Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 47, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 47, item 4 |
Aan de orde is het dertigledendebat over ontpoldering van de Hedwige.
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. De PVV is tegen ontpoldering van deze vruchtbare landbouwgrond en heeft eigenaar De Kloet en ook de Zeeuwen altijd bijgestaan in het dossier van de Hertogin Hedwigepolder. Het betreft vruchtbare landbouwgrond en een van de mooiste natuur- en foerageergebieden voor vogels van ons land. Uit peilingen en onderzoeken blijkt dat de Zeeuwse bevolking diep wordt getroffen, terwijl vooral die bevolking eeuwen heeft gestreden voor het winnen van land op water. Zij heeft letterlijk op leven en dood strijd moeten leveren tegen overstromingen. De PVV blijft tot de laatste snik zij aan zij met de Zeeuwen vechten tegen de ontpoldering. Nogmaals, ik ben er heel blij mee dat dit debat mede mogelijk is gemaakt door het CDA en de mannenbroeders van de SGP — ik dank hen daarvoor — want anders had het misschien niet eens kunnen plaatsvinden.
Een nieuw in te brengen argument vormt het versneld dichtslibben met vervuild slib uit de Schelde. Het wordt een soort rioolputje van de haven van Rotterdam en de Schelde. Dat moeten we gewoon niet tolereren. We moeten dat niet accepteren. Dit heeft niet alleen grote gevolgen voor de natuur, voor de Zeeuwen en voor hun gezondheid en die van de dieren die er leven, maar ook de kosten voor het structureel benodigde baggeren zijn niet te overzien en evenmin gedekt. Waar haalt de staatssecretaris de dekking daarvoor vandaan? Dit moet immers structureel gebeuren. De staatssecretaris stelt dat monitoring en bijsturing al in het oorspronkelijke budget van 155 miljoen euro zijn meegenomen. Hoe kan dit het geval zijn als nu pas achteraf blijkt dat het dichtslibben, en daarmee de vervuiling, vele malen sneller gaat dan gepland? Dit wordt weer een strop voor de Nederlandse belastingbetaler.
De Vlamingen lachen zich rot. Zij lachen zich kapot. Dat is gewoon zo. Wij brengen immers de offers ter compensatie van de uitdieping van de Schelde, waarmee ook nog eens de toegankelijkheid van de haven van Antwerpen wordt vergroot over de rug van onze nationale trots: de Hedwige, de Zeeuwen, de haven van Rotterdam, de bv Holland. Het is wel zo. Ze kunnen de haven van Antwerpen zelfs uitbreiden ten koste van ons Nederlandse grondgebied. Dit betekent een win-winsituatie voor België en ellende en verlies voor Nederland. Wij laten niet toe dat de Hedwige de rioolput van Antwerpen wordt en dat dit mede mogelijk wordt gemaakt door onze regering. Dat kan niet.
Het bevreemdt mij dat ik GroenLinks, de Partij voor de Dieren en de SP niet hoor. Er worden 6.000 populieren omgezaagd zonder dat er sprake is van een herplantplicht. Je hoort geen van hen daarover. Ik vind dat onwaarschijnlijk.
De Vlamingen betalen ervoor en ze krijgen het. Ze krijgen gewoon wat ze vragen. Er zijn niet eens harde woorden over geweest; dat weet ik honderd procent zeker. Waarom pikt het kabinet dit? Waarom wordt de Hedwige ingepikt onder het toeziend oog van de regering? Er zijn juridisch geen problemen, want er komt geen slik bij. Met natuurcompensatie zal het beoogde doel niet worden behaald. Dat kan onmogelijk gebeuren. Er komt nooit meer water. Ons mooie grondgebied, onze mooie natuur slibt vol met bagger en vuil uit Antwerpen en uit de Schelde. De Vlamingen hebben geen baggerproblemen meer. Die problemen worden ook nog opgelost, want ze kunnen al hun bagger nu kwijt; zo is het ook nog een keer. Wees alstublieft eerlijk, zo vraag ik de staatssecretaris.
Het kabinet dient de belangen van Antwerpen, maar het moet de belangen dienen van de Zeeuwse bevolking, van onze Hedwigepolder, van onze natuur, van de haven van Rotterdam en van de bv Holland. Ik verzoek het kabinet om helemaal te stoppen met elke ontpoldering, waaronder die van vruchtbare landbouwgrond.
Applaus op de publieke tribune
De voorzitter:
Ik hoor de mensen op de publieke tribune nu klappen, maar zij mogen op geen enkele manier hun gevoelens van blijheid, afkeer of wat dan ook, laten blijken.
Het woord is aan de heer Van Bommel van de fractie van de SP.
De heer Van Bommel (SP):
Voorzitter. Voordat er sprake was van de Hedwigepolder, was er het Verdronken Land van Saeftinghe. Dit kabinet, inclusief de VVD, heeft besloten de ontpoldering van de Hedwige zo snel mogelijk ter hand te nemen. Het onder water zetten van de Hedwigepolder vinden wij een slecht idee. Goede landbouwgrond wordt ontpolderd om schade te compenseren die de natuur van de Westerschelde is aangedaan bij de uitdieping. Die uitdieping is ook nog eens slecht voor de veiligheid aangezien al het zeewater in zo'n diepe vaargeul woester gaat stromen. De SP is van mening dat er helemaal geen schade aan de waternatuur van de Westerschelde had mogen worden aangericht. Als je geen schade aanricht aan de natuur, hoef je die ook niet te compenseren of te herstellen. Dit is allemaal het gevolg van een slecht verdrag dat het kabinet-Balkenende heeft afgesloten met België. Dit verdrag was zeer gunstig voor de Antwerpse havenbaronnen, maar ongunstig voor Nederland. Nederland moet uitdiepen en Nederland moet ook nog eens natuur compenseren door in eigen land een polder onder water te zetten. En waarom? Dat gebeurt alleen maar om ervoor te zorgen dat de allergrootste schepen de haven van Antwerpen, 70 km landinwaarts, kunnen bereiken. Een veel beter idee is om de Noordwest-Europese havens te laten samenwerken, waarbij er gestreefd wordt naar een taakverdeling tussen de havens. Grotere schepen kunnen dan naar Rotterdam, kleinere naar Antwerpen. De Noordwest-Europese havens stevenen sowieso hard af op overcapaciteit. Hoe wordt aan dat probleem het hoofd geboden?
Heeft de staatssecretaris begrip voor het feit dat het onder water zetten van de grond nog steeds gevoelig ligt in Zeeland? Erkent zij dat uitdiepen extra veiligheidsrisico's met zich meebrengt? Wat is de reactie van de staatssecretaris op het onderzoek van de twee ingenieursbureaus, waarin wordt gesteld dat de gewenste natuur in de Hedwigepolder niet zal ontstaan, omdat de polder niet circa 1 cm maar per jaar wel 5 tot 10 cm zal opslibben? Inmiddels is er een SP-motie aangenomen, waarin wordt gevraagd om niet meer verder uit te diepen. Hoe diep is er nu feitelijk uitgebaggerd? Is er dieper gebaggerd dan in het verdrag was afgesproken?
Het is opvallend dat juist de VVD en het CDA de hoofdschuldigen zijn, die de Hedwigepolder onder water zetten. Deze partijen beweren immers dat zij opkomen voor de boeren. Waar blijven zij nu?
De voorzitter:
Daar staat de heer Geurts al bij de interruptiemicrofoon.
De heer Geurts (CDA):
Ik vraag me toch even af of de heer Van Bommel van de SP-fractie geen fout maakt. Hij noemde het CDA en de VVD in andere volgorde. Volgens mij is het een PvdA/VVD-kabinet dat de Hedwigepolder onder water zet. Daar maakt het CDA geen onderdeel van uit. Ik neem dus aan dat de heer Van Bommel deze woorden terugneemt.
