

Bijdragen aan medeoverheden

50

0

50

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.586

‒ 77

1.509

WKK contributies

36

31

67

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.550

‒ 108

1.442

    

Ontvangsten

30

0

30

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd. Dit heeft met name betrekking op een subsidieverlening voor de actieprogramma's KRW en PFAS voor MKB Nederland en VNO-NCW. VNO-NCW en MKB Nederland gaan het bedrijfsleven ondersteunen met actieprogramma’s op het gebied van de Kaderrichtlijn Water en PFAS, waarmee de kennis bij bedrijven wordt vergroot en concrete (bovenwettelijke) maatregelen worden verkend en gestimuleerd. IenW draagt hier de komende jaren € 3,1 miljoen aan bij, waarvan € 2,0 miljoen voor het actieprogramma PFAS en € 1,1 miljoen voor het actieprogramma KRW.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget per saldo € 1,2 miljoen verlaagd is.

Uitgaven

Artikel 11.1 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van per saldo ‒ € 6,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Herprioritering van € 2,9 miljoen van het opdrachtenbudget van Partners voor Water naar subsidies ter dekking van een subsidie aan Deltares binnen het programma Partners voor Water. Dit betreft een in 2022 aangegane verplichting die in 2023 is betaald.

  • Een correctie van HGIS-budgetten naar het financieel instrument subsidies (- € 1,5 miljoen) voor de uitvoering door Deltares van de gemaakte afspraken in de VN Waterconferentie voor het International Panel on Deltas (IPDC).

  • Een lagere kasprognose ( € 1,0 miljoen) op het door RVO uitgevoerde programma Partners voor Water 5. Tevens heeft RVO aangegeven dat programma-activiteiten vertragen naar 2024, omdat het maken van bestuurlijke internationale afspraken na de VN top meer tijd vergt dan verwacht.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 2,6 miljoen verlaagd is.

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met per saldo € 3,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven toegelichte HGIS herverdeling van opdrachten en subsidies (€2,7 miljoen).

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.

2 Waterveiligheid

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

3 Grote oppervlaktewateren

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

4 Waterkwaliteit

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

94.319

38.430

132.749

    

Uitgaven

110.468

‒ 701

109.767

    

4 Ruimtegebruik bodem

110.468

‒ 701

109.767

Opdrachten

13.097

‒ 611

12.486

Bodem en STRONG

8.207

‒ 595

7.612

RWS Leefomgeving

2.376

140

2.516

Overige opdrachten

2.514

‒ 156

2.358

Subsidie

23.224

‒ 500

22.724

Bedrijvenregeling

9.322

0

9.322

Subsidies Caribisch Nederland

12.552

‒ 500

12.052

Overige subsidies

1.350

0

1.350

Bijdragen aan agentschappen

10.865

0

10.865

Waarvan bijdragen aan RWS

5.489

0

5.489

Waarvan bijdragen aan RIVM

5.376

0

5.376

Bijdragen aan medeoverheden

63.194

410

63.604

Meerjarenprogramma Bodem

63.194

410

63.604

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

88

0

88

    

Ontvangsten

3.500

0

3.500

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 38,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door enkele versnellingen van verplichtingenruimte uit latere jaren.

  • Per 1 januari 2024 gaat de Wet Bodembescherming op in de Omgevingswet. Daarmee vervalt per 1 januari de grondslag voor het Besluit financiële bepalingen bodemsanering, behoudens overgangsrecht. Bedrijven die zich voor 2008 hebben aangemeld voor de Bedrijvenregeling hebben nog tot 1 januari 2025 de mogelijkheid om aan te geven dat ze ook daadwerkelijk gebruik gaan maken van de regeling. Het saneringsplan moet dan voor 1 januari 2024 zijn ingediend. Om de aangewezen coördinerende rechtspersonen, Stichting Bodembeheer Nederland en Bosatex, in staat te stellen om de nog resterende werkvoorraad af te handelen, wordt dit jaar aanvullende verplichtingenruimte verstrekt (€ 16,0 miljoen).

  • Er is een verplichtingschuif van 2028 naar 2023 voor de sanering van het EMK-terrein (€ 10,0 miljoen). Deze sanering is onderdeel van de oude afspraken in het meerjarenprogramma bodemsanering (looptijd tot en met 2030), waarvoor het Ministerie van IenW, in tegenstelling tot reguliere bodemsaneringsprojecten, zelf opdrachtgever is. Op basis van de gewijzigde Uniforme administratieve voorwaarden (UAV) in 2023 zal dit jaar nog een vervolgopdracht van circa € 10,0 miljoen worden verstrekt.

  • Binnen het meerjarenprogramma Bodemsanering wordt ingezet op versnelling van saneringsprojecten voor onder meer PFAS, Asbest, drugs gerelateerde verontreiniging en waterbodems. Hiervoor wordt binnen het meerjarenprogramma verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar 2023 geschoven (€ 9,0 miljoen).

  • Een verplichtingenschuif naar 2023 vanuit 2024 en 2025 om een meerjarige opdracht aan het RIVM vast te kunnen leggen voor de gevraagde FTE-inzet (€ 3,2 miljoen).

  • Een verplichtingenschuif ten behoeve van de vastlegging van de meerjarige opdracht aan het RIVM voor de externe projectkosten die RIVM zal maken voor de opdracht (€ 1,5 miljoen).

Verder hebben er enkele kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo ‒ € 1,3 miljoen die het verplichtingenbudget verlagen.

Uitgaven

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,7 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

526.319

3.535

529.854

    

Uitgaven

346.544

‒ 1.093

345.451

    

1 Netwerk

25.118

‒ 972

24.146

Opdrachten

14.101

‒ 472

13.629

Wegverkeersbeleid

5.107

43

5.150

Unit Smart Mobility

6.444

‒ 1.284

5.160

Overige opdrachten

2.550

769

3.319

Bijdragen aan agentschappen

8.879

‒ 876

8.003

Bijdragen aan agentschap RWS

8.073

‒ 879

7.194

Overige bijdragen aan agentschappen

806

3

809

Bijdragen aan medeoverheden

764

‒ 84

680

Regionale bijdrage MIRT

764

‒ 84

680

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.374

460

1.834

    

2 Verkeersveiligheid

24.974

207

25.181

Opdrachten

6.591

‒ 790

5.801

Verkeersveiligheid

5.208

‒ 363

4.845

Overige opdrachten

1.383

‒ 427

956

Subsidies

10.785

‒ 180

10.605

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)

4.463

‒ 213

4.250

Veilig Verkeer Nederland (VVN)

4.244

0

4.244

Overige subsidies

2.078

33

2.111

Bijdragen aan agentschappen

729

28

757

Bijdragen aan medeoverheden

0

14

14

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

30

565

595

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

3.122

287

3.409

Bijdragen aan CBR

2.287

‒ 631

1.656

Overige bijdragen

835

918

1.753

(Schade)vergoedingen

3.717

283

4.000

Stint

3.717

283

4.000

    

