30 Europese top van 28 en 29 juni 2018

Aan de orde is het debat over de Europese top van 28 en 29 juni 2018.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de Europese top van 28 en 29 juni 2018. Ik heet de minister-president van harte welkom en geef de heer Van Ojik namens GroenLinks het woord.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Nu ben ik wéér de eerste spreker. Ben ik nou zo snel of zijn zij nou zo langzaam, zou je je afvragen. We gaan het in dit debat net als vorige week ongetwijfeld uitgebreid over migratie hebben. Maar terwijl wij dat doen, en terwijl de Europese leiders dat komend weekend ongetwijfeld ook zullen doen, draait de wereld natuurlijk gewoon door. In de geannoteerde agenda lees ik dat eigenlijk nog niet precies bekend is welke buitenlandpolitieke onderwerpen er in de Raad besproken zullen gaan worden. Daarover gaat meteen mijn eerste vraag aan de minister-president. Er is zoveel aan de hand; we hoeven alleen maar te denken aan de relatie met de Verenigde Staten, met de opzegging van het klimaatakkoord en de Irandeal, de G7 die als een rokende puinhoop is achtergelaten, de opening naar Noord-Korea, de handelsoorlog, en de inmenging in de binnenlandse politiek van belangrijke Europese lidstaten via ambassadeurs en tweets en dat soort dingen. Het zou volgens mij heel goed en heel urgent zijn als de Europese regeringsleiders zich op die relatie met de Verenigde Staten zouden bezinnen. Ik ben zeer benieuwd of de minister-president dat met mij eens is en of hij kans ziet om dat te agenderen. Misschien staat dat al wel op de agenda, maar weten we dat nog niet.

Mevrouw de voorzitter. Dan over migratie. Ik zal na mijn opmerkingen over migratie nog iets zeggen over de sociaaleconomische agenda, en daar laat ik het dan bij. Na de informele migratietop was de minister-president een klein beetje voorzichtig iets meer optimistisch, zo las ik in de krant. De ruzie is in elk geval niet groter geworden; zo heb ik dat maar ongeveer geïnterpreteerd. Ik zie aan de lichaamstaal van de minister-president dat dat wel zo ongeveer is hoe we dat moeten zien. Het regent nu plannen. Dat zei de minister-president ook. Ik heb in ieder geval een Frans-Spaans initiatief gezien, waarvan in de krant stond dat het ging om opvang in kampen binnen de EU, en een Italiaans tienpuntenplan, waarvan ik uit de krant begreep dat terugsturen naar het zuiden van Libië daar een onderdeel van is. Er is natuurlijk een plan-Tusk, dat in de conclusies van de Europese Raad is terechtgekomen. Dat gaat over het concept van regionale ontschepingsplatforms. De vraag ligt natuurlijk voor de hand. Heeft Nederland ook een plan? Wat is de lijn of het plan waar Nederland op gaat inzetten? Wat is het plan van de minister-president? Staan we achter een van deze plannen, hebben we een eigen plan of vinden we het allemaal niks? Dat lijkt me voor dit debat heel belangrijk om te weten.

Over de platforms hebben we in het vorige debat natuurlijk al vrij uitgebreid gesproken. Ik heb toen vragen gesteld over de wenselijkheid, het realiteitsgehalte en de juridische houdbaarheid van de plannen. Toen bleek wel dat we over de wenselijkheid ervan in ieder geval sterk van mening verschillen, althans GroenLinks verschilt daarover sterk van mening met een aantal partijen in deze Kamer. Ik wou dat debat eerlijk gezegd niet overdoen. Over het realiteitsgehalte bleef het vorige week nog een beetje vaag. Nu viel me op dat de minister-president na afloop van de top een aantal landen noemde, namelijk Algerije, Marokko, Senegal, Niger, Mali en Nigeria. Dat zijn althans de namen die ik uit de krant heb opgemaakt. Ik zou de minister-president willen vragen: om wat voor afspraken zou het hier moeten gaan? Gaat het over het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers met de nationaliteit van dat land? Gaat het om het overnemen van mensen met een andere nationaliteit die ook zijn uitgeprocedeerd? Of gaat het om het terugsturen van mensen die via dat land in Europa proberen te komen? Ik denk dat het van groot belang is om dat te weten. Dat laatste, terugsturen, doet Algerije nu: het heeft sinds mei vorig jaar 13.000 mensen teruggestuurd naar Niger, zoals wij vernamen via een reportage van de NOS. Zij zijn zomaar gedumpt in de woestijn. Als ze geluk hebben, bereiken ze Assamaka, een heel klein dorpje in het noorden van Niger. Daar hebben ze nog nooit zoiets gezien: duizenden mensen die in de brandende zon, verzwakt door honger en dorst, zomaar uit de bloedhitte van de woestijn komen aanlopen. Ik zou aan de minister-president willen vragen of deze verhalen kloppen. Ik heb begrepen dat de EU heeft gezegd: ja, we zijn daarvan op de hoogte; het is de eigen verantwoordelijkheid van Algerije, behalve als internationale verdragen worden geschonden. Ik durf de stelling wel aan dat dat het geval is. Ik zou de minister-president dus willen vragen of het op de top gaat over dit soort dingen, die toch rechtstreeks te maken hebben met datgene wat wij van die landen vragen.

Ook de extra steun aan de Libische kustwacht staat in de conceptconclusies. Op verzoek van de Europese Commissie is onderzoek gedaan naar het functioneren van de Libische kustwacht. De resultaten daarvan, die deze week onder andere via de Guardian naar buiten kwamen, liegen er niet om. Effecten van de training kunnen niet gemeten worden. Er is geen bewijs dat er aan mensenrechteneducatie wordt gedaan. Er is veel wangedrag geconstateerd van de mensen van de kustwacht. En het beginsel van non-refoulement zou van toepassing moeten zijn vanwege de situatie in Libië zelf. Dat zijn een paar conclusies uit dit op verzoek van de Europese Commissie verrichte onderzoek. Ik hoor graag van de minister-president of hij het onderzoek kent en welke conclusies hij daaruit trekt.

Ik zie dat ik alweer moet opschieten. Ik wil ten slotte, zoals ik had aangekondigd, nog iets zeggen over datgene wat de laatste tijd weer "de Frans-Duitse motor" is gaan heten. Die motor is eigenlijk aangeslagen. In de verklaring van Schloss Meseberg — ik hoop dat ik het goed uitspreek — presenteren beide landen veel initiatieven, van een Europese veiligheidsraad tot innovatie. Nederland heeft meteen — althans, dat heb ik ook in de media gelezen — een "Doctor No"-brief geschreven namens de tegenstanders van het eurozonebudget. Waarom heeft de Nederlandse regering niet ook aangegeven waar ze wél voor is? Het lijkt me verstandig om niet alleen nee te zeggen, maar ook ja te zeggen tegen dingen die je omarmt.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dank u wel? Ik zie nog wat tijd op mijn metertje staan, maar de heer Verhoeven zegt dat ik dat verkeerd zie.

De voorzitter:

Het was een mooie afronding van uw betoog.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als de heer Verhoeven dat zegt en als ook u dat zegt, dan moet het wel waar zijn.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan ga ik naar de heer Van Rooijen namens 50PLUS.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Ik wil mijn bijdrage toespitsen op de financiële zaken die binnen de eurotop zullen worden besproken, maar eerst zeg ik kort iets over migratie. Bij sommige politici en in sommige media zie je een soort gretigheid ontstaan als het binnen de Europese Unie spannend wordt. Daarbij valt al snel het woord "crisis". Sommigen zien meteen de toekomst van de Unie ernstig in gevaar komen. Wie kan dat beter beoordelen dan de man die er middenin zit? Daarom de vraag aan de minister-president of de Europese Unie in een crisis zit en of de toekomst van de Unie daadwerkelijk in gevaar is.

Tijdens het ingelaste debat van vorige week over migratie is duidelijk geworden dat de grote meerderheid van deze Kamer voorstander is van het creëren van opvangmogelijkheden voor vluchtelingen buiten de Europese Unie. Volgens de premier is er nog niet met de landen overlegd. Als dit tijdens de top wordt afgesproken, rijst dus de vraag wanneer die gesprekken gevoerd gaan worden en door wie. Kan de premier uitleggen waarom hij heeft gesuggereerd dat groepjes landen die gesprekken voor hun rekening nemen in plaats van de Unie als geheel?

Voorzitter. Ook vanwege de tijdsbeperking kom ik nu bij de eurotop. Ik moet het volgende zeggen over de zaken die daar aan de orde zullen komen. Mevrouw Merkel en Emmanuel Macron hebben het dringende advies van 50PLUS niet opgevolgd. Dat advies luidde kort gezegd als volgt: onderhandel over de prijskaartjes, maar bouw geen transferunie waar we door de kat, de hond en de rest van de dierenwinkel gebeten worden. Maar dat gebeurt nu wel. Voor crisisachtervang, desnoods zelfs voor het saneren van staatsschulden, hebben we al een Europees stabilisatiemechanisme, dat straks misschien "EMF" gaat heten. Voor convergentie-investeringen hebben we al de cohesiefondsen, heel grote fondsen van de EU-begroting. Het versterken van deze instrumenten is bespreekbaar. Dan had men eerlijk en oprecht moeten vragen om een hoger Meerjarig Financieel Kader voor de komende periode, van 2021 tot 2027. Dat had de Commissie moeten doen. Wij zijn daar overigens niet voor, maar de Commissie had dat eigenlijk moeten doen.

Wij kunnen niet akkoord gaan met een aparte eurozonebegroting simpelweg omdat dat een nieuwe, volstrekt overbodige laag van dynamiek en complexiteit toevoegt aan een Unie die juist veel efficiënter moet worden. Graag de bevestiging van de minister-president dat dit kabinet — de minister van Financiën zei dit vorige week ook — tegen een aparte eurobegroting is en blijft. Ik weet uiteraard dat de EU en de eurozone niet hetzelfde zijn. Maar de beperkte consequenties daarvan moet je neerleggen bij de landen die zelf hebben gekozen voor een opt-out, niet bij de landen die wel in de eurozone zitten. Mijn fractie hoopt ook dat de premier hier wil uitspreken dat we geen tweede Uniebegroting weggeven omdat de Fransen en de Duitsers nog iets van ons tegoed zouden hebben vanuit de onderhandelingen over de bankenunie van een paar weken geleden. Ik heb dat hier eerder diverse keren aan de orde gesteld. Daar hebben ze wat mijn fractie betreft absoluut geen recht op.

Ik kom op de bankenunie. We hadden uiteraard liever gezien dat er geen publieke achtervang nodig zou zijn voor het bankenfonds SRF. Met het kabinetsstandpunt dat leningen aan het SRF door de sector zelf moeten worden terugbetaald en vooral ook dat er sprake moet zijn van verdere bewezen risicoreductie tussen nu en 2023, wordt gehoor gegeven aan de zorgen die onder andere bij mijn partij leven. Maar de bankenunie is een enorm bouwwerk. De grote vraag is of er voldoende risicoreductie kan worden bewerkstelligd voordat reservefondsen, achtervangen en haircuts om de hoek komen kijken. Dat zijn ook transfers. Kan de minister-president mij op dit punt geruststellen dat er ook echt kwantitatief gekeken wordt naar de vereiste risicoreductie in relatie tot de gewenste risicodeling in de komende periode? Bankenresolutie en depositogarantie op Europees niveau kennen mogelijk grote voordelen — we zullen zien — maar zonder aantoonbare risicoreductie zal mijn partij afhaken.

Een ander belangrijk punt in dit verband is de risicoweging van staatsobligaties op de bankbalansen. De motie van 50PLUS hierover is recent gelukkig aangenomen, wat aangeeft dat deze zorg breed wordt gedeeld. Ook hier schuilt een enorm risico, dat echt eerst aan de orde moet komen alvorens wij onze handtekening zetten onder het delen van risico's met bepaalde, niet nader te noemen landen en banken. Het kabinet wil gelukkig dat op politiek niveau wordt gesproken over een adequate risicoweging voor deze enorme balanspost. Italiaanse staatsobligaties — daar gaat het natuurlijk vooral over — zijn niet veiliger dan Nederlandse hypotheken. Doen alsof dat wel zo is, heeft iets weg van het dansen op een vulkaan.

Ik kom heel kort op de uitbreiding van de Unie. Wat is gezien de eerdere terughoudende uitspraken op dit moment het standpunt over Macedonië? Kan dat land wat het kabinet betreft wel aanschuiven aan de onderhandelingstafel?

Tot slot, voorzitter. Nederland krijgt via de landenspecifieke aanbevelingen wederom de aanbeveling van de Europese Commissie om ervoor te zorgen "dat de tweede pijler van het pensioenstelsel transparanter, intergenerationeel eerlijker en schokbestendiger wordt". Ik vraag onze regering op welke manier zij deze aanbeveling zou willen interpreteren en op welke wijze zij deze aanbeveling wil meenemen in onze nationale discussie over de stelselherziening.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het moge duidelijk zijn dat 50PLUS de aanbeveling op zichzelf al niet erg kan waarderen. Wij zijn daar gewoon ronduit tegen. Handen af van het sociale pensioenstelsel!

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Keurig op tijd, voorzitter.

De voorzitter:

Nou, min zeven ...

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Vijf seconden.

De voorzitter:

Zeven.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat is veel meer!

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Asscher namens de PvdA.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Zeker zijn dat we mensen in nood helpen en de verzorgingsstaat beschermen: dat is de opdracht die voor ons ligt. "Humaan en beheersbaar", zei Bram van Ojik in het debat vorige week. Dat is geen eenvoudige opdracht. Die is ook heel urgent. Wij geloven dat bepaalde principes daarbij uitgangspunt moeten zijn. Ik heb dat geschetst. Het betekent: meer hulp voor opvang in de regio — wil je daar echt in investeren? — alsook grip op de aantallen mensen die hiernaartoe komen, het terugsturen van mensen die geen recht hebben op asiel en het serieuzer werk maken van het aanpakken van de grondoorzaken van migratie. Wij geloven dat je dat alleen maar op een goede manier kunt doen door in Europa samen te werken.

Ik wil de premier een compliment maken voor de energie die hij erin steekt om te proberen een Europese oplossing te bereiken. Dat is belangrijk. Dat is in het belang van Nederland. Tegelijkertijd moeten we constateren dat het heel moeilijk is. We zien noord tegenover zuid, we zien landen met geografische pech en we zien oost tegenover west. Daar is dus een doorbraak nodig. Het klemt temeer omdat er tot nu toe niet wordt gesproken met de landen waarmee afspraken gemaakt moeten worden, zoals Tunesië. Die hebben aangegeven daar vooralsnog niet enthousiast over te zijn. Het klemt ook omdat we, als we verantwoordelijkheid willen nemen voor opvang in de regio, ook de ogen niet kunnen sluiten voor wat bijvoorbeeld in de woestijn in Algerije gebeurt; Van Ojik haalde dat aan. Afspraken met derde landen moeten met zich meebrengen dat we, conform de normen die we hier hebben, conform de verdragen en conform de bescherming van mensenrechten op Europees niveau, mensen bescherming bieden. Anders is het simpelweg bij de grens ophouden met kijken.

We hebben ook allerlei stoere uitspraken gehoord vanuit met name Oost-Europa, waar men zegt hier geen boodschap aan te hebben. Ik denk dat daar een passend antwoord op moet worden gegeven. Het is ook tijd om de premier te vragen om in Europees verband te kijken hoe we de suggestie van Macron en Sánchez om te gaan korten, versneld kunnen inzetten, en te kijken of er geen sprake moet zijn van een kopgroep van landen die zich realiseren dat Europa meer is dan een cafetaria en dat open grenzen niet kunnen als je de buitengrens niet bewaakt, maar ook niet als je niet solidair bent bij de opdracht om kwetsbare mensen bescherming te bieden, die Europa óók heeft. Want dat staat voor ons als een paal boven water. Europa zal mensen altijd bescherming moeten bieden op dit continent, weliswaar op een gereguleerde manier. Ik wil graag van de premier horen welke concrete stappen hij voor ogen heeft om zo'n kopgroep te vormen.

Dan de Mesebergovereenkomst. Daar zien we dat de keuze voor de strategie van Hoekstra en de neezeggers weliswaar tot een remmende kracht kan leiden, maar we dan toch minder invloed kunnen hebben. Daar waar de premier in het migratiedebat zegt dat hij juist in het Nederlandse belang vooruitgang wil, zien we hier vooral remmen. Dat is jammer, want in een Europa dat beschermt, moet veel meer gebeuren aan het tegengaan van belastingontwijking, de race to the bottom. We spreken vanavond over de dividendbelasting en de steen die Nederland wil bijdragen aan het uithollen van belastingbetaling door bedrijven, maar er is een motie aangenomen die de regering oproept om zo'n race to the bottom tegen te gaan.

Ten tweede noem ik concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen landen en werknemers. Dat is een ongelofelijk belangrijk thema. In mijn ogen is het een van de oorzaken van de onvrede over Europa die heeft geleid tot de brexit. Dat leeft ook hier en in heel veel andere landen. Ik vraag de premier dus om niet alleen van een afstand te kijken naar de Frans-Duitse as en te zeggen waar we allemaal tegen zijn, maar ook te formuleren waar Nederland voor is. We hebben daarmee ongelofelijk veel te winnen en, belangrijker, ook Europese burgers hebben daar heel veel bij te winnen.

Toch is het eerste thema dat ik aansneed nog groter. Dat gaat echt over wie we zijn in Europa en welke waarden we nastreven. Ik denk dat het winst is dat er in het migratiedebat niet alleen meer wordt gezegd wat de ander verkeerd doet, maar dat we op zoek gaan naar oplossingen die de beheersbaarheid terugbrengen en het humane vooropstellen. Op dat punt wens ik de premier niet alleen veel succes, maar hoop ik ook dat we erin slagen om een antwoord te vinden dat Europa waardig is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. En zo te zien kan het ook in kortere spreektijden dan wordt aangegeven.

Dan ga ik naar de heer Voordewind namens de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Het mag duidelijk zijn dat het onderwerp nog even actueel is als vorige week en zelfs nog actueler, want we hebben gehoord dat de boot Lifeline inmiddels ronddobbert in de stormen van de Middellandse Zee en dat Malta alweer te kennen heeft gegeven de boot niet te laten aanmeren. Europa moet dus wel een besluit nemen in het komende weekend. Wij hebben in het vorige debat, maar ook de keren daarvoor, uitdrukkelijk gezegd dat we niet uitsluiten dat er migratiedeals gemaakt moeten worden. Tegelijkertijd hebben we gezegd dat die gepaard moeten gaan met twee dingen. Ze moeten voldoen aan internationale verdragen, het Vluchtelingenverdrag, en ze moeten gepaard gaan met die broodnodige resettlement. Want als er dan geselecteerd wordt en er een onderscheid gemaakt wordt, dan moeten Nederland en Europa ook bereid zijn om een eerlijke herverdeling over Europa toe te staan. Kan de minister-president nogmaals bevestigen dat als er deals komen, die deals voldoen aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag?

De premier heeft vorige week nog gezegd dat er niet één concreet plan was en er op dat moment niet werd gesproken met een concreet land. We zijn een week verder en horen allerlei plannen. De heer Van Ojik heeft er een aantal opgesomd. Er zijn ook ideeën om concreet met landen uit Noord-Afrika te gaan praten.

Voorzitter. Inmiddels sluit Italië wel zijn grenzen of zijn havens. Er moeten dus snel concrete resultaten worden geboekt. Wat vindt de minister-president nu van het idee om in groepjes of koppels te gaan praten met Noord-Afrikaanse landen? Vindt hij dat een goed idee? Is dat onvermijdbaar? Voorheen heeft hij gezegd: laten we bij elkaar blijven want er moet uiteindelijk toch een gemeenschappelijk plan komen. Hoe kijkt hij nu tegen die koppeltjes aan?

Voorzitter. Zoals ik al gezegd heb, moet er een oplossing komen met betrekking tot de huidige urgentie. Er zullen meer boten komen die richting Italië willen. Wat gaan we nu met die boten doen als Italië ze blijft weigeren? Hebben we een plan B? Gaan we ze doorsturen naar Spanje? Gaan we ze daar selecteren en herverdelen over Europa? De komende dagen moeten duidelijkheid geven, anders vallen er nog meer slachtoffers dan voorheen.

Voorzitter. Hoe kijkt de minister-president aan tegen het Franse en Spaanse voorstel om landen die niet meewerken, financieel te laten boeten? In de plannen van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader staat dat de structuurfondsen gebruikt kunnen worden om de opvang in Europa te financieren. Heeft dat nog steeds de steun van de minister-president? Wordt dat voorstel dit weekend ook besproken? Gaat de minister-president dat ondersteunen? Er moeten wel financiële vooruitzichten zijn en er moet een oplossing komen voor die herverdeling.

Dan ga ik naar het volgende onderwerp, voorzitter, tenzij u zegt dat er een interruptie is.