De heer Van Bommel (SP):
Ik heb volgens mij heel duidelijk verwezen naar het verdrag dat eerder gesloten is, waarbij het CDA wel degelijk een rol heeft gespeeld. De geschiedenis alleen maar bekijken door de bril van de oppositie, de rol die het CDA nu vervult, is wel al te gemakkelijk.
De heer Geurts (CDA):
Ik vind dit antwoord gemakkelijk. De heer Van Bommel weet ook dat onder het kabinet-Rutte I inspanningen zijn gepleegd om een ander model voor de Hedwigepolder vorm te geven. Daarbij was er geen sprake van dat de hele Hedwigepolder onder water zou worden gezet.
De heer Van Bommel (SP):
Wij kennen de geschiedenis allemaal. Daarin heeft het CDA wel degelijk een rol gespeeld. Dat is de rol die ik hier wens te benadrukken. Het CDA zegt op dit terrein, net als op sommige andere terreinen, voortdurend dat het de partij is die voor de boeren opkomt. Hier geldt: nu even niet.
Het Scheldeverdrag was een historische vergissing. Wat ons betreft, gaan Nederland en België opnieuw onderhandelen om te komen tot een structurele oplossing die wordt gedragen door Nederland, België en Zeeland. Geen polders onder water, geen verdieping; wat ons betreft zijn buitendijkse oplossingen voor natuurherstel en natuurontwikkeling de inzet bij een dergelijk gesprek. Niet alle alternatieven zijn serieus onderzocht en voorgelegd. De SP wil inzetten op buitendijkse natuurontwikkeling zoals dat ontstaat bij strekdammen. Waarom wordt de experimentele optie van zandsuppletie en de experimentele optie van het geheel of gedeeltelijk opvullen van de geul bij de hoofdplaat voor 500 hectare hoogwaardige natuur niet onderzocht? De SP blijft tegen het ontpolderen van de Hedwigepolder en wil inzetten op alternatieven. Laat het Verdronken Land van Saeftinghe niet opnieuw verdrinken! Dat is mijn oproep.
Applaus op de publieke tribune
De voorzitter:
Nee, mensen op de publieke tribune, u mag echt niet, op welke wijze dan ook, uw goedkeuring of afkeuring van debatten laten blijken.
Nee, dansen mag ook niet, mijnheer Graus.
Het woord is aan de heer Geurts.
De heer Geurts (CDA):
Voorzitter. De geschiedenis rond de Hedwigepolder kent een bewogen verloop en dan druk ik mij voorzichtig uit. In ruim zes jaar werden zo'n twaalf Kamerdebatten gevoerd over de Hedwigepolder. Dat waren debatten met wisselend verloop en wisselende conclusies. De ene keer zou de polder in zijn geheel onder water komen te staan en de andere keer zou hij droog blijven. Landelijk groeide de Hedwigepolder uit tot een symbool van verzet tegen doorgeschoten natuurbeleid, waarin het realiseren van ecologische doelstellingen steeds meer ten koste gaat van de natuurbeleving van mensen die in deze gebieden wonen en werken. Nederlanders houden van onze polders en van ons cultuurlandschap. Het behoud van de Hedwigepolder en het voorkomen van gedwongen ontpoldering is voor het CDA altijd het uitgangspunt geweest. In mijn maidenspeech zei ik dat het braak laten liggen of onder water zetten van landbouwgrond absurd is. De wereldbevolking groeit en de Nederlandse boer heeft de kennis en kunde om bij te dragen aan voldoende voedselproductie in de wereld. Het CDA vindt dat wij daar trots op mogen zijn. Het onder water zetten van kostbare landbouwgrond voor moddernatuur blijft voor het CDA onverteerbaar. Natuur en mens moeten samen door een deur. Dat is goed voor het draagvlak voor de natuur en voor de omgeving van de mens.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik ben blij dat ik het aloude CDA-geluid opnieuw uit de mond van de heer Geurts hoor. Ik zeg dat zonder enig cynisme. Ik heb nog even teruggekeken naar het moment dat de heer Atsma het overnam van de heer Koppejan. Toen hoorden wij dezelfde teksten: geen gedwongen ontpoldering. Tegelijkertijd stemt het CDA in met een verdrag waarin dit wel was opgenomen. Wij kunnen hier lang over nakaarten, wij kennen de geschiedenis. Is de CDA-lijn die de heer Geurts hier neerzet — ik waardeer deze zeer — gegarandeerd de toekomstige lijn van het CDA? Ook als het CDA mogelijk op een post komt te zitten waar dit probleem echt kan worden voorkomen?
De heer Geurts (CDA):
Het zit in de genen van CDA'ers om de tekst die ik net uitsprak, dat wij tegen de gedwongen ontpoldering zijn, na te streven. Dit is altijd het uitgangspunt geweest van CDA'ers. Wij hebben een heel aantal jaren in dit land regeringsverantwoordelijkheid genomen. Je hebt dan met een coalitie te maken. Onze inzet is altijd geweest wat ik heb aangegeven. De SGP zit nu in een gedoogrol. Dit was in Rutte I ook het geval en toen kwam er ook een plan voorbij. Misschien kan de heer Dijkgraaf binnen deze gedoogrol de ontpoldering nog tegenhouden.
De voorzitter:
Mijnheer Dijkgraaf, tot slot.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Zeer vakkundig zoals de heer Geurts dat doet. Zo ken ik hem ook. Hij draait de ballen om. Het gaat mij nu even om de rol van het CDA. Straks sta ik daar en dan zie ik de interruptie over de rol van de SGP wel tegemoet. Het was een cruciaal moment dat het Scheldeverdrag hier voorbijkwam. Er lag een amendement-Van der Staaij waarin werd voorgesteld om de vrijwilligheid vast te leggen. Dit amendement heeft het niet gehaald, onder andere omdat het CDA tegenstemde om voor zijn moverende redenen. Als wij een nieuwe kabinetsformatie zouden hebben, is dan gegarandeerd dat deze lijn ook in de bestuurlijke rol overeind blijft? Gaat het CDA er dan voor zorgen dat de ontpoldering daadwerkelijk niet doorgaat of wordt er dan gezegd dat er bestuurlijke verantwoordelijkheid wordt genomen? In dat geval is het wél leveren in oppositietijd en niet leveren in coalitietijd. Ik ken de heer Geurts niet zo, want ik ken hem als een consistent man.
De heer Geurts (CDA):
Mijn vraag is dan: zal er ook geleverd worden in de gedoogstatus? Als ik het mag meemaken dat ik betrokken ben bij het opstellen van een regeerakkoord in een komend kabinet, wil ik de Kamer toezeggen — dit zit in onze genen en dat heb ik altijd uitgesproken, zelfs in mijn maidenspeech — dat ik mij tot het uiterste zal inzetten om te organiseren dat wij geen vruchtbare landbouwgrond meer zullen omzetten in natuur. Als extraatje voor de heer Dijkgraaf: kijk nog even naar de bijdragen die onze fractievoorzitter Sybrand Buma een aantal maanden geleden heeft geleverd. Daarin heeft hij letterlijk hetzelfde gezegd als wat ik hier mag zeggen.
De heer Graus (PVV):
Het is al second best als het om vruchtbare landbouwgrond gaat. Al zou het om dorre grond gaan, die Belgen hebben niks te zeggen over ons land. Het is onze grond en wij bepalen of die onder water gaat of niet. Die instelling zou de heer Geurts moeten hebben. Het gaat niet alleen maar om vruchtbare landbouwgrond. We moeten gewoon geen land meer onder water gaan zetten.