3 Slimme en Duurzame Mobiliteit

296.452

‒ 328

296.124

Opdrachten

45.419

‒ 6.721

38.698

Reservering Klimaatakkoord

1.672

‒ 1.672

0

Duurzame logistiek

3.604

1.367

4.971

Innovatie en Intelligente Transportsystemen

9.100

‒ 1.689

7.411

Programma duurzame mobiliteit

5.736

‒ 3.506

2.230

Innovatie, strategie voor Mobiliteit (ISM)

997

‒ 72

925

Verkeersemissies

845

‒ 468

377

Programma fiets

1.962

‒ 116

1.846

Duurzame energiedragers in mobiliteit

1.238

‒ 127

1.111

NGF-project Dutch Metropolitan Innovations

8.769

0

8.769

KF: Slimme laadinfra

4.376

0

4.376

Overige opdrachten

7.120

‒ 438

6.682

Subsidies

202.352

0

202.352

Bronmaatregelen stikstof

57.598

0

57.598

Elektrisch vervoer

127.686

0

127.686

Duurzame mobiliteit

14.790

0

14.790

Overige subsidies

2.278

0

2.278

Bijdragen aan agentschappen

24.362

401

24.763

Bijdragen aan agentschap Nea

5.359

0

5.359

Bijdragen aan agentschap RWS

4.168

0

4.168

Bijdragen aan agentschap RVO

14.368

399

14.767

Overige bijdragen aan agentschappen

467

2

469

Bijdragen aan medeoverheden

24.216

5.452

29.668

Duurzame mobiliteit

13.500

3.500

17.000

Mobiliteit en Gebieden

2.062

1.952

4.014

KF: Slimme Laadinfra

8.624

0

8.624

Overige bijdragen aan medeoverheden

30

0

30

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

103

440

543

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

100

100

    

Ontvangsten

5.782

‒ 657

5.125

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

1 Netwerk

De uitgavenverlaging met per saldo € -0,9 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

2 Verkeersveiligheid

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

3 Slimme en Duurzame mobiliteit

De uitgavenverlaging met per saldo ‒ € 0,8 miljoen wordt veroorzaakt door diverse mutaties. Onderstaand worden de mutaties toegelicht per instrument, waar de mutatie hoger is dan de voorgeschreven norm.

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met per saldo ‒ € 7,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Herschikking Reservering klimaatakkoord naar Duurzame logistiek (€ 1,7 miljoen): Bij het opstellen van de Ontwerpbegroting 2024 is een negatieve begrotingsstand in het jaar 2023 ontstaan. Door de budgetten uit de reservering voor het klimaatakkoord opnieuw toe te delen worden de begrotingsstanden gecorrigeerd.

  • BTW Compensatiefonds afdracht VDI en IVRI (€ 1,2 miljoen): Dit betreft de BTW afdracht aan het BTW Compensatiefonds (BCF) voor de specifieke uitkering Veilig Doelmatig en Duurzaam (€ 0,3 miljoen) en Intelligente Verkeersregelinstallaties (€ 0,9 miljoen).

  • SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen): Dit betreft een mutatie voor de SPUK Vergroenen Reisgedrag inzake regeling Veilig, Slim Duurzaam (VSD). Er zijn bij het BO MIRT 2022 afspraken gemaakt over de werkgeversaanpak. De grondslag is meegenomen in de «Tijdelijke stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023-2027» en zal onder deze noemer worden uitgekeerd.

  • Het overige verschil wordt verklaard door diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 5,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • De hierboven toegelichte SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen).

  • HXII Specifieke uitkeringen Intelligente Verkeersregelinstallaties (iVRI) (€ 2,0 miljoen): Voor de specifieke uitkering (iVRI) is er in totaal nog € 2,0 miljoen nodig voor het betalen van uitkeringen. Dit bedrag wordt overgeboekt van het Mobiliteitsfonds naar HXII waar de regeling wordt verantwoord.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

273.669

‒ 18.781

254.888

    

Uitgaven

260.497

30.218

290.715

    

1 OV en Spoor

42.301

26.720

69.021

Opdrachten

10.571

‒ 2.761

7.810

ACM

1.783

‒ 1.783

0

OV & Stations

2.376

‒ 43

2.333

Aanst. NS en ProRail

4.229

‒ 972

3.257

Opdrachten SU

324

‒ 183

141

Overige opdrachten

1.859

220

2.079

Subsidies

16.056

3.136

19.192

Maatregelen Spoorgoederenvervoer

10.176

‒ 813

9.363

Consumentenorganisatie OV

1.093

0

1.093

Subsidie NS SV

2.000

0

2.000

Overige subsidies

2.787

3.949

6.736

Bijdragen aan agentschappen

1.124

4

1.128

Bijdragen aan RWS

1.057

0

1.057

Bijdragen aan KNMI

14

0

14

Bijdragen aan overige agentschappen

53

4

57

Bijdragen aan medeoverheden

14.448

26.341

40.789

Bijdrage medeoverheden OVS

11.971

26.041

38.012

CLU Betuwe en HSL

2.477

300

2.777

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

102

0

102

    

2 Maatregelenpakket OVS

218.196

3.498

221.694

Subsidies

218.196

3.498

221.694

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

104.848

3.217

108.065

Transitievangnet OV

113.348

281

113.629

    

Ontvangsten

25.522

‒ 1.419

24.103

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting in totaal per saldo met € 18,7 miljoen verlaagd. Dit bedrag wordt met name verklaard door:

  • Een verplichtingenverlaging van € 58,5 miljoen voor de budgetbijstelling van de BVOV (Beschikbaarheidvergoeding OV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de bijdragen die in het kader van deze regelingen zijn verstrekt.

  • Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met € 8,6 miljoen is toegenomen.

  • Het resterende verschil wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 30,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

1 OV en Spoor

Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden van € 26,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Een overboeking van € 31,2 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering uitbetaald.

  • Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het budget bijdragen aan medeoverheden met € 4,9 miljoen is afgenomen.

2 Maatregelenpakket OVS

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met € 3,5 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • een budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022. De vaststellingen van de verstrekte bijdragen zijn hoger dan van te voren is opgenomen in de prognose.

  • Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met € 0,3 miljoen is toegenomen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

254.234

‒ 12.056

242.178

    

Uitgaven

119.451

‒ 18.425

101.026

    

1 Luchtvaart

119.451

‒ 18.425

101.026

Opdrachten

13.831

6.010

19.841

GIS-4 regeling

0

1.234

1.234

Caribisch Nederland

385

‒ 235

150

Klimaatbeleid

953

51

1.004

Luchtruim Regio Luchthaven

1.108

404

1.512

Luchtruimherziening

1.295

‒ 361

934

Onbemande luchtvaart

373

423

796

Onderzoek luchtvaart

2.868

‒ 1.742

1.126

NGF-project Luchtvaart in transitie

887

‒ 562

325

Overige opdrachten

5.962

6.798

12.760

Subsidies

96.926

‒ 28.384

68.542

Subsidies klimaatbeleid

2.850

0

2.850

Subsidies tarieven Bonaire

420

0

420

Subsidies omploegen graan

1.700

0

1.700

NGF-project Luchtvaart in transitie

89.940

‒ 28.344

61.596

Overige subsidies

2.016

‒ 40

1.976

Bijdragen aan agentschappen

1.443

5.337

6.780

Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI

14

0

14

Waarvan bijdragen aan agentschap RWS

858

5.327

6.185

Overige bijdragen aan agentschappen

571

10

581

Bijdragen aan medeoverheden

1.550

0

1.550

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.625

0

1.625

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization

1.455

0

1.455

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

170

0

170

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

2.365

323

2.688

Leningen

1.711

‒ 1.711

0

    

Ontvangsten

4.522

3.087

7.609

Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen art. 17 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

254.234

‒ 12.056

242.178

Waarvan garantieverplichtingen

52.600

0

52.600

Waarvan overige verplichtingen

201.634

‒ 12.056

189.578

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd. De verlaging van het verplichtingenbudget is met name het gevolg van:

  • Het verplichtingenbudget neemt met € 16,1 miljoen af vanwege het doorschuiven van verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. Deze mutatie wordt onder subsidies nader toegelicht.

  • Daarnaast wordt het verplichtingenbudget met € 3,2 miljoen opgehoogd vanwege een bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie. De vervangingsopdracht wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.

Uitgaven

Het uitgavenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 18,4 miljoen verlaagd.

1 Luchtvaart

Opdrachten

Het opdrachtbudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door:

  • Het opdrachtenbudget wordt met € 8,1 miljoen opgehoogd vanuit diverse budgetten binnen IenW. Deze middelen worden ingezet voor:

    • de betaling van de planschade aan de gemeente Lansingerland. Dat is een vergoeding vanuit IenW aan de gemeente Lansingerland voor de door de gemeente betaalde planschade aan WTZI-vastgoed Parnassia groep B.V., n.a.v. een uitspraak van de RvS.

    • de betaling van de nadeelcompensatie te Rijdt, een nadeelcompensatieregeling voor de overschrijding van de geluid grenswaarde Schiphol.

  • Het opdrachtenbudget wordt met € 1,6 miljoen verlaagd vanwege diverse herschikkingen binnen artikel 17.

Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 0,5 miljoen verlaagd is.

Subsidies

Het subsidiebudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tijd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan het agentschap Rijkswaterstaat voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 5,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende opdrachten die door RWS worden uitgevoerd:

  • De vervanging Airfield Ground Lighting installatie van Bonaire International Airport (€ 3,4 miljoen). De ophoging van het budget bestaat uit de bijdrage vanuit Bonaire International Airport (€ 3,2 miljoen) en een bijdrage vanuit de directie Luchtvaart (€ 0,2 miljoen).

  • De uitvoering van de nadeelcompensatie te Rijdt. Het budget wordt vanuit het opdrachtenbudget van directie Luchtvaart met € 1,9 miljoen opgehoogd voor de uitvoeringskosten van de nadeelcompensatieregeling.

Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het totale uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is afgenomen. Deze mutaties hebben effect op de budgetten voor bijdragen aan ZBO's en RWT's en leningen.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,1 miljoen opgehoogd. Dit is met name vanwege de bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie (€ 3,2 miljoen).

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 Scheepvaart en Havens (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

66.377

‒ 3.974

62.403

    

Uitgaven

88.416

‒ 318

88.098

    

1 Scheepvaart en Havens

88.416

‒ 318

88.098

Opdrachten

30.060

‒ 1.666

28.394

Caribisch Nederland

100

‒ 100

0

Topsector logistiek

11.312

0

11.312

NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek

12.949

0

12.949

Overige opdrachten

5.699

‒ 1.566

4.133

Subsidies

52.364

115

52.479

NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

15.600

0

15.600

Innovatieve Duurzame Binnenvaart

22.324

0

22.324

Walstroom

11.285

115

11.400

Topsector Logistiek

3.000

0

3.000

Overige subsidies

155

0

155

Bijdragen aan agentschappen

4.112

‒ 60

4.052

Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS

2.810

0

2.810

Overige bijdragen aan agentschappen

1.302

‒ 60

1.242

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.644

1.120

2.764

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

236

173

409

    

Ontvangsten

0

419

419

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door een verplichtingenschuif op het budget voor de bijdragen aan medeoverheden (- € 3,0 miljoen). In de Ontwerpbegroting 2024 is een kasschuif (- € 3,0 miljoen) van 2023 naar 2025 opgenomen waarmee middelen voor de aanleg van de nieuwe zeehaven op Saba naar 2025 worden geschoven. Met deze verplichtingenschuif wordt ook de verplichting voor deze opdracht naar achteren geschoven.

Tot slot hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het verplichtingenbudget met € 1,0 miljoen is verlaagd.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verlaagd.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt met € 1,1 miljoen verhoogd in verband met een bijdrage aan het IOPC-fonds. Het IOPC-fonds is een internationaal schadefonds voor vergoeding van schade als gevolg van ongevallen met olietankers. Het fonds wordt gevuld door bedrijven die olie ontvangen maar als gevolg van achterstallige betalingen van Nederlandse bedrijven dient de staat de bijdrage aan dit fonds te compenseren om in de toekomst aanspraak te kunnen blijven maken op de middelen uit dit fonds.

Daarnaast hebben er diverse kleine mutaties plaatsgevonden waarmee het uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is verlaagd.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 Internationaal beleid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

12.668

‒ 629

12.039

    

Uitgaven

11.972

‒ 629

11.343

    

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

11.972

‒ 629

11.343

Opdrachten

3.984

‒ 559

3.425

Uitvoering Intereg

282

‒ 1

281

Uitvoering HGIS

793

‒ 210

583

Uitvoering niet-HGIS

1.756

91

1.847

Overige opdrachten

1.153

‒ 439

714

Subsidies

1.692

‒ 700

992

Interreg

1.622

‒ 700

922

Overige subsidies

70

0

70

Bijdragen aan agentschappen

2.885

0

2.885

Waarvan Bijdragen aan RIVM

142

0

142

Waarvan Bijdragen aan RWS

644

0

644

Waarvan Bijdragen aan RVO

2.099

0

2.099

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

3.011

630

3.641

Waarvan bijdragen HGIS

2.811

180

2.991

Waarvan bijdragen niet-HGIS

200

450

650

Bekostiging

400

0

400

Bekostiging GCA

400

0

400

Overige bekostiging

0

0

0

    

Ontvangsten

312

257

569

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,6 miljoen verlaagd. Dat wordt veroorzaakt door diverse kleine uitgavenmutaties. Gezien deze kleiner zijn dan de gehanteerde norm worden deze niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