De voorzitter:

Interruptie! De heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb een verduidelijkende vraag aan de heer Voordewind. Over de asielprocedure buiten Europa heb ik hier een interessante brief van de commissie-Meijers. Dat zijn deskundigen op het gebied van vluchtelingenrecht. Daarin staat dat je eigenlijk vier varianten hebt. Het kan door de VN gedaan worden. Het kan door een derde land gedaan worden. Het kan door de EU gedaan worden of het kan door lidstaten gedaan worden. Kunt u aangeven wat de voorkeur heeft van de ChristenUnie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De vier coalitiepartijen hebben in het regeerakkoord met elkaar afgesproken dat een derde veilig land dat wordt aangewezen, materieel moet voldoen aan het Vluchtelingenverdrag. Dat betekent dat er een asielprocedure beschikbaar moet zijn, dat er veilige opvang moet zijn en dat er toegang tot onderwijs en zorg moet zijn. Onder die condities willen we met het kabinet meedenken en kijken of we tot opvang in die Noord-Afrikaanse landen kunnen komen, gekoppeld aan resettlement richting Europa voor de vluchtelingen, zoals ik net ook zei.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat begrijp ik. Maar moet ik het dan zo verstaan dat het voor u niet doorslaggevend is wie precies die procedure doet, de VN, de lidstaten of de EU? Zegt u eerder dat het aan die voorwaarden moet voldoen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat is het kader dat wij het kabinet hebben meegegeven. Daar zullen we de migratieovereenkomst op beoordelen.

Dan ga ik verder met twee andere onderwerpen. Het eerste gaat over defensie, het defensiefonds. In het nieuwe Meerjarig Financieel Kader worden er grote bedragen uitgetrokken voor het Europese Defensiefonds. Worden de kleinere Nederlandse bedrijven door dit fonds niet teruggebracht tot toeleveranciers van de grote Duitse en Franse industrieën, vraag ik de minister-president. Hoe verhoudt dit fonds zich tot het Nederlandse besluit om meer gebruik te maken van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waardoor er toch meer voorkeur gegeven zou moeten worden aan de Nederlandse industrie? Daarmee kunnen we ook strategische nationale belangen laten meewegen voor onze eigen defensie-industrie. Graag hoor ik daar een reactie op.

Dan de Balkenende-unie — zou ik bijna zeggen — maar het is de bankenunie. Ik weet niet of die eerste ook bestaat. Wat betreft de verdere stappen in de Europese Monetaire Unie steunen we de inzet van het kabinet. We hebben wel zorgen over een aantal van die plannen. Hoe beziet de minister-president de voorgestelde versnelling in het voltooien van de bankenunie? Hoe onacceptabel vindt de premier het idee van Macron, en nu ook Merkel, om de eigen begroting voor de eurolanden in te gaan richten? Hoe kansrijk is Nederlands verzet hiertegen?

Ten slotte, voorzitter, de MH17. Het is goed dat daar aandacht voor is en dat Nederland de Europese Raad weer heeft gevraagd om Rusland op te roepen om zijn verantwoordelijkheid te nemen en mee te werken aan het onderzoek naar het neerhalen van de vlucht MH17. Het is ook goed dat daar breed steun voor is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bisschop namens de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met mijn waardering uit te spreken voor de inzet van het kabinet zoals die verwoord is in de geannoteerde agenda, maar ook in een aantal recente speeches van de premier, bijvoorbeeld tegen de voorgestelde uitgave van 1,3% van het bnp en tegen symbolen als het Europese leger. Ook met de opmerkingen van de premier over de noodzaak van blijvende samenwerking met de VS, niet alleen vanwege veiligheid maar ook vanwege gedeelde waarden, is de SGP het roerend eens.

In de voorliggende agenda roepen een paar punten wel wat vragen op. Als eerste punt wil ik de migratie aan de orde stellen. Dat is een van de meest pregnante kwesties op tafel. De SGP steunt het onderzoeken van mogelijkheden voor opvang en beoordeling van migranten buiten de grenzen van Europa. Daarbij tekenen we wel aan dat het, bij alle helderheid en duidelijkheid die bij dit beleid noodzakelijk is, van wezenlijk belang is dat medemenselijkheid — Bijbels zou je zeggen: naastenliefde — een fundamenteel uitgangspunt is en blijft. Dat betekent in de praktijk: een gedegen Europees toezicht op een humane uitvoering van de afspraken met derde landen en, inderdaad, ook dat echte vluchtelingen onderdak moeten kunnen blijven krijgen in Europa. Graag hoor ik van de premier een reflectie op het aspect van medemenselijkheid in de voorstellen die tijdens de Europese minitop zijn gedaan en die straks opnieuw voorliggen.

Het lijkt er helaas op dat de EU er nog niet uitkomt. Er wordt daarom bepleit dat het ontbreken van solidariteit financiële consequenties moet hebben en dat landen eigen grenscontroles moeten kunnen invoeren. Dat zou een realistisch perspectief kunnen zijn. Ik hoor graag een overweging van de premier over wat dit straks betekent voor de Schengenzone en concreet voor Nederland.

Voorzitter. Het beschermen van de rechtsstaat is een belangrijk gegeven. Vaak worden dan in één adem Polen en Hongarije genoemd. Wat ons betreft moeten we vooral in dialoog blijven over de soevereiniteit en eigenheid van lidstaten. Daarom verdient een dialoog met en tussen lidstaten volgens de SGP principieel de voorkeur boven juridische procedures. In dat verband een vraag aan het kabinet: kan de premier de steun toelichten voor artikel 7-procedures door de Commissie? Waarom zouden dergelijke procedures noodzakelijk dan wel effectief zijn?

Voorzitter. Over het Meerjarig Financieel Kader willen wij duidelijk zijn: wij willen geen verdere verhoging, conform een motie die in april is aangenomen. Die motie verzoekt de regering zich ervoor in te zetten dat het Meerjarig Financieel Kader krimpt en te voorkomen dat Nederland in belangrijke mate gaat bijdragen aan het dichten van het financieringsgat als gevolg van de brexit. Het is goed dat dit de inzet van het kabinet is. Ik onderstreep dat nog maar eens. Mijn vraag aan de premier heeft betrekking op zijn opmerking in het Europees Parlement dat het MFK voor 70% wordt besteed aan wat hij "prioriteiten van gisteren" noemde, waarop je moet besparen om geld vrij te maken voor andere zaken. Kan de premier toelichten wat hij ziet als de prioriteiten van gisteren en wat hij dan ziet als de prioriteiten van morgen, waarvoor geld vrijgemaakt moet worden?

Voorzitter, tot slot de EMU. Volgens ons is het grootste probleem van de EMU niet zozeer dat de taart groter gemaakt moet worden, dus dat de euro een groter bereik moet krijgen. Het grootste probleem is de fundamentele en structurele ongelijkheid tussen lidstaten, die hervormingen en veranderingen in nationale economieën zeer onwaarschijnlijk maakt. We stuiten op een constructiefout van de EU, zoals we die ook in onze initiatiefnota over de toekomst van Europa hebben genoemd. We constateren dat de economieën niet convergeren, zoals eigenlijk verondersteld was, maar dat ze divergeren. Dat vereist een andere aanpak. Wij constateren dat de Europese Commissie er in haar voorstellen voortdurend op gericht is om desondanks de reikwijdte van de euro te vergroten. Dat geeft toch enige zorg. Onze vraag is dan ook: hoe blijft de Kamer betrokken bij de besluitvorming rondom een bankenunie en de bijbehorende miljardentransfers alvorens op EU-niveau onomkeerbare stappen worden gezet?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Maeijer namens de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Terwijl het de Kamer af en toe wat moeite kost om de premier hiernaartoe te krijgen voor het vragenuur, gaf hij wel thuis in Straatsburg, waar hij zowaar voor de leden van het Europees Parlement een visie op de toekomst van de Europese Unie uiteenzette; althans, voor degenen die aanwezig waren. De minister-president trok geen volle zalen, maar ik kan u geruststellen, minister-president: dat lag niet aan u. Zo ziet de gemiddelde opkomst er op een doorsnee-EP-dag zo ongeveer uit. Je zou dus denken dat het EP die 73 Britse zetels na de brexit makkelijk kan missen, maar niets is minder waar.

De hoeveelheid lege stoelen zei echter niets over het enthousiasme waarmee de inbreng van premier Rutte in het Europees Parlement werd verwelkomd. De staande ovatie die de minister-president na afloop kreeg van Guy Verhofstadt zei genoeg over de inhoud van zijn speech. Ik denk dat premier Rutte die staande ovatie hier vanmiddag wel kan vergeten, als het aan mij ligt in ieder geval. Want sprekend als premier van Nederland sprak hij in ieder geval niet namens de Partij voor de Vrijheid. Een sollicitatiespeech: zo werd zijn spreekbeurt genoemd. De premier ontkent in alle toonaarden. Het was in ieder geval een vurig pleidooi voor en een teken van volledige toewijding aan het Europese project.

Voorzitter. Ik kan natuurlijk van alles noemen van wat de premier heeft gezegd, maar vooral belangrijk is wat hij niet heeft gezegd. Geen woord over dat het EP eens moet stoppen met al die bemoeienis, over dat Nederland een lagere afdracht eist en over het stoppen van de facilitering van de islamisering van Europa. De premier bejubelde de democratische waarden die Europa verbinden, maar vergat te zeggen dat het diezelfde EU is waardoor ze onder druk staan: door het importeren van de islam, het faciliteren van terreur en het negeren van de uitslagen van referenda.

Het is ook hypocrisie ten top dat het Europees Parlement gisteren een rapport heeft aangenomen waarin Hongarije de maat wordt genomen, met steun van het CDA en onder aanvoering van mevrouw Sargentini van GroenLinks, die een onderzoek heeft gedaan waarvan de uitkomst natuurlijk al vaststond, want landen die niet buigen voor Brusselse dictaten, moeten natuurlijk gestraft worden. Een soeverein land met een democratisch gekozen regering kan straks mogelijk zijn stemrecht verliezen in de Raad, wat de EU-elite natuurlijk wel goed zou uitkomen, aangezien Hongarije een van de weinige voorstanders is van een streng immigratiebeleid. Ondertussen is Turkije nog wel kandidaat-lidstaat en maakt Brussel nog steeds belastinggeld over richting de dictatuur van Erdogan. Graag een reactie van de premier op dit rapport.

Voorzitter. Premier Rutte had het Europees Parlement, dat moord en brand schreeuwt om een oplossing voor de migratiecrisis te vinden, ook kunnen vertellen dat het mede aan de basis staat van het over de EU afroepen van de asieltsunami in 2015 en alle gevolgen die we daar nu nog van ondervinden. Jarenlange pleidooien vanuit het EP en de Europese Commissie voor open grenzen en het uitleggen van de rode loper voor iedereen die de EU wist te bereiken, hadden effect. Honderdduizenden mensen kwamen hierheen om beslag te leggen op onze welvaart en met hen kwamen er terroristen om dood en verderf te zaaien. Lidstaten die zich verzetten tegen herverdeling, werden zo ongeveer spreekwoordelijk aan de hoogste boom gehangen.

Het is diezelfde asielcrisis waarvoor premier Rutte afgelopen weekend nog naar een extra top moest. Als we de kranten mogen geloven, is er weer eens kostbare tijd verspild, tijd waarin Nederland zelf de grenzen had kunnen sluiten, zodat we zelf kunnen bepalen wie we binnenlaten en wie niet. Het regende de afgelopen dagen, zoals de premier zelf al zei, voorstellen en statements van politici. De Europese Commissie heeft ook weer een duit in het zakje gedaan, niet alleen door eerst een informele bijeenkomst te beleggen, maar ook door als een olifant in een porseleinkast ook nog eens een voorstel te doen aan de Raad. Wat vindt premier Rutte van de rol die de Europese Commissie hier pakt? Is dit niet weer een voorbeeld van de politieke rol die de Commissie nu juist niet zou moeten hebben?

In het kader van de migratietop heb ik nog een aantal vragen. Welke voorstellen lagen er afgelopen zondag allemaal op tafel? Welke zijn nu van tafel geveegd? Wat is nou de verwachting ten aanzien van de aanstaande top? Wat zal er exact voorliggen? Verwacht de premier het aannemen van conclusies, in lijn met de concept-conclusies die vorige week uitlekten? Of de versie van gisteren? Of is er misschien ook nog een andere variant? Zullen er überhaupt afspraken worden gemaakt of zal er weer alleen worden gepraat? Graag een reactie.

Voorzitter, tot slot. Aanstaande donderdag spreekt de premier weer met zijn collega-regeringsleiders, niet alleen over migratie maar ook over de centen. Officieel gaat het alleen over het tijdspad voor de onderhandelingen over de meerjarenbegroting, maar ik kan me zo voorstellen dat er in de wandelgangen gesproken zal worden over de inhoud. Hoeveel lidstaten, zo vraag ik de premier, streven nou eigenlijk naar een kleinere begroting voor de Europese Unie? Welke afspraken verwacht hij te gaan maken wat betreft de procedure en het tijdspad? Graag een reactie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Maeijer. Dan geef ik nu het woord aan de heer Anne Mulder namens de VVD.

De heer Anne Mulder (VVD):

Voorzitter, dank. Ik zeg het hier heel vaak: de Europese Unie moet de grote grensoverschrijdende problemen oplossen. Migratie is daar een belangrijke van. Dat is bij uitstek een onderwerp waar de Europese Unie moet leveren. Het is ook een van de belangrijkste onderwerpen op de komende top. We hebben daar vorige week ook een debat over gehad.

De VVD wil dat de Europese Unie klaar is voordat er een nieuwe migratiegolf op gang komt. Die migratiestroom naar de Europese Unie en naar Nederland moet onder controle komen, voor ons maar ook voor de mensen die die levensgevaarlijke oversteek maken over de Middellandse Zee en die dat overwegen te doen. Dat betekent onder andere ook het opvangen van migranten in de regio, zoals mijn collega Malik Azmani in het verleden heeft voorgesteld. Gebeurt dat niet, dan lopen we het risico dat mensen hun vertrouwen in de Europese Unie verliezen. Dan lopen we het risico dat de binnengrenzen in Europa dicht moeten. Dat leidt weer tot grote files met vrachtwagens. Dat is niet in het belang van de Europese Unie, maar zeker ook niet in het belang van een handelsland als Nederland.

Afgelopen weekend was er een minitop; collega's hebben het al genoemd. De vraag is wat daar nou op tafel lag. Welke verschillen waren er tussen landen, maar ook binnen landen zelf? Ik kijk bijvoorbeeld naar onze oosterburen. En waar — ik zie de ambassadeur van Hongarije op de tribune — waren de Visegrádlanden? Misschien kan de minister-president daar iets over zeggen. Het belangrijkste is vooral wat de minister verwacht van de komende top en wanneer hij een oplossing, een akkoord verwacht.

Dan de brexit. De politiek in het Verenigd Koninkrijk blijft verdeeld.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik wil niet het debat van vorige week overdoen, maar de heer Mulder zegt nu: "Nou, weet je wat wel een goed idee zou zijn? Opvang in de regio. Dan hoeven ze niet over te steken." Is hij zich ervan bewust dat 90%, 95% van de opvang van de wereldwijde vluchtelingenstroom al in de regio plaatsvindt?

De heer Anne Mulder (VVD):

Daar ben ik me van bewust. En ik dacht: laat ik de gelegenheid nemen om mijn collega Malik Azmani nog eens even te prijzen.

De voorzitter:

Dit debat is uitvoerig gevoerd vorige week.

De heer Anne Mulder (VVD):

Dat weet ik, daarom ...

De voorzitter:

De heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Maar als je zegt "het lijkt me wel een goed idee om vluchtelingen in de regio op te vangen" en je vertelt er niet bij dat 90% al in de regio wordt opgevangen, dan is mijn vraag aan de heer Mulder de volgende. We kunnen over de uiteindelijke oplossing verschillend denken, maar ziet hij ook de risico's — laat ik het dan maar heel voorzichtig formuleren — van het bepleiten dat nog meer, dus 90+%, in de regio wordt opgevangen? Of zegt hij: dat is het ei van Columbus? Of ziet hij dat er risico's zijn vanwege kwetsbaarheid, instabiliteit en al die dingen? Dat is eigenlijk mijn vraag.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik zal niet zeggen dat dat het ei van Columbus is. We moeten veel meer dingen doen, zoals proberen de redenen van migratie aan te pakken. We moeten natuurlijk ook goed kijken — de heer Voordewind zei het al — dat het allemaal onder fatsoenlijke omstandigheden gebeurt. Ik zal dus niet zeggen dat dit het ei van Columbus is, maar het is wel een onderdeel van de oplossing.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Anne Mulder (VVD):

Dan de brexit. Ik zei het al: de Britse politiek is verdeeld, zowel het parlement als het kabinet. Op deze top in juni zou er een doorbraak moeten zijn over de Ierse grens, zodat dat een grens wordt zonder problemen. Dat is niet het geval. Er is ook sinds maart nauwelijks overleg op politiek niveau geweest tussen Barnier, de onderhandelaar van de Commissie, en het Verenigd Koninkrijk. We hebben ook nog steeds geen zogenaamd white paper van de Britten gezien, waarin ze aangeven hoe het Ierse probleem wordt opgelost en hoe de toekomstige relatie er uitziet. Dus de kans van een no-dealscenario wordt steeds groter. "No deal" betekent ook geen transitie. Hoe ziet de premier dit en is de Nederlandse overheid en zijn de Nederlandse bedrijven daar nou op voorbereid? Kan hij daarop ingaan?

Collega Van Rooijen zei al dat we het hier vorige week uitvoerig met de minister van Buitenlandse Zaken hebben gehad over Albanië en Macedonië. Hij is met een aantal boodschappen naar de Raad Algemene Zaken gegaan, het voorportaal van de Europese Raad. Wat is nu de stand van zaken? Hoe staat het met de toetredingsonderhandelingen? Het zijn overigens geen echte onderhandelingen, want het is vooral een toetsing of de landen voldoen aan de criteria.

Er is veel gesproken over de eurozone. We hebben gesproken over een fiscale capaciteit, een aparte eurozonebegroting. Het is helder dat Nederland daar geen voorstander van is. De minister van Financiën heeft een bondgenootschap gevormd met elf andere landen. Complimenten daarvoor! Zo doe je dat: niet alleen iets vinden, maar daar ook bondgenoten bij zoeken. Maar wat ligt er de komende week nu voor? Wat kunnen wij verwachten aan besluiten?

Voorzitter, dan nog twee punten. Het European Intervention Initiative van president Macron gaat over Defensie. Nederland tekent de zogeheten letter of intent, maar lopen we nou niet het risico dat we inspanningen gaan dupliceren, zoals dat netjes heet? Gaan we niet hetzelfde doen als de NAVO en de EU Battlegroups? Kan de minister daarop reageren?

Tot slot, MH17. Collega Voordewind eindigde daar ook mee. Ook wat de VVD betreft is het heel goed als de Europese Raad zijn steun uitspreekt voor het opzoeken en uitleveren van verdachten en voor het bevorderen van de waarheidsvinding richting de Russische Federatie.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Verhoeven namens D66.

De heer Verhoeven (D66):

Ik zie u kijken, voorzitter, maar ik heb echt maar acht minuten nodig. Ik heb net als een dolle zitten schrappen om mijn spreektijd een beetje te beperken! Er zal geen overbodig woord uit mijn mond vloeien tijdens deze inbreng.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat houden we in de gaten!

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter, we zijn al tien seconden bezig.

Het is duidelijk dat de Frans-Duitse as werkt. Na de speeches van Macron duurde het even, maar nu ligt er ook echt iets: een gezamenlijke verklaring met voorstellen op tal van onderwerpen. Dat loopt van migratie tot euro en van klimaat tot Defensie. En Nederland? Nederland zat niet aan tafel, terwijl onze premier zo'n sterke positie heeft in Europa. One of the most powerful players, schreef Politico zelfs recent. En terecht! Het is duidelijk dat onze premier invloed heeft in Europa.

Daarnaast heeft hij, weliswaar sinds kort, ook een visie over waar het heen moet met de Europese Unie. Ik denk daarbij aan zijn speech vorige week in Straatsburg. Hij zei daar: "De EU is niet alleen een markt. Nee, de EU beschermt ons en brengt stabiliteit en veiligheid." Ik citeer nu dus letterlijk uit de speech van de premier. Mooie woorden! Ik had het niet mooier kunnen zeggen. Ik geef deze complimenten niet alleen heel graag maar ik geef ze ook weer niet voor niets. Er hoort namelijk het verzoek bij om die invloed en die visie te gebruiken: niet alleen woorden maar resultaten, niet afwachten maar aan tafel meepraten, niet continu op de rem maar achter het Europese stuur.

Het is mooi dat de leiders van twee belangrijke invloedrijke landen het eens zijn maar een breder draagvlak voor hun voorstellen is natuurlijk nodig. De logische vraag is dan ook: gaat onze premier de plannen van Merkel en Macron steunen? Ik pik er nu even twee voorstellen uit. Het eerste voorstel is dat Duitsland en Frankijk af willen van de veto's als het gaat om het buitenland- en veiligheidsbeleid. Gaat de premier hen hierin steunen? Het tweede voorstel dat ik er even uit wil lichten, is dat Merkel en Macron voorstellen om een EU-strategie te maken voor een compleet klimaatneutraal Europa. Is de premier bereid om Macron en Merkel hierin te volgen? Graag een reactie.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Een korte vraag. Wat vindt u er mooi aan dat Macron en Merkel het eens zijn? Ik denk dat het belangrijker is wat wij ervan vinden. Wat vindt u dan van die deal? Waar leidt dat toe? Wij staan aan de kant als u zo denkt en ze steunt.

