25 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te geven voor het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag:

  • -aan de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op maandag 2 december 2019 van 14.30 tot 18.00 uur over het begrotingsonderdeel Emancipatie;

  • -aan de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat op maandag 16 december 2019 van 10.30 tot 15.00 uur over de initiatiefnota Luchtvaart op de rails (35266);

  • -aan de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat op maandag 16 december van 14.30 tot 18.00 uur over de initiatiefnota Mededinging in de digitale economie (35134);

  • -aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op maandag 20 januari 2020 van 13.00 tot 17.00 uur over de initiatiefnota Het ziekenhuis dichtbij voor iedereen (35227);

  • -aan de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op maandag 10 februari 2020 van 13.30 tot 17.30 uur over de initiatiefnota Vrij zijn om niet te geloven (35264).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het voorstel van rijkswet Goedkeuring van de op 14 december 2017 te New York aanvaarde wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2018, 74 en Trb. 2018, 200) (35258-(R2130)).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor de volgende debatten van de agenda af te voeren:

  • -over zorgaanbieders die patiënten cadeaus aanbieden;

  • -over de afspraken tussen het OM, de politie en de media over publicaties over ernstige strafzaken;

  • -over het bericht dat de verblijfplaats van de opdrachtgever van de moord op IKON-journalisten is ontdekt;

  • -over fraude met de dividendbelasting;

  • -over de Emancipatiemonitor 2018;

  • -over het investeringsklimaat voor ondernemers in schone energie;

  • -over het effect van het namen en shamen van bedrijven die de arbeidsregels overtreden;

  • -over de kwaliteit van waterbronnen in Nederland;

  • -over vaderschap in Nederland.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 33037-340; 25295-53; 31936-567; 31936-549.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hoorden de ouders en kinderen van de 16e Montessorischool in Amsterdam-Zuidoost dat de school dichtgaat vanwege het lerarentekort. In reactie daarop liet D66 weten dat er structureel geld moet komen om het lerarentekort te bestrijden. De minister-president gaat in gesprek met de bonden over dat lerarentekort, maar wilde eerder nog geen structureel geld toezeggen. Ik vraag daarom een debat met de minister-president, zodat hij niet met lege handen naar het onderwijsveld toe gaat.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voorzitter. Volgens mij worden hier twee dingen aan elkaar geknoopt. In eerste instantie hebben we een brief gekregen over het eerste onderdeel waar de heer Asscher over spreekt. Die brief is heel duidelijk, dus dat hoeven we daar niet aan te koppelen. Ten tweede: het onderwijsveld weet waar ze voor moeten werken, hoe ze afspraken kunnen maken met bonden. Daarna is er wellicht ruimte, dus geen steun.

De heer Kwint (SP):

Volgens mij weet het onderwijsveld helemaal niet waar ze voor moeten werken. Er is namelijk nog geen cao, maar dat gaan we nog wel een keer uitleggen. Ik ben het eens met de heer Asscher. Het lijkt me alleen verstandig ... Laten we Rutte uitnodigen. Volgende week hebben we het debat Leraren. Volgens mij is dat de snelste manier om het daarover te hebben. Wat mij betreft doen we meteen diezelfde avond een VAO erachteraan, zodat we op dat moment meteen weten met welke boodschap de minister-president naar de bonden kan. Wat ons betreft is het duidelijk: die loonkloof moet dicht.

De voorzitter:

Maar steunt u nou een verzoek voor een apart debat?

De heer Kwint (SP):

Ik zou zeggen: laten we Rutte naar het AO halen. Dat is het snelst.

De voorzitter:

Dus niet.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Steun, voorzitter.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Het was misschien goed geweest als de minister-president zich al bij het vorige kabinet met deze problematiek bemoeid had, maar dat heeft hij niet gedaan. Ik steun de inzet van de heer Kwint. Althans, ik steun niet de aanwezigheid van de minister-president, maar wel het onderbrengen van dit punt bij het AO.

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Volgende week praten we inderdaad de hele middag over leraren. Het is een prima idee om daar de minister-president bij te halen. Geen steun voor een apart debat hierover, vanwege volgende week dus.