66.718

4.941

71.659

    

Uitgaven

61.584

‒ 85

61.499

    

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

61.584

‒ 85

61.499

Opdrachten

12.212

‒ 567

11.645

Waarvan RIVM

5.380

182

5.562

Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering

6.569

‒ 759

5.810

Overige opdrachten

263

10

273

Bijdragen aan agentschappen

16.608

735

17.343

Waarvan bijdragen aan RWS

2.816

0

2.816

Waarvan bijdragen aan RIVM

13.562

725

14.287

Bijdragen aan overige agentschappen (RVO en KNMI)

230

10

240

Bijdragen aan medeoverheden

32.301

‒ 190

32.111

Programma NSL en SLA

7.669

‒ 969

6.700

Uitvoering geluidsanering

24.632

779

25.411

Bekostiging

463

‒ 63

400

    

Ontvangsten

1.000

946

1.946

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Een ophoging van € 3,0 miljoen van het verplichtingenbudget om de meerjarige opdracht (2024-2027) aan te gaan voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Omgevingswet.

  • Een ophoging van € 2,1 miljoen van het verplichtingenbudget ten behoeve van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Wet Geluidhinder. Het subsidieplafond 2023 wordt opgehoogd met de middelen die waren gereserveerd voor de sanering onder de Omgevingswet (ingangsdatum vastgesteld op 1 januari 2024).

  • Diverse kleinere mutatie opgeteld tot ‒ € 0,2 miljoen.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel artikel 21 Duurzaamheid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

63.776

152

63.928

    

Uitgaven

58.661

309

58.970

    

5 Duurzame productieketens

55.788

1.822

57.610

Opdrachten

20.020

‒ 1.629

18.391

Uitvoering duurzame productieketens

11.736

‒ 1.521

10.215

Waarvan RWS

6.149

‒ 299

5.850

KF: Plastics norm

525

0

525

Overige opdrachten

1.610

191

1.801

Subsidies

9.955

4.291

14.246

Subsidies duurzame productieketens

9.955

4.291

14.246

Bijdragen aan agentschappen

24.487

‒ 831

23.656

Waarvan bijdragen aan RWS

11.662

‒ 18

11.644

Waarvan bijdragen aan RVO

11.400

‒ 813

10.587

Overige bijdragen aan agentschappen

1.425

0

1.425

Bijdragen aan medeoverheden

800

‒ 49

751

Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland

800

‒ 49

751

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

50

40

90

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

476

0

476

    

6 Natuurlijk kapitaal

2.873

‒ 1.513

1.360

Opdrachten

2.233

‒ 1.686

547

Uitvoering Natuurlijk kapitaal

1.759

‒ 1.644

115

Overige opdrachten

474

‒ 42

432

Bijdragen aan agentschappen

640

173

813

    

Ontvangsten

0

59

59

Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

63.776

152

63.928

waarvan garantieverplichtingen

0

1.750

1.750

waarvan overige verplichtingen

63.776

‒ 1.598

62.178

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Een verplichtingenoverheveling voor de vastlegging van de garantieverplichting uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) textiel. Hiervoor wordt € 1,8 miljoen overgeheveld binnen artikel 21 van overige verplichtingen naar garanties.

  • De resterende verhoging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte kasmutaties.

5 Duurzame productieketens

Subsidies

Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  • De RVO heeft de uitgavenraming bijgesteld voor de uitvoering van de regeling Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie, Circulaire Ketenprojecten en de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie. Hiervoor wordt € 3,9 miljoen overgeboekt vanuit het opdrachtenbudget Duurzame productieketens (€ 3,6 miljoen) en het opdrachtenbudget Natuurlijk kapitaal (€ 0,3 miljoen) naar het subsidiebudget.

  • Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

6 Natuurlijk kapitaal

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

67.932

‒ 3.952

63.980

    

Uitgaven

79.952

‒ 5.356

74.596

    

1 Veiligheid chemische stoffen

27.429

‒ 4.036

23.393

Opdrachten

9.259

‒ 3.958

5.301

Waarvan RWS

1.841

0

1.841

Waarvan RIVM

1.081

65

1.146

Uitvoering veiligheid

1.525

‒ 1.524

1

Uitvoering stoffen en M&G

2.628

‒ 1.989

639

Overige opdrachten

2.184

‒ 510

1.674

Subsidies

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

16.612

725

17.337

Waarvan Bijdragen aan RWS

3.396

0

3.396

Waarvan Bijdragen aan RIVM

12.877

725

13.602

Overige bijdragen aan agentschappen

339

0

339

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

250

490

740

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.308

‒ 1.293

15

Waarvan Bijdragen aan CTGB

1.308

‒ 1.293

15

    

2 Veilige biotechnologie

6.350

‒ 280

6.070

Opdrachten

1.364

‒ 60

1.304

Uitvoering veiligheid GGO

1.304

0

1.304

Overige opdrachten

60

‒ 60

0

Bijdragen aan agentschappen

4.986

‒ 220

4.766

Waarvan bijdragen aan COGEM

1.700

0

1.700

Waarvan bijdragen aan RIVM

3.286

‒ 220

3.066

    

3 Veiligheid bedrijven en transport

46.173

‒ 1.040

45.133

Opdrachten

15.582

‒ 4.376

11.206

EPK Bijdrage RWS

1.831

0

1.831

Opdrachten asbest

1.684

‒ 951

733

Programma omgevingsveilig

5.526

‒ 1.468

4.058

VTH-stelsel

3.339

‒ 1.358

1.981

Uitvoering Buisleidingen

1.386

‒ 599

787

Uitvoering veiligheid VGS

1.356

0

1.356

Overige opdrachten

460

0

460

Subsidies

10.378

2.952

13.330

Subsidies inrichtingen & transport

7.603

0

7.603

Subsidies asbest

0

0

0

Subsidies vuurwerk

2.260

0

2.260

Overige subsidies

515

2.952

3.467

Bijdragen aan agentschappen

6.673

230

6.903

Waarvan bijdragen aan RWS

4.184

0

4.184

Waarvan bijdragen aan RIVM

2.083

230

2313

Waarvan bijdragen aan RVO

406

0

406

Bijdragen aan medeoverheden

9.619

154

9773

Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland

125

1

126

Overige bijdragen aan medeoverheden

9.494

153

9.647

Inkomensoverdrachten

3.921

0

3921

Inkomensoverdrachten mesothelioom

3.921

0

3921

    

Ontvangsten

250

0

250

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 2,7 miljoen om de subsidie Safety Deal 2024 aan de RVO te kunnen verstrekken.

  • Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 0,3 miljoen voor de opdracht aan RWS voor het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS). RWS is de beheerder van het programma LAVS. De verplichtingenoverheveling is nodig zodat RWS tijdig voorafgaand aan 2024 de opdracht voor beheer aan het LAVS kan verstrekken.