De heer Geurts (CDA):
Ik denk dat we het er in ieder geval over eens zijn dat we geen vruchtbare grond onder water moeten zetten. Ik kan op dit moment niet over elke centimeter in Nederland oordelen, maar ik denk dat de lijn die wij beiden hebben uitgesproken, u in uw bijdrage en ik in de mijne, al wel een lijn is waarmee wij tot overeenstemming kunnen komen.
In de Hedwige, waar nu pachters moeten vertrekken en de eigenaar zijn bezit moet afstaan, is dit niet het geval. Er zijn sterke aanwijzingen dat de ontpoldering niet tot natuurherstel zal leiden en dat de mens er niets meer te zoeken heeft vanwege riet en modder. Dat is niet waar wij met Nederland naartoe zouden moeten. Zou de staatssecretaris hier eens op willen reflecteren?
Het regeerakkoord van dit PvdA/VVD-kabinet zegt: "Alle alternatieven voor natuurcompensatie rond de verdieping van de Westerschelde zijn zorgvuldig gewogen op kosten en effecten. Op grond daarvan besluiten we de volledige ontpoldering van de Hedwige ter spoedig mogelijk te hand te nemen." Waarom, zo vraag ik de staatssecretaris, is niet gekozen voor het compromisvoorstel dat onder Rutte I tot stand kwam? Ook dit compromisvoorstel deed het CDA pijn, zo zeg ik tegen de medeleden, maar hierbij werd de Hedwige voor het grootste deel behouden. Dat was winst ten opzichte van de plannen die het huidige kabinet van PvdA en VVD aan het uitvoeren is. Die zetten gewoon de gehele polder onder water. Ik druk iedereen op het hart: laten we dit voortaan voorkomen. Natuur en mens moeten niet tegenover elkaar staan, zoals in Zeeland het geval is.
Ik sluit af met de woorden: in Nederland moeten we niet verder gaan met het omzetten van vruchtbare landbouwgrond in natuur.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Voorzitter. Laat ik eerst constateren dat de huidige systematiek van dertigledendebatten niet werkt. Volgens mij was dit het eerste debat in mijn portefeuille dat werd aangevraagd. Dat moet ergens in het derde kwartaal van 2013 zijn geweest. De VVD heeft de aanvraag voor dit debat toen niet gesteund, maar ik vind het zuur voor de aanvrager dat wij het debat pas nu voeren en ik vind het onlogisch dat dit debat plaatsvindt terwijl de beslissingen genomen zijn. Daarmee wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het besluit nog niet is gevallen.
Dan via u een aantal vragen aan de staatssecretaris.
De heer Graus (PVV):
Ik grijp even in, want het klopt niet wat de heer Heerema zegt. Wij hebben hier de macht en de kracht. Wij hebben als Tweede Kamerleden het hoogste ambt in Nederland. Ik wil zo dadelijk vragen, desnoods in een motie, om geen onomkeerbare stappen te zetten zolang de bezwaarprocedure loopt die nu is ingesteld door de eigenaar van de Hertogin Hedwigepolder.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
De Raad van State heeft de beroepen ongegrond verklaard. Wij hebben daarmee het idee dat de stappen niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt. Als de staatssecretaris daarover iets anders zegt en als er ruimte zou zijn, dan moeten wij daar volgens mij over nadenken. Maar voor zover ik het kan zien, zijn die stappen niet meer mogelijk. Ik hoor het graag van de staatssecretaris.
De heer Graus (PVV):
Dat is wel het geval, want de eigenaar kan nog altijd naar het Europese Hof gaan en dat zal ook gebeuren. Wij zullen afwachten wat de staatssecretaris hierover gaat zeggen, maar mogelijk kunt u zo dadelijk wel mijn motie steunen. Als wij daarmee een meerderheid halen, zal de staatssecretaris dit mogelijk moeten gaan doen. Dan hebben wij in ieder geval weer wat tijd gewonnen.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik was bezig met een aantal vragen aan de staatssecretaris.
Wil zij bevestigen dat de middelen die nu beschikbaar zijn ook het maximale is wat zal worden uitgegeven, dus inclusief het afgraven van giftig slib, zoals reeds door de staatssecretaris is toegezegd in het AO Natura 2000 inclusief Westerschelde van 19 september 2013? Kan de staatssecretaris dan ook aangeven wat de kosten per afgraafbeurt van giftig slib zijn?
Tevens heb ik een vraag aan de staatssecretaris over de verpachte gronden in Zeeuws-Vlaanderen. In totaal 200 hectare grond in Oost-Zeeuws-Vlaanderen — alle grond van de Dienst Landelijk Gebied aan de oostkant van het Kanaal van Gent en Terneuzen — zou gereserveerd zijn voor de Belgische pachters van de Hedwigepolder. Deze Belgische pachters zouden dan meer dan twintig kilometer over de grens Nederlandse landbouwgrond kunnen pachten. Deze gronden werden altijd door de boeren uit Oost-Zeeuws-Vlaanderen gepacht. Het is voor ons onduidelijk wie dit heeft toegezegd. Kan de staatssecretaris deze situatie voor ons ophelderen?
Dit is niet ons favoriete dossier. Ontpolderen van landbouwgrond is verschrikkelijk als wij dat vanwege internationale afspraken moeten doen. Dit is dan ook de laatste keer dat dit gebeurt, wat ons betreft.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Een mooie tekst. De heer Heerema vindt het verschrikkelijk dat dit gebeurt. Hij zegt dat dit moet vanwege internationale verdragen. Het amendement van de heer Van der Staaij, er werd zo-even al aan gerefereerd, is niet voor niets ingediend. Daarin werd gezegd, conform de lijn die de heer Geurts al aangaf, dat het alleen vrijwillig en niet verplicht zou gebeuren. Dat kon ook in het kader van internationale verdragen. De VVD- heeft dat amendement gesteund. Nog bedankt …
De voorzitter:
De vraag is?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Waarom dan deze draai? Nu zegt de VVD: het moet maar. Destijds zei de VVD: het moet helemaal niet, alleen als het vrijwillig is.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
De ruimte die wij zien na het hele dossier bestudeerd te hebben, is minder groot dan wij hadden gehoopt. Wij zijn altijd tegen dit absurde verdrag geweest. Als wij vandaag over dat verdrag hadden moeten stemmen, hadden wij tegengestemd. Niet alle partijen in deze Kamer hebben dat toen gedaan. Hadden zij dat toen maar gedaan, want dan hadden wij een andere situatie gehad. Op een gegeven moment echter moet je een besluit nemen. De lijn die in het regeerakkoord is afgesproken, is de lijn die de VVD nu volgt.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Politiek kan ik dat duiden. Er is een regeerakkoord en dat punt staat erin. Inhoudelijk kan er toch een andere afweging gemaakt worden. Inhoudelijk is er nog steeds een mogelijkheid om andere dingen te doen. Ook de heer Van Bommel merkte dat al op. Ik wijs op de buitendijkse maatregelen, waarover ik zo meteen in mijn bijdrage iets zal zeggen. Dat zijn zaken die ook binnen de gemaakte afspraken mogelijk zijn. De VVD kiest hier voor de politieke lijn. Op zich is dat begrijpelijk, maar inhoudelijk neemt zij nu een ander standpunt in dan in het verleden. Dat is jammer.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik wil daar graag op reageren. Het klopt inderdaad: onze politieke duiding is volgens mij heel helder. Het mag ook duidelijk zijn dat het van binnen anders voelt. Dat voelt de heer Dijkgraaf als lid van deze Kamer heel goed aan.
