29 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) ( 35283 ).

De voorzitter:

Aan de orde is de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas, 35283. Een hartelijk welkom aan de minister van EZK, de heer Wiebes.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Wij bespreken nu een wet die eigenlijk vrij automatisch voortvloeit uit een Europese richtlijn. Op zichzelf is dat niet zo heel spannend, zou je zeggen. Maar er zit hier toch een aantal aspecten aan vast waar ik een aantal dingen over wil vertellen en waarvoor ik een aantal wijzigingsvoorstellen ga doen.

Ik begin even met de geopolitieke kant. Dat is voor deze commissie misschien wat ongebruikelijk. Maar er is een hele discussie over Nord Stream, een leiding vanuit Rusland door de Oostzee richting Duitsland. Deze richtlijn heeft daar een bepaalde rol in gespeeld. Ik vraag mij af of de minister misschien nog iets kan zeggen over hoe kansrijk hij het acht dat Duitsland echt gaat inzetten op een beroep op een uitzonderingsmogelijkheid die deze richtlijn biedt om Nord Stream mogelijk te maken. In hoeverre is Nederland in staat om ervoor te zorgen dat als het onverhoopt toch doorgaat, het wel voldoet aan de eisen die we aan alle interconnectoren stellen in Europa?

Dat geldt trouwens ook voor een ander traject dat mogelijk nog gerealiseerd gaat worden: de Turkish Stream. Die gaat weer via een andere route, namelijk vanuit Turkije naar Bulgarije naar Hongarije. Door die beide pijpen zou Oekraïne helemaal omzeild kunnen worden vanuit Rusland. Dat is geopolitiek gezien allemaal best spannend. Daar hoef ik het vandaag verder niet over te hebben. Maar ik ben wel benieuwd naar hoe de minister deze richtlijn ziet en naar de mogelijkheden die er zijn, ook vanuit Nederlands perspectief, om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de interconnectoren in ieder geval op niveau is.

Interconnecties spelen ook een rol als het gaat om onze directe buurlanden. Daarom heb ik ook nog een vraag over een issue dat nog niet zo lang geleden oppopte, over de Clauscentrale. Deze gascentrale zou 1.300 MW produceren als hij zou draaien. Maar dat doet hij niet; hij staat stil. De Belgen hebben bedacht dat als de Clauscentrale direct wordt aangesloten op het Belgische net, zij RWE, de eigenaar, via een compensatiemechanisme een vergoeding geven omdat ze dan zijn aangesloten. Dan kunnen de Belgen, als ze het nodig hebben, direct energie trekken uit de Clauscentrale in plaats van energie te verkrijgen via het normale net en via een normale interconnector. De minister heeft een brief geschreven aan de Belgische staat, waarin hij aangeeft dat wij dat niet zo'n goed idee vinden omdat al die CO2-uitstootvoor onze rekening komt en wij nul van die energie krijgen. Als er geleverd wordt, moet dat volgens de minister dus via het reguliere net en de reguliere interconnector. Mijn vraag is of de minister eigenlijk wel de instrumenten heeft om te voorkomen dat er toch een afspraak tussen RWE en de Belgische staat tot stand komt, waardoor de Belgen de Clauscentrale via een kabel verbinden aan het Belgische net. Heeft de minister daar de instrumenten voor? Of had dat bijvoorbeeld ook in deze wet geregeld moeten worden?

Dan heb ik nog een derde vraag, die samenhangt met een plan waar ik al vaker op heb aangedrongen en dat er inmiddels is: wat gebeurt er als er een grote calamiteit is en onze gasvoorziening in gevaar komt? Daar is een Bescherm- en Herstelplan Gas voor geschreven. Uit het wetsvoorstel begrijp ik dat het nog niet is gelukt om in dat Bescherm- en Herstelplan Gas goede oplossingen te verzinnen voor deze richtlijn en de vraag wat je nou doet met de interconnecties. Althans, om die mee te nemen in dat plan. Ik vroeg me dus af of daaraan gewerkt wordt. Wanneer kunnen wij daar nadere informatie over ontvangen?

Dan zou ik het nog over een aantal binnenlandse kwesties willen hebben. Daarvoor maak ik gebruik van de gelegenheid die dit wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteits- en Gaswet biedt, want het gaat over de capaciteitsproblemen in Nederland zelf. Ik heb daar een aantal amendementen voor gemaakt, omdat we in de commissie al vaker hebben gesproken over problemen met de netcapaciteit. Er zijn ook gesprekken gaande. U weet allen dat er een consultatie over de "N-1"-discussie loopt. Maar er zijn ook een aantal kleinere aanpassingen die kunnen helpen om de capaciteitsproblematiek de wereld uit te helpen. Ik loop dus even een paar amendementen die ik heb ingediend langs, ook omdat ik daarover graag een oordeel van de minister verneem.

Het gaat in eerste instantie over het amendement op stuk nummer 13, over een opknipverbod voor zonne-energie. Er zijn namelijk verschillende gerechtelijke procedures over het bewust opknippen van zonneparken ingeval meerdere kleinere aansluitingen voor de aanvragen tot lagere aansluitkosten leiden dan één grote. Dit is voor windenergie al verboden en met dit amendement wordt het ook verboden voor zonneparken. Dat is het eerste amendement.

Het tweede amendement dien ik in met collega Sienot van D66. Dat gaat over cablepooling. Dit amendement wil het mogelijk maken om op verzoek van meerdere eigenaren van duurzame-opwekinstallaties slechts één aansluiting aan te bieden, zodat voorkomen wordt dat er onnodig meerdere aansluitingen moeten komen.

Met het amendement op stuk nummer 15 wil ik regelen dat de netbeheerder in aanvulling op de standaardaansluitmethode een extra mogelijkheid krijgt om sneller en effectiever aan te kunnen sluiten. Een concreet voorbeeld is het aansluiten van een windpark, dat volgens de regelgeving op het hoogspanningsnet aangesloten moet worden, terwijl de netbeheerders en marktpartijen het samen goedkoper op het middenspanningsnet kunnen aansluiten. Daardoor kan het sneller en goedkoper. In Deventer speelt zo'n casus.

Dan het amendement op stuk nummer 16. Hiermee krijgt de netbeheerder de mogelijkheid om, indien het net bijna vol zit, een aanbod tot transport onder voorwaarden aan te bieden. Met dit amendement wordt ook het principe van "first come, first serve" wettelijk verankerd. De netbeheerder mag weigeren als hij geen netcapaciteit heeft en hij mag weigeren op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Dat zijn mijn amendementen over de netcapaciteit. Daarmee hebben we niet alle problemen verholpen. Er zou ook veel meer moeten worden geïnvesteerd in onze decentrale elektriciteitsinfrastructuur, maar daar zijn andere debatten meer voor bedoeld. Wat de netcapaciteit betreft, wil ik het dus hierbij laten.

Tot slot heb ik nog een ander punt. Ook daarvoor heb ik een amendement gemaakt. Dat betreft een kwestie met betrekking tot de afsluitkosten. Er is al eerder een motie van mijn hand aangenomen, waarin wordt gesteld dat het goed zou zijn dat wanneer een klant definitief van het gas af gaat, de kosten van dat afsluiten, die inmiddels €800 tot €900 kunnen bedragen, fiftyfifty verdeeld worden tussen de netbeheerder en de klant in plaats van dat deze geheel door de klant moeten worden betaald. Die motie heeft geleid tot een uitwerking door de netbeheerders. Die hebben dat voorgelegd aan de ACM en de ACM heeft gezegd: dat past niet in de huidige wet- en regelgeving.