De voorzitter:

Oké. Geen steun van GroenLinks.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik maak mij lichtelijk ongerust, want ik ben het eens met al deze linkse vrienden.

De voorzitter:

Er gaat iets niet goed, bedoelt u?

De heer Bisschop (SGP):

Dan kijk ik altijd mezelf even in de spiegel aan van: doe ik het goed?

De voorzitter:

Oké. Dus geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, als ik het dan eens ben met de SGP, dan moet u zich helemaal zorgen gaan maken.

De voorzitter:

Ja, dat klopt. Wat gaat u doen?

De heer Kuzu (DENK):

Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Kwint, maar dan met de minister-president bij het debat. Geen steun.

De voorzitter:

Dat regelen jullie dan via de commissie.

De heer Rog (CDA):

Dag, voorzitter.

De voorzitter:

Hallo.

De heer Rog (CDA):

Net als alle linkse partijen geef ik geen steun aan een apart debat. Meneer Asscher heeft al met de minister-president tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen gediscussieerd over het lerarentekort. De Kamercommissie gaat het debat volgende week voeren en wat mij betreft, hoeft de minister-president daar niet bij aanwezig te zijn.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Oké. Meneer Asscher, u heeft geen meerderheid voor het houden van een apart debat, maar er wordt wel voorgesteld om bij het algemeen overleg over het lerarentekort dit onderwerp te betrekken.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter, mag ik u dan verzoeken daarvoor de minister-president uit te nodigen?

De voorzitter:

Dat gaat ...

De heer Asscher (PvdA):

Hij is heel goed in staat te wegen of hij daar wel of niet gehoor aan geeft. Mag ik u ook verzoeken om rekening te houden met een VAO voor 16 oktober, wanneer de minister-president met de bonden hierover praat? Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. In commissieverband wordt dan bepaald wie wordt uitgenodigd en wie dan komt.

Dan ga ik naar mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Nieuwe kansen. De voorzitter van het ABP ziet mogelijkheden om van pensioenkortingen af te komen. Wij zouden daar graag een brief en een debat over willen.

De voorzitter:

Wie hierover? De heer Van der Linde namens de VVD.

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter, wij hebben over twee weken een algemeen overleg over pensioenonderwerpen en we hebben de minister al met huiswerk weggestuurd. Het lijkt me op dit moment overbodig om dan ook nog een brief of een debat te vragen.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Dit is een actueel en gigantisch groot probleem. Ik steun het verzoek om een debat, maar ik wil wel aan de aanvraagster van het debat vragen om óf te vragen om dit debat binnen twee weken in te plannen, óf zich aan te sluiten bij het algemeen overleg of bij het debat dat op nummer 1 staat op ons lijstje met dertigledendebatten. Voor mij is namelijk snelheid het belangrijkste, en niet wie nou precies het debat heeft aangevraagd.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dit kunnen wij volgens mij het snelst bespreken bij een AO. Mocht er een ander debat snel komen, dan kunnen we het ook daar behandelen.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, daar sluit ook ik mij bij aan. Dit kan sneller in een AO. En overigens zou het fijn zijn geweest als het ABP het renterisico had afgedekt. Dan had het fonds er nu beter voorgestaan, zoals bijvoorbeeld het pensioenfonds in de bouw.

De heer Slootweg (CDA):

Dit is een belangrijk onderwerp. Wij denken dat de snelheid het meest gebaat is bij bespreking van dit onderwerp bij het AO over pensioenen.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter. Het is heel goed dat de fondsen gaan meedenken over hoe we die kortingen die dreigen, kunnen afwenden. Ik zou graag voor het AO en het herfstreces een brief willen van de minister, en ik ben ervoor om het ook dan te bespreken. Dan zijn we het snelst.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Steun.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij volledig aan bij de PvdA: bespreken bij het AO met een brief.

De heer Bisschop (SGP):

Ik ben het eens met die lijn om het aan te laten sluiten bij een gepland AO.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, onderbrengen bij het AO, geen steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Brenk, u heeft geen steun voor een meerderheidsdebat.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, er is in ieder geval wel steun voor de brief.

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik hoop dat die zo snel mogelijk kan komen.