De heer Geurts (CDA):
Terecht vraagt de heer Dijkgraaf hier aandacht voor. Ik wil de heer Heerma een verhelderende vraag stellen. In het regeerakkoord staat dat zorgvuldig gewogen is op kosten en effecten. Is ook de heer Heerema die mening toegedaan?
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Er is heel veel gewogen en er is veel gekeken naar de kosten. Als alles is afgewogen en meegenomen in het totaalplaatje, dus bijvoorbeeld ook het afgraven van slib — overigens hebben wij daar nog een vraag over — dan zou je kunnen zeggen dat het totaal goed afgewogen is en bekeken is op kosten. Het antwoord op de vraag van de heer Geurts is dus ja.
De heer Geurts (CDA):
25 hectare beschermd natuurgebied wordt onder water gezet. De heer Graus refereerde er ook al aan. Ik heb de bomen niet geteld, maar ik heb een aantal keren in dit mooie gebied mogen bivakkeren. 6.000 bomen worden gekapt om in dat gebied moddernatuur te creëren. De VVD kan toch niet een dergelijke draai maken ten opzichte van het standpunt dat zij ten tijde van Rutte I innam? Ik doe een indringende oproep aan de VVD-fractie. Als ik zie wat de PvdA-fractie in dit kabinet allemaal voor elkaar krijgt, dan vraag ik mij af: kan de VVD-fractie er niet een keer voor zorgen dat ook zij iets voor elkaar krijgt?
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik vind die grote woorden van de heer Geurts niet echt op zijn plaats, vooral omdat het zijn partij was die het verdrag aan de voorkant heeft gesteund. Ik had van iedereen in de Kamer die vraag kunnen hebben, maar niet van het CDA, want als die partij verantwoordelijkheid had genomen bij het vaststellen van het verdrag, hadden wij hier een heel andere situatie gehad. Dat is echter niet het antwoord op de vraag.
Wat werd gezegd over die 6.000 bomen, is waar. Dat is jammer. Ik heb ze ook niet allemaal geteld. Met alles wat ik in mij heb, zou ik het heel graag anders hebben gezien. Het verdrag ligt er. Daar zouden wij nu tegen hebben gestemd, maar dat kunnen wij nu niet meer doen. Dat is te danken aan andere partijen in deze Kamer.
De voorzitter:
Gaat u verder, mijnheer Heerema.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik was klaar.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mevrouw de voorzitter. De Hedwigepolder is een schitterend gebied. Boeren oogsten daar jaarlijks een eerlijke boterham. Daarnaast is het een prachtig natuurgebied. Maar liefst achttien vogelsoorten die op de Rode Lijst staan, vliegen er rond. Zo'n gebied zet je toch niet onder water?
We hebben er net al over gedebatteerd: het is een historische fout geweest dat een Kamermeerderheid zich het Scheldeverdrag in heeft laten rommelen. Ontpoldering is ook niet nodig. Als je de Hedwigepolder onder water zet, creëer je een zogenaamd laagdynamisch intergetijdengebied. Dat is alleen logisch als dat gebied ook achteruit zou gaan. De heer Graus en volgens mij ook de heer Van Bommel hebben daar al het nodige over gezegd.
Ik betwist hier de cijfers. Ik betwist de veronderstelde verslechtering van het areaal laagdynamisch intergetijdengebied. Uit de naar de Kamer gestuurde ecotopenkaarten vanaf 1996 blijkt dat er helemaal geen sprake is van een negatieve trend. De trend is eerder positief. De cijfers wijzen het uit. De groene lijn, het laagdynamisch intergetijdengebied, stijgt gewoon. Dat blijkt uit de cijfers. Wij verzinnen het niet. ARCADIS heeft vorig jaar goed gekeken naar de cijfers en heeft de conclusie getrokken dat er een toename is van laagdynamisch intergetijdengebied. Deze keiharde analyse laat zien dat er geen sprake is van een negatieve trend maar van een positieve trend, en dat het systeem blijkbaar een nieuw evenwicht heeft gevonden. Hoe kan de staatssecretaris blijven beweren dat er sprake is van een verslechtering? Graag wil ik duidelijkheid.
Ook is ontpoldering geen structurele oplossing. Het is al gezegd: het slibt dicht, want het ligt in een bocht van de Schelde. We krijgen op termijn helemaal geen laagdynamisch intergetijdengebied. We moeten de boel weer gaan afgraven. Gaat de regering dat dan inderdaad weer doen? Mag dat wel van Natura 2000? Volgens mij mag dat niet. Wie gaat dan de rekening betalen?
Het grote probleem is dat de regering de Westerschelde van 60 jaar geleden als ideaalbeeld heeft gekozen. Als je dat doet, kun je je afvragen hoeveel ontpolderingen hierna nog nodig zijn om aan dat ideaalbeeld te voldoen. De SGP wil als de wiedeweerga van dit hellende vlak af. Ik roep de regering dan ook op om ontpolderingen links te laten liggen en om in te zetten op buitendijkse maatregelen. De heer Van Bommel sprak daar ook al goede woorden over. Dit is een beter alternatief. Het is veel minder ingrijpend. De boeren kunnen gewoon blijven boeren en het is beter voor de natuur. De SGP wil dat de regering stopt met het ontpolderen van kostbare landbouwgrond en van de prachtige natuurpolder de Hedwige.
De heer Leenders (PvdA):
Voorzitter. Dit dossier sleept al zo'n negen jaar. De heer Geurts refereerde er net ook al aan. In 2006 werd het verdrag met Vlaanderen gesloten. Ik wil even tegen de heer Geurts zeggen dat mevrouw Peijs, toenmalig commissaris van de Koningin in Zeeland, het verdrag namens de provincie heeft ondertekend, en dat het uitdiepen van de Westerschelde noodzakelijk was, met de daarbij behorende natuurcompensatie.
De laatste kabinetten hebben bij monde van minister Verburg en staatssecretaris Bleker verwoede pogingen gedaan om alternatieven aan te dragen, maar die bleken na diverse onderzoeken indertijd niet te volstaan, gelet op de noodzakelijke natuurcompensatie. In 2012 concludeerde ook de Europese Commissie dat met de alternatieven niet werd voldaan aan de opgave. Zij wees Nederland er bovendien op dat het in gebreke is. De compensatie had immers al in 2006 gerealiseerd moeten zijn. In januari is door onze staatssecretaris een inpassingsplan vastgesteld. In april 2016 kan de eventuele onteigeningsprocedure afgerond zijn en daarna start de herinrichting. In 2019 kan de Hedwigepolder onder water staan en dan kan de waardevolle getijdennatuur in de Westerschelde zich ontwikkelen. Het gebied wordt aangemerkt als Natura 2000-gebied, waarmee het wordt beschermd tegen activiteiten die de natuurwaarden aantasten. Na jaren van zwalkend beleid en grote onzekerheid — ik herhaal dat even: grote onzekerheid — voor de omwonenden en de natuur, heeft het kabinet eindelijk de knoop doorgehakt en besloten dat de Hedwigepolder wordt ontpolderd. Het gebied zal worden ingericht als natuur en daarbij hoort natuurlijk ook de nodige natuurbescherming. We hebben nog wel een vraag. Hoe gaat de staatssecretaris om met de nog niet-gerealiseerde 300 hectare natuurcompensatie die elders in Zeeland nog gevonden moet worden?
Dan heb ik nog een laatste opmerking over de betrokkenheid van burgers; we nemen die immers uitermate serieus. Er zijn veel klachten over die betrokkenheid. Mochten er in de toekomst dingen in de Westerschelde of elders gebeuren waarvoor compensatie nodig is, dan willen we dat de bevolking in een vroeg stadium serieus wordt betrokken.