  • Een verplichtingenoverheveling van ‒ € 1,6 miljoen van artikel 22 naar artikel 98 voor ICT werkzaamheden voor het project vergunningsverlening toezicht en handhavingstelsel.

  • De overige verlaging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,4 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

1 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:

  • Een overboeking van € 1,7 miljoen van artikel 22 naar artikel 21. Er is minder budget benodigd op artikel 22 voor de dataverkenning afzet biociden en monitoring impulsprogramma, visie ontwikkeling externe veiligheid en maatwerkafspraken. Dit wordt ingezet op artikel 21 voor de jaarafrekening RVO 2022.

  • Een overboeking van € 1,0 miljoen van artikel 22 naar ANVS voor de kosten om het radionuclidenlaboratorium van RIVM weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw.

  • Een herschikking van € 0,2 miljoen binnen artikel 22 voor de bijdrage aan het Ministerie van LNV voor het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB).

  • Een herschikking van € 0,4 miljoen binnen artikel 22 voor een bijdrage aan de OECD voor het project Pepper. Het gaat hierbij om testmethodes van hormoonontregelende eigenschappen van stoffen.

  • Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,7 miljoen.

2 Veilige biotechnologie

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,4 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:

  • Een herschikking van € 2,6 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).

  • Een verlaging van het budget met € 1,0 miljoen op artikel 22. Er is minder budget nodig voor het interbestuurlijke programma VTH.

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM voor de ondersteuning en uitvoering van het beleid gericht op emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen.

  • Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

Subsidies

Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  • Een herschikking van € 2,9 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).

  • Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,1 miljoen.

Ontvansten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 23 Meteorologie, Seismolologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

76.098

517

76.615

    

Uitgaven

75.027

517

75.544

    

1 Meteorologie en seismologie

51.850

517

52.367

Bijdragen aan agentschappen

47.760

517

48.277

Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI

47.760

517

48.277

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

4.090

0

4.090

Contributie ECMWF (HGIS)

3.150

0

3.150

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

940

0

940

    

2 Aardobservatie

23.177

0

23.177

Bijdragen aan agentschappen

23.177

0

23.177

Waarvan bijdragen aan KNMI

23.177

0

23.177

    

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  • Twee overboekingen vanuit het Ministerie van EZK optellend tot € 0,4 miljoen voor Space Weather. Dit betreft een opdracht om een ruimteweer-alarmeringsservice op te zetten. Het KNMI brengt hiervoor effecten en gevaren van ruimteweer in kaart en monitort de situatie in de ruimte.

  • Een overboeking vanuit het Ministerie van OCW van € 0,1 miljoen voor de uitvoering van de Subsidieregeling Matching Horizon Europe.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

189.203

906

190.109

    

Uitgaven

189.203

906

190.109

    

1 Personele uitgaven

162.927

938

163.865

Waarvan eigen personeel

132.368

6.273

138.641

Waarvan inhuur externen

30.559

‒ 5.335

25.224

Waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

    

2 Materiële uitgaven

26.276

‒ 32

26.244

Waarvan ICT

2.817

1.484

4.301

Waarvan bijdragen SSO's

7.326

‒ 384

6.942

Waarvan overige materiële uitgaven

16.133

‒ 1.132

15.001

    

Ontvangsten

14.948

0

14.948

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,9 miljoen verhoogd en wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 24.01 Personele uitgaven

Eigen Personeel

Het budget voor eigen personeel wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,3 miljoen verhoogd, met name als gevolg van:

  • Een herschikkig van € 5,0 miljoen vanuit inhuur externen naar eigen personeel. Een deel van de inhuur op formatieplekken is eerder vervangen dan verwacht. Met deze herschikking wordt voorkomen dat er problemen ontstaan bij de verwerking van de salarissen.

  • Bijdrage van € 0,8 miljoen voor de Banenafspraak.

  • Een overboeking vanuit het Ministerie van BZK voor de kosten toezicht Energielabels 2023. De ILT houdt toezicht op de naleving van de regelgeving m.b.t. de energielabels. De huidige toezichtstaak wordt uitgebreid naar actief toezicht op de andere aspecten van het vigerende Besluit Energieprestatie Gebouwen (BEG).

  • Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.

Inhuur externen

Het budget voor inhuur externen wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,3 miljoen verlaagd, met name als gevolg van:

  • De hierboven genoemde herschikking van € 5,0 miljoen tussen de instrumenten inhuur externen en eigen personeel.

  • Een overboeking van € 0,4 miljoen naar het programma Vrachtwagenheffing op het mobiliteitsfonds voor de afrekening van de werkzaamheden ILT voor de implementatie van kilometerheffing bij Vrachtverkeer.

Artikel 24.02 Materiële uitgaven

De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

1.113.061

0

1.113.061

    

Uitgaven

1.066.023

0

1.066.023

    

1 Brede doeluitkering

1.066.023

0

1.066.023

Brede doeluitkering

1.066.023

0

1.066.023

Bijdrage BDU

1.066.023

0

1.066.023

    

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Er zijn geen mutaties doorgevoerd op dit artikel.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

9.345.914

16.293

9.362.207

    

Uitgaven

9.346.064

16.471

9.362.535

    

1 Bijdragen aan het Mobiliteitsfonds

7.808.084

26.803

7.834.887

    

2 Bijdragen aan het Deltafonds

1.537.980

‒ 10.332

1.527.648

    

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting met in totaal per saldo € 10,8 miljoen verhoogd en hebben betrekking op de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023 wordt met € 21,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door overboekingen vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen vanuit andere ministeries.

2 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2023 wordt met € 10,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name door overboekingen naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen naar andere ministeries.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Tabel 21 Algemeen Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

54.606

3.456

58.062

    

Uitgaven

66.046

2.795

68.841

    

1 Algemeen departement

61.610

2.795

64.405

Opdrachten

41.415

2.673

44.088

van A naar Beter

1.525

0

1.525

Ext. juridische adv.

1.876

224

2.100

Onderzoeken PBL

5.332

410

5.742

Onderzoeken ANVS

4.187

‒ 550

3.637

DCC

9.360

‒ 350

9.010

Regeringsvliegtuig

14.723

2.891

17.614

Overige opdrachten

4.412

48

4.460

Subsidies

30

116

146

Bijdragen aan agentschappen

15.465

1.536

17.001

Waarvan bijdragen aan agentschap RWS

3.164

0

3.164

Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI

2.457

0

2.457

Dienstverlening RIVM

9.844

1.536

11.380

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

0

170

170

Bijdragen aan medeoverheden

4.700

‒ 1.700

3.000

HGIS ODA

4.700

‒ 1.700

3.000

    

3 COVID-19 Testen reizen

4.436

0

4.436

Opdrachten

4.436

0

4.436

Opdrachten COVID-19

4.436

0

4.436

    

Ontvangsten

1.501

2.016

3.517

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 3,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil betreft diverse kleine vertragingen op uitgaven waarvoor verplichtingen reeds in 2023 zijn aangegaan.