De voorzitter:

Ja. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen donderdag zagen we bij ZEMBLA dat er onder het mom van natuurverbetering accu's, asbest, arseen en andere giftige stoffen worden gestort in natuurplassen. Er loopt een onderzoek naar de milieueffecten, maar de betreffende onderzoeker geeft zelf aan dat we eigenlijk direct moeten stoppen. Daarom wil ik graag een debat met de staatssecretaris van IenW. En ik wil ook graag een brief waarin zij reageert op de uitzending, en vooral ook op de oproep om direct te stoppen met storten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ook wij zijn geschrokken van deze uitzending. Wij willen heel graag snel die brief en het betrekken bij de begroting IenW. Dat is de eerstvolgende mogelijkheid om dit debat te voeren wat ons betreft.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Wij hebben hier natuurlijk al eerder over gedebatteerd. Ik denk dat we allemaal niet willen wat daar nu gebeurt, maar het is ook best een technisch onderwerp. Dus ik wil het debat niet steunen, maar zal in de procedurevergadering morgen een aanvraag doen voor een schriftelijk overleg, omdat de uitzending heel veel vragen bij mij heeft opgeroepen.

De heer Ziengs (VVD):

Mevrouw Van Eijs maakt een heel terecht punt. Het is een heel belangrijk punt dat de heer Wassenberg inbrengt, maar morgen willen wij bij de procedurevergadering een schriftelijk overleg aanvragen.

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Dat eerdere debat is op verzoek van de SP geweest. De regels zijn eind vorig jaar aangescherpt, maar toch blijft het een puinhoop. Daarom steun voor het verzoek, maar ik zal er zelf ook aandacht aan besteden tijdens de begroting. Ik zou dan ook willen dat de brief die net is aangevraagd, voor de begroting binnen is. Maar wel steun voor het debat.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Belangrijk onderwerp. Heel zorgelijk. Graag een brief voor de begroting van IenW. Dat hebben we over twee weken. Dan kunnen we het daar direct behandelen.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, steun.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Het is natuurlijk heel zorgelijk maar wij willen eerst een brief, want daarover kunnen we dan een schriftelijk overleg voeren; we moeten eerst een stuk hebben. Dus graag zo snel mogelijk een brief en daarover een schriftelijk overleg.

De heer Bisschop (SGP):

Alleen steun voor een brief en daarna een schriftelijk overleg.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag hebben wij al aangekondigd dat dit zou komen, dus wat ons betreft is het een heel belangrijk punt, maar wij zullen het ook bij de begroting gaan behandelen. Dus wat ons betreft zo snel mogelijk een brief, maar zeker ook steun.

De heer Van Aalst (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

Nou, meneer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik blijf nog even staan, voorzitter. Het is jammer dat partijen zeggen: belangrijk punt, maar daarom geven wij geen steun. Maar ik heb nog een tweede verzoek. Daarom blijf ik nog even staan.

De voorzitter:

Maar eerst stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het tweede verzoek, inderdaad.

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn tweede verzoek, voorzitter. De Nederlandse overheid weet al tien jaar lang dat veel Nederlandse kustvissers structureel de wet overtreden door met veel meer motorvermogen te varen dan eigenlijk mag. Ze benadelen daardoor andere vissers en brengen heel veel schade toe aan de zeebodem. De opeenvolgende verantwoordelijke ministers stonden erbij en keken ernaar. Ook deze minister deed niets met de signalen. Die fraude heeft te lang geduurd. Ik wil een debat daarover met de minister van LNV en ik wil ook een brief waarin de minister ingaat op de fraude en vooral uitlegt waarom ze niet reageerde op een EU-rapport over die fraude.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. We kunnen zo langzamerhand wel elke week een debat houden over het niet handhaven door de NVWA, dus laten we dat maar doen. Steun.

De voorzitter:

O, oké.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Geen steun.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Als kwajongens rondrijden op opgevoerde scooters, dan worden ze vervolgd, maar als de motorvermogens van vissersboten worden opgevoerd, dan wordt er jarenlang niet gehandhaafd. Dus steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik wil graag een brief daarover. Dan kunnen we dat koppelen aan een AO Visserij.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter. Belangrijk onderwerp, maar dit kan bij het AO Visserij ook prima besproken worden. Dank u wel.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Ook van GroenLinks geen steun, want wij denken dat het bij het debat over visserij sneller plaatsvindt en het is een urgente kwestie.