De voorzitter:
Op de sprekerslijst staat mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren. Helaas kan zij op dit moment niet hier aanwezig zijn, omdat zij ook aan een ander debat moet deelnemen.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen aan de eerste termijn van de Kamer. Ik stel vast dat de staatssecretaris direct kan antwoorden.
Staatssecretaris Dijksma:
Voorzitter. Dit is een dossier dat al heel lang in de Kamer wordt besproken. Vanuit verschillende partijen, met verschillende verantwoordelijkheden, zijn soms ook verschillende standpunten ingenomen. Dat bleek ook wel tijdens het debat. Het is van belang om te begrijpen — en ik doe dat zeker — dat dit een gevoelig besluit is voor de Zeeuwen die, ook gezien hun geschiedenis, al jarenlang een bepaalde relatie met het water hebben. Tegen die achtergrond is het van belang dat er nu duidelijkheid in dit dossier is gekomen. Op 12 november 2014 heeft de Raad van State alle beroepen ongegrond verklaard. Daarmee is het rijksinpassingsplan definitief en is er duidelijkheid over de toekomst van de polder. Ik heb de Kamer daarover in mijn brief op 18 november jl. ook geïnformeerd. Daarnaast is op 12 december 2014 het Koninklijk Besluit tot onteigening gepubliceerd. Met dat besluit zijn de gronden in de Hedwigepolder aangewezen voor onteigening en kan de gerechtelijke fase van onteigening in gang worden gezet. Het proces en de besluitvorming in het project verlopen volgens de planning die we in december 2012 naar de Kamer hebben gestuurd. Het is een realistische planning. Dat betekent dat de polder in 2019 natuurgebied zal zijn. De andere projecten van het Natuurprogramma Westerschelde zijn dan al gereed. Ik heb er vertrouwen in dat we dit zullen halen en dat we de natuurdoelen zullen realiseren.
Ondertussen hebben we uiteraard ook te maken met mensen die in de polder hun bestaan hebben, bijvoorbeeld met de pachters. Ik hecht eraan voor hen een passende oplossing te vinden en voor een aantal van hen is dat ook al gelukt. Zij mogen immers niet de dupe worden van de veranderingen in de Hedwigepolder. De streek krijgt er een natuurgebied bij, met mogelijkheden voor recreatief medegebruik, en daarmee is er ook ruimte gekomen voor investeringen in enkele regionale projecten. De gemeente Hulst kan daartoe met voorstellen komen. De heer Leenders zei het belangrijk te vinden dat de mensen uit de regio ook worden betrokken. Het was wel opvallend om te zien dat, hoewel er al jarenlang over de Hedwigepolder is gesproken, ik de eerste bewindspersoon was die daadwerkelijk in het gemeentehuis van Hulst het gesprek met de gemeenteraad is aangegaan.
Zeker als het gaat om natuurherstel ontstaan er soms moeilijke discussies. Ik denk dat het dan inderdaad van belang is om zowel vanuit het kabinet als vanuit de politiek betrokkenheid te tonen. Dat betekent niet altijd dat je het met mensen eens zult zijn. Maar je moet ook het lef hebben om naar mensen toe te gaan en ze uit te leggen waarom je bijvoorbeeld een andere beslissing neemt. Dat heb ik gedaan. Ik heb met de mensen in Zeeland gesproken. Ik heb hun uitgelegd wat wij in het regeerakkoord hebben afgesproken. Er zijn alternatieven gewogen. Die waren soms ook veel duurder. Uiteindelijk hebben de onderhandelende partijen binnen dit kabinet een besluit genomen. Zij hebben een regeerakkoord gesloten en daar staat een voorstel in. Ik ben gehouden om dat voorstel uit te voeren en dat doe ik.
De samenwerking met partijen in de streek is goed. De provincie Zeeland wil ik hier in het bijzonder noemen. Die verricht goed werk in de uitvoering en de voorbereiding van de besluitvorming. Ook de samenwerking met Vlaanderen en de contacten met de Europese Commissie zijn inmiddels goed. Dat laatste was overigens hard nodig, want ik mag wel vaststellen — bij mijn aantreden zag ik dat ook — dat op dit dossier de contacten met de Europese Commissie nu niet bepaald goed waren.
Ik denk dus dat het belangrijk is dat wij die duidelijkheid bieden. Ik hecht ook aan zorgvuldigheid.
Ik zou nu graag een aantal van de vragen die door de leden zijn gesteld willen beantwoorden.
De heer Leenders (PvdA):
Even voor alle duidelijkheid: mijn opmerking had betrekking op een periode van negen jaar en niet specifiek op de periode van de staatssecretaris. Mijn opmerking was meer toekomstgericht als signaal bedoeld.
Staatssecretaris Dijksma:
Zeker, ik heb het ook niet persoonlijk opgevat. Ik wilde juist uw woorden onderstrepen. Ik ben het daarmee eens en aan de hand van het voorbeeld wilde ik laten zien hoe het ook kan.
De heer Graus heeft gevraagd naar een dekking van de kosten van het baggeren. Er is geen noodzaak tot baggeren, want er ontstaat een zogenaamd natuurlijk systeem van erosie en sedimentatie.
De heer Heerema heeft gevraagd hoe het zit met de kosten van het afgraven van giftig slib. De kosten van het afgraven van slib zijn meegenomen in het projectbudget. Dit betreft de kosten van het graven van het geulenstelsel. Ik kan de Kamer nu geen informatie leveren per afgraving, want die is erg gedetailleerd. Maar het is altijd mogelijk om dit schriftelijk te doen als de heer Heerema dat heel graag zou willen.
De heer van Bommel heeft gevraagd naar de opslibbing van de Hedwigepolder. Die is noodzakelijk voor het behalen van de natuurdoelen.
Ik zie nu de heer Dijkgraaf al naar de interruptiemicrofoon lopen. Hij zegt: ik ben het met van alles niet eens. Maar al die zaken waarmee hij het niet eens is, hebben natuurlijk allemaal hun plek gehad in de beroepsprocedure. De Raad van State heeft dat ook allemaal gewogen en uiteindelijke geoordeeld dat het rijksinpassingsplan kan doorgaan zoals het is voorgesteld. Waarschijnlijk bent u het er over twee of drie jaar nog steeds niet mee eens en dat siert u, zeg ik tegen de heer Dijkgraaf. Ik heb echter het plan dat er ligt, inclusief alle kritiek die daarop mogelijk is, voorgelegd aan een onafhankelijke derde, en niet zomaar een derde: de Raad van State. Die heeft geoordeeld en groen licht gegeven. Daar houd ik mij aan vast.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Die lijn snap ik en dat klopt ook gewoon. Maar het is een juridische beoordeling, namelijk of het op deze manier netjes is gegaan. Dat is iets anders dan de inhoudelijke beoordeling of er inderdaad door de bocht in de Schelde een opslibbing plaatsvindt die heel snel is, en er op een gegeven moment weer afgravingen moeten plaatsvinden. Alle technische rapporten zeggen toch ...
Applaus op de publieke tribune
De voorzitter:
Ik hoor weer applaus vanaf de publieke tribune. Dit was echt de laatste keer dat er vanaf de publieke tribune wordt geapplaudisseerd. Het mag echt niet. Het zou heel vervelend zijn als u uit de zaal zou moeten worden verwijderd, zeg ik tegen de betrokkenen op de publieke tribune.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Daar ben ik het mee eens, voorzitter. Zo doen wij dat in dit huis. Of er nu instemming is of geen instemming, wij voeren hier gewoon het inhoudelijke debat.