Uit een recent interview met Henk Dom, de vertrekkend directeur van ACM, blijkt dat hij de Kamer op drie punten een beetje dwars heeft gezeten als het gaat om een vergroening. Dat was bij de kolencentrales, dat was bij de plofkip en dat was bij dit voorstel. Hij zei over dit laatste voorstel: de wet schrijft voor dat als een klant de opdracht geeft tot afsluiten, die klant ook de kosten moet betalen. Het ingewikkelde van deze redenering van de ACM is dat helemaal niet zo duidelijk is wie bij het afsluiten van gas eigenlijk de opdracht geeft. Dat hoeft niet per se de klant te zijn. Het kan ook het energiebedrijf zijn. Vaak zegt de leverancier tegen de klant: u moet die opdracht geven. En als de klant dat doet, is hij het haasje, want dan betaalt hij de volle kosten.

Ik vind het handelen van de ACM nog steeds vreemd. Maar goed, dat is een feit. Maar om daar dan iets aan te veranderen, moeten we bij deze wet een amendement aannemen. Dan kunnen we bij ministeriële regeling een uitzondering maken op de regel dat degene die de opdracht geeft, de kosten betaalt. Dan kan de minister via die regeling ervoor zorgen dat die kosten fiftyfifty worden verdeeld tussen de netbeheerder en de klant.

Dat was het laatste amendement dat ik even wilde toelichten. Dat is het amendement op stuk nr. 17.

De heer Sienot (D66):

GroenLinks en D66 delen vaak groene ambities, maar we moeten elkaar wel goed blijven begrijpen. Het idee van "first come, first serve", dat amendement, dat ging even heel snel. Maar volgens mij hebben alle partijen geïnvesteerd vanuit de wetenschap dat er een wettelijke verplichting is tot aansluiting op het net. Wil GroenLinks daar nu aan gaan morrelen?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Nee, dat wil ik niet. Er is ook een termijn van achttien weken. Die staat nog steeds. Die wil ik ook overeind houden. Maar de praktijk is wel dat er keuzes moeten worden gemaakt. Er is sprake van een grote groei bij het opwekken van hernieuwbare energie, zeker als het gaat om zonne-energie. We hebben wel discussies gevoerd over de vraag hoe je daarin selecteert. De praktijk op dit moment is dat het "first come, first serve"-principe wordt gehanteerd. Ik denk dat dat het enige principe is dat op een zinvolle manier toepasbaar is. Als dat al de praktijk is, lijkt het me ook logisch om dat wettelijk te verankeren.

De heer Sienot (D66):

Dit is interessant. De heer Van der Lee wil een praktijk wettelijk gaan verankeren, omdat die nou eenmaal zo gegroeid is door een ongewenste situatie. Het lijkt mij juist dat we dat niet meteen gaan vastleggen. Ik zou er eigenlijk voor willen pleiten dat we de druk op de netbeheerders houden om samen te zoeken naar oplossingen en desnoods, als de markt het sneller kan doen, eerst de markt het te laten oplossen. Kortom, we moeten andere oplossingen zoeken zodat zo veel mogelijk partijen aan boord kunnen komen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Daar ben ik altijd toe bereid. Iedere oplossing die bijdraagt, verwelkom ik. Dat geldt ook voor de oplossingen die de heer Sienot suggereert. Of het nou een vorm is van smart grids of whatever, dat vind ik allemaal prima. Maar wat je ook niet wilt, is dat men elkaar gaat bevechten in de rechtszaal. De netbeheerder wordt vanwege deze omstandigheden gedwongen om te handelen en kiest daarbij voor een principe dat, denk ik, het meest redelijke principe is. Maar omdat het wettelijk niet verankerd is, leidt het tot juridische gevechten zonder dat iemand daar bij wint. Nou goed, dat is in ieder geval de overweging die ik op dit moment heb. Maar we kunnen daarover discussiëren. Ik ben ook benieuwd wat de minister ervan vindt. Ik hoor wel wat de collega's ervan vinden. Zo werkt het in een democratie, toch?

De voorzitter:

U bent aan het einde van uw betoog?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Beckerman namens de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Slechts een korte bijdrage van mijn fractie. Het mag bekend zijn: mijn fractie is er voorstander van om internationaal samen te werken om te zorgen dat we minder fossiele en meer duurzame energie gaan opwekken en gebruiken. Mijn fractie stelt echter grote vraagtekens bij het verregaand overhevelen van zeggenschap naar de Europese Unie. In de schriftelijke ronde bij deze richtlijn hebben we onze zorgen kenbaar gemaakt. Zo willen wij bijvoorbeeld niet dat de afbouw van de gaswinning uit het Groningenveld en die bij kleine velden op land, in gevaar kan worden gebracht. De veiligheid in Groningen moet de hoogste prioriteit hebben en houden, en niet de markt of de levering aan anderen. Het antwoord van het kabinet in de schriftelijke ronde vonden wij eigenlijk nog iets te vaag. Dat kunt u lezen op pagina 3. Ik citeer: "Het is dan ook niet aan te geven of dit tot vertragingen leidt en of er gevolgen zijn voor de gaswinning uit Groningen." Onze vraag bij dit debat: kan de minister alstublieft preciezer zijn? Kunnen we met deze wetswijziging op een moment worden verplicht om meer gas te winnen, omdat we daartoe internationaal verplicht zijn? Of zou er een calamiteit kunnen komen waardoor we ineens weer putten in Groningen of elders op land moeten openen? Wat zou dit kunnen betekenen voor Groningen, maar ook voor de kleine gasvelden? Op dit moment wordt bij de afbouw van de gaswinning in Groningen niet alleen gedacht aan onze veiligheid, maar wordt ook rekening gehouden met de leveringszekerheid aan België en Duitsland. Hoe gaat dit na deze wetswijziging?

Dan mijn tweede punt. Sinds de beantwoording van de vragen in de schriftelijke ronde is er wel wat groots veranderd: de brexit. Hierdoor krijgt Nederland een interconnector met een derde land. Engeland is nu een derde land geworden. Het gaat om de Bacton-Balgzand-Leiding. Wordt inmiddels met het Verenigd Koninkrijk gesproken hierover?

Ik zag dat de heer Van der Lee listig gebruikmaakte van de wijziging van deze wet om dingen die misschien niet aan de orde zijn in dit debat, toch aan de orde te brengen. Ik vond dat slim. Ik sluit me aan bij zijn betoog over de afsluitboete. Wij vinden dat toch echt een heel lelijk ding. Het is heel triest dat als mensen iets doen wat de overheid juist van ze wil, namelijk stoppen met het gebruik van gas, ze daar niet voor worden beloond maar een boete krijgen. Ondanks dat het volgens mij niet helemaal bij dit debat hoort, wil ik me wel aansluiten bij dat betoog.

Daar laat ik het bij, voorzitter. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, meneer de voorzitter. D66 wil een schoon en betrouwbaar energiesysteem, makkelijk en goedkoop voor iedereen. Daarvoor is Europese samenwerking ontzettend belangrijk. D66 streeft daarom naar één gemeenschappelijke energie-unie. Met de implementatie van deze Europese richtlijn zetten we de volgende stap hierheen. We maken concrete afspraken tussen lidstaten over solidariteit bij geopolitieke spanningen, bij gasimport van derde landen als Rusland of bij elektrische crises. Met deze wetswijziging wordt bovendien wettelijk geregeld dat lidstaten elkaar helpen, zodat stroom uit het stopcontact blijft komen. Dit is wenselijk. We zien nu al hoe energienetwerken tussen Nederland en België invloed op elkaar hebben. Nu al draait de Clauscentrale — daar werd net al aan gerefereerd — voor onze zuiderburen. Laten we zorgen dat we straks schone stroom van elkaar kunnen gebruiken en daarop bouwen. Wat ons betreft gaat de green deal hier ook aan bijdragen. Zet de minister daar ook op in?