De heer Weverling (VVD):

Ik onderschrijf dat, dus AO Visserij en voorafgegaan door een brief.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter. Nu geen steun voor het debat, maar het is uiteraard zorgelijk dat de cowboys het weer verpesten voor de rest.

De voorzitter:

Oké. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel, meneer Wassenberg.

Dan ga ik naar mevrouw Kuiken namens de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. We leven in een open en vrije samenleving. Als er haat gepredikt wordt, als er tegen die samenleving gepredikt wordt, en als de jeugd wordt aangeraden om geen hulp en zorg te zoeken op het moment dat dat nodig is, dan hebben we met elkaar een probleem. Dat blijkt uit een rapport. Dat rapport gaat over een moskee in Utrecht die zich daarmee bezighoudt. Ik had een debat aangevraagd, maar ik ga het, met uw welbevinden, voorzitter, net wat anders doen. Ik zou willen dat er een reactie van het kabinet op dit rapport komt, en dat we die kunnen toevoegen aan het debat dat al gepland staat over het salafisme, met drie ministers.

De voorzitter:

Maar heel even, mevrouw Kuiken. Wat vraagt u precies?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik wil een reactie van het kabinet.

De voorzitter:

Dat moet via de commissie.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het gaat over een plenair debat dat gepland staat. Mijn verzoek aan de leden van de Kamer is of wij dat rapport daaraan toe kunnen voegen.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Kuiken, het staat gepland over twee of drie weken. Dat moet echt via de commissie, want anders wordt de regeling gewoon een soort procedurevergadering van de commissie. Tenzij het debat morgen plaatsvindt; dan laten we toe dat voorafgaand aan een debat alsnog om een brief wordt gevraagd. Maar niet ruim van tevoren. Het spijt me.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter?

De voorzitter:

Nee. Ik kijk eerst naar mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik ga nu niet flauw doen door te zeggen: dan vraag ik alsnog een debat aan en dan komen we tot een minder leuke oplossing. Ik had bij mijn collega's geïnformeerd naar wat ze willen en wat er mogelijk is, en dit was mijn oplossing. U wilt het niet; dan doe ik het niet. Dan ga ik door naar mijn volgende verzoek, dat gaat over het VAO Politie.

De voorzitter:

Dat lijkt me heel goed. Dank u wel, mevrouw Kuiken.

Dan gaan we door met uw tweede verzoek, uitstel van het VAO.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik hoop dat dat hier mag. Het gaat om een verslag algemeen overleg over de politie dat ik heb aangevraagd. Dat had ik voor het weekend moeten doen, maar dat heb ik niet gedaan. Mede op verzoek van de collega van GroenLinks en gelet op een algemeen overleg dat volgende week gepland staat, verzoek ik dit VAO uit te stellen. Ik vraag om steun.

De voorzitter:

Heeft iemand bezwaar tegen uitstel van het VAO?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Fijn, dank u!

De voorzitter:

Ik ben blij dat u in ieder geval het afwijzen van het eerste verzoek sportief hebt opgevat. U lacht er gelukkig om, hè, mevrouw Kuiken. Dank u wel.

Dan ga ik naar de heer Edgar Mulder namens de PVV.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het is absurd om over kortingen op pensioenen te praten met 1.500 miljard aan pensioenvermogen. Zoals we al hoorden uit de aanvraag van collega Van Brenk slaan nu ook de pensioenfondsen alarm, en zelfs de ex-president van De Nederlandsche Bank, de heer Nout Wellink, wil betere rekenregels. Het is dus tijd om de gepensioneerden te helpen. Wat wil het geval? Er staat op nummer 1 een dertigledendebat over pensioenfondsen. Ik zou daar graag een meerderheidsdebat van maken. Tijd dus voor een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Dat debat is afgevoerd, meneer Mulder.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dan is het nog beter dat ik hier sta, want dan willen we gewoon een meerderheidsdebat over de kortingen, terwijl we een pensioenvermogen van 1.500 miljard hebben.