De heer Verhoeven (D66):

Nee. De fractie van de heer Van Rooijen en heel veel andere fracties zorgen ervoor dat Nederland aan de kant staat. Maar Nederland staat helemaal niet aan de kant! Nederland heeft een hele invloedrijke positie. Ik heb hier zelfs weleens gesproken van de Frans-Duits-Nederlandse driehoek, in plaats van altijd maar die as vol angst te bezien. Ik vind het een kans dat twee invloedrijke leiders met een positieve, progressieve Europese agenda, die ook nog eens op daadkracht gericht is, elkaar vinden. Ik vind dat we de kans moeten benutten en dat onze premier, die de op vier na meest ervaren of langst zittende regeringsleider is, goed zijn invloed en kennis van alle dossiers moet gebruiken om de zaken verder te brengen, in plaats van steeds maar te zeggen "dit niet, dit niet en dit niet".

De heer Van Rooijen (50PLUS):

50PLUS staat helemaal niet aan de kant. Wij steunen ten volle het kabinet in de opstelling in Brussel. Die is op dit punt volledig tegenover Macron en Merkel, als het over de aparte eurobegroting gaat.

De heer Verhoeven (D66):

Absoluut, en ook volledig tegenover die van D66, mag ik wel zeggen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

U zei dat wij aan de kant staan.

De heer Verhoeven (D66):

Nou, u staat aan de kant, omdat u alleen maar zegt "we willen dit niet, we willen dit niet en we willen dit niet". Ik probeer ervoor te zorgen dat Nederland niet aan de kant staat, maar de invloedrijke positie van de premier als een van de ervaren regeringsleiders gebruikt om een aantal zaken verder te brengen. Dus daar verschillen we heel erg van strategie. Dat is in dit geval niet problematisch, maar het zorgt er wel voor dat 50PLUS een van de partijen is die Nederland aan de kant zet als het gaat om Europese discussies.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

We gaan niet in het algemeen praten. Ik constateer dat D66 het met de opstelling van 50PLUS eens is om de aparte eurobegroting niet te steunen.

De heer Verhoeven (D66):

Nou, dat volgt op geen enkele manier uit alles wat ik gezegd heb, dus ik weet niet hoe u dat dan heeft geconcludeerd. Ik zeg alleen dat Nederland moet proberen zo veel mogelijk invloed aan te wenden in plaats van steeds overal op de rem te stappen. Dat is wat ik gezegd heb.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik kwam even bij het punt van migratie. Deze komende top is natuurlijk ook weer van groot belang voor een Europees antwoord op het asielvraagstuk, waarbij niet slechts de nationale belangen gevolgd moeten worden, maar waarbij samen de verantwoordelijkheid genomen moet worden en waarbij solidariteit getoond moet worden. Afgelopen zondag is natuurlijk in Brussel al vergaderd over migratie en daarvoor ook weer hier in de Kamer. Ik zou aan de premier willen vragen, ook met zijn manier van kijken en wetende wat de waarde van bepaalde dingen is, want dat kan hij beter dan wie dan ook in Nederland duiden, wat dit volgens hem nu heeft opgeleverd. Hoe kijkt hij aan tegen het voorstel van Angela Merkel om desnoods met een kleinere groep landen afspraken te maken over asielbeleid?

Voorzitter. Vorige week debatteerde de Tweede Kamer ook over de voorstellen van president Tusk. Mijn partij heeft nog steeds veel vragen. Waar moeten de zogenaamde buiten-EU-opvanglocaties voor asielzoekers komen en hoe gaan wij als Europa zorgen dat deze dan ook echt veilig zijn en binnen de grenzen van en respecterende het Vluchtelingenverdrag? Gisteren waren er verontrustende berichten uit Algerije — de heer Van Ojik heeft ze ook al genoemd — dat duizenden migranten, waaronder ook zwangere vrouwen en kinderen, door Algerije in de Sahara zijn achtergelaten. Ik neem aan dat de premier zoiets absoluut niet voor ogen heeft. Gaat Europa daadwerkelijk diegenen met een echte vluchtelingenstatus ruimhartig opvangen en naar Europa overbrengen, en daarnaast ook kijken naar legale migratieroutes? Heeft de minister-president inmiddels antwoorden en kan hij de waarborgen waar mijn partij om vraagt, garanderen? Kan hij daar ook op ingaan? Voor zover er ontwikkelingen zijn ten opzichte van het debat van vorige week, want dat hoeven we niet opnieuw te voeren.

Voorzitter. Hoe dan ook is er meer nodig dan een overeenkomst over externe opvang. Nieuwe Europese regels over de asielopvang, de procedure en de herverdeling blijven van groot belang. In de onderhandelingen tussen Raad en Parlement was op drie grote asieldossiers overeenstemming bereikt. Eindelijk vooruitgang, zou je denken. Maar wat blijkt, de lidstaten hebben vorige week besloten toch maar niet die asielwetten aan te nemen en ze voorlopig in de ijskast te zetten, ook al zat de Raad zelf bij die onderhandelingen aan tafel. Het compromis is achteraf toch niet goed genoeg. Ik vind dit echt teleurstellend. Graag een reactie van de premier. Is Nederland bereid om bij nieuwe onderhandelingen zich in te spannen om alsnog tot een werkbaar compromis te komen?

Voorzitter. D66 is wel verheugd met de vooruitgang die wordt geboekt op het terrein van Defensie. Het PESCO-project, waarbij de Europese krijgsmachten permanent en nauwer samenwerken, is een heel goed begin. Mijn hoop is dat deze samenwerking tussen Europese krijgsmachten nog intensiever wordt en dat zij ook verder integreren. Mijn vraag is wel: wat wil de premier nu eigenlijk op dit gebied? Ik heb hem gecomplimenteerd, welgemeend, de afgelopen tijd al, regelmatig, over zijn toenemende mate van visie. Dat is een trend die we hier echt wel mogen vaststellen: er is een toenemende mate van visie bij de premier. Alleen op het gebied van defensiesamenwerking vind ik zijn visie niet zo duidelijk, want vaak zegt hij er eigenlijk niks over. Ik ben toch benieuwd of hij dat nu wel zou willen doen. Graag een reactie.

Voorzitter, ik heb het gevoel dat u wil dat ik mijn tekst eerst afmaak.

De voorzitter:

Het ligt eraan hoe lang u nog nodig denkt te hebben.

De heer Verhoeven (D66):

Nou, voorzitter, ik kan u verblijden: nog anderhalf of misschien twee A4'tjes.

De voorzitter:

Dan ga ik toch naar de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Zijn alle overbodige dingen er wel echt uitgeschrapt?

De heer Verhoeven (D66):

Absoluut! De heer Van Dijk kan ik garanderen dat er van een overbodig woord van mijn kant vandaag geen enkele, maar dan ook geen enkele — ik herhaal: geen enkele — sprake zal zijn.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Geen overbodige vragen hè.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Touché.

De heer Verhoeven (D66):

Dat staat er dan wel tegenover.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Nou moet er ook wat komen.

Ik wilde even terug naar de migratiedeals. De premier is daar druk mee bezig, zoals we overal kunnen lezen. De heer Verhoeven zei net dat het voor zijn partij heel belangrijk is dat als die deals worden gesloten, dit ook moet betekenen dat Nederland zijn fair share neemt, dat er ruimhartig vluchtelingen worden opgenomen in Nederland. Dat is een goed punt. Wat betekent het nou voor de positie van D66 als de premier op een dag met een mogelijke overeenkomst naar ons toekomt en zegt "dit is een overeenkomst", bijvoorbeeld met Tunesië, en daar het punt van die ruimhartige opvang niet in staat? Wat betekent dat dan voor uw positie?

De heer Verhoeven (D66):

Het is echt een als-danvraag. Het is in eerste instantie een interessante vraag die we op dat moment zullen behandelen. Maar dat hangt natuurlijk volledig af van wat er dan ligt. Ik zal er dan in alle duidelijkheid en helderheid op kunnen reageren. Maar om nu vooruit te lopen op iets wat niet gebeurd is, vind ik echt niet waardevol.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is uw goed recht, maar het punt is natuurlijk dat ik met deze vraag beoog dat we niet met voldongen feiten moeten worden geconfronteerd.

De heer Verhoeven (D66):

Eens, eens.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb er ook een motie over ingediend die is aangenomen. De Kamer moet uitvoerig kunnen spreken over zo'n mogelijke deal, in plaats van dat ons iets door de strot wordt geduwd. Ik ben blij dat ik in D66 dus een medestander heb gevonden en dat u ook goed wilt kijken naar die deals en we niet zomaar iets doen waardoor er bijvoorbeeld helemaal niks terechtkomt van het opnemen van vluchtelingen in Nederland. Is dat juist?

De heer Verhoeven (D66):

U bent na de heer Van Rooijen de tweede die probeert iets wat ik gezegd heb op een totaal andere manier uit te leggen. Misschien zou u een fusie kunnen overwegen van uw twee partijen. Maar ik wil uitermate serieus omgaan met het vraagstuk dat de heer Van Dijk hier op tafel legt. Vorige week is dat ook bij monde van mijn fractievoorzitter heel nadrukkelijk naar voren gebracht. We hebben ook de motie-Van Ojik gesteund die heel erg raakt aan datgene wat u nu vraagt. Volgens mij hebben we altijd gezegd, op allerlei momenten in de afgelopen tijd, dat wij vinden dat er een goede asielprocedure moet zijn maar dat je ook rekening moet houden met de vreselijke praktijken die iedereen de afgelopen tijd heeft gezien. Binnen die kaders, die altijd helder zijn geweest, zullen wij heel duidelijk kijken naar elk voorstel waar de premier mee terugkomt. Voldongen feiten die niet voldoen aan vluchtelingenverdragen, menselijkheid en een humane aanpak? Daar zal D66 niet voor zijn. Dat lijkt me ook echt in lijn met de opstelling die we steeds hebben gehad. Meer kan ik er niet over zeggen.

De voorzitter:

Gaat u verder. U was bezig met afronden.

De heer Verhoeven (D66):

Nee, ik was nog niet bezig met afronden, voorzitter. Dat maakt u ervan. U bent nu de derde in rij. Ik zal wel snel door mijn tekst heen gaan.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, de heer Van Rooijen. Volgens mij was dit uw laatste vraag.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Een beetje uitgelokt door de heer Verhoeven. Ik heb natuurlijk geenszins willen zeggen dat hij iets gezegd heeft wat hij niet gezegd heeft. Dan heb ik het verkeerd begrepen, daarvoor excuus. Maar het is niet zo dat wij andere dingen zeggen dan u in het algemeen zegt, meneer Verhoeven. Maar op dit punt heb ik u dan verkeerd begrepen. Dat wilde ik even rechtzetten.

De voorzitter:

Dan tel ik dat niet als interruptie.

De heer Verhoeven (D66):

Ik reken mezelf dat ook aan, als er een misverstand was. Dat was helemaal niet de bedoeling. Het ging mij erom, en volgens mij is dat wel helder want dat is in de afgelopen tijd ook wel gebleken, dat D66 meer geneigd is bepaalde voorstellen te steunen en Nederland ook in die richting te bewegen dan de heer Van Rooijen. Volgens mij is dat zonneklaar.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Verhoeven (D66):

Dat heb ik vooral benadrukt. Excuses voor de misverstanden, voorzitter.

Protectionistische importheffingen. Protectionisme schaadt de vrije handel en werkgelegenheid. Het schaadt onze welvaart die we juist als Nederland vooral aan onze open economie te danken hebben. Deze protectionistische maatregel van Trump schaadt de Nederlandse staalindustrie in het bijzonder. De EU heeft wel teruggeslagen — sinds vorige week zijn er tegenmaatregelen ingesteld — maar er dreigt nu weer nieuw gevaar door Amerikaanse heffingen op buitenlandse auto's. Daar wordt de Duitse auto-industrie door geraakt en dat zal ook weer de Nederlandse industrie raken. Hoe zorgt de premier ervoor dat Trump de Unie niet uit elkaar speelt?

Maar niet alleen als het gaat om importheffingen is het nodig om met één mond te spreken; dat is ook nodig als het gaat om eerlijke belastingregels. In onze digitale economie is een duidelijk Europees standpunt van belang. D66 is voorstander van een aparte Europese digitale taks voor internetgiganten als Google en Facebook. Nu betalen deze multinationals amper belasting. Ik ben dan ook blij dat het kabinet zich in deze discussie constructief opstelt, maar er kan nog wel een tandje bij. Hoe zorgt de premier ervoor dat er op dit dossier meer en grotere stappen gezet worden? Sluit hij zich opnieuw aan bij het doel van het duo Merkel en Macron? Dat is weer zo'n kansrijk voorstel dat echt goed zou zijn. Laten we daar serieus over nadenken en laten we daar als Nederland op bijsturen om tot afspraken te komen in plaats van steeds maar te zeggen: nee, dat moeten we niet doen.

Voorzitter, mijn laatste punt gaat over het Meerjarig Financieel Kader, de Europese begroting die we vanaf 2021 voor zeven jaar gaan afspreken. D66 heeft altijd gezegd: van koeien naar kennis en van kippen naar klimaat. Oftewel, de EU moet flink minderen met de regionale subsidies en de landbouwsubsidies en meer focussen op innovatie, duurzaamheid en veiligheid. Dat staat ook in het regeerakkoord. Dat is prachtig. Kan de premier beamen dat deze verschuiving van gelden, deze herprioritering van belangen, zijn eerste prioriteit is als het aankomt op de onderhandelingen over de begroting?

Het kabinet focust daarnaast op het voorkomen van een verhoging van de Europese begroting. Het wil geen hogere Nederlandse rekening. D66 is het ermee eens dat we zo veel moeten bezuinigen op het cohesiefonds en landbouwsubsidies. Wat ons betreft heeft een verhoogde Nederlandse bijdrage ook niet de voorkeur. We moeten ons wel realiseren dat je op de een of andere manier wel iets zal moeten doen als we meer van Europa vragen terwijl er door de brexit minder geld is. De uitkomst van de onderhandelingen zijn natuurlijk niet te voorspellen, maar D66 wil ook geen valse beloften doen aan de kiezer en sluit dus ook niet uit dat Nederland meer gaat betalen voor belangrijke EU-activiteiten. Bij veel Nederlanders leeft het gevoel dat wij te veel bijdragen aan de Europese begroting, maar dat zal met de huidige Nederlandse inzet nooit worden weggenomen. Sterker nog, dat gevoel wordt alleen maar weer extra gevoed als er iets ligt en het resultaat dan tegenvalt. Een echt eerlijke Europese begroting zullen we pas krijgen als we van de huidige nationale bijdrage afstappen en naar directe Europese financiering gaan, bijvoorbeeld een afdracht op basis van de hoeveelheid niet-gerecycled plastic of op basis van het emissiehandelssysteem zoals de Europese Commissie voorstelt. Mijn laatste vraag is: werkt de premier achter de schermen al met enthousiasme en inspiratie aan het vergaren van steun hiervoor? Ik krijg daar graag een reactie op.

Dank u wel, voorzitter. De rest van de tijd schenk ik aan de Kamerorganisatie. Dat is een donatie.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik begrijp dat je nooit onterechte verwachtingen moet wekken, maar ik begrijp de manier van onderhandelen van D66 niet. Dan ga je hier in het openbaar geld staan weggeven en zeggen dat je dat acceptabel vindt! Ik begrijp die onderhandelingstactiek niet. Volgens mij is dat een beetje — hoe zeg ik dat? — naïef. Waarom doet de heer Verhoeven dat?

De heer Verhoeven (D66):

Volgens mij is het ongeveer net zo naïef om bij elke microfoon te zeggen: de VVD ziet dat er open microfoons zijn; we gaan onze onderhandelingspositie dus niet weggeven en we eisen dus dit en dit. Dat is ongeveer precies hetzelfde. Ik denk dat we de onderhandelingspositiediscussie al vaak genoeg gevoerd hebben. Ik vind het op dit moment veel belangrijker dat onze inzet is dat we proberen om met gesloten portemonnee te herprioriteren. Dat heb ik altijd gezegd. Maar daarnaast moeten we stoppen met het bedriegen van kiezers door loze of valse beloften te doen, die we niet kunnen waarmaken. Volgens mij zou ook uw partij dat geleerd moeten hebben uit het verleden. De VVD heeft te vaak de belofte gedaan dat we met honderd procent zekerheid gaan voorkomen dat er meer geld bij moet. Die belofte is niet waar te maken, dus ik vind het ook niet goed om die te doen. Dat heb ik steeds gezegd. Ik ben het wel eens met de inzet dat Nederland heel scherp moet onderhandelen en dat we daar ook de positie toe hebben, maar doe dat dan met gesloten beurs en weet ook dat het Europese krachtenveld misschien tot andere uitkomsten leidt. Wees daar gewoon eerlijk over.

De heer Anne Mulder (VVD):

Beloftes zijn één ding, maar ik ken echt geen enkele onderhandelaar die vooraf al zijn geld weggeeft. Dat vind ik dus een interessante onderhandelingstactiek van de heer Verhoeven. Ik vind hem niet zo verstandig.

De heer Verhoeven (D66):

Nee, maar de onderhandelingstactieken van de VVD van de afgelopen jaren hebben vooral laten zien dat ze heel veel beloofden en daarna met lege handen naar huis kwamen, zodat iedereen zei: goh, wat heeft de VVD nou weer beloofd dat ze niet waargemaakt hebben? D66 gaat die techniek, tactiek, strategie of hoe je het ook noemt, in ieder geval niet volgen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Verhoeven (D66):

En ik dank de heer Van Dijk voor zijn enthousiaste bijval.

De voorzitter:

Ja. Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Kuzu namens DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik dacht dat de VVD en D66 in een coalitie zaten. Dan raak je ook wel heel erg benieuwd naar de onderhandelingen van afgelopen jaar. Maar daar hebben we het vandaag niet over. Het gaat vandaag om de Europese top van aanstaande donderdag en vrijdag. Deze top zal waarschijnlijk in het teken staan van migratie en vluchtelingen, en misschien ook een beetje van de brexit. Afgelopen zondag was er in Brussel ook een informele top over migratie. Deze top lijkt niet veel te hebben opgeleverd.

Voorzitter. Wat het meeste opviel, is dat 12 van de 28 landen niet eens aanwezig waren. En het zijn eigenlijk precies die 12 landen die geen bijdrage willen leveren aan het oplossen van het vluchtelingendrama. Die landen vertonen een schrijnend gebrek aan internationale solidariteit. Zoals ik vorige week donderdag al zei, lijkt zich een asociale halve ring te ontwikkelen aan de zuidoostkant van Europa van landen die geen vluchtelingen meer willen opvangen. Het gaat om Malta, Italië, een deel van Duitsland, Beieren, Oostenrijk, Hongarije, Slowakije, Tsjechië, Polen, Litouwen, Letland en Estland. Deze landen willen alleen maar de lusten van de Europese Unie, maar niet de lasten. Deze landen hebben in hun verdere en recente verleden geprofiteerd van de Europese Unie en alle voordelen die daarbij horen. Ze hebben geprofiteerd van de structuurfondsen, cohesiefondsen en EFRO-fondsen. Voor zover het eurolanden zijn hebben ze geprofiteerd van de 2.500 miljard euro van het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank. Ze hebben geprofiteerd van de handelsvoordelen, van de douane-unie en de interne markt. Maar toen in 2015 en 2016, in 2017 en 2018 boten op de Middellandse Zee doolden, en vorig jaar nog zo'n 650.000 vluchtelingen naar Europa kwamen, gaven deze landen niet thuis. Zij weigeren simpelweg vluchtelingen op te nemen.

Voorzitter. Hongarije gaat daarin het verst. Door een hek met prikkeldraad op te richten omzeilen zij de vluchtelingenverdragen. Een vluchteling kan immers pas asiel aanvragen als hij het desbetreffende land weet te bereiken. Dus ja, als je dat onmogelijk maakt, dan hoef je als land geen vluchtelingen op te nemen, in de logica van Hongarije. Dit land maakt het nog extra bont door hulp aan vluchtelingen strafbaar te stellen. Het moet gewoon niet gekker worden. DENK vindt het dan ook goed dat Hongarije nu wordt aangepakt met een artikel 7-procedure, net als Polen. Dit kan uiteindelijk leiden tot het verlies van stemrecht in de Europese Raad. Dit gebeurt weliswaar om een andere reden dan de vluchtelingen, namelijk vanwege het uithollen van de democratische rechtsstaat.