Meneer de voorzitter. Wij zijn akkoord met de voorgestelde wetswijzigingen. Wij zien ons hierin gesteund door de positieve beoordeling van de Raad van State. Wel zouden we deze kans willen aangrijpen om problemen in de netcapaciteit ook aan te pakken en onze afhankelijkheid van aardgasimport te adresseren. De samenleving kiest massaal voor het zelf opwekken van groene stroom. Dat is mooi, maar het brengt ook groeipijn op het Nederlandse stroomnet. Nederland loopt op dit moment 700 megawatt aan groene stroom mis, omdat het net er niet op gebouwd is. Dat wil zeggen: er ligt voor 1,5 keer het vermogen van de kerncentrale Borssele in de schuur in plaats van op de schuur. D66 vindt dat we er niet komen als we het elektriciteitsnet blijven zien als één eindeloze koperen plaat waar alle stroom wel op kan. Wij willen juist innovatie, door vraagsturing te stimuleren met smart grids en energieopslag. Daarom stellen we het volgende voor. Laat de energiebeheerder eerst aan de markt vragen of er slimme oplossingen zijn die goedkoper zijn dan en even betrouwbaar zijn als een aanpassing in de gereguleerde infra, voordat er wordt overgegaan tot investeringen in het distributienet. Als de markt het sneller en slimmer kan, houden we de kosten van netverzwaring voor de consument ook laag. Iedereen wint. Ik ontvang heel graag een reactie van de minister op dit voorstel.

Daarnaast ziet D66 samen met GroenLinks nog een manier om op korte termijn de elektriciteitsnetten zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Met een amendement willen we mogelijk maken dat de stroom die zonnepanelen opwekken via dezelfde kabel afgevoerd kan worden als de stroom van windmolens. Van overbelasting zal niet snel sprake zijn, want als het hard waait, schijnt de zon vaak niet en als er veel zon is, waait het meestal minder hard. Ik ben heel benieuwd naar de reactie van de minister op dit voorstel. Ik ben blij dat ik dit amendement samen met de heer Van der Lee kan indienen.

In de Europese verordeningen die worden geïmplementeerd met deze wetswijziging wordt aan de lidstaten voorgeschreven dat bij structurele congestie een actieplan dient te worden opgesteld om de situatie op te heffen. Nou, de huidige situatie van grote congestie op het net schreeuwt wat ons betreft om een actieplan. Ik heb een simpele vraag aan de minister: is hij al begonnen met schrijven?

Voorzitter. D66 ziet uiteraard ook het belang van gasvormige brandstoffen in het Nederlandse energiesysteem, ook tijdens de grote omslag naar schone energie. Met deze Europese richtlijn wordt de solidariteit van de EU-landen versterkt, om de afhankelijkheid van Russisch gas te verkleinen. Dat vindt D66 een goede zaak. Daarnaast is het ook belangrijk dat in de hele EU de transitie wordt gemaakt om van het aardgas af te stappen. De voornemens van de EU stemmen hoopvol. De Green Deal krijgt steeds verder vorm en er komt een Europese klimaatwet waarmee de neuzen in Europa dezelfde kant op worden gezet, richting een stevige groei van groene energieopwekking. En de cijfers liegen niet: de stroomopwekking door middel van zon en wind in Europa is inmiddels groter dan stroomopwekking met kolen. Niet alleen stroom, maar het hele energienetwerk gaat naar groen. Onderzoekers voorspellen dat in 2020 35% van de Europese energieopwekking al duurzaam is. Tegelijkertijd zien we ook de noodzaak om onze afhankelijkheid van gas, in huizen en industrie, fors te verminderen. Daar zijn allerlei goede redenen voor en er valt veel winst te boeken. Een modern, geïsoleerd huis verspilt 4,5 keer minder energie dan een oud, slecht geïsoleerd huis. Daarom vraag ik de minister hoe het kabinet zich inzet om de afhankelijkheid van gas in de bebouwde omgeving én de industrie te verminderen. Er vallen immers echt nog heel veel slagen te maken.

Voorzitter. Dat brengt mij bij mijn afronding. We steunen deze wet, aangezien we hiermee een volgende stap zetten naar een Europese energie-unie. Bovendien zien we reikhalzend uit naar het oplossen van die enorme, grote, dikke, vette prop in het stroomnet. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Kops namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Wij spreken over de wijziging van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Niet zo heel lang geleden is de Gaswet ook al gewijzigd en dat was toen rampzalig. Toen werd namelijk de gasaansluitplicht uit de wet geschrapt. Nieuwbouwwoningen worden sindsdien niet meer standaard op het gas aangesloten, met alle gevolgen van dien. En nu dus opnieuw een wijziging van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Waarom? Voor de implementatie van een EU-richtlijn en vier EU-verordeningen, dus voor EU-regeltjes over elektriciteit en gas. Alle alarmbellen moeten dan meteen gaan rinkelen, want dat kan natuurlijk niet goed gaan. En inderdaad: als je die vreselijke EU-teksten zo leest, word je daar niet bepaald vrolijk van. Ik zal er dadelijk het een en ander uit citeren. Hoe dan ook, de transitie naar duurzame elektriciteitsopwekking komt centraal te staan. Daar komt dan meteen de aap uit de mouw, volledig in lijn met die vreselijke Europese Green Deal van EU-klimaatpaus Timmermans: klimaatneutraliteit, duurzaamheid, duurzame energie, overal windmolens en overal zonnepanelen. Daar wil de EU immers naartoe. Er komt een Europese klimaatwet, omdat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Tot 2030 gaat dat maar liefst 1.000 miljard euro kosten en daarna dus nog veel meer.

Nu moet onder andere het agentschap voor de samenwerking tussen energieregulatoren nationale regelgeving gaan coördineren. Waarom? Omdat er behoefte is aan marktintegratie. Want "ongecoördineerde nationale maatregelen kunnen leiden tot problemen". Wat voor problemen dan? Wat moet er dan gecoördineerd worden? Terwijl huishoudens in Duitsland en België juist overstappen op aardgas en daar zelfs ook geld voor krijgen, moet iedereen in Nederland juist van het gas af. Over welke marktintegratie hebben we het dan precies?

Verder wordt er een gemeenschappelijk EU-kader gecreëerd — ik krijg het bijna m'n mond niet uit — met voorschriften om elektriciteitscrises in lidstaten te voorkomen en te beheersen. Dat betekent dat lidstaten meer moeten gaan samenwerken in de geest van solidariteit en meer onderling vertrouwen moeten scheppen, wat dat ook moge zijn. "Elektriciteitscrises" is natuurlijk al veelzeggend, want daar zullen er in de toekomst nog heel veel van gaan komen, met al die onbetrouwbare windmolens. Van zaken als Europese solidariteit gaan natuurlijk meteen je nekharen recht overeind staan. De term alleen al. Een voorbeeld van die solidariteit is: "het productievermogen in lidstaat A opschalen, als lidstaat B daarmee geholpen is". Wat betekent dat? Als de EU dan eenmaal helemaal vol staat met windmolens en er een lidstaat is die daar niet genoeg elektriciteit uit haalt, bijvoorbeeld omdat het simpelweg niet waait, moet dan een andere lidstaat bijspringen? Hoe gaat dat dan en wat doet dat met de elektriciteitsprijs? Dit alleen al toont de totale onbetrouwbaarheid van wind, maar ook zeker van zonne-energie. Voor deze waanzin wordt een betrouwbaar energiesysteem van kolen en gas, met in Nederland de schoonste centrales ter wereld, met de grond gelijkgemaakt.

