5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te verlenen tot het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag:

  • -op maandag 1 juli 2019 van 17.00 uur tot 22.00 uur van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over mensenrechtenbeleid.

Ik stel voor dinsdag 23 april aanstaande ook te stemmen over:

  • -de brief van het Presidium over de aanbevelingen van de werkgroep Integriteit leden van de Tweede Kamer (35166, nr. 5).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 28089-117; 28089-116.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2019Z06944; 30872-228; 32852-76; 32852-77; 30872-227; 30872-225; 30872-224; 32852-74; 32852-75; 30872-223; 29911-177; 32805-80; 32336-88; 32336-87; 32336-86; 32336-85; 25087-230; 2019Z06397; 19291-58; 23530-122; 35000-V-65; 30952-332; 30952-333; 2019Z06928; 35000-V-66; 33650-56; 33650-57; 35000-VI-100; 31524-395; 31524-407; 33846-54; 33846-55; 2019Z06400; 26234-224; 26234-223; 21501-02-1984; 29398-674; 29398-660; 29398-676.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het VAO Stint, met als eerste spreker de heer Van Aalst namens de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Het moet allemaal maar kunnen, hoor, in Nederland. Een bende van voornamelijk Antilliaanse jongens terroriseert Rotterdam en omstreken. Vele meisjes en vrouwen, zo jong als 12 jaar oud, zijn verkracht door deze bendeleden. Ondanks dat twee bendeleden slechts een paar maanden geleden voor een gruwelijke verkrachting gepakt waren, lopen zij in het Nederland van het CDA en de VVD, waar alles dus maar moet kunnen, nu alweer vrij rond en kunnen ze doorgaan met hun gruwelijkheden. Daarom wil ik heel snel een debat om de minister ter verantwoording te roepen.

De heer Groothuizen (D66):

Voorzitter. Ik heb geen behoefte om over elk strafbaar feit, hoe ernstig en treurig ook, hier in de Kamer een debat te voeren. Volgens mij voeren wij debatten over algemene problemen. We hebben recent bijvoorbeeld nog over de tbs gesproken, en over de vraag of we dat in AO-verband gaan doen. Geen steun voor dit debat.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik begrijp dat het heel schokkend is wat er is gebeurd, maar ik wijs er ook op dat de politie nog volop bezig is met het onderzoek. Dus ik vind het op dit moment niet gepast om daar een debat over te voeren.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. We hebben straks het AO Politie. Daar kan het bij betrokken worden. Ik steun het verzoek om dit te bespreken, maar graag ook in breder verband. En de afkomst mag wat mij betreft niet uitmaken. Het gaat om het feit dat dit gruwelijke overtredingen van het strafrecht zijn en dat daarop gepast gehandeld moet worden.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik denk dat het goed is als de minister, zodra hij daar wat over kan zeggen, een brief stuurt. We hebben met elkaar afgesproken dat we voor de zomer nog een debat over de tbs willen houden. Het kan ook bij een ander debat worden betrokken, bijvoorbeeld bij dat over de politie. Dat maakt mij niet uit.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Van Nispen (SP):

Ik denk dat in deze zaak politie en OM nu vooral hun werk moeten doen, omdat het over een concrete zaak gaat. In algemene zin hebben wij natuurlijk voortdurend debatten met de minister van Justitie en Veiligheid. Dat hadden wij vanochtend nog, dat hebben wij vanmiddag, dat hebben we vorige week weer. Altijd!

De voorzitter:

Oké, dus geen steun.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik vond het heel opvallend dat veel van de slachtoffers eigenlijk aanvankelijk dachten dat ze geen slachtoffer waren. Dat brengt me wel op een belangrijk punt over de zeden. Ik vind dit een heel belangrijk onderwerp om daar te bespreken, maar ik wil niet over dit hele specifieke geval een apart debat.

De voorzitter:

Meneer Markuszower, u heeft geen steun voor het houden van een debat.

De heer Markuszower (PVV):

Oké. Dan verzoek ik toch een brief van de minister om meer licht te laten schijnen over deze kwestie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Baudet namens Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FvD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter, ambtsgenoten. Deze periode die nu begint, die nu aanvangt, betekent dat de eerste Syriërs die hier vijf jaar geleden zijn gekomen als er niks verandert een permanente verblijfsvergunning zullen gaan krijgen. Dat is nu gaande en de komende maanden zullen steeds meer mensen in die categorie gaan vallen.

Inmiddels is ook bekend dat 95% van Syrië min of meer safe is. Ik wil graag een debat met zowel de minister van Buitenlandse Zaken als de staatssecretaris van Immigratie om te kijken op welke wijze wij, ofwel via het landenrapport, ofwel via de Vreemdelingencirculaire, of op andere manieren, de status van Syrië kunnen aanpassen zodat deze Syriërs terug kunnen naar het land waar ze vandaan komen om daar hun land te helpen opbouwen en dus niet een permanente verblijfsvergunning krijgen om eindeloos in Nederland te kunnen blijven.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We zien inderdaad dat juist de krachtige mannen naar West-Europa zijn gevlucht en dat hele kwetsbare mensen zijn achtergebleven. Als deze mannen terug kunnen om hun land op te bouwen is dat ons een lief ding waard. Maar we hebben de goede gewoonte om dat te doen naar aanleiding van landenrapporten. Ik begrijp dat voor de zomer een landenrapport komt. Dat zou ik eigenlijk wel bevestigd willen zien en dan wil ik daar zeker een debat over.

De voorzitter:

Dus u steunt het, maar dan nadat zo'n rapport de Kamer heeft bereikt.