Voorzitter. Een aantal vragen aan de minister-president. Deelt de minister-president de mening dat de Europese Unie een unie zou moeten zijn van solidariteit? Deelt de minister-president de mening dat de Europese Unie niet alleen een unie van lusten zou moeten zijn, maar ook een unie van lasten wanneer het erop aankomt? Deelt de minister-president de mening dat de asociale landen van de zuidoostring gekort moeten kunnen worden op de Europese gelden die zij ontvangen? Kan dit worden meegenomen in de onderhandelingen over de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader? Deelt de minister-president de mening dat we hier conditionaliteit zouden moeten invoeren: geen vluchtelingen, dan ook geen geld? Deelt de minister-president de mening dat het zich onttrekken aan het opnemen van vluchtelingen zou moeten kunnen leiden tot het verlies van stemrecht?

Voorzitter. De eerder genoemde logica van Hongarije wordt nu ook door anderen, waaronder president Tusk en onze eigen minister-president Mark Rutte, eigenlijk op een net iets andere manier in de praktijk gebracht. De gedachte is: zorg dat vluchtelingen geen voet op Europese bodem kunnen zetten; dan hebben ze ook geen recht op een reguliere asielprocedure. Het idee is om vluchtelingen op zee te onderscheppen en ze dan naar speciale selectie- en ontschepingskampen te brengen aan de Afrikaanse kust. Daar mag dan asiel worden aangevraagd en afgewacht. Maar deze plannen zijn vaag. Er circuleren meerdere versies. Frankrijk en Spanje denken toch weer aan vergelijkbare kampen, maar dan in Europa. Anderen hebben het over Albanië, maar die laatste varianten nemen het verdrinkingsgevaar natuurlijk niet weg. De Afrikavariant is ook bepaald nog niet uitgewerkt. Zo is totaal niet duidelijk of de Afrikaanse kampen daar überhaupt aan willen meewerken. Daarom de vraag aan de minister-president welke landen in Afrika concreet willen meewerken aan de plannen die op tafel liggen, die overigens vaag zijn.

Voorzitter. Het laatste punt gaat over de aanzuigende werking. Dat is jargon dat vaak door rechtse politieke partijen wordt gebruikt. Elke keer wanneer een initiatief ontstaat in een gemeente in het land, wordt door — vaak — rechtse colleges aangegeven: dat moeten we hier niet doen, want dat heeft een aanzuigende werking. Ik ben benieuwd of dat argument van aanzuigende werking ook besproken wordt in de Europese Unie. Ik ben heel benieuwd hoe de minister-president dit ziet. Immers, het idee is dat deze kampen zeer goede omstandigheden zouden hebben. Als we Eurocommissaris Oettinger moeten geloven, komen er gezondheidszorg en goed onderwijs voor kinderen. Dat zijn dingen die wij enorm aanmoedigen, maar kan de minister-president uitsluiten dat deze kampen vol zullen stromen met mensen? En wat zal dat betekenen voor het draagvlak in die Afrikaanse landen, die we eigenlijk helemaal niet kennen?

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, ik dank u vriendelijk.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Omtzigt, namens het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Er staan forse onderwerpen op de agenda. Voor de Europese toekomst is het belangrijk om goed samen te werken op het migratiedossier en om ervoor te zorgen dat we goed samenwerken op het eurodossier, maar waar we op het eerste punt meer een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben, hebben de landen op het tweede punt ook een eigen verantwoordelijkheid. Dat wordt weleens door elkaar gehaald.

De migratiecrisis is niet zo ernstig als in 2015. Het grote verschil is de nieuwe Italiaanse regering en het nalaten van het opzetten van een werkend Europees asielsysteem. Of de minitop van afgelopen weekend een succes was, moet nog blijken. Niet alle landen waren aanwezig. Wat is nu het beeld van de premier? Welke besluiten zijn er precies genomen en welke grond is er gevonden? Ik zou ook graag een reactie willen hebben op de vraag of de Turkijedeal en/of het nieuwe Afrika Trust Fund ter sprake gekomen zijn en of dat leidt tot extra betalingen.

Er zou besloten zijn dat Europa zal werken aan extra middelen voor Europese grensbewaking en dat de EU de asielregelgeving zal hervormen en de Italianen zal bijstaan. Italië wil niet meer vluchtelingen opvangen maar de CSU in Beieren stelt voor om vluchtelingen terug te sturen naar het land van registratie. Dat gaat dan weer lijnrecht in tegen de Italiaanse koers. Er zou nu afgesproken zijn dat er een bilaterale deal is tussen Duitsland en Italië over vluchtelingen en asielzoekers, maar bilaterale afspraken tussen Europese landen kunnen de gemeenschappelijkheid van het beleid natuurlijk fors ondermijnen. Hoe ziet de premier dit? We gaan nu allemaal in kopgroepjes nadenken. In welk kopgroepje zit Nederland? Kan een consequent beleid worden ontwikkeld wanneer verschillende Europese landen verschillende afspraken maken in verschillende kopgroepjes? Ik vraag dit omdat dit gebrek aan eenheid gevaarlijk kan zijn. We hebben open binnengrenzen via Schengen. Die zijn een van de grootste verworvenheden van de Europese Unie, maar die staan wel op het spel zonder goede onderliggende afspraken over sterkere buitengrenzen, het terugsturen van afgewezen asielzoekers, burden sharing en opvang in de regio. Voor een land en voor de EU als geheel zijn het beschermen van buitengrenzen en het bepalen wie toegelaten wordt, een absolute kerncompetentie, die veel te lang verwaarloosd is. Graag krijg ik een reactie van de premier op deze Europese fragmentatie en op de vraag hoe ervoor gezorgd zal worden dat Schengen overeind blijft en dat landen gemeenschappelijk beleid gaan voeren.

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de vragen die gesteld zijn over migratiedeals en alle landen die hier aan de orde gekomen zijn.

Het tweede belangrijke onderwerp is de eurotop. Ik zou graag van de premier willen horen hoe hij de voorstellen van bondskanselier Merkel en president Macron beoordeelt. Complimenten voor de Nederlandse regering en vooral voor de minister van Financiën voor het samen met elf landen optrekken. Dat is een steeds groter wordende alliantie, die zich sterk maakt voor een voorliggende eigen verantwoordelijkheid. Je kunt risico's delen, maar je kunt niet de problemen met je buren delen. Daar zit een groot verschil tussen. Het lijkt erop dat een aantal landen het liefst hun problemen willen afschuiven. Een steeds grotere groep landen ziet dat zij dan de rekening gaan betalen. Het is wel zaak om de poot stijf te houden, ook op deze eurotop.

Conform het regeerakkoord is het CDA tegen een eurozonebegroting. Kan de minister-president ons verzekeren dat er op generlei wijze een eurozonebegroting komt? Frankrijk en Duitsland blijven dat namelijk voorstellen. Dat zou een transferunie in optima forma zijn. Het kan toch niet zo zijn dat wij via zo'n macro-economische stabilisatiefunctie lonen en werkloosheid van elders compenseren, misschien wel van landen die een wat lagere pensioenleeftijd kennen dan Nederland?

Voorzitter. In Nederland hebben we altijd gezegd dat we eerst risico's willen reduceren en dan pas delen. Daarin zijn nog te weinig stappen ondernomen. Er ligt nog een motie ten aanzien waarvan de minister van Financiën heeft toegezegd dat de tweede helft nog wordt uitgevoerd: het in kaart brengen van hoe groot de risico's van zowel het monetaire beleid als van het bankenstelsel zijn — dat zijn enorme risico's — en hoe die teruggedrongen worden. Ik vraag de regering dus om geen commitment te geven op het Single Resolution Fund, behalve als er een aantoonbaar moment is ingebouwd waarop die risico's gereduceerd zijn. De regering moet dat ook aan de Kamer voorleggen en dan aangeven dat de risico's voldoende zijn gereduceerd. Overigens wijs ik de regering erop dat het bij dat SRF niet zozeer gaat om een enkele bank die in de problemen komt. Dat kunnen we met z'n allen opvangen. Dat kunnen we dan ook gewoon over de banken omslaan. Het grote probleem krijg je natuurlijk als het bankenstelsel — het is in de eurozone sterk met elkaar verweven — als geheel in de problemen komt. Wie vangt het dan op? Dan kun je een SRF op het ESM voorstellen, maar dan is het ESM zo leeg en krijg je het niet zomaar weer terug uit de bankensector. Dat is precies wat we willen.

Voorzitter. Staan de voorstellen voor een raamwerk voor de herstructurering van overheidsschulden op de agenda? Dat zouden we dan juist weer wel graag zien.

Kennelijk starten de technische werkzaamheden omtrent een Europees depositogarantiestelsel. Dat is zeer brisant. Wij zouden graag de instructies ontvangen die Nederland meegeeft aan de mensen in de technische werkgroep, want daar kunnen impliciet al politieke besluiten worden genomen. Duitsland en Frankrijk zitten in die werkgroep. Gaat Nederland ook een vertegenwoordiger naar voren schuiven namens de elf landen?

Voorzitter. Ik kom op de brexit. Ik sluit me allereerst aan bij de woorden van medebrexitrapporteur Anne Mulder. De Eurodelegatie van het CDA heeft in Rotterdam een congres georganiseerd, waar ook hoofdonderhandelaar Barnier sprak. Het was een inspirerende, goed bezochte middag. Die brexit leeft, in Rotterdam tenminste, want Rotterdam zal van de brexit veel last kunnen hebben. Een belangrijke vraag is: zijn we goed voorbereid? Op deze manier komt er nooit een tijdige deal.

De heer Baudet (FvD):

Ik hoorde de heer Omtzigt de middag "inspirerend" noemen. Waartoe inspireerde die middag?

De heer Omtzigt (CDA):

Tot goed voorbereiden. De brexit vormt een enorme uitdaging. En als ik zo vrij mag zijn: ik denk dat die uitdaging in het Verenigd Koninkrijk enigszins onderschat wordt. Daar gaat niet alleen Groot-Brittannië veel last van hebben. Daar gaan ook de buurlanden van Groot-Brittannië, allereerst Ierland — daar kom ik zo meteen op terug — maar ook landen als België, Nederland en Frankrijk zullen daar fors last van hebben. U kunt echt voorstander van de brexit zijn. Maar als belastingwoordvoerder zeg ik u: ik ben voorstander van de Belastingdienst, maar dat betekent niet dat alles wat de Belastingdienst in de afgelopen tien jaar heeft uitgevoerd, geweldig gegaan is. Ook dat kunt u bij de brexit gewoon zien. U kunt voorstander zijn van de brexit, zo zeg ik tegen de heer Baudet, maar de wijze waarop de Britten op dit moment de brexit voorbereiden, zorgt ervoor dat we een probleem hebben. Zo zien ze de snelweg tussen Londen en Dover als een noodparkeerplaats om de douanefaciliteiten te gaan inrichten, omdat ze geen andere plek hebben waar dat kan gebeuren. En als we straks geen deal hebben over het vliegverkeer, dan hebben we een probleem. Dus als je een brexit doet, dan moet je voldoende voorbereid zijn. Dat is ook precies de vraag die ik aan de premier wil stellen. Welke problemen voorziet de Nederlandse regering bij de cliff edge en welke problemen moeten nog opgelost worden voor een ordelijke brexit? Die vraag hoeft nu niet uitputtend beantwoord te worden, maar ik zou hierover na het reces, als dit nog steeds speelt, best een keer een uitgebreide brief willen hebben. Want er komt daar een klem. Nederland is beter voorbereid; we hebben bijvoorbeeld extra mensen bij de douane en dat is heel verstandig. Ik zou veel liever met D66 willen besluiten dat we 1.000 extra mensen in het onderwijs doen, of met de SP 1.000 mensen extra in de zorg, maar laat ik u zeggen: dit land verdient zijn geld met import en export. Als het vastloopt bij de douane hebben we een megaprobleem waar de andere sectoren allemaal last van zullen hebben. Het is goed dat Nederland dit als een van de weinige landen tijdig doet.

Zeer zorgelijk is de Iers-Ierse grens. Ik begin er steeds meer van overtuigd te raken dat de Ierse kwestie de molensteen aan de brexitonderhandelingen wordt. Er moet een grens komen waar we geen grens willen, om de vrede te bewaren. De EU zal het oplaaien van het Ierse conflict door de brexit niet accepteren en de Britten moeten het Goede Vrijdagakkoord dus ook niet willen opblazen ten koste van een brexitdeal.

Voorzitter. Dan kom ik nog bij de transparantie. Alle Europese parlementen hebben zich nu geschaard achter de uitspraak dat de Europese leiders eindelijk eens moeten reageren op onze vier voorstellen. Wij willen kunnen zien wat er gebeurt. Laat ik u het voorstel geven. Wat ik nu in mijn hand heb, zijn de conceptconclusies. Daar mogen we niet uit citeren. De conceptconclusies van de eurotop krijgen wij als parlementariërs niet eens te zien. Die moeten we gelekt van het internet halen op dit moment. Dus er worden hele belangrijke besluiten voorbereid en de concepten kunnen we nog steeds niet zien. Collega's wilden graag weten wat de landen stemmen op de artikel-7-procedure tegen Hongarije. Die stemming is waarschijnlijk niet openbaar, waardoor we niet weten welke landen voor- en welke tegenstemmen. Dat is het gebrek aan transparantie waar we het over hebben. Natuurlijk mogen premiers elkaar bellen en afspraken maken, maar wanneer het gaat over wetgeving of over belangrijke en ingrijpende besluiten als migratiedeals of de eurozone, moeten wij als parlement controle kunnen uitoefenen. Nou hebben alle Europese parlementen gezegd: hier zijn vier voorstellen; regeringsleiders, reageer daar eens op. Kan ik nu, na een halfjaar, eens horen wanneer deze voorstellen een keer besproken gaan worden door de regeringsleiders en staatshoofden en door de eurogroep? Want de eurogroep is nog intransparanter. Over de eurotop hebben we helemaal niks gekregen. Ja, het is makkelijk om naar iemand anders te wijzen; ik zie het al. Nog gekker.

Voorzitter. De motie-Van Helvert — geen opening van de onderhandelingen met Albanië — dient gewoon uitgevoerd te worden. Ik neem aan dat dat ook gaat gebeuren tijdens de top.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U hebt bijna tien minuten gesproken. Mevrouw Maeijer.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Nog even over Hongarije. Gisteren werd in de LIBE-commissie in het Europees Parlement een rapport aangenomen van de hand van mevrouw Sargentini. Uw collega Jeroen Lenaers stemde daarvoor. Hij zei daarover gisteren: "Er is in Hongarije een bedreiging voor de rechtsstaat ontstaan. Het is ook geen incident meer. De regering in Boedapest regeert al jaren op en over de grenzen van de Europese rechtsstaat." Deelt u die mening en bent u voorstander van het starten van een artikel-7-procedure tegen Hongarije?

De heer Omtzigt (CDA):

Ik deel zijn zorgen over Hongarije. Ik heb diezelfde zorgen ook meerdere keren geuit in de Monitoring Committee van de Raad van Europa, waarin ook naar Hongarije gekeken wordt.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Wat betekent dat voor uw samenwerking met de Hongaarse delegatie in het Europees Parlement?

De heer Omtzigt (CDA):

Ook wanneer je samenwerkt met anderen dien je elkaar gewoon te kunnen vertellen wanneer je het niet met elkaar eens bent. Dat doen wij in de EVP en daar schamen wij ons niet voor. Ik zie dat andere partijen dat ook weleens doen. De PVV hoeft het ook niet altijd eens te zijn met het Front National, waarmee zij samenwerkt, om toch op andere dossiers samen te werken. Dat is een hele logische houding. Sterker nog, alleen in Noord-Korea denken alle partijleden hetzelfde. En laat ik dat nou net niet het model vinden van een partij waarin ik mij thuis voel. Dus ja, er zijn verschillen in de Europese politieke familie waar ik toe behoor.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Tot slot. Dat je het niet altijd eens bent, snap ik. Maar de uiterlijke consequentie kan zijn: het ontnemen van stemrecht in de Raad. Dat is wel iets anders dan het over een dingetje niet eens zijn. Erkent u dat?

De heer Omtzigt (CDA):

Ik erken dat er uiterlijke consequenties zijn en dat de Europese Unie moeilijk toekomt aan die consequenties. Kijk maar hoe er is omgegaan met de tekortprocedure. Als we de rechtsstaat belangrijk vinden — en dat is echt een kern van de Europese samenwerking — vind ik wel dat we dat via de juiste mechanismes moeten inbrengen in de Europese Unie. Daarbij maak ik geen onderscheid tussen partijen die lid zijn van mijn politieke familie of niet lid daarvan zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Jasper van Dijk namens de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Opeens was hij daar, de visie van premier Rutte, de man die ooit beweerde dat een visie is als een olifant die het uitzicht ontneemt. Hij heeft sinds kort een visie op Europa: een heuse liefdesverklaring twee weken geleden in het Europees Parlement in Straatsburg. Juist in dat epicentrum van de Europese verspilling vanwege het maandelijkse verhuiscircus pleitte onze premier ervoor dat rijkere landen meer moeten gaan betalen. Daarom vraag ik de premier: hoeveel meer precies? Hoe moeten we dit zien in het licht van zijn eerdere uitspraken tijdens het VVD-congres? Daar zegt hij namelijk dat we door de brexit natuurlijk niet vreselijk veel meer moeten gaan betalen. Dat is net even anders. Nederland betaalt al zo'n 7,5 miljard aan afdrachten aan de EU. Als het huidige voorstel erdoor komt, gaan we mogelijk 3 miljard extra betalen. Dat is ruim een derde meer. Ik doe dan ook een beroep op de premier om zijn rug recht te houden en ook tijdens de komende top de Nederlandse positie voor een kleinere begroting te blijven verdedigen.

Voorzitter. Op deze Europese top worden mogelijk ook ingrijpende conclusies aangenomen over defensie, onder andere over een Europese vredesfaciliteit waarmee missies gefinancierd worden. Omwille van snelheid en effectiviteit wordt ons veto op buitenlandpolitiek op het spel gezet. De premier schreef eerder vandaag naar de Kamer dat hij openstaat voor discussie hierover en bereid is de mogelijkheden te onderzoeken. Dat lijkt me onverstandig. Als soeverein land gaan we zelf over onze defensie en over ons buitenlandbeleid. Een en ander gaat ook nog eens buiten de Europese begroting vallen. Deelt u de mening dat dit plan te ver gaat?

Dan over migratie. "Het regent plannen" zei de premier op de ingelaste migratietop afgelopen zondag. Tegelijk zijn er weinig knopen doorgehakt. Met name Duitsland en Italië zetten de zaak onder druk. Merkel probeert haar politieke leven te redden. Italië wil meer Europese solidariteit rond de opvang van vluchtelingen. Dat valt te begrijpen, aangezien Italië veruit de meeste migranten ontvangt. Daarom is het belangrijk om naar een structurele oplossing te zoeken, een oplossing die een eind maakt aan de verschrikkelijke bootjes met duizenden drenkelingen, met smokkelaars die daar grof geld aan verdienen. Als de EU erin slaagt om daar een humane oplossing voor te vinden, verdient dat een compliment. Een humane oplossing wil zeggen: een eind maken aan de gevaarlijke oversteek zonder dat Europa op slot gaat voor vluchtelingen. Europa is geen fort. Deelt de regering die mening?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat zijn heldere teksten. De Europese Commissie en het Nederlandse kabinet verdienen een compliment als het lukt om zo'n deal te sluiten. Maar tegelijkertijd was er op uw eigen partijcongres, meneer Van Dijk, een ander Kamerlid dat zei: dat moeten we niet willen. Wat is de lijn van de SP? Kunt u daar als woordvoerder misschien iets helders over zeggen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja, we hebben daar afgelopen zaterdag een goed debat over gevoerd. Terecht waren er veel leden, mensen, die zeiden: gaat zo'n deal wel goed? Volgens mij heeft de ChristenUnie daar ook veel zorgen over, want je kunt er heel veel vragen over stellen. Voldoet het aan mensenrechten? Gaat het de zaak niet erger maken? Dus daar hebben we een goed debat over gevoerd. Toen hebben we de conclusie getrokken dat we deals, afspraken, niet bij voorbaat uitsluiten, maar dat we ze wel heel grondig gaan toetsen aan onze voorwaarden. En daar was ik net aan toe, voorzitter.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daarbij gaat het kabinet eigenlijk gelijk op met de SP: het moet wel voldoen aan bepaalde voorwaarden en internationale verdragen. Maar uw buitenlandwoordvoerder was veel kritischer. Die zei: daar moeten we niet aan beginnen. Een buitenlandwoordvoerder heeft binnen een partij ook invloed op wat er internationaal gebeurt. Zit u nu weer op dezelfde lijn, of zegt de buitenlandwoordvoerder nog steeds: daar moeten we niet aan beginnen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

De buitenlandwoordvoerder heeft ook gezegd: we zijn niet per definitie tegen deals, maar wat we nu zien, baart ons grote zorgen. Daar heeft ze gelijk in. Daar wilde ik eigenlijk net op ingaan.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het idee van aanmeldcentra in de regio kán een oplossing zijn. Je bepaalt dan in de regio wie in aanmerking komen voor asiel in Europa. Dat heeft een aantal voordelen. Mensen hoeven niet langer in gammele bootjes te stappen. De meest kwetsbare vluchtelingen krijgen dan een eerlijke kans, in plaats van de mensen die het geld hebben voor de oversteek. Je voorkomt ook dat kansloze migranten de oversteek maken. Die centra moeten wel aan voorwaarden voldoen. Ze moeten voldoen aan internationale standaarden en verdragen. Er mogen geen mensenrechten geschonden worden. Ze moeten op een veilige plek staan. Er zijn grote zorgen over die voorwaarden. Zie bijvoorbeeld de brandbrief van 21 organisaties, waaronder Amnesty en VluchtelingenWerk. Er is een verschil tussen opvangen in de regio en opsluiten in de regio. Terecht vragen de organisaties om garanties voor adequate opvang en het respecteren van mensenrechten. Kan de regering reageren op deze brief?