Voorzitter. Om de risico's rond de levering van gas uit te sluiten, moet ook hier solidariteit leidend zijn. Lidstaten waarvan de gassystemen met elkaar verbonden zijn, moeten preventieve actieplannen en noodplannen opstellen. En waarom? Om zo de verstoring van gasleveringen te voorkomen. Dat is nogal opvallend. Hoezo verstoring van gasleveringen? Het grootste risico rond de levering van gas is eigenlijk dit kabinet zelf. Het hele land moet namelijk van het gas af. Hoe kan het dat andere landen juist meer gas gaan gebruiken, terwijl in Nederland iedereen van het gas wordt afgekoppeld?

Voorzitter. Energie is een nationale aangelegenheid. De PVV heeft altijd gepleit voor het in Nederlandse handen houden van energiebedrijven. Eerst viel Essent in buitenlandse handen. Daarbij zijn duizenden banen verloren gegaan. Daarna werd NUON verpatst. Nu wordt Eneco verkocht aan Japan. De verantwoordelijke gemeenten hebben daarmee gekozen voor het spekken van hun eigen gemeentekas en het publieke belang uit het oog verloren. Nogmaals, energie is een nationale aangelegenheid. Nederland bepaalt zelf wel hoe het zijn energievoorziening regelt. Daar moet de EU zich niet mee bemoeien, zeker niet met die vreselijke EU-Green Deal. Geef de macht over onze energievoorziening vooral niet aan degene die die energievoorziening met peperdure klimaat- en duurzaamheidswaanzin wil afbreken. Dan heb ik het over de EU, maar zeker ook over dit kabinet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Harbers namens ...

O, ik zie een interruptie van de heer Sienot.

De heer Sienot (D66):

Ik constateer dat de PVV zelfs op het gebied van energie eigenlijk niet wil samenwerken in Europa terwijl dat juist aantoonbaar de energierekening lager houdt. Zon en wind zijn overal ontzettend veel goedkoper. Als we een goede interconnectie hebben, zorgt die ervoor dat we betrouwbare stroom krijgen, ook als het hier eens wat minder waait en de zon wat minder schijnt. Het zorgt ervoor dat onze energierekening laag blijft. Het zorgt ervoor dat we minder afhankelijk worden van Rusland. Ik constateer dat de PVV eigenlijk ons hele energiesysteem, onze energierekening in handen van Poetin legt.

De heer Kops (PVV):

Nou, om even met het laatste te beginnen. We hebben de energierekening onder andere in handen van D66 gelegd dat nu in het kabinet zit. Die rekening is alleen maar gigantisch gestegen mede als gevolg van allerlei klimaatwaanzin en duurzaamheidswaanzin. Dat is uw schuld, meneer Sienot. Wat u wilt, is ons uitleveren aan ...

De voorzitter:

Via de voorzitter graag.

De heer Kops (PVV):

Zeker. De heer Sienot wil ons uitleveren aan de grillen van de EU. Natuurlijk is er helemaal niks met het samenwerken met andere landen. Natuurlijk niet. Leg me die woorden alstublieft niet in de mond. Maar daar hebben we die vreselijke EU niet voor nodig, zeker niet nu er een vreselijke Green Deal aan zit te komen die maar liefst 1.000 miljard moet gaan kosten tot 2030. De elektriciteitsprijs, de gasprijs en dergelijke, de energierekening gaat door die duurzaamheid alleen maar verder omhoog. Kijk bijvoorbeeld naar Frankrijk. Daar is de energierekening stukken lager met dank aan kernenergie. Kijk naar de Duitsland. Daar is de energierekening ook gigantisch hoog, net als in Nederland, als gevolg van al die windmolens.

De voorzitter:

De heer Sienot aanvullend.

De heer Sienot (D66):

Ik constateer dat de PVV geen oplossing wil zoeken voor het verlagen van de energierekening. D66 heeft er juist samen met dit kabinet voor gezorgd dat de energiebelasting het komend jaar €100 naar beneden gaat. Dat wil ik wel even vermeld hebben. Wij zien juist nieuwe kansen om de ontwikkeling van energie te benutten voor een lagere energierekening. De PVV wil het liefst de dijken hoger en Nederland als één systeem. Waar moeten we dan alle energie vandaan halen? Die moet dan toch uit het buitenland komen en dan heel ver uit het buitenland. Dat betekent dus inderdaad dat onze energierekening in handen van Poetin komt.

De heer Kops (PVV):

Waar heeft de heer Sienot het eigenlijk allemaal over? Hij zei dat de energierekening met €100 omlaag gaat. Sorry hoor, maar moeten we de heer Sienot daar dan dankbaar voor zijn? U hebt zelf die energierekening een jaar eerder met zo'n €330 verhoogd als gevolg van al die klimaatwaanzin, als gevolg van verhoging van de opslag duurzame energie. U kunt nu wel weglopen, want u weet natuurlijk donders goed dat ik gelijk heb. Dat is zijn beleid!

De voorzitter:

Meneer Kops, dat is uitlokking. Ik had twee keer de gelegenheid gegeven aan de heer Sienot om een interruptie te plegen. Vandaar dat ik het seintje gaf: we sluiten nu af. Dat was volgens mij de reden dat hij bij de microfoon wegliep. Hij knikt.

De heer Kops (PVV):

O.

De voorzitter:

Dus ik mag vaststellen dat dat klopt. Het was geen angsthazerij, mag ik wel stellen, absoluut niet. Volgens mij bent u aan het eind van uw betoog gekomen.

De heer Kops (PVV):

We sluiten af.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Harbers namens de VVD.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik ga weer even terug naar deze wet zelf, die op zichzelf niet veel meer is dan het implementeren van een aantal EU-verordeningen en -richtlijnen. Dat kan op de instemming van de VVD rekenen. Ik denk dat al deze richtlijnen ertoe bijdragen dat we de interne markt in Europa voor de levering van elektriciteit en gas verbeteren. Dat is ook een welbegrepen eigenbelang van Nederland, al is het maar om te proberen de kosten hier te beperken voor de toenemende elektrificatie van de samenleving, bijvoorbeeld. Dat vraagt erom dat we in toenemende mate verbonden zijn met de elektriciteitsnetten van onze buurlanden. In dat opzicht kijk ik ook met belangstelling naar het antwoord op de vraag over de Clauscentrale, want het voelt heel tegennatuurlijk om iets op Nederlands grondgebied te hebben wat juist niet verbonden is met die hele Europese elektriciteitsmarkt, maar slechts met die van onze buren in België.

Ik licht er nog een paar zaken uit. In de verordening voor het zeker stellen van de elektriciteitsvoorziening wordt gesproken over de noodzaak om de risicoparaatheid te verbeteren. Dat is denk ik goed. Dat kan ook voor Nederland een uitkomst zijn, zeker in grensgebieden als daar storingen zijn in het elektriciteitsnetwerk. De vraag die dat wel oproept, is of het gevolgen kan hebben voor de nationale leveringszekerheid als zo'n situatie zich lang voordoet. Met andere woorden, kan het echt tot noodgevallen beperkt blijven en kun je op een gegeven moment ook weer terugschakelen als je ziet dat de situatie te lang gaat duren en te grote repercussies gaat hebben voor de omgeving? De nationaal op te stellen risicoparaatheidsplannen zijn in dat opzicht leidend. De minister zegt: die worden wel gepubliceerd. Maar ik zou van de minister ook willen weten op welke wijze de Tweede Kamer daar inzicht in krijgt en wij daarbij betrokken worden.