De voorzitter:

Oké. Dus een debat met de minister over stapelkortingen. Wie hierover?

De heer Van der Linde (VVD):

Voorzitter. Zo'n debat hebben we volgens mij vorige maand gevoerd en toen hebben we de minister weggestuurd met huiswerk, terwijl we over twee weken nog een algemeen overleg hebben. Dus dit lijkt me niet zo nodig.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Ik had inderdaad vanmorgen ook gezien dat er een dertigledendebat op nummer 1 stond. Buiten dat lijkt het me een heel goed idee om op heel korte termijn zo'n debat te organiseren met de minister. We hebben een algemeen overleg, maar ik steun het verzoek om een meerderheidsdebat op zo kort mogelijke termijn.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben over twee weken een algemeen overleg. Laten we het daarbij betrekken.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Slootweg (CDA):

Ik volg de heer Smeulders. Geen steun.

De voorzitter:

En wie volgt u, meneer Van Weyenberg?

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik volg de heer Slootweg in het volgen van de heer Smeulders.

De heer Kuzu (DENK):

Ik volg de heer Van Weyenberg, maar verder ga ik niet.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik weiger de heer Van Weyenberg te volgen. Dat is gewoon principieel. Ik steun het verzoek, maar er staat ook een toezegging van de minister over die stapelkortingen. Dat zou hij nog toelichten. Dat moet voor het AO Pensioenen, maar het is altijd goed om te debatteren over 8 miljoen mensen die gekort gaan worden.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dit kan naar het AO.

De heer Bisschop (SGP):

Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Meneer Mulder, ik zie dat u gewoon even makkelijk bij iedereen langsloopt en aan de wandel bent. Dank u wel.

Dan ga ik nu naar de heer Van Ojik namens GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Ik doe graag een vooraankondiging van een VSO, donderdag te houden inclusief stemmingen, voorafgaand aan de JBZ-Raad van begin volgende week.

De voorzitter:

Daar gaan we rekening mee houden, tenminste in de planning. Dank u wel.

Mevrouw Belhaj namens D66.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Gisteren hebben we mogen vernemen dat de commissie-Pechtold tot een advies is gekomen over het beschermen van ons Nederlands cultureel erfgoed. Ik zou graag een debat willen met de minister over dat rapport.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

De heer El Yassini (VVD):

Voorzitter. Als ik het goed begrijp verzoekt een D66-Kamerlid om een debat over een uitspraak van een oud-fractievoorzitter van D66, die de minister van Onderwijs van D66 op de vingers tikt. Voor dat D66-feestje ga ik niet liggen, dus: steun.

Mevrouw Geluk-Poortvliet (CDA):

Steun voor het debat.

De heer Bisschop (SGP):

Steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik vroeg me nu juist af of we het parlement en het Nederlandse volk moeten belasten met deze D66-ruzie. In die zin dus geen steun.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Dat erfgoed is van ons allemaal, waar je ook woont in Nederland. Dus moeten we het er met z'n allen over hebben. Ik steun het verzoek.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Van harte steun, voorzitter.

De voorzitter:

Dan heeft u een meerderheid, mevrouw Belhaj. Het debat zullen we dan op de lijst zetten.