Ook de brief van de Commissie Meijers is interessant. Deze commissie bestaat uit deskundigen op het gebied van het vluchtelingenrecht. Ze stellen heel goede vragen over zogenoemde ontschepingsplatforms en aanmeldcentra. Ze noemen bijvoorbeeld vier varianten voor de asielprocedure in de regio. Kan de regering zeggen welke variant haar voorkeur heeft? En kan de regering ingaan op de andere vragen in deze brief?

Naast alle plannen voor aanmeldcentra moeten we ons werkelijk inzetten voor de aanpak van de grondoorzaken en de verbetering van de opvang in de regio. Op dit moment voldoen we beslist niet aan die eis. Neem de cijfers van vluchtelingenorganisatie UNHCR: er zijn miljarden extra nodig voor opvang in de regio. Ook Nederland zou zijn bijdrage niet moeten verlagen.

Voorzitter. Dit zijn de voorwaarden waaraan wij voorliggende plannen zullen toetsen. Daarom is het goed dat onze motie is aangenomen: eventuele overeenkomsten moeten ter instemming voorgelegd worden aan de Kamer. We zeggen niet bij voorbaat nee, maar we zullen ze wel heel kritisch toetsen aan onze voorwaarden.

Tot slot. Mogelijk worden er ingrijpende besluiten genomen komende week. Respecteer de nationale democratie. Voer uitvoerig debat conform onze motie in plaats van besluiten erdoorheen te jassen.

De voorzitter:

De heer Anne Mulder?

De heer Anne Mulder (VVD):

Nee, voorzitter, ik wilde niet interrumperen. Als een partij van standpunt verandert, moet je dat vooral rustig laten gebeuren, dus ik wilde niks zeggen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Leuk voorbereid. U zou het nog eens in het theater moeten proberen.

De heer Asscher (PvdA):

Ik herken juist heel veel in het betoog van Jasper van Dijk. Ik vroeg me af of hij, als we af zijn van de mensensmokkel, ook voelt voor een systeem met flexibele plafonds, waarbij je via herplaatsing kwetsbare mensen in Europa opvangt, dus in plaats van het huidige systeem.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Of ik het daarmee eens ben?

De heer Asscher (PvdA):

Ja.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daar ben ik het zeer mee eens. Uiteraard mits dat voldoet aan alle internationale verdragen.

De heer Verhoeven (D66):

Ik wil een compliment maken aan de SP. Ik vind het echt heel mooi om te zien dat niet bij voorbaat nee gezegd wordt tegen iets, maar dat er op de inhoud wordt gekeken of iets goed genoeg is. Dat vind ik een heel mooie politieke lijn. Dat smaakt echt naar meer, wat mij betreft. Ik wil de heer Van Dijk dus echt complimenteren.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank. Heel af en toe zegt de heer Verhoeven iets verstandigs. Dat gebeurt vandaag. Hij hield zich aan zijn belofte om geen overbodige dingen te doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot de heer Baudet namens Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FvD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Het overgrote deel van de mensen in Nederland, maar ook het grootste deel van de Kamerleden in dit huis geeft desgevraagd steeds weer aan eigenlijk niet te willen dat de Europese Unie ongelofelijk veel meer regelt dan nu. Een groot deel van de mensen in Nederland wil zelfs dat de Europese Unie structureel minder gaat doen. Daar is echt al decennia een grote meerderheid voor te vinden: minder EU of in elk geval niet meer EU. En toch moeten we constateren, heel miraculeus, dat er steeds maar weer voorstellen op tafel komen voor meer EU en dat er op talloze terreinen steeds maar weer meer zaken vanuit Brussel geregeld worden. Hoe kan dat nou? Is dat een natuurfenomeen? Is dat toeval? Komt dat door kwade genii in Brussel? Eigenlijk komt het door allemaal een beetje, maar het komt vooral doordat de zaken die de EU nu wel regelt, op termijn dwingen tot meer centralisatie van macht.

Dat betekent dus dat je, als je in de EU blijft, als je open grenzen houdt, als je één munt houdt, als je al die Europese instituties, zoals het Europees Hof van Justitie enzovoorts, houdt, steeds een beetje meer macht kwijtraakt aan de Europese Unie. Daar kan je voor zijn. D66 is daar een voorstander van en ik geloof dat GroenLinks daar ook een voorstander van is. Dat zijn federalisten: zij willen alles centraal vanuit de Europese Unie regelen, of in ieder geval de belangrijkste statelijke keuzes, zoals de grensbewaking, het leger, de belastingen, de financiën enzovoorts. Maar als je daartegen bent — het merkwaardige is dat CDA en VVD daar in het openbaar ook tegen zijn; ook de SP is ertegen — dan moet je daar de consequentie aan verbinden dat je niet in de EU moet blijven. Dat is om de een of andere merkwaardige reden een conclusie die als maar niet indaalt bij de mensen hier in de Tweede Kamer.

Als je niet wilt dat de Europese Unie steeds meer macht naar zich toetrekt, dan moet je eruit, want dat steeds maar weer macht naar zich toetrekken is een inherente consequentie van de zaken die de Europese Unie nu al geregeld heeft. We hebben zo meteen dus weer een eurotop en er liggen weer voorstellen op tafel, waarvan een groot deel zal worden afgeschoten. Dat hoort allemaal bij dat spelletje van twee stappen naar voren, een stap terug. Maar toch zullen we akkoord gaan met weer meer centrale invloed, weer meer stappen richting een Europees leger, weer meer stappen richting Europese belastingen en Europese asiel- en immigratiestandpunten enzovoorts. Geleidelijk aan wordt de kikker gekookt, geleidelijk aan worden wij in slaap gesust. Straks worden wij wakker in een federale staat van Europa. Willen we dat niet, dan moeten we eruit.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van ... Nee, ik zie dat de heer Verhoeven een interruptie heeft.

De heer Verhoeven (D66):

De heer Baudet heeft in zijn analyse van de manier waarop partijen omgaan met de Europese Unie in mijn ogen de juiste schets gemaakt, maar hij opende zijn betoog met het feit — althans, hij bracht het als een feit — dat steeds meer Nederlanders voor minder EU zijn.

De heer Baudet (FvD):

Volgens mij zei ik: een grote meerderheid van de Nederlanders is voor niet meer EU of minder EU, en dat al decennialang.

De heer Verhoeven (D66):

Ja, en toen dacht ik: dat wil ik toch even controleren. Toen zag ik dat in 2013 62% van de Nederlanders voorstander was van of positief dacht over de Europese Unie. In 2017 is dat gestegen naar 77%. Hoe ziet de heer Baudet dan die trend van steeds meer enthousiasme voor de Europese Unie onder de Nederlanders in de afgelopen jaren ten opzichte van wat hij aan het begin van zijn betoog beweerde?

De heer Baudet (FvD):

Ik kan alleen reageren op deze opiniepeiling als ik de precieze vraag die voorgelegd is, ken. Ik ken zelf wel een andere opiniepeiling, die ruim een jaar geleden is gehouden, met de vraag aan de Nederlandse bevolking wat zij zou willen. Daarin gaf een overgrote meerderheid aan ofwel uit de EU te willen, ofwel alleen een Europese gemeenschap te willen, dus met alleen maar economische afspraken en geen politieke. Dat is heel makkelijk te realiseren door uit de EU te gaan en gewoon een aantal handelsafspraken te maken. Ik heb dat dus geïnterpreteerd als: die mensen willen ook uit de Europese Unie. Dat hebben wij ook uitgebreid op onze site gepubliceerd. Ik zal dat aan u doen toekomen.

De heer Verhoeven (D66):

Dat is heel aardig van u. Dan zal ik u doen toekomen het halfjaarlijkse onderzoek dat is gedaan met de vraag: wat vindt u van Europa?

De voorzitter:

Dan is dat ...

De heer Verhoeven (D66):

Het antwoord daarop is dus dat in 2013 62% van de mensen zei dat ze daar positief over zijn ...

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd.

De heer Verhoeven (D66):

... en in 2017 77%. Ik wil u dus naast uw onderzoek ...

De voorzitter:

Dat kan in de schorsing.

De heer Verhoeven (D66):

... toch graag de onderzoeken aanbieden waaruit blijkt dat dus juist een stijgend aandeel van de Nederlanders positief denkt over de Europese ...

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd.

De heer Baudet (FvD):

Ja, ik stel voor dat we even schorsen. Dan kan ik daarop reageren.

De voorzitter:

Precies. Ik ga nu schorsen tot 18.10 uur en dan kunt u dat onderling uitwisselen. Dank u wel.

De vergadering wordt van 17.55 uur tot 18.15 uur geschorst.

De voorzitter:

Voordat wij de eerste termijn hadden afgerond, was er discussie, een verschil van mening, over onderzoeken. Ik geef even heel kort ... Het kan daar ook, meneer Baudet, bij de interruptiemicrofoon, en dan heel kort. Jawel. Nee, heel kort.

Nee, nee, nee, meneer Baudet. nee, kom. U kunt daar uw punt maken. Nee, het is geen tweede termijn, maar een korte correctie.

Nee, de eerste termijn ... Nou, weet u, bewaar het voor de tweede termijn.

Meneer Baudet, u moet daar gaan staan, echt waar. U gaat óf achter de interruptiemicrofoon óf daar, maar niet voor mijn neus, want dat ziet er echt niet uit.

Nee, nee, nee. U krijgt niet het woord achter het spreekgestoelte.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter, mag ik iets zeggen?

De voorzitter:

Ja.

De heer Verhoeven (D66):

Ik begrijp wel dat de heer Baudet het wil zeggen. Mijn voorstel zou het volgende zijn. We hebben net al even gesproken over dit punt.

De voorzitter:

O, kijk eens aan.

De heer Verhoeven (D66):

Dat was een heel goed gesprek. Ik zou willen voorstellen dat we in de tweede termijn even ophelderen waar het misverstand lag. Dat lijkt me de beste weg nu.

Ik snap uw punt, meneer Baudet, maar uw microfoon staat niet aan. Dat maakt het wel lastig om te spreken. We horen dus niet wat u zegt. Daarom zou ik u willen adviseren om ...

De voorzitter:

Goed ...

De heer Verhoeven (D66):

... het in de tweede termijn op te helderen.

De voorzitter:

Meneer Baudet, mag ik heel even?

Ja, wacht even. U was klaar. U was de laatste spreker in de eerste termijn. Er wordt altijd na de eerste termijn geschorst.

De heer Baudet (FvD):

Ja, dat weet ik wel, maar ik was nog bezig met mijn termijn toen we gingen schorsen. Als ik dan terugkom op een punt dat gemaakt is, is het volstrekt logisch dat ik ook weer de plaats hier inneem om dat te doen.

De voorzitter:

Weet u, dan is dat een misverstand. U krijgt heel kort het woord om even uw punt toe te lichten. Dan gaat u weer zitten. Dan ga ik verder met de ...

De heer Baudet (FvD):

Dank u wel. Wat boffen wij toch met zo'n flexibele voorzitter.

De voorzitter:

Nou, soms.

De heer Baudet (FvD):

Dank u wel. In februari 2017 heeft Maurice de Hond een grote peiling gedaan waaruit blijkt dat 56% van de mensen in Nederland de facto uit de EU wil. Een deel wil daadwerkelijk een nexit, een deel wil alleen vrijhandel. Dat kan je bereiken door uit de EU te gaan en vervolgens weer in de Europese Economische Ruimte of in Europese vrijhandelsverdragen te gaan. In maart 2017 is een tweede peiling gedaan en daaruit bleek dat het op dat moment op 52% uitkwam. Dat zijn de aantallen waar we het over hebben en dat zijn dus hele serieuze aantallen. De meerderheid van de Nederlanders wil niet in de huidige EU.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft uw punt duidelijk gemaakt. Dan geef ik nu het woord aan de minister-president.

Minister Rutte:

Dank, voorzitter. Er zijn heel veel vragen gesteld en ik zal proberen ze zo goed mogelijk recht te doen. Ik begin met het onderwerp migratie.

De top van afgelopen zondag was een informeel werkoverleg. Daar zijn ook geen conclusies of slotverklaringen aangenomen, maar het was wel heel nuttig. In de dagen daarvoor waren er irritaties ontstaan tussen diverse leden van de Europese Raad en ook anderen in Europa op een niveau waarop je die conflicten liever niet hebt. Die bijeenkomst heeft eraan bijgedragen om dat allemaal weer enigszins in goede banen te leiden. Verder zijn er geen conclusies aangenomen.

Wat ons te doen staat, is een antwoord geven op de vraag hoe wij verder omgaan met het hele vraagstuk van migratie. Daarbij heeft de Nederlandse regering — we hebben het er vorige week over gehad in de Kamer — gesproken langs de lijnen van onze zogenaamde en-en-enaanpak. Dat is het onder controle krijgen van de primaire migratiestromen en tegelijkertijd kijken hoe om te gaan met de secondaire migratiedruk in Europa zelf. Ik hoef dat allemaal niet te herhalen, maar een onderdeel dat wij vorige week natuurlijk uitvoerig hebben besproken, is ook afgelopen zondag aan de orde geweest. Dat is die hele kwestie van wat we zouden kunnen doen om afspraken te maken met landen in Afrika.

De gedachte is dat je dat niet alleen doet met de landen aan de kust, maar ook dieper in Afrika. Stel dat je erin slaagt om met een van de landen meer aan de kust van Afrika afspraken te maken, dan zul je ook afspraken moeten maken over de vraag hoe je mensen dieper in Afrika weer terug kan laten keren als het economische migranten zijn. Tegen die achtergrond hebben de Belgische collega Charles Michel en ik gesuggereerd om dat proces vaart te geven door koppeltjes landen, niet namens die twee landen maar namens de 28, aan de slag te laten gaan. En daar gaan we donderdag en vrijdag verder over praten. Of het nu landen aan de kust zijn of dieper in Afrika, die koppeltjes gaan met die landen echt relaties ontwikkelen en kijken hoe zo'n afspraak eruit zou kunnen gaan zien. Natuurlijk zeg ik dan tegen iedereen die daaraan hecht dat het plaatsvindt binnen alle internationale verdragen. Hoe zou je dat moeten doen? We zien simpelweg dat het te traag gaat. Het idee is dus niet dat die twee landen dan samen iets doen voor zichzelf. Nee, dat doen ze namens de 28. Dat is de gedachte van die koppeltjes. En dat is ook maar een idee om het proces te versnellen. Zo zijn we steeds op zoek naar een versnelling van het proces.

Een paar meer gedetailleerde vragen in de eerste termijn van de Kamer gingen over ...

De voorzitter:

Meneer Van Ojik, ik zie dat u wilt interrumperen, maar ik wil even kijken hoe ...

Minister Rutte:

Ik wil ook eerst het migratiepuntje afmaken, voorzitter. Misschien is dat een idee.

De voorzitter:

Ja, prima.

Minister Rutte:

Er zijn ook wat vragen gesteld over de effectiviteit van de Libische kustwacht. Er is een rapport dat bevestigt dat het belangrijk is om kritisch te blijven kijken naar de effecten van onze inzet. Het is goed dat de Commissie dat doet; dat verwachten we ook van haar. We kijken verder, ook in de gesprekken met de Libiërs hoe we de effectiviteit van onze steun kunnen verhogen. Dat moet niets afdoen aan de eisen die wij stellen aan de samenwerking met de Libische kustwacht: het respecteren van mensenrechten en de inzet binnen de bestaande kaders van zeerecht, mensenrechten en vluchtelingenrecht. Dat komt ook in de training van de kustwacht aan de orde. Het is wel belangrijk om te vermelden dat zij als enige bevoegd zijn om in de Libische territoriale wateren te opereren.

Er zijn nog wel wat meer vragen gesteld maar die heb ik eigenlijk al in algemene zin beantwoord. Zo vroeg onder anderen de heer Verhoeven hoe we ervoor zorgen dat het binnen alle kaders plaatsvindt. Daar zorgen we dus voor, want dat zal moeten. De heer Van Ojik stelde een specifieke vraag over Algerije en Niger. Ik neem de berichten van het IOM ook zeer serieus, want dat is een belangrijke partner. Ik kan niet beoordelen of hier sprake is van refoulement maar we weten ook niet of deze mensen allemaal een asielaanvraag hadden ingediend. Maar het lijkt mij goed dat de Commissie dat nader uitzoekt en dat zullen we dan ook bevorderen.

Hoe lopen al die migratiediscussies binnen Europa over de gedachte van een soort van versterkte samenwerking? Gaan een aantal landen een kopgroep vormen? De Duitse kanselier zei daar iets over in de media. Ik heb dat zo van haar nog niet gehoord, maar ik zag het wel in de media terug. De heer Bisschop en anderen vroegen: wat betekent dat dan voor Schengen? Ja, dat kan natuurlijk gevolgen hebben voor Schengen. Ik vind dus ook dat we zo lang mogelijk moeten proberen op het niveau van de 28 tot afspraken te komen, want als je uiteindelijk naar mini-Schengenachtige constructies toegaat, heeft dat natuurlijk gevolgen, mogelijk ook voor het vrije verkeer in Europa en voor het functioneren van Schengen als geheel. Dus daar moet je niet te lichtvaardig over denken. Maar het kan natuurlijk zo zijn dat je op enig moment daar stappen in zult moeten zetten.

Wat betreft de boten: Italië is niet vanzelfsprekend verplicht om elke boot toe te laten. Als de reddingsoperatie binnen het Italiaanse opsporing- en reddingsgebied plaatsvindt, dan ligt het in de rede dat in eerste instantie Italië een veilige plaats zoekt. Ook dan hoeft het niet per se Italië te zijn. De internationale regelgeving schrijft voor dat een schip geacht wordt drenkelingen af te zetten op een veilige plaats, "a place of safety". Dat kan overigens ook een ander schip in de buurt zijn. De Italiaanse regering heeft duidelijk gecommuniceerd dat zij heel terughoudend zal zijn. Dat feit hebben we onder ogen te zien waar het betreft het opnemen van schepen. De heer Verhoeven had ook nog het belang benadrukt van een humaan asielbeleid en een ruimhartig vluchtelingenbeleid. Dat is ook de inzet van het kabinet. Dat blijkt ook uit alles wat we daar doen.

De heer Voordewind vroeg of er niet een steviger koppeling moest zijn tussen EU-fondsen en migratie. Dat hele thema zie je natuurlijk ook terugkomen in de voorstellen van de Commissie voor de volgende Meerjarig Financieel Kaderperiode. Dat steunt het kabinet ook. De Commissie stelt ook een significante intensivering voor op het gebied van migratie, plus 50%, voor zowel de interne als de externe aspecten. Zij stellen ook voor, en ook dat verwelkomt Nederland, om een veel sterkere koppeling te maken tussen aan de ene kant de opname en integratie van asielgerechtigde migranten en aan de andere kant de toekenning van structuurfondsen. Dat is natuurlijk een buitengewoon gevoelige kwestie met Oost-Europa. Wat mij betreft zijn we nog niet in het stadium van zwaar dreigen. We proberen eruit te komen. Mijn hoopt blijft dat als de totale migratiedruk afneemt op Europa, de discussie over de secundaire migratie ook ontspannener wordt. Maar we hebben het instrument achter de hand. Wij steunen hier de Europese Commissie met haar potentiële voorstellen.

Met welke landen wordt er dan onderhandeld? Dat is eigenlijk niet te zeggen. Er worden over een breed front contacten gelegd. Ik heb een paar landen als voorbeeld genoemd, maar niet dat daar nou die gesprekken mee plaatsvinden. Ik heb willen aangeven: als je aan de kust van Afrika afspraken maakt, zul je ook afspraken moeten maken met landen dieper in Afrika, over hoe de mensen uiteindelijk kunnen terugkeren naar herkomstlanden, en daar ook het perspectief verbeteren.

Overigens, en ik dacht dat de heer Voordewind dat zei, hoort bij dit soort plannen ook altijd resettlement. Ook in de Turkijedeal zit dat. Het ideale eindbeeld zou zijn dat niemand meer zelf naar Europa komt. Het eindbeeld van als dit zou lukken, is natuurlijk dat mensen worden opgevangen in de regio, dat daar in principe ook de opvang plaatsvindt, maar dat we door middel van resettlement nog steeds behoorlijke aantallen naar Europa halen, maar gestructureerd, gereguleerd.

De voorzitter:

Geen herhaling van voorgaande debatten, alstublieft.