Mijn punt is, dat er geen inhoudelijk rapport is waarin staat dat er een natuurlijk evenwicht is op een laag modderniveau. De opslibbing gaat door en op een gegeven moment moet dat weer worden afgegraven. Dan heb je niet alleen een financieel probleem; verschillende leden vroegen daarnaar, ook van de VVD. Dan krijg je opnieuw de vraag: wie gaat dat betalen? Je hebt ook een inhoudelijk probleem met Natura 2000, want dat mag waarschijnlijk helemaal niet. Dan hebben we geen laagdynamisch intergetijdengebied, maar een rietschorrengebied; daar hebben we er al zat van.
Staatssecretaris Dijksma:
Het debat hierover hebben de heer Dijkgraaf en ik natuurlijk in verschillende algemene overleggen al met elkaar gevoerd, ook naar aanleiding van de discussie die hij zelf naar voren bracht over de zogenoemde ecotopenkaarten. We kunnen vaststellen dat er een verschil van inzicht over de prognoses bestaat tussen de heer Dijkgraaf en mijzelf, en daarmee met mijn departement. Afhankelijk van de periode van beoordeling is de trend voor de staat van instandhouding in de Westerschelde negatief. Dat betekent dat we een aantal stappen zetten. We hebben recentelijk alle experts bij elkaar gezet om met elkaar het debat verdergaand te voeren. Ik zie dat de heer Dijkgraaf er zin in heeft om dit debat nu te voeren als waren wij ecologen, maar dat wil ik niet doen. Ik stel vast dat het plan van de Raad van State groen licht heeft gekregen en daar houd ik mij aan vast.
De voorzitter:
Voordat ik u het woord geef, mijnheer Dijkgraaf: ik wil echt niet dat hier debatten dunnetjes worden overgedaan. Het is een drieminutendebat en het loopt al helemaal uit de hand. Ik doe een dringend beroep op u en via u ook op anderen om vragen te stellen die niet eerder aan de orde zijn geweest. Gaat dat lukken?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ja, maar voorzitter, nu breekt een beetje mijn klomp. In mijn bijdrage heb ik hierover vragen gesteld. Ik ben een voorzitter gewend die erop toeziet dat het kabinet antwoorden op de vragen geeft. Ik vind dat de staatssecretaris daar een poging toe doet, dus ik vind wel dat wij de discussie inhoudelijk moeten kunnen voeren.
De voorzitter:
U moet uw vraag heel scherp en kort formuleren.
Staatssecretaris Dijksma:
Mag ik een procedurele opmerking maken? U ligt onderaan het stapeltje vanwege de volgorde van sprekers, ook met dit punt. Ik kom er nog op terug.
De voorzitter:
Ik stel voor dat u verdergaat.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mijn reactie was niet bedoeld richting de staatssecretaris, want ik ben van de staatssecretaris gewend dat zij altijd antwoord geeft. Ik reageerde op uw interruptie dat we geen vragen meer aan de orde mogen stellen.
De voorzitter:
U bent nog niet aan de beurt, mijnheer Dijkgraaf. De staatssecretaris is net begonnen, dus ik geef het woord weer aan de staatssecretaris.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik mag toch in tweede gelegenheid ...
De voorzitter:
Nee, de staatsecretaris gaat door met haar betoog.
Staatssecretaris Dijksma:
De heer Van Bommel vroeg naar de capaciteit van de Noord-Europese havens. Ik wil hem verwijzen naar de internationale afspraken die met België zijn gemaakt. Ik heb verschillende malen verwezen naar het verdrag. Inderdaad, de natuurontwikkeling is nodig om aan de Habitatrichtlijn te voldoen. U hebt gevraagd of wij niet opnieuw kunnen gaan onderhandelen met België, maar iedereen die het dossier over meerdere jaren gevolgd heeft en weet dat de Europese Commissie op een gegeven moment op ingrijpen stond, weet dat alle alternatieven voldoende zijn onderzocht. Die liggen nu dan ook niet voor. De Raad van State heeft duidelijkheid gegeven en ik ga niet opnieuw onderhandelen met de Belgen.
De heer Geurts heeft vastgesteld dat de Hedwigepolder voor de streek niets zou opleveren; dat is althans zijn opvatting. Er is ook voor de toekomst beoogd dat de mensen in de streek er een natuurgebied bij krijgen met mogelijkheden voor bijvoorbeeld recreatief medegebruik. De gemeente Hulst kan 2,5 miljoen investeren in regionale projecten en daarmee hopen wij dat de aantrekkelijkheid van de regio voor recreatie en toerisme ook kan worden vergroot. Ik hoop dat dit ook kansen biedt aan ondernemers.
De heer Geurts vroeg waarom we niet voor het idee hebben gekozen dat eerder door zijn fractie naar voren is gebracht, ik meen in een vorige kabinetsperiode. Hiervoor moet ik weer verwijzen naar het begin van mijn verhaal. Het huidige kabinet heeft een andere keuze gemaakt en alle alternatieven gewogen. Dit is ook in het regeerakkoord opgenomen. Ik geef zo goed mogelijk uitvoering aan wat hierover in het regeerakkoord is voorgesteld.
De heer Heerema vroeg of de stappen onomkeerbaar zijn. Ja, het rijksinpassingsplan is door de uitspraak van de Raad van State onherroepelijk. Door de heer Graus werd gezegd dat de heer De Cloedt misschien nog wel naar het Europees Hof gaat. Dat zou in elk geval geen opschortende werking hebben. Dat is belangrijk voor dit dossier.
De heer Graus (PVV):
Volgens mij is de Kamer aan zet. Ik ga dadelijk gewoon een motie indienen waarin ik dat wel vraag aan de Kamer. Dan kan zij zich daarover uitspreken. Als ik daarvoor steun krijg, dan zal dat mogelijk wel een rol gaan spelen.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik treed niet in de vraag welke moties de heer Graus gaat indienen. Ik zal er wel een oordeel over geven. Ik zeg ook dat het rijksinpassingsplan onherroepelijk is. Dat moet toch ook voor de Kamer wel iets zijn om af te wegen. Wat wil de Kamer daar dan mee? Ik reken daarbij natuurlijk ook op de consistentie van eenieder in dit dossier.
De voorzitter:
Goed. U bent waarschijnlijk bijna bij de vragen van de heer Dijkgraaf uitgekomen.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik bén zelfs bij de vragen van de heer Dijkgraaf uitgekomen, voorzitter. Hij sprak over de studie van ARCADIS. Hij vraagt of het niet zo is dat de staat van instandhouding in de Westerschelde zich eerder gunstig dan ongunstig zal ontwikkelen. Ik ben zojuist al begonnen met hem een antwoord op die vraag te geven. Ik zei — dat heb ik hem ook al eerder gezegd — dat dat afhankelijk is van de periode van beoordeling, maar dat de trend negatief is. Het is verder niet duidelijk of de gesignaleerde positieve trend structureel is. Er is ook een bandbreedte. De aanwezigheid van een onzekerheidsmarge speelt in dit soort dossiers ook gewoon mee. Los van het voorgaande is echter voor verbetering van de natuurlijke toestand in de Westerschelde systeemherstel nodig. Dat betekent dat er meer ruimte voor de estuariene dynamiek moet komen. De ontpoldering van de Hedwigepolder, maar ook bijvoorbeeld de projecten Perkpolder en Waterdunen dragen daaraan bij. Uit de monitoring zal blijken hoe de habitattypen zich ontwikkelen en of er bijvoorbeeld nog additionele beheermaatregelen nodig zijn.