Uitgaven

1 Algemeen departement

Opdrachten

De ophoging van het opdrachtenbudget met € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget voor de hogere uitgaven voor het Regeringsvliegtuig door stijgende brandstofkosten en aanvullende onderhoudskosten en onvoorziene reparaties (€ 2,9 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

De ophoging van het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 1,5 miljoen betreft de dekking van de meerkosten om het huidige radionuclidenlaboratorium weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw. Daarnaast is het een bijstelling van nucleaire adviesdiensten ten behoeve van RIVM n.a.v. de eindafrekening 2021.

Bijdragen aan medeoverheden

De verlaging van het budget voor bijdragen aan medeoverheden met € 1,7 miljoen komt door een overboeking naar het opdrachtenbudget en het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties om de middelen voor de noodhulp aan Oekraïne op het juiste instrument te zetten. Voor het 2e hulpdossier wordt strooizout geregeld zodat Oekraïne de winter door kan komen.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit betreft:

  • de ontvangsten van Boeing voor het Regeringsvliegtuig (€ 1,5 miljoen)

  • de onvoorziene ontvangsten van de Europese Commissie voor onderzoeksopdrachten PBL (€ 0,3 miljoen).

  • de onvoorziene retourontvangst van een eerder verstrekte subsidie (€ 0,3 miljoen).

4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement

Tabel 22 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

465.111

1.893

467.004

    

Uitgaven

470.149

2.808

472.957

    

1 Personele uitgaven

353.561

10.195

363.756

Waarvan eigen personeel

293.905

8.016

301.921

Waarvan inhuur externen

55.782

3.810

59.592

Waarvan overige personele uitgaven

3.874

‒ 1.631

2.243

    

2 Materiële uitgaven

116.588

‒ 7.387

109.201

Waarvan ICT

33.130

‒ 283

32.847

Waarvan bijdrage SSO's

63.339

‒ 595

62.744

Waarvan overige materiële uitgaven

20.119

‒ 6.509

13.610

    

Ontvangsten

8.104

3.252

11.356

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 1,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil wordt verklaard door een correctieboeking ten behoeve van de overboekingen naar het Mobiliteitsfonds.

Uitgaven

1 Personele uitgaven

Eigen personeel

De ophoging van het budget voor eigen personeel met € 8,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • hogere personele uitgaven voor de Luchtvaartdirectie (€ 3,1 miljoen). Op een aantal plaatsen eerder vacatures zijn vervuld dan verwacht en er bij de oprichting van een programmadirectie onduidelijkheid is ontstaan over de financiering van een aantal fte’s die overkwamen van een andere directie en daardoor is een aantal formatieplaatsen dubbel bezet. Daarnaast was er aan het begin van het jaar budget nodig voor externe inhuur en dat nu is teruggeboekt naar het personele budget.

  • Hogere personele uitgaven van de Maritiemdirectie (€ 1,7 miljoen). Bij begrotingsvoorbereiding is rekening gehouden met een ingroeipad. Werving van het benodigde personeel is sneller verlopen dan verwacht, waardoor een tekort is ontstaan.

  • De Naheffing Werkkostenregeling WKR (€ 3,0 miljoen). IenW heeft een naheffing inkomstenbelasting ontvangen vanwege het overschrijden van de vrije ruimte van de Werkkostenregeling voor onbelaste vergoedingen aan werknemers.

  • Ontvangen klimaatfondsbijdragen vanuit het Ministerie van EZK en een verrekening van de kosten Rekenmeesterfunctie die door PBL wordt uitgevoerd (totaal € 2,0 miljoen).

  • Lagere uitgaven als gevolg van vertraagde invulling van vacatureruimte (- € 2,9 miljoen).

  • Van eerder gedane overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor projecten ERTMS, Tijdelijke Tolheffing en Vrachtwagenheffing voor apparaatsuitgaven wordt, door geactualiseerde prognoses, een deel teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds (totaal ‒ € 0,9 miljoen).

  • Herschikking vanuit materiele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (€ 2,0 miljoen).

Inhuur externen

De ophoging van het budget voor externe inhuur met € 3,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Dit betreft het eerder ontvangen aandeel van RWS voor de werkzaamheden voor de Vernieuwing SAP dat, door vertraging, niet meer in 2023 worden betaald. Deze worden teruggegeven aan RWS via het Mobiliteitsfonds (- € 0,6 miljoen)

  • Inzet op vacatureruimte. Doordat het wervingstraject van nieuwe medewerkers, voornamelijk voor Inkoop en Subsidies, op vacatures langer loopt dan voorzien wordt externe inhuur ingezet (€ 2,8 miljoen).

  • Een deel van de werkzaamheden voor vernieuwing SAP worden door uitbesteding derden uitgevoerd i.p.v. externe inhuur ‒ € 1,6 miljoen.

  • Herschikking vanuit materieel. Voor de personele inzet voor de projecten Vernieuwing Content Manager, Cybersecurity, Open Overheid en vernieuwing CIO-stelsel is een herschikking noodzakelijk (€ 1,9 miljoen).

  • Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van Maatwerkafspraken, Nucleair en het programma VTH (Vergunningverlening Toetsing en Handhaving) is meer externe inhuur noodzakelijk dan eerder was voorzien (€ 0,5 miljoen).

  • Een actualisatie van de apparaatsuitgaven van Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing voor inhuur en detachering vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 0,8 miljoen).

Overige personele uitgaven

Het budget voor overige uitgaven wordt verlaagd met € 1,6 miljoen omdat de verzekeringsmaatschappijenminder kosten in rekening hebben gebracht dan zij eerder hadden voorzien voor aanspraken van oud-werknemers.

2 Materiële uitgaven

ICT

De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Bijdrage aan SSO's

De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Overige materiële uitgaven

Het budget voor overige uitgaven wordt met € 6,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:

  • de bijdragen aan diverse IenW-onderdelen voor het invullen van arbeidsplaatsen, om te voldoen aan de banenafspraak o.a. RWS (MF) en ILT (artikel 24) (-€ 2,2 miljoen).

  • een herschikking naar personele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (- € 2,8 miljoen).

  • een verlaging van het budget, omdat de commissie integriteit, zoals bepaald in CAO, nog niet is aangesteld (- € 0,4 miljoen).

  • een verlaging van het budget door de niet uitgevoerde geplande uitbreiding van gebouwen en lagere kosten voor bedrijfsvoeringsbeheer (- € 1,0 miljoen).