Minister Rutte:

De heer Voordewind stelde die vraag met de bij hem bekende prangende blik, dus ik wilde hem onmiddellijk geruststellen. Maar ik ga met u mee. Ik houd het daarbij. Dat is het vervelende van de Voorzitter die alle debatten zelf voorzit. Dan weet ze ook waar de dubbelingen in zitten!

De voorzitter:

Ja, daar weet ik alles van.

Minister Rutte:

Dan misschien tot slot toch ook nog de kwestie van wat het betekent voor de gelden. Nou, het zal ook betekenen dat er geld bij moet. Dus ook in zo'n EU-Afrika Trust Fund zal extra geld gaan. Ik denk dat we afspraken gaan maken om daar meer geld in te stoppen. Dan zal Nederland ook meedoen, al zitten wij nu al in de top 3 van meest bijdragende landen.

De heer Van Dijk vroeg nog een reactie op de brandbrief van ngo's. Ik deel in ieder geval de uitgangspunten die zij naar voren brengen: Europese solidariteit, een menselijk en waardig asielsysteem, de internationale kaders van het Vluchtelingenverdrag en EVRM respecteren. Dat is ook waar het regeerakkoord op is gebaseerd, de integrale migratieagenda. Wij zullen ook langs die lijnen met de ngo's in contact zijn en blijven.

Er is nog gevraagd door de heer Verhoeven hoe het zit met de hervorming van het Europese asielsysteem, het GEAS. Er lag inderdaad vorige week een compromis op drie voorstellen, waaronder de Opvangrichtlijn. De gedachte is dat alle zeven voorstellen als één pakket moeten worden benaderd, maar je ziet dat het nog niet gelukt is om tot een compromis te komen. Hierover zijn heel veel vragen gesteld. Dit is ook het uitgebreidste onderwerp dat ik heb, zo zeg ik ter uwer geruststelling, mevrouw de voorzitter. Over de andere onderwerpen zijn minder vragen gesteld.

De voorzitter:

Goed. De heer Van Ojik, korte vraag.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat met die koppeltjes klinkt gezellig. Maar wat gaan die koppeltjes precies doen? Gaan ze vragen om vluchtelingen terug te nemen, over te nemen, terug te sturen ...

De voorzitter:

Daar gaat de minister-president antwoord op geven.

Minister Rutte:

Precies wat Duitsland en Nederland hebben gedaan bij de Turkijeafspraken. Toen waren wij het koppeltje. Met de toenmalige Turkse minister premier Ahmet Davutoğlu maar ook met president Erdogan zijn gesprekken gevoerd over de vraag hoe je uiteindelijk zou kunnen komen tot afspraken met Turkije over opvang in de regio, een een-op-eensysteem en daarna een resettlementprogramma. Als het een land dieper in Afrika betreft, zal het veel meer gaan over de vraag hoe we kunnen helpen en wat ervoor nodig is om de economische migranten weer te integreren in hun samenleving. Als het landen betreft waar al het nodige gebeurt, zoals Niger en Nigeria, zal de vraag zijn hoe wij kunnen ondersteunen om dat te accelereren. Mijn ervaring is dat het hebben van zo'n koppeltje ervoor zorgt dat dingen sneller gaan. Want dan is het niet meer de hele Europese Commissie, de hele Europese Raad, 28+28=56. Nee, dan zijn het een paar landen die namens de rest snelheid maken en binnen kaders terugrapporteren aan het collectief en bekijken wat er mogelijk is.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als je dat gesprek wilt aangaan, dan zul je ... Laten we eerlijk wezen, en de minister-president zei het net ook in een bijzin: er is nog geen land — we praten hier al best lang over —- dat heeft gezegd: nou, kom maar eens langs om daarover te spreken. Dat misschien nog net wel ...

De voorzitter:

En de vraag?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Je zult heel specifiek moeten weten wat je als koppeltje namens die 27 of 28 landen aan land A of B vraagt om überhaupt een kans op succes te hebben.

Minister Rutte:

Het meest urgente zou zijn dat je tot een afspraak komt waardoor de bootjes uit Libië niet meer naar Europa komen, maar een aantal weken lang kunnen aanlanden in een veilig land in Afrika. Daarvoor zul je met zo'n land waarschijnlijk moeten afspreken om een-op-een mensen uit dat land naar Europa te halen om de migratiedruk in die weken overall gelijk te houden. Op de langere termijn zul je afspraken moeten maken over resettlement. Ook zul je afspraken moeten maken over geld. Kijk naar de Turkijeafspraken: die kosten twee keer 3 miljard. En dat is nog niet eens eeuwig; dat is maar voor een aantal jaren. Dat gaat dus geld kosten. Ook zul je afspraken moeten maken over het doorzetten terug Afrika in. Om dat type afspraken gaan het. Het belangrijkste doel voor mij, en dat merk je bij iedereen, zou zijn: met prioriteit het businessmodel van die bootsmokkelaars kapotmaken.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik dank de premier dat hij de zorgen in de brief van de ngo's serieus neemt. Daar zullen ze blij mee zijn. In die brief staat ook dat het van wezenlijk belang is dat asielverzoeken van asielzoekers, die op EU-grondgebied komen en om bescherming vragen, altijd inhoudelijk in behandeling worden genomen. Is dat dan ook het geval?

Minister Rutte:

Dat is allemaal natuurlijk onderdeel van de discussie, die we eerder ook in de formatie met GroenLinks hebben gehad. Je kunt dat zo niet zeggen. Dat hangt helemaal af van het soort afspraken dat je maakt. Als iedereen die in Europa asiel aanvraagt, ook zijn procedure hier kan voeren, dan is de kans dat je de aanzuigende werking stopt ... Wat je volgens mij wilt bereiken, is het volgende; zo heb ik toch ook geluisterd naar de bijdrage van de heer Van Dijk en de discussie die in SP-kring wordt gevoerd en die ik snap. Hoe kun je ervoor zorgen dat je aan de ene kant voldoet aan alle humanitaire randvoorwaarden en aan de andere kant voldoet aan de vereiste van snelheid om dat systeem met die boten te stoppen? Dat zal soms ook om best ingewikkelde constructies vragen. Tussen Griekenland en Turkije bijvoorbeeld is een bilateraal verdrag gesloten op basis waarvan mede die hele Turkijeafspraak gemaakt kon worden. Het zal per land weer anders zijn of je ook gebruik kunt maken van toevallig aanwezige bilaterale afspraken van dat type. De randvoorwaarde daarbij moet steeds zijn — anders ben ik meneer Van Dijk en anderen hier kwijt — dat zich dat afspeelt binnen de grenzen van het humanitaire recht en het Vluchtelingenverdrag en dat de UNHCR aan boord blijft.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Helder. In de brief van de regering staat ook dat dat bij mensen die alsnog naar Europa komen via een korte procedure kan worden afgehandeld. Ik had ook nog gevraagd naar een andere brief, namelijk die van de Commissie Meijers. Ik begrijp dat de premier niet alle brieven gelezen kan hebben, maar zou hij bereid zijn om ...

Minister Rutte:

Waar ging die ook alweer over? Misschien heb ik hem hier.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daarin worden ook vragen gesteld over de plannen rond aanmeldcentra. Wat voor procedures krijg je dan buiten het land?

De voorzitter:

Nee, niet de brief voorlezen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat ga ik niet doen, voorzitter.

Minister Rutte:

Ik kom daar in de tweede termijn op terug, voorzitter, want ik weet dat wij ...

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het mag ook schriftelijk.

Minister Rutte:

Nee, ik ga proberen om het mondeling te doen. Dat scheelt de ambtenaren een brief. Als het niet lukt, doen we het schriftelijk, maar ik denk dat het mondeling kan. We hadden het er net even over. We hebben, dacht ik, die informatie.

De voorzitter:

Daar komt u op terug.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De minister-president zei net dat we een systeem moeten bedenken waarbij we die bootjes, als ze komen, kunnen omleiden en weer kunnen laten terugvaren naar Afrika. Maar dan zit ik nog wel even met die verkorte procedure. Gaan we die verkorte procedure dan op die bootjes doen? Gaan we de UNHCR vragen om dat te doen?

De voorzitter:

Een korte reactie van de minister-president.

Minister Rutte:

Dat moet allemaal bekeken worden. Het is eigenlijk niet precies te zeggen. Op het moment dat je ze namelijk naar Europa haalt en ze roepen "asiel" en ze gaan hier de hele procedure in, dan gaat het systeem nooit stoppen en blijven die boten varen. Als je erin zou slagen om het in Afrika zo te doen dat het feitelijk naar onze Europese standaarden et cetera kan plaatsvinden, dan heeft dat het grote voordeel dat je niet met de 80% en 90% die economisch migrant is bezig bent om door die hele asielprocedure te gaan. Je moet uiteindelijk dus zoeken naar wegen waardoor die boot niet eerst op Malta of in Italië hoeft aan te meren.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan zal je toch een verkorte procedure moeten doen, want als het bijvoorbeeld gaat om homo's die je wilt terugsturen naar Tunesië, dan heb je daar niet een go.

Minister Rutte:

Nee, uiteraard. Maar dat moet je dus allemaal voorzien.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat moet je dan wel voorzien. Maar de vraag is even hoe het nu zit met de urgentie. Die boot, de Lifeline, is nu aangemeerd bij Malta. Dat heeft toegezegd een aantal mensen op te nemen, maar we krijgen dat natuurlijk vaker omdat Italië nu heeft geweigerd om de vluchtelingen op te nemen en die vluchtelingenboot te laten aanmeren. Wat is nu plan A? De urgentie is immers groot. Wat doen we met de vluchtelingen die niet meer in Italië terechtkunnen?

Minister Rutte:

Dat is niet te zeggen. Bij dat schip is het nu de vraag: waar gaat dat naar binnen, blijft dat op Malta of gaat dat verder; en moeten we daar als Europa ook iets mee? Daar moeten we natuurlijk naar kijken. Maar wat je niet wilt — daarom ben ik zo voorzichtig met die vraag beantwoorden — is dat we zeggen "dat lossen we wel met elkaar op", want dan weet ik wel dat er morgen een enorme stroom boten op gang komt naar Europa met mensen die denken: ha, leuk, we eindigen niet in Italië; we eindigen nu waarschijnlijk in Duitsland of Zweden. Een van de randvoorwaarden zou volgens mij moeten zijn dat een schip als dat evident niet veilig is om dit te doen — als je er zo naar kijkt, lijkt de Lifeline of hoe het schip ook heet, toch niet aan de criteria te voldoen — in ieder geval aan de ketting gaat ...

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat.

Minister Rutte:

... zodat dat niet meer op zee terugkeert en niet een volgende groep vluchtelingen kan gaan halen, want dan blijven we bezig. Als je een systeem kunt bedenken waarin die schepen ook uit de vaart worden genomen, zou dat al kunnen helpen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat en een beetje tempo maakt.

Minister Rutte:

Dat brengt me bij het tweede grote onderwerp — de rest is allemaal kleiner — en dat is de discussie over de munt, over de EMU. Op dat punt hebben we als kabinet natuurlijk een strakke lijn. Wij vinden dat landen zich moeten houden aan de afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact. Wij menen dat er een basale belofte is van de euro, namelijk convergeren naar een hoger niveau van competitiviteit in Europa. Dat hapert. Dat gaat niet goed. We hebben heel veel instrumenten om landen te helpen die te maken krijgen met natuurrampen tot en met grote schokken. Natuurrampen zitten in het MFK. Bij grote macro-economische crises hebben we het ESM. De precautionary credit lines zitten daar ook in voor als dat nodig is. We hebben het ESM inderdaad zelf voor als een land op een gegeven moment echt dreigt te worden afgesloten van markttoegang. We hebben dus al die instrumenten.

Waar moet je nou naar kijken? Wij vinden de bankenunie prioritair. Waarom is die bankenunie prioritair? We hebben net gesproken over migratie en we hebben toen moeten vaststellen dat dat systeem nog niet af is. In het hele bouwwerk rond de EMU is de bankenunie niet af. Ik ben daar bezorgd over, want als er een crisis nadert en banken in de problemen zouden komen, kan dat ons schaden. Ik vind die bankenunie dus prioritair. Die moeten we aanpakken. Het is dan van belang — de heer Omtzigt refereerde daaraan, maar ook de heer Van Rooijen en anderen — dat je heel precies bepaalt wat er nodig is om bijvoorbeeld het besluit te nemen dat het ESM de backstop is voor het Single Resolution Fund. Er zijn door de eurogroep een maand geleden goede besluiten genomen over de bail-inable buffers en de leverage ratio's. Als Kamer weet u dat de regering hecht aan een sovereign debt-herstructureringsmechanisme voordat je het ESM als backstop van het Single Resolution Fund kunt accepteren. Ik ben het dus ook eens met de lijn van Omtzigt dat risicoreductie hier moet samengaan met eventueel zo'n stap zetten. Maar dit is iets waar je volgens mij uit zou moeten kunnen komen. Dan heb je dus een heel belangrijk punt in Europa voor elkaar. Het is eigenlijk net zo'n punt als rond migratie. Je repareert echt een zwak punt in de dijk. We kunnen nog helemaal de diepte in, maar ik denk dat we het in grote lijnen eens zijn over de MREL en over de leverage ratio's. Je hebt een sovereign debt restructuring-mechanisme nodig. EDIS, het depositogarantiestelsel, staat sowieso op de langere baan nu. Dat komt pas weer dit najaar terug en dan veel meer in politieke zin dan inhoudelijk. Dat is ook geen ramp. Het is voor Nederland ook nooit prioriteit geweest, maar wel de bankenunie waar het gaat om het Single Resolution Fund.

Daarnaast zijn er natuurlijk voorstellen gedaan door allerlei landen. Nederland heeft een heel ander voorstel gedaan dan Frankrijk. Wij hebben gezegd: kijk nou eens naar de potentiële 200 miljard die in het MFF zit, bedoeld voor structuur, cohesie en landbouwgeld in de eurozone. We hebben ook gezegd: kijk dan eens of we met elkaar kunnen afspreken dat we op dat geld, dat gewoon naar al die doelen gaat, een extra prisma zetten om te zien of het voldoende bijdraagt aan een hoger niveau van competitiviteit. Dat kun je met z'n negentienen doen. Dat gaat om convergentie. Dat is binnen het MFF.

Wij hebben bezwaar tegen een aantal voorstellen die op dit moment uit andere landen komen. We zeggen daarvan: ho, pas op, dat zijn nieuwe own resources. De Googletax wordt dan genoemd als een own resource. Even los van de plussen en minnen van de Googletax — daar kom ik zo op — zien we die in ieder geval niet als een voeding van een soort Europese pot. De financial transaction tax wordt genoemd. Daar heeft Nederland sowieso heel grote reserves bij. Het is een principieel punt om nieuwe own resources in te zetten als een voeding. Een tweede principieel punt is zo'n pot helemaal buiten het MFF te zetten. Onder het MFF heb je al een pot van 200 miljard voor de eurozone, maar daarbuiten is het echt iets anders. Ten derde: is het bedoeld voor competitiviteit of voor schokabsorptie? Die hele term "fiscal capacity" ruikt natuurlijk naar schokabsorptie. Meseberg — de twee landen — heeft heel goede dingen gezegd over de bankenunie. Dat is helemaal niet verkeerd. Vervolgens hebben ze een soort opsomming gemaakt van wat je allemaal zou kunnen doen op wat dan heet "fiscal capacity", "schokabsorptie" tot en met "convergentie". Dat is een hele waslijst van mogelijkheden. Daar zitten heel veel dingen bij waar wij grote bezwaren tegen zouden hebben als die gebeuren. Maar je kunt Meseberg niet zo lezen als: dat heeft Duitsland of Frankrijk nu zo besloten. Daarnaast vind ik dat we terughoudend moeten zijn met altijd maar reageren op voorstellen van anderen. Ik vind het veel interessanter wat onze voorstellen zijn. Wij hebben dus die voorstellen gedaan rond die 200 miljard.

Voorzitter. Dan even een paar vragen tegen die achtergrond. Zo is er natuurlijk de vraag van de heer Asscher: hoe voorkom je dat, als je daar bezwaren tegen maakt, je niet in de kopgroep zit? Ik denk dat dit meevalt. We werken bijvoorbeeld met de Fransen nu op alles samen, zoals het 55%-doel voor CO2-reductie, de G5 Sahel, buitengrensbewaking en migratie. Op al die punten zitten wij volledig op één lijn met Macron. Dit geldt overigens ook voor veel punten rond de euro. Op het punt van de fiscal capacity hebben we discussie. Jazeker. Daar zijn we echt nog niet uit. Maar het is ook niet zo dat dit wordt gezien alsof Nederland dan iets niet wil en anderen wel. Nee, er zijn veel meer conflicterende voorstellen. Wat betreft de punten die Asscher noemt, namelijk gelijk loon voor gelijk werk in dezelfde situaties, brexit, al dat soort zaken, mag het nooit zo zijn dat wij daar niet in die discussie mee zouden doen. Ik meen zelfs dat we daarbij zelfs steeds redelijk in een kopgroepje zitten. Ik neem die waarschuwing ter harte, maar ik meen dat dit goed gaat.

Van Rooijen stelde de vraag over landenspecifieke aanbevelingen. Die ging heel specifiek over pensioenen, maar die raakt natuurlijk ook aan deze discussie. Die luidt hetzelfde als vorig jaar en ik dacht ook de jaren daarvoor. Wij herkennen natuurlijk op zichzelf als kabinet die uitdaging. Zoals bekend proberen wij tot afspraken te komen in Nederland wat betreft de toekomst van ons pensioenstelsel.

Voorzitter. Om af te ronden op de EMU. Daarbij kijk ik heel even naar het belasting betalen door internetbedrijven. Daar hebben we ook al veel discussies over gevoerd. Nederland heeft niet gezegd dat nooit of niet te willen, maar heeft wel heel veel vragen. Wat betekent 3% omzetbelasting voor de kleine internetbedrijven in Nederland? Hoe ga je die vormgeven? Wat betekent die in relatie tot de OESO en de OESO-principes? Gaat dat goed? We hebben een positieve grondhouding om ervoor te zorgen dat de internetbedrijven serieus belasting gaan betalen, maar aan dit voorstel zitten echt haken en ogen. Dat over de EMU. Er was nog één vraag van de heer Bisschop over het dreigen van onomkeerbare stappen op het terrein van de EMU. We hebben daar natuurlijk een heel intensieve dialoog over met de Kamer. Bijvoorbeeld het ESM als backstop op het SRF, onder alle voorwaarden die daarbij horen, vraagt een wijziging van het ESM-verdrag. Dat dacht ik tenminste, maar ik kijk even naar de ambtelijke ondersteuning. Er wordt ja geknikt. Dat moet de Kamer dus sowieso goedkeuren. Maar ook minder vergaande zaken, die wel politiek van belang zijn, komen natuurlijk zeer intensief hier terug, via Kamerbrieven en geannoteerde agenda's.

De voorzitter:

De heer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Volgens mij was de heer Asscher eerst, voorzitter.

De voorzitter:

Dan ga ik naar de heer Asscher.

De heer Asscher (PvdA):

Dat is zeer galant. De opsomming van dingen waaraan we nu met Frankrijk samenwerken sprak me aan. Maar een van de problemen in Europa is toch dat er steeds minder belasting op kapitaal wordt geheven — landen concurreren daarop met elkaar — en daardoor steeds meer belasting op arbeid. Dan gaan we weer zeggen: wat is arbeid toch duur. Het zou dus goed zijn als daar iets tegenover gesteld wordt. De Nederlandse regering is er ook toe gehouden zich daarvoor in te zetten. Nu zien we dat Merkel en Macron ook het begin van een afspraak hebben over een gemeenschappelijke grondslag rond de winstbelasting.

De voorzitter:

En de vraag is?

De heer Asscher (PvdA):

De vraag is dus: mag ik van de premier ook op dat punt een meer constructieve houding zien, zodat we niet mee gaan doen aan die concurrentie tussen landen, maar in het belang van de Europeanen gaan zorgen dat bedrijven fatsoenlijk belasting betalen over hun winst?

De voorzitter:

Ook voor de premier geldt: een korte reactie.

Minister Rutte:

We hebben die discussie hier vaak gevoerd. Je hebt natuurlijk de discussie over de vraag of we een gemeenschappelijk systeem hebben om de grondslag te bepalen. Daarnaast heb je nog een verdergaand voorstel, de CCCTB. Ook bij de CCTB moeten we wel voorzichtig zijn, want als kleiner land wil je uiteindelijk wel dat belastingconcurrentie ook onderdeel blijft van je pakket. Ik ben het met Asscher eens dat dat niet moet leiden tot een uitholling van de opbrengsten uit bedrijven. Daarom moet je ook steeds kijken. Ook in het pakket dat het nieuwe kabinet heeft neergelegd zie je dat de lasten voor de bedrijven per saldo met 100 miljoen worden verzwaard of verlicht. Maar er zit wel een heel grote verschuiving in. We slagen erin om de Vpb te verlagen en tegelijkertijd een hele hoop vergroeningsmaatregelen te nemen, waardoor de belastingdruk voor bedrijven per saldo ongeveer gelijk blijft. Ik ben het dus op zich met hem eens dat je moet oppassen voor een grote lastenverschuiving van het bedrijfsleven naar particulieren. Die heeft in het verleden natuurlijk ook plaatsgevonden. En de loonbelasting is een verstorende belasting; ook dat weten we. Ik snap dat principe, maar ik zou wel willen waarschuwen. Met die CCTB is het een beetje als met die Googletaks: je moet hem echt wel heel goed doordenken voordat je daar enthousiast over wordt.