De heer Dijkgraaf heeft ook gevraagd hoe het nu zit met het afgraven van het gebied. Mag dat? Het klopt dat er bestaande schorren worden afgegraven. Dat is dus ook in de beroepsprocedure voor de Raad van State aan de orde geweest. Dat heeft niet geleid tot een aanpassing van het besluit. Dat zal overigens in de toekomst niet gebeuren.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Laat ik gewoon even de eigen conclusie van ARCADIS nemen. Daarin staat, in hoofdstuk 6, het volgende. De onderling samenhangende trends en ontwikkelingen in de opeenvolgende ecotopenkaarten zijn: 2. toename laagdynamische delen in de geulen. Ik snap de politieke afweging die de staatssecretaris maakt. Daarvoor heb ik alle begrip. Het is zoals het is; zaken worden in regeerakkoorden afgesproken. Ik probeer het echter ook inhoudelijk te begrijpen. Wat zijn de feiten erachter? De staatssecretaris kan heel veel beweren, maar zij beweert nu dat er een negatieve trend zou kunnen zijn, afhankelijk van hoe je er in de tijd naar kijkt. Misschien is er daarvoor een onderbouwing, maar die heb ik tot nu toe niet gezien. Als die er is, dan zou ik die onderbouwing graag ontvangen, om dit deel van het betoog van de staatssecretaris te kunnen begrijpen.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat ben ik nu niet helemaal met de heer Dijkgraaf eens. Hij heeft hierover eerder echt al aardig wat schriftelijke antwoorden ontvangen. Die gingen over exact hetzelfde punt. Daarin stond zelfs uitgelegd hoe de experts hierover nog met elkaar in debat zijn geweest en hoe het rapport van ARCADIS door ons wordt gewogen. Daarin stonden ook heel precieze kaarten, met als het ware de hele rataplan erbij. Dat heeft de heer Dijkgraaf dus allemaal gehad. Dat heeft allemaal een rol gespeeld in de procedure bij de Raad van State. Ik begrijp dat de Kamer elk punt graag helemaal tot in de details met mij wil bespreken, maar ik wil hier toch wel vaststellen dat de Kamer volgens mij al heel veel informatie hierover heeft gekregen, ook alle informatie die ik heb.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dit is een van de essentiële dingen met betrekking tot de Hedwigepolder, want dit is bedoeld ter compensatie van een laagdynamisch intergetijdengebied. Dan is het dus essentieel hoe het daarmee gaat. Maar goed, ik constateer dat de staatssecretaris bij die bewering blijft. Ik zal nog eens — we hebben dat al uitvoerig gedaan — in de dossiers duiken om te bekijken of er een inhoudelijke onderbouwing is. Ik heb die tot nu toe niet gezien, maar mogelijk hebben wij iets over het hoofd gezien. Mogelijk leidt dat nog tot nieuwe vragen, maar ik constateer dat de staatssecretaris ons op dit moment geen nieuwe informatie kan bieden om die stelling te onderbouwen.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat klopt. Nogmaals: ook de Raad van State heeft dit punt gewogen.
De heer Heerema vroeg of ik iets kan zeggen over het pachten door Belgische mensen op Nederlands grondgebied. Ook met de Belgische pachters van Nederlandse grond in de Hedwige worden door de DLG afspraken gemaakt. Ik ken de details van die afspraken niet, maar als de heer Heerema dat wil, kan ik de Kamer die details schriftelijk doen toekomen.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Die informatie wil ik zeer graag schriftelijk toegestuurd krijgen. Daarbij gaat het met name om de effecten voor de Nederlandse boeren in dat gebied.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat lijkt mij uitstekend.
De heer Leenders vroeg wat we doen met het deel van de natuur dat nog gerealiseerd moet worden. Daar zijn afspraken over gemaakt en die projecten zijn in uitvoering.
De voorzitter:
Ik constateer dat er behoefte is aan een tweede termijn. Er geldt een spreektijd van een minuut. Dat is inclusief het indienen van moties, mijnheer Van Bommel.
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, de sociaaleconomische gevolgen te onderzoeken voor de bv Nederland en de haven van Rotterdam in het bijzonder, nu zijn grootste concurrent, de haven van Antwerpen, kan uitbreiden over de rug van onze Hedwigepolder,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de gezondheid van de Zeeuwse bevolking, foeragerende dieren en natuur zodra de ondergelopen Hedwigepolder zal opslibben met vervuild slib uit de Schelde en de haven van Antwerpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, geen onomkeerbare stappen te zetten zolang de bezwaarprocedure, ingesteld door de eigenaar van de Hertogin Hedwigepolder, loopt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, tot behoud van een Zeeuwse trots, de Hertogin Hedwigepolder en af te zien van ontpoldering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Graus (PVV):
Het lid Graus heeft gesproken.
De heer Van Bommel (SP):
Voorzitter. Met de uitspraak van de Raad van State en het Koninklijk Besluit van vorig jaar zijn natuurlijk voldongen feiten gecreëerd. Daar kunnen we niet aan voorbijgaan. Toch is het jammer dat de staatssecretaris dit vraagstuk ook in dit debat weer vooral juridisch en minder politiek benadert. Het gaat de SP-fractie immers om de erkenning dat het Scheldeverdrag, gelet op het Nederlandse belang en op het Zeeuws belang, een historische vergissing is. De politieke voorkeur moet zijn om niet te komen tot het onder water zetten van polders, maar tot buitendijkse oplossingen, daar waar die mogelijk zijn. Daar is hier niet voor gekozen. Mijn fractie blijft dat betreuren. Van mijn kant komt er geen motie, alleen maar emotie.
De heer Geurts (CDA):
Voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Nederlandse boer de kennis en kunde heeft om bij te dragen aan voldoende voedselproductie in de wereld;
verzoekt de regering, omzetten van vruchtbare landbouwgrond in zogenaamde nieuwe natuur tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Geurts (CDA):
Dan rest mij op dit moment nog één heel concrete vraag aan de staatssecretaris. Bezit het kabinet stukken, waaruit blijkt dat Vlaanderen een claim gaat leggen bij Nederland als de Hedwige niet wordt ontpolderd. Zo ja, kunnen die dan beschikbaar worden gesteld aan de Kamer?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden in dit nieuwe debat.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het ARCADIS-rapport laat zien dat geen sprake is van verslechtering van de estuariene natuur in de Westerschelde;
verzoekt de regering, haar beeld van de huidige en toekomstige estuariene natuur in de Westerschelde bij te stellen en dienovereenkomstig te handelen, onder meer door in te zetten op buitendijkse maatregelen in plaats van ontpolderingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Al vele jaren wordt er gediscussieerd over dit onderwerp. De staatssecretaris heeft gelijk: we hebben vele overleggen achter de rug. Ik moet nog maar zien of dit het laatste debat is geweest. Ik denk dat we nog wel het nodige voor de boeg hebben, ook gezien het feit dat er nog steeds nieuwe feiten op tafel komen. Ik denk dat het goed is om te blijven discussiëren over de inhoud, ondanks het feit dat er politieke beslissingen zijn genomen.
De voorzitter:
Ik schors de vergadering enkele minuten om de staatssecretaris de gelegenheid te geven om de moties te bekijken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Dijksma:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 102 van de heer Graus, waarin de regering wordt verzocht de sociaal-economische gevolgen te onderzoeken, moet ik ontraden, niet alleen vanwege de wijze waarop de motie is geformuleerd, maar ook omdat ik niet de capaciteit heb om dit op deze manier te doen, nog los van het feit dat ik niet verwacht dat dit zich zo gaat voordoen.
De voorzitter:
Eén vraag over uw motie.