Er is al door diverse sprekers aan gerefereerd: collega Van der Lee heeft kans gezien om hier een aantal voorstellen te doen die te maken hebben met het onderwerp waar wij ons als Kamer vaker over hebben gebogen, recent nog in een rondetafelgesprek, namelijk de schaarste op het elektriciteitsnet. Kortheidshalve ben ik vooral benieuwd naar de reactie van de minister hierop. Ik denk dat er een aantal zinnige toevoegingen zijn, ook toevoegingen op het al gedane voorstel voor het beschikbaar stellen van de vluchtstrook. Dus ik kijk met een positieve grondhouding uit naar een reactie van de minister op deze amendementen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Moorlag namens de PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Wij spreken vandaag over het doorvertalen van Europese richtlijnen naar nationale wetgeving. Meestal is dat een vrij simpele operatie, dus ik had zo gedacht: dat wordt een Groningse bijdrage, zo van "mooi raak", "'t kon minder" en nou maar aan het bier. Maar het debat wordt toch iets breder.

Ik heb waardering voor het amendement van de heer Van der Lee, omdat daarmee wettelijke oplossingen worden geformuleerd voor een aantal knelpunten die wij hebben in het elektriciteitsnetwerk. Dat doet wel de vraag rijzen hoe het overleg tussen minister en de netwerkbeheerders is, want het is een beetje raar dat deze wijzigingen via een parlementaire loop in de wet moeten komen. Dit had toch ook vanuit het ministerie zelf geïnitieerd kunnen worden?

Ik heb het weleens vaker gehad over de urgentie bij het aanpakken van knelpunten op het elektriciteitsnetwerk. Ik ga het nu niet hebben over de Voetbalvereniging Nieuw Buinen. Dat komt morgen in het algemeen overleg wel weer aan de orde. Maar een aantal van die knelpunten moet wel met slagvaardigheid worden opgelost. Nogmaals, ik heb waardering voor de amendementen die zijn geformuleerd, want een aantal knelpunten kan daarmee worden weggenomen.

Voorzitter. Het tweede en laatste punt dat ik wil maken, zijn de risicoparaatheidsplannen. De heer Harbers sprak daar ook al over. Hoe worden wij daar als Kamer bij betrokken? Want dat zijn plannen die nogal wat impact hebben op de afnemers van energie, en dat zijn er een heleboel. Dat zijn alle inwoners en alle bedrijven van dit land. Het is al wat weggezakt, maar in het verleden hebben wij meegemaakt dat elektriciteitscentrales op een laag pitje moesten gaan draaien en dat de vraag aan de orde kwam welke bedrijven of welke gebieden op enig moment afgeschakeld moesten gaan worden. Dus mijn vraag aan de minister is: hoe wordt de Tweede Kamer daarbij betrokken? En de tweede vraag is: vindt er bij het opstellen van die risicoparaatheidsplannen brede consultatie plaats en voorzien die plannen ook in een goede, deugdelijke en tijdige voorlichting aan de bevolking en aan bedrijven?

Daarmee wil ik volstaan, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Mulder namens het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Vandaag bespreken we de wijzigingen in de Elektriciteitswet en de Gaswet. Die komen voort uit Europese regelgeving gericht op de Europese markt voor gas en elektriciteit. Het CDA ziet het belang van zo'n geïntegreerde markt. Wanneer wij als Europa onze doelen willen halen op het gebied van klimaat en energie, dan zullen we dat toch echt gezamenlijk moeten oppakken. Zo wordt het makkelijker om Europees samen te werken. Daarmee verkleinen we uiteindelijk de risico's op mogelijke elektriciteitsproblemen en kunnen we sneller schakelen op het moment dat zich onverhoopt toch een crisis voordoet.

Voorzitter. Een ander belangrijk voordeel van deze wijzigingen is dat wanneer zich een tekort aan gas voordoet, de solidariteit tussen lidstaten wordt versterkt en lidstaten elkaar ook makkelijker te hulp kunnen schieten. Het doel is op z'n minst om de gaslevering aan beschermde afnemers — dat zijn met name de huishoudens — in stand te kunnen houden. Graag horen we wel van de minister dat de afbouw van het Groningenveld naar nul niet ongedaan kan worden gemaakt door deze wet. Daar wil ik vandaag graag een toezegging op, want anders ga ik een motie indienen. Interconnectoren met derde landen voor de aanvoer van gas kunnen uiteindelijk ook bijdragen aan de leveringszekerheid.

In december heb ik de minister gevraagd of hij bereid was om op Europees niveau het gesprek aan te gaan over de situatie met België en de Prins Clauscentrale. De levering van stroom van de Prins Clauscentrale aan het Belgische stroomnet kan namelijk de leveringszekerheid in Nederland in gevaar brengen. Daarbij komt vervolgens ook nog een keer de CO2-uitstoot van deze centrale op ons conto. Dan heb je een uitkomst die het CDA niet wil, namelijk een verslechtering van je leveringszekerheid en extra CO2-uitstoot omdat je de buren helpt. De minister gaf toen aan dat er uitvoerig met de Commissie werd gesproken over de leveringszekerheid en dat er ook gesprekken liepen met alle betrokken partijen. Volgens de minister was de inzet daarbij om de centrale op het elektriciteitsnet te houden. Over de uitkomst van de gesprekken kon de minister destijds nog geen nadere mededelingen doen. Kan de minister dat nu wel? Kan hij die duidelijkheid geven? En hoe verhoudt deze situatie zich tot de voorgestelde wijzigingen van de Elektriciteits- en Gaswet? Wordt de leveringszekerheid voor Nederland door deze wijzigingen in dit soort gevallen versterkt of verslechterd? Kunnen wij in de toekomst meer van dit soort gevallen verwachten? En in hoeverre zijn er misschien nog andere elementen in deze wet die negatieve effecten kunnen hebben op de Nederlandse energietransitie? Misschien kan de minister daar een reflectie op geven.

Voorzitter. In de verordening betreffende de interne elektriciteitsmarkt staat dat er een actieplan moet worden opgesteld als er sprake is van structurele congestie. Wanneer spreken we van structurele congestie van het elektriciteitsnet? En in hoeverre vindt de minister dat daar nu al sprake van is? Collega Sienot was daar heel helder over. Als wij de problemen zien, niet alleen in Drenthe maar overal, dan snap ik de houding van de heer Sienot ook heel goed. De minister heeft aangegeven dat er nauwe afstemming is met de ACM en TenneT over de vraag of Nederland een dergelijk actieplan moet vaststellen. Kan de minister hier meer over vertellen? Moet er een actieplan worden opgesteld? En zo ja, wanneer is dat er? En hoe beoordeelt de minister het functioneren van de Europese toezichthouder, de ACER? Want die krijgt een belangrijke rol. Heeft de minister daar vertrouwen in?

Voorzitter. In deze verordening wordt ook gesproken over financiële steun voor lidstaten en regio's die als gevolg van de energietransitie met sociale, economische en industriële uitdagingen te maken krijgen. Kan de minister hierover wat meer vertellen? In welke gevallen kunnen regio's in aanmerking komen voor deze steun? En zou er ook door regio's in Nederland gebruik van kunnen worden gemaakt, waaronder bijvoorbeeld Drenthe, Friesland en al die andere regio's waar meer vraag naar capaciteit op het net is dan er daadwerkelijk voorhanden is? Kan Nederland nu al een beroep doen op het Europese geld daarvoor? Ik krijg graag een antwoord van de minister.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

De vergadering wordt van 17.23 uur tot 17.32 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan het woord is de minister voor de beantwoording van alle inbreng van de eerste termijn.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Sommige debatten gaan vooral over waar ze niet over gaan. Dit debat is zo'n debat. Nu kun je je natuurlijk afvragen — was het niet de heer Moorlag die dat zei? — waarom de minister er niet zelf voor gezorgd heeft dat het hierover ging, want hij had toch zelf al die dingen kunnen bedenken. Dat is waar, dat heeft hij ook gedaan, want de bedoeling was om dit in de Energiewet op te nemen en om dit in tijdelijke zin in de Crisis- en herstelwet op te nemen. De consultatie daarvan was afgerond, de spullen lagen klaar en het was een kwestie van overschrijven. Waarom schrijft de minister dat dan niet zelf over? Dat komt omdat wij een regel hebben — ik heb hem niet kunnen doorgronden en ik ga hem ook niet verdedigen — dat wij Europese implementatie niet combineren met wetsvoorstellen die uit een andere hoedanigheid worden ingediend. Ik weet niet waarom dat is. Uit efficiencyoogpunt zou ik zeggen: schrap die regel. Maar ik heb me tot nu toe aan die regel gehouden. Bon.