De heer Asscher (PvdA):

Eens. Natuurlijk moet je voorzichtig zijn en moet je het heel precies uitzoeken. Maar tot nu toe is de houding steeds: we willen dat niet. Dat maakt Nederland heel kwetsbaar voor het argument van bedrijven "voor jou tien anderen" — letterlijk. Dat zet een druk op onze winstbelasting. Dat zet een druk op de dividendbelasting. We kennen die discussie. In dat kader zijn er in Europa gewoon kansen te benutten, zonder dat het ten nadele is van Nederland, om te zorgen dat bedrijven fatsoenlijk belasting betalen, waarmee we het sociale stelsel overeind houden. Dus op dat punt hoop ik toch echt dat de premier voorbijgaat aan het makkelijke "dat motten we niet; dat willen we niet". Natuurlijk moeten we voorzichtig zijn, maar die uitholling van belastinginkomsten door bedrijven is een levensgroot probleem, dat indirect ook weer leidt tot heel veel onvrede over Europa.

Minister Rutte:

In meen dat het nieuwe Nederlandse regeerakkoord, in vergelijking met het kabinet dat we hiervoor samen hadden, erin slaagt om daar een goede balans in te vinden. Asscher heeft het daar ook niet over. Hij praat misschien wel over de dividendbelasting, maar daar komen we vanavond ook nog over te spreken. Maar hij heeft het hier meer over de Europese zaak. Ik snap zijn punt. Hij zoomt in op één instrument, waar ik echt ook wel een paar grote vraagtekens bij zet. Maar ik ben het met zijn principe eens. Daar moeten we echt met elkaar aan doorwerken om ervoor te zorgen dat de verschuiving die in de afgelopen tien à twintig jaar heeft plaatsgevonden haar grenzen kent. Je moet oppassen voor een uitholling van die belastinggrondslag.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

In de geannoteerde agenda stond ook dat er aandacht moet worden besteed aan de risicoweging van staatsobligaties. Daarover is onlangs een motie van 50PLUS aangenomen door een grote meerderheid, bijna de hele Kamer. Kan de minister-president nog eens toelichten hoe hij zich met de minister van Financiën ervoor wil inzetten in Europa dat wij afgaan van het systeem dat alle staatsobligaties per definitie op 100% gewaardeerd worden omdat Zuid-Europa en Japan dat nog steeds willen?

De voorzitter:

De minister-president.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat betekent dat Italiaanse banken veel minder solvabel zijn dan ze lijken.

Minister Rutte:

Ik zou hier vanwege mijn verreikende kennis van dit onderwerp natuurlijk een uitvoerig exposé kunnen geven, maar helaas is daar geen tijd voor. Ik vraag dus of ik deze vraag mag doorgeleiden naar de minister van Financiën en hem mag aankondigen dat de heer Van Rooijen deze vraag gaat stellen in het eerstvolgende debat dat hij met de heer Hoekstra heeft, zodat hij tot de tanden bewapend kan zijn.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, maar mijn vraag was niet zozeer technisch. De minister van Financiën en ik zijn het daarover eens.

Minister Rutte:

Dan ben ik het daar ook mee eens.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het gaat om de vraag of de minister-president zich in het komende overleg in het weekend wil inzetten om dat punt op de agenda te krijgen.

Minister Rutte:

Dat staat daar niet op de agenda.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het staat in de geannoteerde agenda, met één zin.

Minister Rutte:

Ik vrees dat de meeste Europese collega's al afhaken bij MREL, leverage ratios en — hoe heet het? — AQR's. Ik weet dus niet of we dat niveau ingaan. Ik denk dat dat toch meer iets is voor de ...

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar u begrijpt de vraag die ik stel.

Minister Rutte:

Ja, ik snap de vraag, maar ...

De heer Van Rooijen (50PLUS):

U zei dat de bankenunie niet af is. Dit is een grote brok in de keel.

Minister Rutte:

Ja, die hangt overigens ook samen met EDIS en met hoe je daarmee omgaat. De weighing van sovereign ... Staatsobligaties en hoe je die weegt hebben natuurlijk ook te maken met NPL's en met EDIS. Daarvoor is natuurlijk nog helemaal niet het begin van een inhoudelijke stap gezet. Daarover is door de eurogroep nu alleen gezegd dat, ware dat denkbaar, later dit jaar de politieke gesprekken starten.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar ik neem aan dat het kabinet en de minister-president met de minister van Financiën de motie van 50PLUS gaat uitvoeren.

Minister Rutte:

Als die is aangenomen, ja.

De voorzitter:

Alle moties horen uitgevoerd te worden.

Minister Rutte:

Alle moties, zeker als ze zijn aangenomen; niet als ze niet zijn aangenomen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb nog een vraag over pensioenen.

De voorzitter:

Nou, de laatste vraag, want u bent eigenlijk ...

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik wilde niet beginnen met de pensioenen, want dan ... Enfin, ik begrijp niet waarom de Commissie zich bemoeit met een privaat pensioenstelsel en zegt dat daarin eigenlijk van alles moet worden veranderd en dat dat in een nieuw stelsel aan de orde moet komen. Wij vinden van onze kant dat Brussel daar helemaal niet over gaat. Wij zouden willen dat het kabinet ons standpunt daarover deelt.

Minister Rutte:

Ik weet niet of je zo zwart-wit kunt zeggen dat de tweede pijler helemaal alleen van de private sector is, want wij als overheid zorgen natuurlijk vooral voor de flankerende wet- en regelgeving. Als ik zie hoeveel tijd we besteden met sociale partners om te kijken naar de modernisering van het pensioenstelsel ... Dat zouden we volgens mij niet doen als het helemaal alleen van de sociale partners was. Ik snap de terughoudendheid die de heer Van Rooijen hier aanbeveelt, maar ik wijs vooral naar de lopende discussies met sociale partners over een nieuw pensioenstelsel. Ik denk dat we in dat kader moeten zoeken naar een uitweg waarmee we het pensioenstelsel robuust maken.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat.

Minister Rutte:

Ik heb inmiddels een antwoord op de vraag over de Commissie Meijers. De brief van de Commissie Meijers somt alle verschillende ideeën op. Op zichzelf zijn de reacties van het kabinet daarop bekend, bijvoorbeeld op de vraag wie in een derde land een asielprocedure moet uitvoeren en de status moet vaststellen. Dat is, zoals ik zojuist ook al zei, gewoon een onderdeel dat nader moet worden uitgewerkt. Onze voorkeur kent u, namelijk samenwerking met UNHCR. Als UNHCR vaststelt dat er sprake is van vluchtelingschap, kan bijna automatisch een voordracht voor hervestiging plaatsvinden. Dat zou een methode kunnen zijn.

Meijers spreekt ook over de regionale disembarkation platforms; dat is een beetje het nieuw lingo dat uit de Europese Raad komt. Evenals de Commissie Meijers menen wij dat dit altijd in overeenstemming moet zijn met het internationale recht. Dus: veilige humane omstandigheden en daarbij ook selecteren op de mensen die het kwetsbaarst zijn, zodat wordt voorkomen dat zij uiteindelijk in een asielprocedure terechtkomen; hierbij moet ik ook de heer Voordewind aankijken. Dit staat ook zo in het ontwerp van de Europese Raadsconclusies: "in full respect of international law". In die zin denk ik dus dat de commissie-Meijers goed verankerd zit in het huidige denken binnen Europa. De rol van de UNHCR zal daar dus belangrijk in zijn.

Het derde onderwerp is het Meerjarig Financieel Kader. Ik heb niet gezegd dat wij meer gaan betalen omdat wij zo rijk zijn. Wat ik heb gezegd, is dat Nederland feitelijk een zware nettobetaler is en dat dat op zichzelf verklaarbaar is vanuit onze rijkdom. Ik heb niet gezegd dat ik, omdat we nou zo rijk zijn, ernaar uitzie om meer te gaan betalen. Dat klopte niet. Dat wil ik hierbij even rechtgezet hebben. Dank, want communiceren blijft dus lastig, voor mij dan.

De voorzitter:

Is dit punt daarmee afgerond?

Minister Rutte:

Er waren meer vragen over het MFK.

De voorzitter:

Dan zou ik toch willen voorstellen dat u verdergaat.

Minister Rutte:

Ja. Wat het tijdpad voor de komende jaren betreft: ik denk dat het wel even gaat duren. Voor ons is het resultaat ...

De voorzitter:

De heer Omtzigt kijkt heel verbaasd. Meneer Omtzigt, u heeft een interruptie over het vorige punt.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, dank u wel. Frankrijk en Duitsland — ik moet zeggen: vooral Frankrijk — blijven, ook in de publiciteit, vasthouden aan een eurozonebudget. De Nederlandse regering is bij monde van zowel minister Hoekstra als minister-president Rutte duidelijk geweest. Mag ik ervan uitgaan dat er bij de komende Europese top geen tekst ligt met als strekking dat wij gecommitteerd zijn aan een eurozonebudget?

Minister Rutte:

Nee, dat zal niet het geval zijn. Daar mag u dus van uitgaan, ja.

De voorzitter:

Oké, kort en krachtig.

Minister Rutte:

Dus ja en nee. We zijn het eens.

De MFK-procedure is echt niet te voorspellen. Het is hier echt: kwaliteit boven snelheid.

De heer Voordewind had een vraag over het Defensiefonds. Het hoofddoel is, vanzelfsprekend, een veilig Europa. Dat fonds helpt vooral bij het ontwikkelen van de noodzakelijke capaciteiten. Daarbij is het voor ons van belang dat de Nederlandse defensie-industrie kan meedoen aan dat fonds. We hebben een aantal grote bedrijven maar juist ook veel mkb-bedrijven. In de besprekingen hebben we continu ingezet op toegang voor het midden- en kleinbedrijf, ook tot de Europese toeleveringsketens, omdat het vaak gaat in een samenwerking van meerdere bedrijven. Dat succes is er nu. Consortia kunnen bijvoorbeeld financieringsbonussen verdienen voor het meenemen van meer grensoverschrijdend mkb in de toeleveringsketens. Er komt een speciaal programma voor mkb-bedrijven ter waarde van 50 miljoen, oftewel 10% van het budget. Ook in de onderhandelingen over het nieuwe voorstel zullen wij op deze prioriteiten inzetten, ook in het kader van het volgende Meerjarig Financieel Kader, zodat wij de Nederlandse defensie-industrie ook internationaal goed in de etalage kunnen plaatsen.

De heer Bisschop en de heer Verhoeven vroegen hoe het zit met de uitspraak dat 70% van het geld gaat naar de prioriteiten van gisteren. De heer Verhoeven vroeg daarnaast ook: hoe zit het nou, kun je bezuinigen op landbouwcohesie en dan herprioriteren naar de topprioriteiten voor Nederland? We willen een paar dingen tegelijk. We willen netto-bruto uitkomen op een zodanig niveau dat wij niet met elkaar de rekening aan het betalen zijn voor het brexitdrama. Tegelijkertijd willen we moderniseren. En dat tegen de achtergrond van een Europese Commissie die heeft voorgesteld om de uitgaven, ook los van de brexit, nog verder te verhogen. Dat wordt dus een enorme discussie de komende tijd, misschien wel de komende jaren. Het kan ook nog wel eens tot na de Europese verkiezingen gaan duren. Uiteindelijk wil je herprioritering: binnen de begroting het geld vinden voor de dingen die we moeten gaan doen. Je moet dus vaststellen dat op dit moment het traditionele beleid nog steeds 70% van het MFK uitmaakt. Daarbij zullen we moeten proberen om toch die hervorming te bereiken en tegelijkertijd daarmee ook geld vrij te spelen voor de toekomstige prioriteiten. Dit over het MFK.

Ik kom op de kortere punten. Hoeveel lidstaten streven er nu naar een kleinere begroting? Deze vraag hoort eigenlijk nog bij het MFK. Ik kan natuurlijk geen inzage geven in de posities van andere landen, maar we werken in een groep van gelijkgezinde landen. Helaas bestaat die groep nu, met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk, uit een land minder, zo zeg ik tegen mevrouw Maeijer.

Ik kom op veiligheid en defensie. In de afgelopen maanden zijn er, zo zeg ik tegen de heer Verhoeven, concrete stappen gezet om de Europese veiligheid en defensie te versterken, onder andere op het gebied van PESCO. Wij hebben daar actief aan bijgedragen. Bijvoorbeeld op het terrein van military mobility, dat ook terugkomt op de NAVO-top over een paar weken, vervullen wij een voortrekkersrol. Het betreft het military mobility package en de military mobility pledge. Gisteren was er in Luxemburg, in de vergadering van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, veel waardering voor dit onderwerp. Dit is concreet. Dat is ook typisch Nederlands. In al die ingewikkelde high vision-debatten komen wij met praktische voorstellen. Er is ook wel visie, hoor, maar zeker ook praktische voorstellen. Wij juichen toe dat Frankrijk en Duitsland het eens zijn geworden over het European Intervention Initiative van president Macron. Dat was best nog even een ei dat gelegd moest worden. De heer Mulder refereerde daar ook al aan. Wat ik goed vind van de Mesebergverklaring van de Fransen en de Duitsers is dat zij zeggen dat het European Intervention Initiative zo strak mogelijk aan PESCO gelinkt moet worden. Dat steunen wij. Daar hebben wij ook steeds voor gepleit. Het voordeel is dat ook een aantal andere landen, zoals Denemarken, meedoen aan dat initiatief van Macron. Gisteren hebben we de intentieverklaring daarover ondertekend.

Ik kom op de aanpassing van de besluitvormingsprocedures. Daarover hebben we iets in de brief gezegd. Daar heb ik niet zo veel aan toe te voegen. Wij zijn bereid om de discussie serieus te voeren over hoe je er in Europa voor kunt zorgen dat je snelheid bereikt. Maar ik snap ook alle gevoeligheden over het opgeven van veto's. Die discussie moeten we dus echt eens even goed met elkaar voeren. Maar op dit moment moet je ook vaststellen dat Europa nog geen deuk in een pakje boter slaat zodra er echt grote internationale crises zijn. Kijk naar Israël en naar andere plekken in de wereld. Voor het grootste, machtigste handelsblok van de wereld is dat toch ook wel een beetje een wanvertoning.

De voorzitter:

Een korte vraag, meneer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De premier stipt het al terecht aan. Het zou toch niet zo moeten zijn dat wij op een achternamiddag onze stem op het gebied van buitenlandpolitiek weggeven? Er staat wel als disclaimer "Nederland houdt wel vast aan het uitgangspunt dat de beslissing tot militaire inzet met consensus genomen moet worden", maar tegelijkertijd wilt u meer meerderheidsbesluitvorming op het gebied van buitenlandpolitiek. Waar gaat dat dan over?

De voorzitter:

Een korte reactie.

Minister Rutte:

Dat is een discussie die we moeten voeren. De minister van Buitenlandse Zaken heeft daar een brief over gestuurd. Ik denk dat dat debat gewoon gevoerd moet worden. Dat is een gevoeligheid; dat zie ik. Maar ik stel op dit moment ook vast, nogmaals, dat Europa op buitenlands politiek gebied echt niet effectief is. Het is gewoon niet effectief; daar moeten we ook reëel in zijn. Dus we kunnen het allemaal houden zoals het is — misschien is dat de uitkomst van de discussie — maar dan moeten we ook niet meer praten over een Hoge Vertegenwoordiger, Europees buitenlands beleid en een EDEO die voor miljarden wereldwijd wordt ingezet.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik vind het wel een beetje vaag. Missies mogen dus niet via meerderheidsbesluitvorming, maar als ik vraag wat dan wél, hoor ik: daar moeten we het over hebben. Hier moet niet opeens een konijn uit de hoge hoed komen, zeg ik maar als voorwaarschuwing.

Minister Rutte:

Dit valt allemaal onder de Bisschopdoctrine: wijzigingen slechts na intensief overleg met de Kamer.

De voorzitter:

Nu de rest van de vragen.

Minister Rutte:

Dan de vraag van de heer Mulder. Hoe verhoudt het European Intervention Initiative zich tot de NAVO? Dreigt er duplicatie? Nee. Het is een overlegplatform voor een kleine groep "willing and able"-landen. Ze zullen regelmatig spreken over de veiligheidsomgeving en over mogelijke inzetscenario's en planning, en ze zullen inlichtingen delen. Ook zullen ze afspraken maken over de ondersteuning van ontplooide militairen. Daarmee doen ze dus hun huiswerk voor toekomstige inzet, zodat die groep landen in staat is om veel sneller tot een inzet te komen als er vervolgens in NATO-verband, EU-verband of VN-verband afspraken worden gemaakt. De NAVO, de trans-Atlantische relatie, blijft voor het kabinet de hoeksteen van ons hele veiligheidsbeleid, zoals die dat altijd geweest is.

Dan artikel 7 en de situatie in Hongarije. Mevrouw Maeijer, de heer Bisschop en anderen refereerden daaraan. Het gaat niet goed in Hongarije. Ik vind het allemaal mooi wat mevrouw Maeijer zegt, maar als dit is zoals zij Nederland over een aantal jaren ziet, is het maar goed dat we dat weten. Het Hongaarse parlement heeft op 20 juni het "Stop Soros"-wetgevingspakket aangenomen. Dat wordt lokaal en internationaal sterk bekritiseerd, ook door de verantwoordelijke commissie in het Europees Parlement. De Commissie van Venetië heeft in een opinie op 25 juni laten weten van mening te zijn dat de wetgeving disproportioneel is, doordat hiermee hulp aan asielzoeker wordt gecriminaliseerd. Wij kijken daar met grote bezorgdheid naar, ook als Nederland. Wat hier gebeurt is gewoon het criminaliseren van hulp aan asielzoekers. Het effect is ook dat de stevige toepassing van het concept "veilig derde land" een de facto afwijzing is van álle asielverzoeken in Hongarije. Dat kan dus niet. Dat is echt in strijd met al onze opvattingen over rule of law, over mensenrechten en over een waardengemeenschap. Dus sorry, maar daar gaan we echt even hard tegenin. We hebben dus met tien gelijkgezinde landen onze zorgen hierover kenbaar gemaakt bij de Hongaarse autoriteit. Dat zullen we blijven doen. We zetten door met een inbreukprocedure die betrekking heeft op de ngo-wetten. Het Europees Parlement stemt in september plenair over een voorstel uit de betrokken commissie, de LIBE-commissie, over de ontwikkelingen in Hongarije.

Waarom de artikel 7-status? Omdat we in Europa moeten kunnen vertrouwen op elkaars rechtssysteem. Je kunt niet zeggen dat Europa alleen een markt is. Zelfs voor de meest extreem vrijemarktgedreven liberaal geldt ook dat die markt een marktmeester, een aantal gezamenlijke waarden en voorspelbaarheid nodig heeft. Dus al zou je het vanuit de meest zuivere extreemliberale opvatting benaderen, dan nog heb je vrije pers, onafhankelijke rechtspraak, juridische zekerheid en vertrouwen in elkaars rechtssysteem nodig. Artikel 7 is een zware procedure, die alleen in uitzonderlijke gevallen aan de orde is. Wat betreft Polen hoopt Nederland nog steeds dat de dialoog tussen de Commissie en Polen leidt tot een oplossing. Uiteraard zijn er ook lichtere instrumenten die kunnen worden ingezet als dat kan, maar artikel 7 moet wel in het pakket zitten, vind ik.

Is er steun voor Merkel en Macron en een klimaatneutraal Europa? Dat was een vraag van de heer Verhoeven. Ja, prachtig, helemaal voor, maar waar het nu echt op aankomt, is niet 2050. Wat we moeten zien te bereiken is het verhogen van het CO2-reductiedoel naar 55% in 2030. Daarin trekken we goed met de Fransen op, maar ik heb de Duitsers er nog niet stellig genoeg over gehoord. Want 2050, ja, ammehoela, dat is zo ver weg, daar worden we het altijd wel over eens. In 2030 moeten we in Europa naar de 55%. Dat staat niet op de agenda van deze Europese Raad. Ik ben dus heel blij met het doel van 2050, maar wij zullen ook bij de Duitsers blijven aandringen op het doel van 2030. Over Albanië en Macedonië is het debat vorige week gevoerd. Het kabinet opereert binnen die guidance.

Dan brexit. Ik ben het eens met de heer Mulder dat er weinig vooruitgang is sinds maart. Er is dus ook een onverminderd risico op een no-dealscenario. We bereiden ons daar op verschillende manier op voor: namelijk capaciteitsuitbreiding van de uitvoeringsorganisaties. Al twee keer heeft Jeremy Corbyn — daar is hij — de leider van de Labour Party in het vragenuur gewezen op het feit dat wij wel de douane aan het uitbreiden zijn en de Britten niet. Twee. Voorlichting aan het bedrijfsleven en andere doelgroepen. Drie. Het voorbereiden van de benodigde wetswijzigingen.