Ontvangsten

De ophoging van het ontvangstenbudget met € 3,3 miljoen betreft met name de de ontvangsten in 2023 voor de oprichtingsvergunning Pallas i.h.k.v. De Kernenergiewet (€ 2,5 miljoen) en de ICBR-bijdrage uit de Kostenverdeelnotitie 2023 voor Doorontwikkeling en Vernieuwing (€ 0,8 miljoen).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Tabel 23 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

25.809

‒ 25.809

0

    

Uitgaven

0

0

0

    

Nominaal en onvoorzien

0

0

0

    

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met - € 25,8 miljoen verlaagd. Met de prinsjesdag suppletoire begroting is de eindejaarsmarge toebedeeld aan de verschillende artikelen binnen HXII. Deze verplichtingenruimte is niet nodig om de verplichtingen aan te gaan en wordt daarom afgeboekt.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Tabel 24 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat tweede Suppletoire begroting 2023 (Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

- Omzet

3.419.264

111.335

3.530.599

waarvan omzet moederdepartement

3.361.130

‒ 79.699

3.281.431

waarvan omzet overige departementen

100.818

8.769

109.587

waarvan omzet derden

219.108

9.261

228.369

waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden

‒ 261.792

173.004

‒ 88.788

Rentebaten

40.218

12.451

52.669

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

0

1.500

Totaal baten

3.460.982

123.785

3.584.767

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.408.985

71.753

1.480.738

- Personele kosten

1.104.977

57.983

1.162.960

waarvan eigen personeel

1.027.886

54.568

1.082.454

waarvan inhuur externen

77.091

3.415

80.506

waarvan overige personele kosten

0

0

0

- Materiële kosten

304.008

13.770

317.778

waarvan apparaat ICT

50.009

‒ 3.026

46.983

waarvan bijdrage aan SSO's

72.202

‒ 4.354

67.848

waarvan overige materiële kosten

181.797

21.149

202.946

Externe Productkosten

2.022.000

28.873

2.050.873

Rentelasten

1.468

90

1.558

Afschrijvingskosten

18.879

114

18.993

- Materieel

18.744

‒ 731

18.013

waarvan apparaat ICT

4.554

0

4.554

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

14.190

‒ 731

13.459

- Immaterieel

135

845

980

Overige lasten

8.000

960

8.960

waarvan dotaties voorzieningen

8.000

960

8.960

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

3.459.332

101.791

3.561.123

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

1.650

21.995

23.645

Agentschapsdeel Vpb-lasten

130

0

130

Saldo van baten en lasten

1.520

21.995

23.515

Dotatie aan reserve Rijksrederij

1.520

‒ 20

1.500

Te verdelen resultaat

0

22.015

22.015

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De lagere omzet moederdepartement ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023

ad. € -79,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • het gemelde in de Kamerbrief van 17 maart over het Basiskwaliteitsniveau, waarbij benodigd budget in lijn is gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. (€ -274,6 miljoen);

  • uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 171,1 miljoen);

  • programmamiddelen voor de planstudie Stikstof (€ 5,9 miljoen);

  • apparaatsmiddelen voor capaciteit Beheer en Onderhoud (€ 5,6 miljoen);

  • bijdrage van RWS aan Min. IenW ten behoeve van het programma Vernieuwing SAP (€ -6 miljoen);

  • het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen,

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 8,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 7,0 miljoen)

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken.

De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting toenemen met € 88.8 miljoen tot € 1.199,0 miljoen ultimo 2023 (ultimo 2022 € 1.110,2 miljoen). De verwachte toename van de NUTW is daarmee beperkter dan eerder gemeld in de eerste suppletoire begroting 2023 (€ 261,8 miljoen). In lijn met de afspraken rondom het basiskwaliteitsniveau van de netwerken in beheer van RWS (Kamerbrief 17 maart), is het benodigd budget voor de periode 2023-2030 in lijn gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. Daarbij is rekening gehouden met een NUTW inzet van € 100,0 miljoen per jaar in 2026 ‒ 2030 (totaal € 500,0 miljoen).

De balanspost zorgt er voor dat de middelen die dit jaar niet kunnen worden ingezet, beschikbaar blijven voor beheer en onderhoud in 2024 en latere jaren voor het uitvoeren van de SLA afspraken.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.

De hogere kosten eigen personeel ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 54,6 miljoen zijn met name het gevolg van gemaakte afspraken in de CAO Rijk 2022-2024. Hierin zijn afspraken gemaakt over verlofuren in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) voor het personeel. Het opsparen van deze verlofuren zorgt voor toename van de personeelskosten (€ 40 miljoen). Daarnaast wordt deze toename met name veroorzaakt door toegenomen capaciteit van RWS als gevolg van Strategisch Capaciteit Management (SCM) (24 FTE), beleidsondersteuning en advisering (BOA) (11 FTE), Werving en selectie voor Min. IenW (11 FTE), Programma Vrachtwagenheffing (9,5 FTE), Wet Open Overheid (8,2 FTE) en Verkeersbegeleiding Kanaal Gent Terneuzen (7,5 FTE).

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten.

De hogere materiële kosten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 13,8 miljoen zijn met name het gevolg van prijsstijgingen.

Externe productkosten

In de prognose van de Externe productkosten is rekening gehouden met de overdracht van zes zijobjecten van de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (HLD). Deze overdracht vindt, conform besluit van de Minister op 6 september, plaats in 2023 (€ 41,2 miljoen).

Rentelasten

De verwachte rentelasten zijn ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met name toegenomen als gevolg de investering in een strategische zoutloods.

Overige lasten

Dotaties voorzieningen

De toename van de dotatie is met name het gevolg een dotatie aan de reeds gevormde reorganisatievoorziening als uitkomst van het onderhandelingsresultaat tussen Vakbonden en RWS over de compensatieregeling bij de reorganisatie bij de Rijksrederij. De omvang van de dotatie komt overeen met de schatting van de kosten die verbonden zijn aan de laatst voorgestelde compensatieregeling.

Tabel 25 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

1.500.697

0

1.500.697

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

3.722.774

‒ 49.219

3.673.555

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 3.432.583

‒ 100.716

‒ 3.533.299

2.

Totaal operationele kasstroom

290.191

‒ 149.935

140.256

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 48.808

‒ 6.650

‒ 55.458

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 48.808

‒ 6.650

‒ 55.458

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

‒ 19.309

0

‒ 19.309

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

8.500

0

8.500

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 16.044

43

‒ 16.001

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

46.368

‒ 2.238

44.130

4.

Totaal financieringskasstroom

19.515

‒ 2.195

17.320

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

1.761.595

‒ 158.780

1.602.815

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De lagere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -49,2 miljoen worden met name veroorzaakt door de lagere ontvangsten van het moederdepartement. Voor meer toelichting wordt verwezen naar de post Omzet moederdepartement in het exploitatieoverzicht.