De heer Hijink namens de SP.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag konden wij in Nieuwsuur zien hoe ouders, artsen en heel veel anderen worstelen met het ondraaglijke en uitzichtloze lijden van kinderen, die helaas overlijden en voor wie er op dit moment geen mogelijkheid tot euthanasie is. Die mogelijkheid is er wel voor volwassenen, die mogelijkheid is er ook voor kinderen die ouder zijn dan 12 jaar en die mogelijkheid is er voor zuigelingen, dus baby's, die 1 jaar of jonger zijn. Ik zou graag een debat willen over de vraag wat we gaan doen voor deze groep, die nu eigenlijk op geen enkele manier toegang heeft tot de euthanasiewetgeving.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dit is een verdrietig onderwerp. Wij willen graag de reactie, die morgen bij de procedurevergadering wordt gevraagd van de minister, betrekken bij een algemeen overleg over medische ethiek.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik wil net zo graag als de heer Hijink een debat voeren over dit belangrijke onderwerp, maar niet dan nadat we de inzet van het kabinet kennen. Ik sluit me dus aan bij mevrouw Agema.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Zulke heel lastige onderwerpen hebben zorgvuldigheid en even wat tijd nodig, dus ik ondersteun de opmerking dat we eerst even de reactie van het kabinet moeten afwachten voordat we kunnen overwegen wat we dan doen qua debat. Dus geen steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik deel wat vorige sprekers hebben gezegd. Het is een ongelofelijk gevoelig en complex onderwerp. Daar moeten we niet te snel mee zijn. We moeten eerst afwachten wat de reactie van het kabinet is en dan kijken hoe we daarmee verdergaan.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter, mag ik heel even inbreken? Ik heb niet "snel" of zo gezegd. Meerdere collega's doen nu alsof dit morgen ingepland moet worden. Ik vind het juist heel goed dat er eerst een reactie komt van de regering, maar ik wil in afwachting van die reactie alvast hier een debat aanvragen, zodat we het er wel over gaan hebben en we dit niet pas eind volgend jaar een keer op de agenda hebben. Het hoeft voor mij dus niet volgende week maar wel ergens dit jaar, nadat we een reactie van de minister hebben gekregen.

De voorzitter:

Vaak wordt een debat aangevraagd en eerst de reactie afgewacht. Maar het kan ook zo zijn dat eerst de reactie komt en jullie daarna als commissie zeggen: wij willen het plenair behandelen. Dat is ook een mogelijkheid.

De heer Bisschop (SGP):

Die laatste lijn die u schetst, lijkt ons de beste. Laten we eerst de reactie van het kabinet afwachten en dan kan het via de procedurevergadering gewoon in procedure gebracht worden.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Ik heb voor de procedurevergadering van morgen als rondvraagpunt aangemeld dat we heel graag op redelijke termijn een reactie van het kabinet zien. Dit onderzoek is al een hele tijd geleden gevraagd. Ouders en artsen wachten. Ik ben het dus eens met de heer Hijink dat we echt binnen een redelijke termijn, en niet pas volgend jaar, een reactie van het kabinet moeten willen hebben. Als die er is, vind ik het onderwerp belangrijk genoeg voor een plenair debat.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter. Daar wil ik me graag bij aansluiten, maar ik wil het wel steunen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit tere onderwerp moet stap voor stap behandeld worden, dus ik wacht nu eerst op de brief van de minister.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter, steun voor de lijn van Hijink en Ploumen: snel maar wel zorgvuldig, en een plenair debat.

De voorzitter:

Dat is een hele andere lijn, hoor. Dat geeft helemaal niet.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Misschien zag ik dan iets anders opbloeien, maar ik heb begrepen dat er een plenair debat wordt gehouden over een brief en dat het niet te lang moet duren voordat die brief er is.

De voorzitter:

Ook niet, maar het geeft helemaal niet.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ook wij zien graag eerst een schriftelijke reactie. We beslissen later over de wijze van debatteren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Het lijkt me goed als het kabinet niet al te lang wacht met het formuleren van zijn visie.

De voorzitter:

Meneer Hijink, u heeft geen meerderheid, maar er is wel een meerderheid om het in commissieverband te bespreken nadat de kabinetsreactie binnen is gekomen. En natuurlijk, als de hele commissie zegt "dit is voor ons zo belangrijk om het plenair te behandelen", dan houden we daar rekening mee in de planning, zoals we weleens eerder hebben gedaan met andere medisch-ethische kwesties. Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan ga ik naar de heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, naar aanleiding van het rapport dat gisteren is verschenen van Meld Islamofobie. U moet zich voorstellen dat 91 van de 100 bevraagde moslims aangeeft directe persoonlijke ervaringen te hebben met een islamafobisch klimaat en dat 74% aangeeft zich in de afgelopen vijf jaar minder veilig te zijn gaan voelen. Daarom heb ik het volgende verzoek. Op de lijst van dertigledendebatten staat volgens mij als nummer 21 een debat van de heer Azarkan ...