Laat ik het heel kort houden. Er zijn vijf amendementen ingediend. Dat zijn allemaal oude bekenden waar we het hier over hebben gehad en die al deels in gang werden gezet via een andere route. Het is mij zeer welkom dat dat op deze manier kwam. Het is mij niet gegeven om dat te bundelen, maar het is deze Kamer wel gegeven. Daarom geef ik alle vijf ingediende amendementen oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik stel vast dat op alle amendementen dan inderdaad oordeel Kamer is gegeven.

Minister Wiebes:

Dan heb ik net tot mijn genoegen de laatste tekst gezien, namelijk van het amendement op stuk nr. 18 dat — zo zeg ik uit mijn hoofd — nr. 13 vervangt. Dat is de juiste versie.

Er zijn nog een aantal andere vragen gesteld. Sommige daarvan hebben ook niks met het wetsvoorstel te maken, maar dit debat gaat over andere dingen dan het wetsvoorstel. Ik ga het rijtje af.

De heer Van der Lee vraagt hoe kansrijk het is dat Duitsland gaat inzetten op Nord Stream 2. Hij vraagt eigenlijk ook naar Turk Stream. Is dat een andere situatie? Ja, dat is het. Het is aan Nord Stream 2 om te bepalen of er een ontheffing wordt gevraagd. Het kan ook om een afwijking gaan. In het geval van een afwijking is Duitsland aan zet, in het geval van een ontheffing is de Commissie aan zet, waarbij vervolgens Duitsland kan vragen om de onderhandelingen te voeren. Dat was het compromis rond de regels die zogenaamd niet over Nord Stream gingen maar uiteindelijk wel. Het lijkt best aannemelijk dat Nord Stream zal vragen om een afwijking. Dat is dan vanwege de opvatting dat de pijpleiding al gereed is, wat je daar verder ook van vindt. In beide gevallen wordt Nederland gewoon geconsulteerd en kunnen wij onze opvattingen meegeven. Maar ik ga geen voorspellingen doen of Duitsland dat gaat doen. Overigens zullen de Nederlandse opvattingen niet gevraagd worden bij Turk Stream, want wij krijgen geen gas uit Turk Stream.

De heer Van der Lee vraagt of wij instrumenten hebben ten aanzien van de Clauscentrale. Ja, want er kan sprake zijn van een noodzaak tot een concessie en die zal bij EZK moeten worden aangevraagd. Ik stel voor dat wij daarop terugkomen zodra die kwestie aan de orde is. Ik ga daar niet op vooruitlopen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

En dat is een concessie om de Clauscentrale te verbinden met het Belgische net?

Minister Wiebes:

Ja, voor de verbinding met het Belgische net. Ik denk daar zeer binnenkort iets over te melden aan deze Kamer, maar ik wil dat pas doen op het moment dat ik dat meld. Dat is een nette gang van zaken.

Dan vraagt de heer Van der Lee naar het bescherm- en herstelplan. Verschillende woordvoerders hebben gevraagd naar verschillende beschermplannen, herstelplannen en actieplannen. Hugo de Jonge haal ik nooit meer in, maar er zijn bij deze materie nogal wat actieplannen. Volgens mij worden ze hier en daar door elkaar gehaald in de retoriek, maar ik ga proberen zo goed mogelijk te antwoorden op de vragen waarvan ik denk dat ze gesteld zijn. Dit zou het Bescherm- en Herstelplan Gas kunnen zijn. Het Bescherm- en Herstelplan Gas — het is een noodplan, maar het heet een bescherm- en herstelplan — gaat in op de maatregelen die kunnen worden genomen als er sprake is van een ernstige verstoring van de gaslevering. Het doorloopt een hele ladder. Dat plan is in oktober vorig jaar aangeboden aan de Kamer. Deze maatregelen worden nu verder uitgewerkt. Die verdere uitwerking komt ook binnenkort naar de Kamer. Boven op dat plan, en daarop gebaseerd, komt er dan ook een Nationaal Crisisplan Gas, in overleg met Justitie en Veiligheid. Ook daarover wordt de Kamer geïnformeerd.

Mevrouw Beckerman stelt een belangrijke vraag over solidariteit. Ik denk dat zij vanuit haar partijidealen het woord "solidariteit" vaak in de mond neemt. Zij vraagt zich nu af hoe dat nu eigenlijk zit. Als wij solidair moeten zijn met het buitenland als het gaat om gas, kunnen wij dan gedwongen worden om gas uit Groningen te leveren? Laat ik vooropstellen: wij gaan de gaswinning uit Groningen gewoon beëindigen. Punt. Dat is de eindconclusie. Dat is altijd mijn uitspraak geweest. Die EU-verordening verplicht buurlanden om afspraken te maken over solidariteit. Het gaat om afspraken. Dat betekent dat wij binnen die afspraken manieren moeten vinden om buurlanden te helpen. Dan gaat het alleen maar over de door solidariteit beschermde afnemers, niet om de rest.

Als je dat ziet, zie je al dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat dat bij ons een enorme deuk zal slaan. Stel dat er in Duitsland op een of andere wijze een gastekort optreedt. De gedachte is dat wij dan een deel van ons hoogcalorisch gas aan Duitsland moeten leveren en minder moeten afnemen, waardoor het Groningenveld meer laagcalorisch gas moet leveren. Maar er gaat nogal wat uit, want Duitsland gebruikt 70 miljard kuub, waarvan maar ruim 20 in het segment valt van door solidariteit beschermde afnemers. Er moet enorm veel gebeuren voordat dat plan überhaupt in werking treedt. Die kans is bijzonder klein. Als dat toch zou gebeuren — dat is theoretisch — zijn er natuurlijk nog allerlei mogelijkheden om gas van elders te betrekken, bijvoorbeeld lng. In het uiterste geval treedt dan vervolgens het Bescherm- en Herstelplan Gas in werking. Ik heb net gezegd dat dat in oktober naar de Kamer is gestuurd. In dat Bescherm- en Herstelplan Gas komen allerlei treden voor, maar de trede van ophoging van de winning uit Groningen komt daar niet in voor. Al met al kom ik dus weer terug bij mijn statement dat de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk wordt beëindigd.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat klinkt goed. De minister zegt dus: nee, in geen enkel geval zal dit ervoor zorgen dat de afbouw langzamer gaat of wordt opgeschort? Wij willen gewoon echt graag die honderdprocentgarantie, zodat we onze stem kunnen bepalen.

Minister Wiebes:

Ik kan precies beschrijven wat er gebeurt en wat er in dat plan staat. Uiteraard heb ik toekomstige regeringen niet aan een touwtje. Wie weet wie er hier straks allemaal aan het roer staat. Daar kan ik niks over zeggen. Maar het plan zoals het nu is, gaat niet op Groningen neerkomen.

De voorzitter:

De minister kan doorgaan.