De heer Graus (PVV):
Jazeker, per motie zal ik maximaal één vraag stellen. Erkent de staatssecretaris wel dat het sociaal-economische gevolgen zal hebben? De deskundigen ter zake zeggen namelijk dat dit wel het geval zal zijn.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat is echt heel lastig voorspelbaar, want zoals ik zo-even in mijn bijdrage heb aangegeven, zullen er nieuwe mogelijkheden voor ondernemers ontstaan, ook wanneer je bijvoorbeeld recreatie toestaat. We hebben 2,5 miljoen voor de gemeente Hulst in projecten beschikbaar gesteld. Dus dat kan ook weer een nieuwe kans zijn voor ondernemers. Nogmaals, ik ben niet van plan en ik heb ook de capaciteit niet om te doen wat de heer Graus vraagt. Dus ontraad ik de motie.
Ook ontraad ik de motie op stuk nr. 103 van de heer Graus. Hetgeen daarin wordt gevraagd, is al onderzocht in de milieueffectrapportage en is ook onderdeel van de beroepsprocedure geweest. Ik wil niet nog meer doen dan we nu al gedaan hebben. Dus ontraden.
De heer Graus (PVV):
Ik heb het over de gezondheid van de Zeeuwse bevolking. Op het moment dat die onderzoeken werden gedaan, was niet bekend hoeveel vervuild slib er zou opslibben. Dus vandaar dat ik vraag om dat te onderzoeken. Het gaat om de gezondheid van mensen.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat weet ik, maar daar gaan we ook heel zorgvuldig mee om. Nogmaals, in de Milieueffectrapportage hebben dit soort zaken gewoon hun plek gekregen.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 104 van de heer Graus, waarin mij eigenlijk gevraagd wordt om af te wijken van het regeerakkoord en om geen onomkeerbare stappen te zetten zolang de bezwaarprocedure loopt. De procedures in Nederland zijn al doorlopen en de uitspraak is gedaan. Daarmee is het rijksinpassingsplan onherroepelijk. Ik ben dan ook niet van plan te gaan doen wat deze motie vraagt. Ik wil die dan ook echt ontraden.
De heer Graus (PVV):
Dan zal de Kamer zich moeten uitspreken over deze motie en dan kunnen de Zeeuwen ook meteen beslissen op wie ze straks moeten stemmen bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten.
Staatssecretaris Dijksma:
Daar ga ik niet over. Overigens moet ik vaststellen, wat overigens volgens mij niet geldt voor de heer Graus, dat dezen en genen ook nog wel wat wisselende posities hebben ingenomen. Dus het is altijd verwarrend.
De motie op stuk nr. 105 van de heer Graus, waarin de regering wordt verzocht om af te zien van ontpoldering, moet ik ontraden. Ik neem aan dat de heer Graus dat begrijpt, gezien het standpunt dat ik hier verdedig.
De motie op stuk nr. 106 van de heer Graus, waarin de regering wordt verzocht de kosten in beeld te brengen, moet ik eveneens ontraden, aangezien er op dit moment geen extra kosten zijn voorzien.
De heer Graus (PVV):
Er zijn toch wel ingenieursbureaus — dat zijn niet de eerste de beste, dat zijn echt zware jongens — die zeggen dat het wel zo is. Daarom vraag ik ook om inzage te geven in die kosten, uitgaande van wat die ter zake deskundige mensen zeggen. Dat kunnen we niet zomaar negeren. Dat zijn echt ingenieurs die verstand van zaken hebben.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik weet niet zeker of deze ingenieurs met de kwalificatie "zware jongens" heel blij zijn.
De heer Graus (PVV):
Ik bedoelde dat positief, uiteraard.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik weet het. Desalniettemin, ik heb ook in het debat met de heer Dijkgraaf vastgesteld dat ook die opvattingen wel degelijk getoetst zijn door de Raad van State. Dat betekent dat al die meningen zijn gehoord, maar dat ik niet van plan ben om te doen wat de heer Graus in deze motie vraagt. Dus ik wil de motie ontraden.
De heer Graus (PVV):
Even terugkomend op die zware jongens: ik merk dat de staatssecretaris ook een lezer van de Donald Duck is, maar ik bedoel natuurlijk dat het mensen zijn met enige capaciteit.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik snap het, maar hij was te mooi om te laten lopen.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 107. Het zit niet mee vandaag, want ook deze motie ontraad ik. Ik vind dat er altijd een zorgvuldige afweging moet plaatsvinden en dat er geen uitspraak mag zijn zonder afweging van belangen. Ik begrijp heel goed dat dit heel gevoelig ligt en ik denk dat het belangrijk is om dit per geval te beoordelen. Deze motie moet ik toch echt ontraden.
Ook de laatste motie, op stuk nr. 108, moet ik ontraden. In het debat met de heer Dijkgraaf zijn over en weer argumenten gewisseld, maar ik blijf bij mijn positie. Het besluit is genomen en ik zal dat, als de Kamer het blijft steunen, ook doorzetten.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik zou natuurlijk verbaasd zijn als de staatssecretaris deze motie opeens aan het oordeel van de Kamer zou laten. Dat zou niet helemaal consistent zijn. Voor toekomstige debatten, over andere natuur en dergelijke, is het wel van belang hoe de beoordeling plaatsvindt en of er een negatieve, positieve of normale trend is. Dit vraag ik even los van de Hedwige. Wij hebben nog even in de stukken gekeken. Wij hebben wel een rapport gezien dat vorig jaar naar de Europese Commissie is gegaan naar aanleiding van artikel 17 van de Habitatrichtlijn. Daar staat die stelling ook in. Daar hebben wij echter geen onderbouwing van. Zou de staatssecretaris kunnen nagaan of die onderbouwing er is? Misschien hebben we die gemist. Dan volstaat een simpel regeltje: kijk in dat stuk. Zouden wij anders de onderbouwing kunnen krijgen?
Staatssecretaris Dijksma:
Daar moet ik even naar kijken. Dat kan ik nu niet uit mijn mouw schudden. Ik zal schriftelijk antwoorden op de vraag of het mogelijk is om aan het verzoek van de heer Dijkgraaf te voldoen.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het einde van dit debat gekomen.
De heer Geurts (CDA):
Die laatste zin was heel aardig geweest, ware het niet dat ik nog een vraag heb gesteld aan de staatssecretaris. Ik zag haar al opgelucht kijken dat de voorzitter het einde van dit debat afkondigde, maar helaas.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik weet niet of u mijn mimiek helemaal goed geïnterpreteerd hebt, want ik geef graag antwoord op uw vraag. U weet dat er tussen lidstaten vaak discussie is en dat er brieven over en weer gaan. Die zijn voor de lidstaten en die zijn niet openbaar. U weet ook — anders zou ik, als ik u was, dat nog even navragen bij een aantal welbekenden; ik suggereer een voormalig premier of een aantal voormalig bewindslieden — dat Vlaanderen wel degelijk met arbitrage heeft gedreigd. Dat is geen geheim. Als de heer Geurts daar wat meer klankkleur bij wil, kan hij misschien bij een paar van zijn partijgenoten navragen hoe dat ook al weer is gegaan.
De heer Geurts (CDA):
Ik concludeer uit dit antwoord dat er bij het kabinet stukken bekend zijn die niet bij de Kamer liggen over een claim van Vlaanderen. Ik moet er even over nadenken hoe ik daaraan een vervolg geef.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik gaf net het volgende aan. Als er brieven tussen lidstaten zijn, kunnen die niet altijd openbaar zijn. Dat is van belang. Het lijkt mij echter altijd verstandig om u wel te vertellen hoe het zit. Voor het geval u dat niet van mij wilt horen, heb ik zelfs nog gratis en voor niets een paar suggesties gedaan van mensen in uw eigen kring aan wie u het ook zou kunnen vragen.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn wij echt aan het einde van dit debat gekomen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We zullen volgende week over de ingediende moties stemmen.
De vergadering wordt van 13.01 uur tot 13.35 uur geschorst.
Voorzitter: Van Miltenburg
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-47-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.