De voorzitter:

Nummer 20.

De heer Kuzu (DENK):

... over het islamofobe sentiment in Nederland. Ik wil verzoeken om daar een meerderheidsdebat van te maken. Dat is één. Het tweede is dat ik het kabinet wil verzoeken om met een reactie te komen op het rapport dat gisteren is verschenen. Dat kan wat mij betreft binnen afzienbare tijd geagendeerd te worden. Dat is naar uw oordeel, voorzitter. Ik doe dit verzoek mede namens collega Kuiken van de PvdA.

De voorzitter:

Oké. En de heer Azarkan is het ermee eens?

De heer Kuzu (DENK):

Hij zit in Helsinki, maar hij heeft me laten weten dat hij het ermee eens is.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Het verzoek is om het bestaande debat om te zetten in een meerderheidsdebat.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter, geen steun.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ook van mij geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het kan toch ook gewoon in dat dertigledendebat, zou ik zeggen. Dus geen steun.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Steun, voorzitter.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Ik denk ook dat het in dat debat kan, maar ik vind het wel goed om een reactie van het kabinet op het rapport te vragen. Als we die hebben, kunnen we besluiten of er meer nodig is. Dus geen steun op dit moment voor een apart debat, een meerderheidsdebat.

De heer Paternotte (D66):

Of het nu gaat om antisemitisme, moslimdiscriminatie of hatecrimes, het is allemaal onacceptabel en hoort niet in Nederland thuis. Het lijkt ons ook goed om een breed debat over discriminatie te gaan voeren, bij voorkeur niet alleen over dit rapport. We willen dit debat best steunen. We zien ook dat er geen meerderheid is, dus ik kan me voorstellen dat we later een voorstel doen voor een breed debat over discriminatie in Nederland.

De voorzitter:

Dus voorlopig niet. Begrijp ik dat goed? Ja. Ik zie u staan, mevrouw Ploumen, maar dit verzoek is mede namens mevrouw Kuiken. En zij is ook van de PvdA.

De heer Van Gerven (SP):

Steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, steun. Maar ik denk dat er een misverstand is. Volgens mij zei D66: voorlopig wel. Ik wil me graag aansluiten bij de opmerking ...

De voorzitter:

O, voorlopig wel? Oké.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil mij graag aansluiten bij de opmerking dat het misschien nog verstandiger is als het een breder debat over discriminatie wordt.

De voorzitter:

Dan nog heeft u geen meerderheid, meneer Kuzu.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Wanneer het gaat om een breed debat over discriminatie, is DENK natuurlijk altijd bereid om dat aan te vragen. Helaas geen steun. Als ik één opmerking mag maken ...

De voorzitter:

Nou, het ligt eraan wat voor opmerking. Niet uitlokken.

De heer Kuzu (DENK):

Nou, dan ga ik het niet doen.

De voorzitter:

Oké, heel goed.

De heer Kuzu (DENK):

Ik twitter het wel.

De voorzitter:

Nee! Nee, nee, nee. Het is goed. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Gerven namens de SP. Waar is de heer Van Gerven? De woordvoerders staan al bij de interruptiemicrofoons, zie ik. Ik weet niet wat u gaat vragen, meneer Van Gerven, maar ze hebben al een antwoord.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. U weet het: de SP, flexibel als altijd, is overal te vinden. Ik wil een debat aanvragen met de minister voor Medische Zorg over het bizarre feit dat de ziekenhuiscombinatie Treant 500 ontslagen heeft voorgesteld, nadat zij eerst afdelingen heeft gesloten. Nu zeggen zij: er komen minder patiënten en daarom moeten er 500 banen uit. Dat moet stoppen. Er staat al een dertigledendebat op de agenda over Stadskanaal en Hoogeveen, dus ook over de organisatie Treant. Dat staat al vrij hoog op de agenda. Ik wilde vragen om daar dan een meerderheidsdebat van te maken en dat in te plannen.