Minister Wiebes:

Terecht vraagt mevrouw Beckerman ook naar de Britse connectie. Daar bestaat nu een ontheffing om de leiding terug te verdienen. Het wettelijk regime verandert niet. Het enige wat verandert is de status van de UK. Die ontheffing blijft gelden tot december 2020 en het is aan de Britten, en de pijpleiding zelf, om voor de periode daarna eventueel een verlenging van de ontheffing aan te vragen. Dan moet de Europese Commissie onderhandelen met het Verenigd Koninkrijk over de voorwaarden van een eventuele ontheffing. Wat daaruit komt weet ik niet. Hoe verenigd het koninkrijk dan is, weten we ook niet, maar dat is hoe het zit.

De heer Sienot doet ook een zinvolle suggestie. Ik probeer het even in mijn eigen woorden na te vertellen. Als ik hem goed volg, zegt hij het volgende. Er kunnen knelpunten zijn. Is het dan niet nuttig en zinvol, voordat we met allemaal investeringen gaan gooien en langjarige oplossingen gaan creëren, die misschien ook lang duren om te implementeren, dat partijen eerst gewoon gaan kijken wat ze allemaal kunnen doen, op een innovatieve manier? Dat kunnen allerlei oplossingen zijn, in termen van opslag of afschakeling of noem het allemaal maar op. Ik denk inderdaad dat een netbeheerder naar alle oplossingen moet zoeken, om zo veel mogelijk hernieuwbare elektriciteit te transporteren. Netbeheerders hebben daar ook wel af en toe een marktconsultatie voor georganiseerd. Congestiemanagement is daar een onderdeel van, net als flexibiliteit op allerlei manieren. Dat komt ook uit de markt, en die netbeheerder moet daar ook actief naar op zoek in de markt. Uiteraard moeten de kosten dan ook in beeld zijn — die moeten in verhouding staan tot de baten — maar ik vind het buitengewoon zinvol dat de heer Sienot benadrukt dat er ook gewoon naar oplossingen moet worden gezocht in plaats van alleen maar te kijken naar infrastructuurinvesteringen. Want dat kan te lang duren.

Dan vroeg de heer Sienot naar een actieplan. Ja, wat is dan een actieplan? Er is een actieplan grensoverschrijdende transportcapaciteit. Dat actieplan bestaat sinds eind 2019 en gaat over interconnectie. Er is ook een actieplan, en dat kent hij, over netcapaciteit, om te zorgen dat de netcapaciteit wordt vergroot en we op korte termijn en op lange termijn maatregelen nemen. Ik weet niet welk actieplan de heer Sienot bedoelt, maar het actieplan grensoverschrijdende transportcapaciteit bestaat. Het is eind 2019 opgesteld in nauwe samenwerking met de ACM en TenneT. Dat plan is er uiteraard op gericht om te voldoen aan de eisen die de wet straks gaat stellen.

Een interessante vraag van de heer Sienot is zijn vraag naar de toekomst van gas, met name in de gebouwde omgeving. Kijk, gas is ook in de gebouwde omgeving niet uit te sluiten, maar het moet daar dan uiteraard gaan om groen gas en waterstof, eventueel gemengd. Dat zal voor sommige soorten wijken nuttig kunnen zijn. Ik denk dat het belangrijk is dat we zien dat de gebouwde omgeving waar het kan natuurlijk eigenlijk op, laat ik zeggen ... Nee, laat ik nou niet in mijn oude vak vervallen door het woord "exergie" te gaan noemen. Maar er zijn natuurlijk oplossingen met lagere temperaturen, die vaak de voorkeur verdienen. Aardwarmte, restwarmte en warmtepompen zijn allemaal lageretemperatuuroplossingen. Die verdienen vaak de voorkeur, maar waarschijnlijk niet overal. Als we ons verdiepen in hoe een grachtenhuis straks verwarmd moet gaan worden, kunnen we ons best voorstellen dat er gasoplossingen bestaan. Wat we in elk geval moeten doen, en dat trek ik breder dan de gebouwde omgeving, is de bestaande gasinfrastructuur zo goed mogelijk benutten. Daar kunnen we straks waterstof mee vervoeren en we kunnen er de huizen mee in. Laten wij ons voordeel doen met de bestaande gasinfrastructuur. Daar kunnen we op allerlei manieren dingen mee doen.

De heer Sienot (D66):

Met dat laatste ben ik het helemaal eens. We moeten de gasinfrastructuur niet zomaar vernietigen. Misschien had ik het preciezer moeten vragen, dus bij dezen. We zien dat aardgas schaarser wordt in Nederland. We moet het dus van verder halen, met allerlei problemen van dien. Hoe gaan we dan versneld echt zorgen voor de vermindering van onze aardgasafhankelijkheid, juist in de gebouwde omgeving en in de industrie waar heel veel winst te boeken valt? Ziet het kabinet in de recente berichten daarover aansporing om daar extra aandacht aan te besteden?

Minister Wiebes:

Ik doe dit even uit mijn hoofd. Volgens mij hebben we in het Klimaatakkoord afgesproken dat er in de komende tien jaar al 1,5 miljoen woningen van het gas afgaan. Dat is een fenomenale klus. We zijn nu met de proefwijken bezig. Dat is een enorme klus. We hebben daar een aantal belangrijke voorwaarden gesteld. Van welk politiek gezindte je ook bent, je kunt je daar altijd wel iets bij voorstellen. De woonlastenneutraliteit is een enorme uitdaging, maar daar moeten we wel voor staan. Zonder dat gaat het niet lukken, stel ik. Als we mensen gaan confronteren met enorme kosten, dan haakt iedereen af. Het tweede dat daar echt voor nodig is, is het zogenaamde warmtefonds. Als je daar als financieel deskundige naar kijkt, zeg je: dit is woonlastenneutraal. Ja, dat is allemaal leuk en aardig, maar dan kan er nog steeds een financieringsvraagstuk zijn. Het warmtefonds is daarvoor buitengewoon belangrijk. Mijn stelling is altijd geweest dat het draagvlak van de transitie allereerst afhankelijk is van de woonsituatie. Binnen de woonsituatie zien de huizenbezitters dat gewoon op zich af komen. Daarbinnen zien de bezitters van bestaande woningen, sterker nog van oudere woningen, de grootste opgaven voor zich. Dat is wat mij betreft het epicentrum voor het ontstaan van draagvlak. Daar moeten we geweldig goed op letten, anders gaat het mislukken.

En daar weten we nooit alles van. De ramingen van PBL zijn geduldig en zeggen dat de kosten heel hard naar beneden gaan. Maar we moeten daar steeds naar kijken. Ieder jaar rapporteren we dat weer en ieder jaar gaan het kabinet en de volksvertegenwoordiging bekijken of eruit komt wat wij denken dat eruit komt en of wij een goede propositie aan de Nederlander hebben. Dat is wat we doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik interpreteerde de vraag van de heer Sienot een beetje anders. Het gaat erom dat we Slochteren gaan dichtdraaien. De kleine velden leveren ook minder dan verwacht. We gaan gas importeren, met ook enkele klimaatnadelen. We hebben het in een ander verband weleens gehad over de vraag of de Noren niet nog wat meer gas kunnen leveren. De minister heeft de toezegging gedaan met hen in gesprek te gaan. Ik weet niet of hij daar al wat meer over kan melden.

Minister Wiebes:

Destijds was de stand dat de Noren wel aan hun taks zaten, maar we hebben inmiddels weer op allerlei terreinen contact met de Noren. Ik kijk even of daar recentere berichtgeving van is. Maar het leveren uit Noorwegen in plaats van uit een ander land vermindert op zich niet onze afhankelijkheid van gas, ook niet het aantal kuub. En het maakt de huizen niet warmer dan ze zijn.

Voorzitter. Ik heb geen heel duidelijk vraag van de heer Kops gehoord, maar wel een buitengewoon verbazingwekkende stellingname, namelijk dat de energievoorziening in Nederland nationaal is. En dat terwijl de PVV tegelijkertijd voortdurend pleit voor het voortgaan van het importeren van grote hoeveelheden aardolie, kolen en elektriciteit. Dat is een verbazingwekkende stelling. Ik heb er met grote belangstelling kennis van genomen.