Bij het bedrijfsleven ligt een grote eigen verantwoordelijkheid, maar de bedrijven staan er niet alleen voor. Wij werken intensief samen met het bedrijfsleven, ondersteunen en informeren het actief. Er zijn ook verschillende overleggen over geweest. Ik noem ook het Brexit-loket, www.brexitloket.nl, waar ondernemers terechtkunnen met vragen, online en telefonisch. Er is een Brexit Impact Scan die ondernemers helpt om alle gevolgen in kaart te brengen. En zoals ik net al zei, zijn er heel veel stakeholderbijeenkomsten voor en met het bedrijfsleven, de zogenaamde Brexit on tour. En dan hebben we ook nog de Brexit-vouchers. Dus we proberen dit echt aan alle kanten voor te bereiden, ook als het geen "over the cliff"-scenario is. Uiteindelijk moeten we ons sowieso voorbereiden, want de relatie gaat veranderen, zowel bij een hard brexit als bij een hopelijk genegotieerde uitkomst.

Ook de heer Omtzigt vroeg hiernaar. Misschien mag ik vooral verwijzen naar het antwoord dat ik net gaf. Misschien geef ik hier nog een paar voorbeelden. Bij de douane- en landbouwgerelateerde keurings- en toetsingsorganisaties vindt nu van alles plaats. Er vinden ook voorbereidingen in de zeehavens plaats. Er worden nieuwe medewerkers geworven. Er zijn aanbestedingstrajecten gestart. De logistieke knelpunten in mainports, met name waar het gaat om het ferryverkeer, worden geïnventariseerd door de uitvoeringsinstanties. De betrokken ministeries en uitvoeringsorganisaties nemen hierin zelf de benodigde maatregelen. Dit voorjaar is de Kamer uitvoerig schriftelijk gerapporteerd over de voortgang op terreinen als landbouw en visserij, sociale zaken, defensie en infrastructuur en waterstaat. Dat zullen we ook blijven doen. Ik ben nu wel door al mijn stof over de brexit heen, zoals de heer Omtzigt weet.

De heer Omtzigt (CDA):

Het is goed dat die voorbereiding er is. Ik zou graag aan het eind van het zomerreces een appreciatie willen hebben van waar we dichtbij zitten. Zitten we dan dichtbij een cliff edge, hoe zijn we dan voorbereid? Ik hoor in het antwoord dat de mainports zich aan het voorbereiden zijn. Tot nu toe hebben we vooral een voorbereiding gezien van mainport Rotterdam. Betekent dit ook dat de mainport Schiphol zich aan het voorbereiden is?

Minister Rutte:

Ja. Er wordt hevig jageknikt in het ambtenarenvak, dus dat is zo. Ten aanzien van de eerste vraag: laten we afspreken dat ik even met Stef Blok hiernaar ga kijken. Uw vraag gaan we doen, maar of we het kunnen verwerken.

De voorzitter:

Stef Blok is de minister van Buitenlandse Zaken.

Minister Rutte:

Ja, de minister van Buitenlandse Zaken, sorry. Of we dat met de minister van Buitenlandse Zaken kunnen stoppen, was uw vraag. Het antwoord daarop staat in een geannoteerde agenda die direct na de zomer toch verschijnt. Dan hoeft dit niet een aparte brief te worden. Daarmee ontzie ik even ook de ambtelijke tijd.

De voorzitter:

Gaat u naar een afronding?

Minister Rutte:

Dan een paar laatste punten. Er was gevraagd naar Trump. Hoe zorgen we ervoor dat Trump de Europese Unie niet uit elkaar speelt? Ik denk dat we ook hier vooral een beetje op onszelf moeten vertrouwen. We doen dit al een tijdje hier in Europa. Ik denk dat eenheid in Europa cruciaal is om de Verenigde Staten te bewegen om weer meer te doen, ook op het multilaterale pad. Daarom is het goed dat we tijdens deze Europese Raad praten over de handelspolitiek. Tijdens de Europese Raad in maart en tijdens de informele top in Sofia zijn wij tot eensgezinde posities gekomen. De handelsministers hebben intensief contact. Ik merk bij al mijn collega's dat men dit cruciaal vindt en dat men het belang van eenheid binnen Europa onderschrijft.

Dan MH17. Ik ben inderdaad zeer verheugd met wat er donderdag en vrijdag op dit punt lijkt te gebeuren. Steun voor de VN-Veiligheidsraadresolutie 2166, uiteraard, en ook voor het oproepen van Rusland om verantwoordelijkheid te nemen en volledig mee te werken met alle inspanningen om de waarheid te achterhalen en gerechtigheid en accountability te verzekeren. Dat betreft dus het COSAC-rapport waaraan de heer Omtzigt refereerde. Het moment van de bijeenkomst moet nog worden vastgesteld — ja, het gaat allemaal stap voor stap, maar we proberen het proces op te duwen. De minister zal direct na die bijeenkomst informeren over de uitkomst.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft ook een tweede termijn, maar een laatste vraag, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank voor die toezegging. Ik zie graag tegemoet wat er uit de RAZ komt. Ik hoop dat de minister ook in het kabinet wil bespreken dat dit ofwel tijdens de eurotop, waar hij zelf is, ofwel in de eurogroep, waar de minister van Financiën is, besproken wordt. Ook zij hebben een brief gehad, Centeno zelfs persoonlijk, maar na vier maanden is er nog geen reactie gekomen. Ik snap het als het niet morgen maar een aantal weken later gebeurt, maar graag het commitment om het ook daar aan de orde te stellen.

Minister Rutte:

Laat ik het als volgt doen, voor ik er ja op zeg. Blok gaat het aan de orde stellen in de RAZ, om het zo snel mogelijk te agenderen. Ik ga nu even ambtelijk vragen om met Stef Blok, de minister van Buitenlandse Zaken — u kent hem — het verzoek van de heer Omtzigt te bespreken. Ik versta de heer Omtzigt zo dat hij eigenlijk zegt: dit raakt ook aan de eurogroep en de Europese Raad. Ik wil dat minister Blok de regie houdt. Anders ga ik het nu lopen doen, en ik kan het niet helemaal overzien. Ik snap de vragen van de heer Omtzigt. Op de eerste vraag is het antwoord: ja, dat gebeurt; het wordt daar opgepakt. Maar het doorzetten naar eurogroep en Europese Raad ...

De voorzitter:

Dat heeft u gezegd, ja.

Minister Rutte:

... ga ik even door de heer Blok laten coördineren.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of er behoefte is aan een tweede termijn. Dat is niet bij iedereen het geval. Ik ga naar de heer Van Ojik namens GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Ik kan heel kort zijn. Ik dank de minister-president. Ik ben specifiek blij met zijn toezegging om de Europese Commissie ertoe aan te zetten navraag te doen in het geval van Algerije, waarover we allemaal verschrikkelijke verhalen hebben gehoord. Ik hoop dat hij niet alleen navraag doet, maar ook in actie komt op het moment dat zou blijken — en daar lijkt het toch wel echt op — dat de regels van het internationaal recht en mensenrechten worden geschonden.

Hij is er wel op ingegaan, maar naar mijn smaak iets te makkelijk: datzelfde vraag ik hem om te doen als het gaat om de berichten en de onderzoeken die duiden op slecht functioneren van de Libische kustwacht. Wij steunen de Libische kustwacht. Bij de Europese Raad ligt een voorstel voor om de steun aan de Libische kustwacht uit te breiden. Ik zou heel graag willen dat de minister-president toezegt dat die uitbreiding alleen kan plaatsvinden als wij er zeker van zijn dat het Europese geld aan de Libische kustwacht niet wordt misbruikt voor schendingen van mensenrechten. Ik heb er nu geen motie voor, maar ik hoop dat hij dat zou willen bepleiten.

Mevrouw de voorzitter. Over de migratiedeals komen we ongetwijfeld nog heel vaak te spreken, wellicht op het moment dat er een concrete migratiedeal voorligt; je weet maar nooit. Dan zal ik mijn mening daarover opnieuw met genoegen geven.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Ojik. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat het er vorige week donderdag tamelijk hard aan toeging in het debat over de eurozonebegroting. Het elftal van Hoekstra — alle waardering — stond tegenover een ander team, om even in sporttermen te blijven, geleid door Frankrijk en Duitsland, door Merkel en Macron. Het ging er hard aan toe. Wij hadden uitdrukkelijk een toezegging van de minister-president gevraagd over zijn standpunt. Daar heeft hij net bij een interruptie van de heer Omtzigt al op gereageerd, maar ik had die vraag al eerder gesteld. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat enkele EU-lidstaten overwegen om een aparte tweede begroting op Europees niveau te introduceren;

overwegende dat het optuigen van een aparte begroting voor de eurozone impliceert dat de huidige begroting van de Europese Unie en het periodieke proces inzake het Meerjarig Financieel Kader niet voldoen;

verzoekt de regering het standpunt uit te dragen dat een aparte tweede begroting niet gerealiseerd mag worden;

verzoekt de regering lidstaten met financiële wensen te verwijzen naar de reguliere begrotingssystematiek binnen de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1344 (21501-20).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ten slotte dien ik over Macedonië kortheidshalve een motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in Macedonië in juni 2017 een hervormingsgezinde regering is aangetreden;

overwegende dat er daarom nog niet kan worden gesproken van een duurzaam stabiel politiek klimaat;

overwegende dat de regering voor het doorvoeren van verdere hervormingen nog een aantal belangrijke stappen moet zetten en daarbij voor een deel afhankelijk is van de oppositie, zoals bij belangrijke wetgeving op het gebied van de rechterlijke macht;

stelt vast dat op basis van deze stand van zaken geen onderhandelingen over toetreding tot de EU geopend kunnen worden;

verzoekt de regering niet in te stemmen met het Commissievoorstel om te starten met onderhandelingen over toetreding van Macedonië tot de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1345 (21501-20).

Dank u wel, meneer Van Rooijen.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik heb toch een korte vraag, want ik heb vorige week eenzelfde motie ingediend en toen heeft 50PLUS tegengestemd, dus ik vind dit toch wel een heel dubieus verhaal.

De voorzitter:

Meneer Van Rooijen, hoe zit het?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, dat was een motie waarin stond dat het onder geen enkele voorwaarde zou kunnen, eigenlijk zonder tijdsbepaling, en wij beperken het tot de discussie op dit moment. Dat was de reden.

De voorzitter:

Mevrouw Maeijer, tot slot.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik wil dat graag corrigeren, want dat stond er niet. De motie was heel staccato: verzoekt het kabinet niet in te stemmen met het openen van de onderhandelingen. Er was geen enkele kleuring. De enige kleuring die er is, geeft de heer Van Rooijen nu zelf. Ik blijf er dus bij dat ik het heel dubieus vind dat hij nu eigenlijk gewoon letterlijk dezelfde motie indient.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Asscher. Nee? Dan ga ik naar de heer Voordewind. Ook niet. Dan ga ik naar de heer Bisschop. Ook niet. Dan ga ik naar mevrouw Maeijer namens de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter, dank. Ik moet toch zeggen dat ik het wat lastig debatteren vind over de Europese top als onduidelijk blijft wat er nu precies op tafel ligt ten aanzien van de migratievoorstellen. Zijn dat de conclusies die vorige week zijn neergelegd? Zijn het die van gister? Of is er toch nog een ander document waarover straks gesproken gaat worden? In ieder geval zou de boodschap wat betreft de PVV moeten zijn: maak Nederland niet afhankelijk van de Europese Unie en zorg dat we weer baas worden over onze eigen grenzen.

Het tweede punt dat ik toch nog even wil aanstippen, is de mogelijke ommezwaai van consensus- naar meerderheidsbesluiten van de Europese Unie op het gebied van het buitenland- en veiligheidsbeleid. Net als de SP kan ik wel zeggen dat ik de antwoorden van de minister-president niet erg geruststellend vond. Er is al genoeg zeggenschap ingeleverd in de besluitvorming. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Frankrijk en Duitsland op het gebied van het buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU meer met meerderheidsbesluitvorming willen werken in plaats van met consensus;

overwegende dat het onwenselijk is om nog meer Nederlandse zeggenschap uit handen te geven;

verzoekt de regering zich te verzetten tegen meerderheidsbesluitvorming in plaats van besluitvorming bij consensus op het gebied van het buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maeijer, Emiel van Dijk en De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1346 (21501-20).

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Verhoeven. Ik zie dat hij in gesprek is.

De heer Verhoeven (D66):

Ja, de heer Van Ojik zat even naast mij in het vak van D66 en hij zei een aantal zaken.

Ik wil toch eventjes kort de minister-president danken: dank voor de antwoorden op het gebied van klimaat, asiel en PESCO, de defensiesamenwerking. Daar heb ik toch een koplopersgevoel uit gehaald. Daar wil ik de premier voor danken. Op het gebied van het Meerjarig Financieel Kader en de digitaks zou ik hem iets meer enthousiasme willen toewensen.

Ik sta hier voornamelijk om het debatje dat ik had met de heer Baudet even af te ronden. Ik zal dat heel kort en overzichtelijk doen. Hij kwam met een onderzoek en ik heb er een aantal andere onderzoeken bij gepakt. Die zal ik hem straks zelf geven. Ik zal het niet allemaal op gaan lezen, want dat wil de voorzitter niet.

De voorzitter:

Nee.

De heer Verhoeven (D66):

Maar uit vier andere onderzoeken blijkt dat er in de jaren 2014 tot en met 2018 allerlei stijgingen zijn die je zou kunnen samenvatten als een algemeen gevoel van meer positiviteit en meer pro-Europese gevoelens bij de Nederlandse bevolking in de afgelopen drie à vier jaar. Ik zal de heer Baudet straks de linkjes, de samenvatting of het papiertje waar ik het opgeschreven heb, even geven. Dan weet hij in ieder geval dat ik ook een aantal onderzoeken geraadpleegd heb. Hij heeft zijn onderzoek net genoemd en ik noem nu de mijne. Zo blijven we elkaar met feiten, onderzoeken en andere publicaties bestrijden, zoals het hoort in een democratie.

De heer Baudet (FvD):

Zou het niet mooi zijn als we uiteindelijk niet aangewezen zijn op opiniepeilingen, maar op referenda om de stemming onder de bevolking te meten, te toetsen?

De heer Verhoeven (D66):

Absoluut. Daarom moeten er ook bindende referenda komen, maar nooit over het lidmaatschap van de Europese Unie.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Verhoeven (D66):

Dat heeft mijn partij altijd duidelijk en helder gezegd.

De heer Baudet (FvD):

Daar mogen we geen referendum over hebben? Hoor ik u dat zeggen?

De heer Verhoeven (D66):

Daar is D66 geen voorstander van.

De voorzitter:

Oké, dan ...

De heer Baudet (FvD):

Dus geen referendum over het lidmaatschap van de EU. Dat mag niet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank u wel. Nee, meneer Baudet. Dank u wel, meneer Verhoeven. Ik doe beide microfoons uit, als jullie het niet erg vinden. De heer Omtzigt heeft nu het woord. Het debat over referenda hebben we gehad. Het woord in tweede termijn is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de premier voor een heldere toezegging: er komt geen eurozonebegroting. Dat heb ik goed begrepen.

Twee: ik zou graag nog een nadere toelichting hebben wat de kaders zijn waarbinnen Albanië niet wordt toegelaten; de motie-Van Helvert. De motie is duidelijk: er vindt geen toelating van Albanië plaats op basis van dit rapport en er worden geen beloftes gedaan. Deelt de minister die interpretatie, zoals die ook gegeven is in het debat? We moeten voorzichtig zijn.

Ten derde wil ik de regering bedanken dat het transparantie-initiatief op de agenda wordt gezet, eindelijk. Ik deel de opmerking van mevrouw Maeijer dat we nu soms de conceptconclusies gewoon niet hebben. Dan wordt het echt heel lastig om op een bewegend iets te schieten.

Voorzitter, ik dien één motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een moment in te plannen voor de evaluatie van de risicoreductie voordat een eventueel besluit tot vervroegde invoering van de backstop/achtervang van het SRF wordt voorgelegd aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1347 (21501-20).

Dank u wel. Tot slot de heer Jasper van Dijk namens de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Dank voor de reactie op de brieven van de Commissie Meijers en van VluchtelingenWerk en anderen. Dat de premier hun zorgen deelt, staat genoteerd.

Dan over hervestiging. Begrijp ik nou dat de premier zei "Europa kan meer vluchtelingen gaan hervestigen naarmate de illegale migratie afneemt"? Hoeveel dan, is mijn vraag. Hoorde ik de premier zeggen dat het om 50% meer kan gaan? 50% ten opzichte van wat is dat dan? Graag een toelichting.

De SP zal zeker de motie van mevrouw Maeijer steunen om een stem te houden als het gaat om buitenlands beleid. Dat moeten wij niet uit handen geven.

Tot slot is het goed dat wij volgende week een nieuw debat gaan voeren over de conclusies van de Raad die eraan komen, zodat wij niet met voldongen feiten worden geconfronteerd, laat staan met een konijn uit een hoge hoed.

De voorzitter:

Dank u wel. De premier zegt "twee minuutjes", dus ik schors de vergadering voor twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister-president het woord.

Minister Rutte:

Voorzitter. Het antwoord op de vraag van de heer Van Ojik ... Dat is nou juist zo'n leuk antwoord, maar nu is hij er niet. Meneer Van Ojik, het antwoord is ja.

De voorzitter:

Daar is de heer Van Ojik.

Minister Rutte:

Meneer Van Ojik, het antwoord op uw vraag over de Libische kustwacht is: ja, dat kan ik bevestigen.

De motie-Van Rooijen op stuk nr. 1344 wil ik ontraden. De reden is dat in deze motie allemaal "als-dans" zitten. Er wordt gesproken van een aparte tweede begroting en allerlei andere dingen. We hebben nog de hele discussie te gaan over het MFF. Ik heb net al in de richting van de heer Omtzigt gezegd dat wij geen apart eurozonebudget buiten het MFF willen hebben. Ik vind dat dat voldoende is. Anders zitten we moties te maken waarin we reageren op voorstellen van andere landen. Dus ik zou de motie echt willen ontraden. De kaders waarbinnen we opereren en de guidance die wij vanuit de Kamer voelen, zijn duidelijk.

De motie-Van Rooijen op stuk nr. 1345 is overbodig, want de Raad Algemene Zaken heeft vandaag, mede op verzoek van Frankrijk en Nederland, besloten om de onderhandelingen met Macedonië en Albanië nog niet te openen. Er komt in 2019 eerst een voortgangsrapportage van de Commissie. En pas daarna wordt er weer over deze kwestie gebogen. Dat zeg ik ook in antwoord op de vraag van de heer Omtzigt.

De motie-Maeijer c.s. op stuk nr. 1346 ontraad ik. Wij willen niet meteen de deur helemaal dichtgooien op dit punt. We gaan eerst het hoe en wat goed bezien. Er is ook nog nader overleg tussen de minister van Buitenlandse Zaken en uw Kamer.

De motie-Omtzigt op stuk nr. 1347 vind ik echt ondersteuning van beleid. Daar kan ik dus heel goed mee leven.

Dan was er nog een vraag van de heer Jasper van Dijk over meer hervestiging als de instroom daalt. Zoals de heer Jasper van Dijk het formuleert, past het volgens mij ook in de kaders van het regeerakkoord. Maar het moet eerst omlaaggaan. We hebben alleen geen percentages erbij staan. Dat is echt te ingewikkeld. Je kunt het ook niet zo gedetailleerd sturen. Maar er zit wel het principe in dat er bij een dalende instroom meer ruimte komt voor hervestiging.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb een vraag over wat de minister-president zei over Albanië. Betekent dat dat de Kamer en ook de regering volgend jaar opnieuw ja of nee kunnen zeggen en dat er dus niet iets conditioneels wordt toegezegd, in de zin van "als u hieraan voldoet, wordt u toegelaten", zodat we niet voor het blok gezet worden?

Minister Rutte:

Dat klopt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dus we kunnen hier volgend jaar gewoon opnieuw een afweging maken over beide landen?

Minister Rutte:

Ja.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u wel.

De heer Verhoeven (D66):

Wat was de reactie op de motie van de heer Omtzigt op stuk nr. 1347?

De voorzitter:

Oordeel Kamer.

Minister Rutte:

Ik was akkoord met die motie.

De heer Verhoeven (D66):

Akkoord?

Minister Rutte:

Ik heb nu even het formulier niet waarop staat wat ik dan moet zeggen.

De heer Verhoeven (D66):

Is de motie overgenomen of laat u het oordeel aan de Kamer?

De voorzitter:

De minister-president laat het oordeel over de motie aan de Kamer.

Minister Rutte:

Ja, dat is eigenlijk wat ik zei. Ik was even de term kwijt.

De voorzitter:

Ja, opletten, meneer Verhoeven.

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen gaan we stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt van 19.24 uur tot 20.05 uur geschorst.

Naar boven