De voorzitter:

Het gaat dus om het omzetten van een bestaand debat in een meerderheidsdebat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Ik ben recentelijk nog in Hoogeveen geweest en ik heb best wel wat vragen over het hele besluitvormingsproces. Ik wil meneer Van Gerven dus graag steunen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, natuurlijk steunen wij dit verzoek, maar het heeft weinig zin als dit debat pas volgend jaar plaatsvindt. Ik denk dus dat er ook een voorstel moet komen om het op korte termijn te doen, rondom het herfstreces, want anders schuiven we dit ook weer op de lange baan.

De voorzitter:

Helder.

De heer Raemakers (D66):

Voorzitter, om de reden die mevrouw Agema noemt, wilde ik dit debatverzoek eigenlijk niet steunen, omdat we bij de begroting en bij allerlei algemeen overleggen kans hebben om daar veel sneller over te spreken. Er moet namelijk wel nieuw perspectief voor deze medewerkers komen. Maar als het voorstel is om een paar debatten samen te voegen, zou ik willen zeggen: kom morgen even terug met welke debatten dat dan precies zijn en wanneer die ingepland kunnen worden. Dat is misschien handiger. Dus nu nog even geen steun, want wij willen het ook snel bespreken.

De voorzitter:

Oké.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik volg de praktische insteek van de heer Raemakers.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter, daar kan ik mij bij aansluiten.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, steun.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Steun voor de heer Van Gerven.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de lijn van de heer Raemakers. Dus geen steun voor dit debat.

De voorzitter:

Mevrouw Ploumen? Of bent u al geweest?

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Als het dubbel telt, wil ik nog wel een keer ...

De voorzitter:

Nee, nee, doe maar niet.

De heer Van Gerven (SP):

Namens mevrouw Kuiken!

De heer Öztürk (DENK):

Steun.

De voorzitter:

Dan heeft u geen meerderheid, meneer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter, als ik nog even mag aanvullen ...

De voorzitter:

Dat ligt eraan. Ook voor u geldt: geen uitspraken over anderen en standpunten. Dat komt allemaal in het debat.

De heer Van Gerven (SP):

Dat dertigledendebat staat al heel lang gepland. Het staat hoog op de lijst. Ik steun dus de mensen die zeggen dat het snel moet worden ingepland. Ik vraag de voorzitter om daarnaar te kijken.

De voorzitter:

Ja. Oké.

De heer Van Gerven (SP):

Ik begrijp dat er, als het snel kan worden ingepland, wel een meerderheid voor is.

De voorzitter:

Nee, dan komt u terug en dan vraagt u opnieuw om steun. U moet daar geen conclusie uit trekken.

De heer Van Gerven (SP):

Ik denk dat D66 dat wel zo gesteld heeft: dat als u het snel inplant ...

De voorzitter:

Nee, daar moet u geen conclusies aan verbinden. Het klopt dat het dertigledendebat hoog op de lijst staat, maar er is geen steun voor een meerderheidsdebat. Dank u wel.

Dat was het, volgens mij. Nee! Ik had eerst mevrouw Bromet en daarna mevrouw Ellemeet op mijn lijst staan, en het is de heer Van der Lee geworden. De heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Inderdaad wilde ik namens collega Bromet graag morgen een brief ontvangen van de minister, met het oog op de ingeplande behandeling van de begroting van LNV volgende week, over het tijdstip waarop de reactie komt van het kabinet op het rapport-Remkes en de aanpak van de stikstofcrisis. We hebben vernomen dat het eigenlijk vrijdag in de ministerraad zou komen, maar dat lijkt nu niet meer het geval. We moeten weten wanneer het wel komt, met het oog op een goede voorbereiding.

De voorzitter:

Iedereen is het daarmee eens? Het heeft geen meerderheid nodig. Mevrouw Ouwehand heeft iets toe te voegen aan het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb eigenlijk een verzoek. Vindt GroenLinks dat we de behandeling van de begroting van LNV dan moeten verschuiven als het besluit niet op tijd komt?

De voorzitter:

Nee, nee, nee! Nee, mevrouw Ouwehand.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik denk dat we even moeten wachten op de brief. Dan kunnen we daar opnieuw even over nadenken.

De voorzitter:

Dat is prima.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor de brief, hoor, daar niet van.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daarmee zijn we ook aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

Naar boven