De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -100,7 miljoen is met name het gevolg van doorberekening van prijsstijgingen op uitvoering van werkzaamheden en de overdracht van zes zijobjecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Voor meer toelichting wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen onder de posten personele-, materiële- en externe productkosten.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

De hogere investeringen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 6,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aankoop van een strategische zoutloods.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

Het totaal aan investeringen is hoger. Daartegenover staat een lager beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -2,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de investeringen anders zijn verdeeld dan in 2022 was ingeschat. Op basis van de inschatting uit 2022 worden financieringsmogelijkheden uit de leenfaciliteit vastgezet. Gedurende 2023 is gebleken dat in enkele asset categorieën meer is geïnvesteerd en in andere minder dan verwacht. Dit verklaart waarom de investeringen hoger zijn, terwijl het beroep op de leenfaciliteit achterblijft.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut

Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI tweede Suppletoire begroting 2023 (Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

- Omzet

107.487

‒ 4.225

103.262

waarvan omzet moederdepartement

75.127

‒ 4.725

70.402

waarvan omzet overige departementen

3.596

‒ 200

3.396

waarvan omzet derden

28.764

700

29.464

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

107.487

‒ 4.225

103.262

    

Lasten

   

Apparaatskosten

84.033

‒ 1.122

82.911

- Personele kosten

54.298

190

54.488

waarvan eigen personeel

47.763

‒ 1.300

46.463

waarvan inhuur externen

6.435

1.550

7.985

waarvan overige personele kosten

100

‒ 60

40

- Materiële kosten

29.735

‒ 1.311

28.424

waarvan apparaat ICT

12.439

‒ 791

11.648

waarvan bijdrage aan SSO's

5.552

311

5.863

waarvan overige materiële kosten

11.744

‒ 831

10.913

Rentelasten

0

95

95

Afschrijvingskosten

2.041

‒ 228

1.811

- Materieel

1.915

‒ 213

1.700

waarvan apparaat ICT

133

‒ 58

75

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

1.781

‒ 156

1.625

- Immaterieel

126

‒ 15

111

Overige lasten

21.888

‒ 1.916

19.972

waarvan aardobservatie

21.888

‒ 1.961

19.927

waarvan dotaties voorzieningen

0

45

45

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

107.962

‒ 3.170

104.790

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 475

‒ 1.055

‒ 1.528

Agentschapsdeel Vpb-lasten

25

0

25

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De daling komt door achterblijven strategische projecten (€ -3,7 miljoen), lagere baten EUMETSAT (€ -1,9 miljoen), lagere baten voor het KNMI-Instrumenten fonds O&W (€ -1,0 miljoen), lagere baten RWS (€ -0,3 miljoen), overboeking van middelen voor Werving en selectie naar RWS (€ -0,3 miljoen) en enkele kleinere posten (€ -0,2 miljoen). Strategische projecten en het KNMI-Instrumenten fonds O&W blijven met name achter omdat het vullen van vacatures van deze specialistische rollen lastiger is dan verwacht in de huidige markt. Aan de andere kant zijn de baten gestegen door toevoegen van middelen voor loon- en prijsbijstelling (€ 2,7 miljoen).

Omzet overige departementen

Lagere omzet EZK ((€ 0,2) doordat er minder uren zijn gemaakt.

Omzet derden

De hogere baten komen met name door extra subsidieopbrengsten (€ 1,8 miljoen). Daartegenover staan lagere opbrengsten voor luchtvaart (€ -0,5 miljoen), licenties (€ -0,4 miljoen) en overige zaken (€ -0,2 miljoen).

Lasten

Personele kosten

Ondanks de stijging van de loonkosten volgens de cao is er door een lagere bezetting dan begroot een daling van de loonkosten (€ -2,4 miljoen). De lagere bezetting wordt veroorzaakt door moeite met aantrekken en behouden van personeel. Met name door de stijging van de ontvangen uren IKB in de nieuwe cao is het aantal openstaande verlofuren sterk gestegen. Dit maakt een ophoging van de reservering openstaande verlofuren van € 1,1 miljoen noodzakelijk. De inhuurkosten stijgen (€ 1,6 miljoen) doordat werving vast personeel moeizaam loopt. Om toch voortgang te boeken wordt extra ingehuurd. Dit speelt zowel voor de uitbreiding personeel voor strategische projecten als voor reguliere activiteiten.

Materiele kosten

Er is vooral sprake van onderschrijdingen op de kosten door vertragingen. Met name bij de ingebruikname van de nieuwe supercomputer op IJsland (€ -0,5 miljoen door langere testperiode) en het Masterplan De Bilt (€ -0,5 miljoen doordat leeghalen van archieven langer duurt dan verwacht). De overige € -0,3 miljoen wordt veroorzaakt door overige projecten en activiteiten.

Afschrijvingskosten

Prognose lager door lange doorlooptijden inkoopproces en achterblijven beschikbare capaciteit voor investeringen voor vervanging meetapparatuur (zichtmeters € -0,2 miljoen en lidar (soort radar gebaseerd op laserlicht) € -0,1 miljoen)

Overige lasten

Onderschrijding komt door teruggave overschotten EUMETSAT (€ 1,5 miljoen) en lagere contributies EUMETSAT (€ 0,5 miljoen). De overschotten worden door KNMI gesaldeerd met de contributies waardoor de realisatie op de contributies lager uitvalt.

Resultaat

Het verlies wordt vooral veroorzaakt door een ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,1 miljoen). Daarnaast worden er extra kosten gemaakt (€ 0,4 miljoen) voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, voor de Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en voor het programma Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening). Hier staan geen opbrengsten tegenover (maar wel een directe vermogensstorting).

Tabel 27 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

8.496

 

8.496

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.644

‒ 833

1.811

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 3.721

 

‒ 3.721

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 1.077

‒ 833

‒ 1.910

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 3.780

760

‒ 3.020

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 3.780

760

‒ 3.020

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

   
 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

1.170

939

2.109

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 2.056

 

‒ 2.056

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

3.780

‒ 760

3.020

4.

Totaal financieringskasstroom

2.894

179

3.073

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

6.533

106

6.639

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom daalt met € 0,8 miljoen. Oorzaken zijn een stijging van het begrote verlies van € 0,6 miljoen en een daling van de afschrijvingskosten met € 0,2 miljoen.

Investeringskasstroom

Een aantal investeringen loopt vertraging op door lange doorlooptijd inkoopproces (aanbesteding) en capaciteitsproblemen. Dit betreft de aanschaf van software voor luchtvaartinformatie systemen (€ 0,5 miljoen), het vervangen van het grondstation voor radio- en ozonsondes (€ 0,2 miljoen) en de aanschaf van handregenmeters voor vrijwillige neerslagmeters (€ 0,2 miljoen). Daarnaast zijn investeringen voor de aanschaf elektrische auto’s (€ 0,2 miljoen) en de argo floats (€ 0,1 miljoen) geannuleerd. Aan de andere kant is een aanschaf gedaan van een UV-lidar voor het Ruisdael project welke was voorzien voor 2022 (€ -0,5 miljoen).

Financieringskasstroom

Omdat er alleen wordt geleend voor gerealiseerde uitgaven neemt het beroep op de leenfaciliteit net als de investeringen af met € 0,8 miljoen. Daarnaast is voor de ontvangen bijdragen voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening) een storting moederdepartement toegevoegd van € 0,9 miljoen.

Naar boven