De heer Harbers vraagt naar de risicoparaatheid. Hij begrijpt de achterliggende gedachte, zegt hij, maar hij wil wel weten dat dit niet tot noodgevallen leidt. Op basis van plannen moet er, als de nood aan de man is in een land, bijstand worden verleend aan dat andere land. Dat kan ertoe leiden dat wij maatregelen moeten nemen waardoor bepaalde gebruikers of bepaalde typen gebruikers tijdelijk worden afgeschakeld. Maar die risicoparaatheid kan er nooit toe leiden dat wij zelf in een noodsituatie komen. Dat is natuurlijk uitgesloten, want dan is de oplossing het veroorzaken van een nieuw probleem. Het Nederlandse plan voor risicoparaatheid wordt aan de Tweede Kamer gezonden, net als trouwens het bescherm- en herstelplan waar ik eerder over sprak. Dan is er dus alle mogelijkheid om daar reflectie op te plegen.

Deze vraag was ook de vraag van de heer Moorlag. Hopelijk heb ik ook de vraag van mevrouw Mulder over Groningen beantwoord, want die was eerder aan de orde bij mevrouw Beckerman. Ik heb ook geantwoord op de vraag over de Clauscentrale.

Dan de vraag over de gevolgen van de wetgeving die hier voorligt voor — heb ik dat goed begrepen? — de energietransitie. Wat we hier doen, is zorgen dat andere landen inspringen als er ergens een vervelende situatie ontstaat. Maar ik heb geen gevallen kunnen bedenken of clausules kunnen zien die ons belemmeren in het uitvoeren van de transitie.

Dan vraagt mevrouw Mulder naar ACER. Zij noemt dat de toezichthouder, maar dat is het eigenlijk niet. Het is een Europees agentschap ten behoeve van de samenwerking tussen energietoezichthouders. Het zit in Slovenië. Bij ons is de energietoezichthouder de ACM. Het is een hele kundige organisatie, waar 70, 80 mensen, experts, werken, die ook worden gedetacheerd vanuit de verschillende toezichthouders. Zelf houdt het niet echt toezicht. Maar het is een organisatie die wel zorgt dat conflicten worden opgelost en dat er kennis wordt uitgewisseld. In de ogen van de mensen die hier met ACER te maken hebben, is het een buitengewoon adequaat werkende organisatie.

Mevrouw Mulder vraagt of er ook steun kan komen vanuit Europa voor Drenthe en Friesland. Ook hier moet ik even interpreteren wat zij precies met die vraag bedoelt. Ik heb haar niet horen vragen naar de Green Deal. Ik heb gemeend te horen dat het om deze wetgeving ging, maar ik heb in de elektriciteitsverordening geen financieel steuninstrument gezien. Dus deze wetgeving zal er op zichzelf niet toe leiden dat er financiële steun uit Brussel komt voor capaciteitstekorten op het net. Het maakt geen onderdeel uit van deze wetgeving.

Voorzitter, hiermee was ik er.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording en natuurlijk voor het positieve oordeel over de vijf amendementen. Daar ben ik heel blij mee.

Wat de Clauscentrale betreft ben ik blij dat de minister een duidelijk instrument heeft met het waarschijnlijk niet afgeven van een vergunning voor het leggen van een kabel van de centrale naar het Belgische net. Op het gevaar af dat dit ook weer raakt aan wat wel of niet tot dit debat behoort, heb ik toch nog een vraag over de timing van een en ander. De minister werkt ook hard aan een extra klimaatpakket, vanwege Urgenda. Er is discussie over de toekomst van kolen in Nederland, niet in de laatste plaats omdat er een kolencentrale defect is. Begrijp ik het goed dat we in ieder geval qua instrumenten de mogelijkheid hebben dat de Clauscentrale gewoon aan het Nederlandse net blijft leveren, mocht het versneld afstappen van kolen toch, zoals nodig en wenselijk, een meerderheid krijgen?

Ten slotte, ik zag toch een klein lichtpuntje in het betoog van de heer Kops, omdat hij heel erg hamert op het belang van nationale energieopwekking. Dus ik voorzie toch meer steun voor de opwekking van zonne- en windenergie van de PVV in Nederland. Daar ben ik heel blij mee.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Sienot. Mevrouw Beckerman ziet af van een tweede termijn, dus het woord is echt aan u, meneer Sienot.

De heer Sienot (D66):

Voorzitter, dank u wel. We hebben bij deze wetsbehandeling aandacht gevraagd voor de problemen met de netcapaciteit. Verder hebben we gevraagd om een actieplan, waar deze wet ook op toeziet dat het er moet komen als er een congestie is. De minister zegt dat zo'n plan er al is. Ik zou willen zeggen dat dat plan dan nog niet af is omdat de congestie en de druk alleen maar groeien. Dus er moet meer gebeuren en er moet creatiever worden gekeken. Die oproep zou ik willen doen. In het verlengde daarvan was ik heel blij met de reactie van de minister op onze oproep voor marktconsultatie door de netbeheerders. Daarop zou ik verder willen bouwen met de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in steeds meer Nederlandse gebieden sprake van congestie is op het elektriciteitsnet;

overwegende dat naast verzwaring van het elektriciteitsnet door netbeheerders de markt alternatieven kan bieden om het elektriciteitsnet te ontlasten, bijvoorbeeld in de vorm van een batterij, waterstoffabriekje, warmteopslag of smart grids;

verzoekt de regering om met netbeheerders in overleg te gaan, zodat zij daar waar congestie optreedt, verdere vertraging in aansluiting voorkomen door een marktconsultatie te organiseren en zo de mogelijkheden van andere geschikte innovatieve technieken beter in beeld te krijgen en toe te passen;

verzoekt de regering tevens als dit onvoldoende van de grond komt te onderzoeken hoe en of dit afgedwongen kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Harbers, Agnes Mulder en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (35283).

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Op naar verdere integratie van het Europese energienetwerk.

De voorzitter:

Dan zijn we hiermee gekomen aan het eind van de tweede termijn van de Kamer. Ik schors voor enkele ogenblikken totdat de motie is rondgedeeld.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister voor de appreciatie van de motie.

Minister Wiebes:

Voorzitter. De heer Van der Lee heeft het klaargespeeld om via de Urgendaroute alsnog naar de Clauscentrale te vragen. Ik hoop binnenkort helderheid te kunnen geven over de Clauscentrale.

De oproep van de heer Sienot over creativiteit is goed gehoord.

De motie die hij heeft ingediend, geef ik oordeel Kamer.

De heer Van der Lee bevestig ik dat er inderdaad regulier maar ook onlangs contact is geweest met de Noren. Zij hebben aangegeven te produceren op het maximale niveau. Maar — en dat is weer de interne analyse — er is ook meer concurrentie om het Noorse gas door de aanleg van een Baltische pijp van Noorwegen naar Polen. Dat betekent dat wij er niet op kunnen rekenen dat wij meer gas uit Noorwegen halen. Overigens geeft de analyse zoals we die hier vorig kalenderjaar hebben besproken over de aanvoer en de consumptie van gas in Europa aan dat dit niet zorgwekkend is, maar dat we als Europa maar ook als Nederland een grotere importeur worden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 19 krijgt oordeel Kamer.

Minister Wiebes:

Ja. En dat was het.

De voorzitter:

Meer moties waren er niet. Ik stel vast dat we aan het aan het einde gekomen zijn van deze wetsbehandeling.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 17.59 uur tot 19.45 uur geschorst.

Voorzitter: Van Toorenburg

Naar boven