De heer Baudet (FvD):

Ja, maar dat kunnen we dan toch proberen te vervroegen?

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, nee, ik ga eerst naar mevrouw Becker. Ze steunt u!

De heer Baudet (FvD):

Ik steun u ook.

De voorzitter:

Ach ...

Mevrouw Becker (VVD):

Bij diverse AO's die we hierover gehad hebben, heeft de VVD ook gevraagd: wat kunnen we nou doen om dat landenrapport zo snel mogelijk te krijgen, ook gelet op de situatie in Syrië? Maar de staatssecretaris heeft ons gemeld dat het echt pas lukt vóór de zomer. Dus het lijkt mij, net als mevrouw Van Toorenburg, verstandig daarop te wachten en dan goed om een debat te hebben.

De voorzitter:

Dus u steunt in principe het debat.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Met het veranderen van een status wordt een land niet veiliger, dus zeker geen steun voor dit debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik geloof er niks van dat Syrië al veilig is en dat mensen terug kunnen, maar ik zou best ook het landenrapport willen afwachten. Maar op dit moment zie ik geen enkele aanleiding voor een debat.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt het verzoek.

De heer Groothuizen (D66):

Voorzitter. Verstandig om eerst het ambtsbericht af te wachten. Dat komt nog vóór de zomer. Daarna hebben we heel regelmatig een AO. Daar kunnen we dit bespreken. Geen steun voor dit debat.

De heer Van Nispen (SP):

Ook wij denken dat het zorgvuldig is om het landenbericht af te wachten en vervolgens zijn er inderdaad ook een heleboel commissiedebatten waar dit natuurlijk steeds aan de orde komt. Ook dat zijn natuurlijk echte debatten in dit parlement.

De voorzitter:

Maar voorlopig geen steun. Of wel?

De heer Van Nispen (SP):

We hebben hier voortdurend commissiedebatten. Dus dat zijn ook debatten, voorzitter.

De heer Azarkan (DENK):

Ik begrijp de hijgerigheid ook niet. We hebben regelmatig debatten en daar kan de heer Baudet aan deelnemen. Vervolgens wachten wij de informatie af vanuit de minister.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Azarkan (DENK):

Geen steun. Eerst informatie en dan beslissen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie wacht eerst het ambtsrapport af.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Baudet (FvD):

Het punt is dus dat die periode nu ingaat, dat er nu elke week Syriërs zijn die die vijfjaargrens bereiken en daarmee een permanente verblijfsvergunning krijgen. Dus dat moet gewoon zo snel mogelijk worden besproken. Daarom moet dat landenrapport, wat ik ook al zei, ofwel worden vervroegd, of de Vreemdelingencirculaire moet worden aangepast. Er zijn allerlei mogelijkheden. Dus als ik hier de Kamer hoor zeggen: we kijken in de zomer wel, en dan gaan we daar na de zomer in een commissievergadering ... Jullie begrijpen gewoon niet hoe urgent dit is. Elke dag zijn er mensen uit Syrië, die moeten gewoon terug, maar die mogen nu voor altijd blijven.

De voorzitter:

Mag ik heel even voordat ik u het woord geef? U heeft eigenlijk steun van 74 leden.

De heer Baudet (FvD):

Dus ik ben er bijna. Dus éven duwen ...

De voorzitter:

Kijk, ik dacht al!

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Steun voor dit debat.

De voorzitter:

Nou, dan heeft u een meerderheid.

De heer Baudet (FvD):

Fantastisch. Dan wil ik het graag binnen een week plannen.

De voorzitter:

Dat moeten we echt opnieuw agenderen.

De heer Baudet (FvD):

Laten we nu bespreken of het deze Kamer ernst is om de immigratie eindelijk in te perken en de mensen die op ongecontroleerde wijze hiernaartoe zijn gekomen op het moment dat ze terug kunnen daadwerkelijk terug te sturen.

De voorzitter:

Mijnheer Baudet. U heeft het verzoek uitgebreid toegelicht. U heeft steun van de meerderheid.

De heer Baudet (FvD):

Ja, maar men wil pas een debat als ...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Baudet.

De heer Baudet (FvD):

... het landenrapport er is.

De voorzitter:

Precies. Dat wilde ik net zeggen, want dat is de voorwaarde van degenen die u hebben gesteund. Die zeiden dat ze eerst het landenrapport willen hebben en dat ze pas daarna het debat willen voeren. Dat is het voorstel van de meerderheid en daar heeft u het mee te doen, hoe vervelend dat ook is. Dat hoort er af en toe ook bij. Maar u heeft een meerderheid en dat is toch ook fantastisch.

Het woord is aan mevrouw Van den Hul namens de PvdA.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Voorzitter. Gisteren is bekend geworden dat Omar Shakir, de directeur van Human Rights Watch Palestina en Israël, het land wordt uitgezet. Israël schaart zich hiermee in een dubieus rijtje met onder andere Cuba, Noord-Korea, Sudan en Iran. Dat is een zorglijke ontwikkeling met mogelijk nog grotere gevolgen voor de internationale rechtsorde. Ik wil daarom graag zo snel mogelijk een debat met de ministers van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, voorafgegaan door een brief vóór 1 mei. Dat is namelijk de geplande datum van uitzetting.

De voorzitter:

Goed. Wie hierover? De heer Van Helvert.

De heer Van Helvert (CDA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een brief zo snel mogelijk deze kant op te laten komen. Laten we dan kijken of we het nog steeds nodig vinden om erover te discussiëren, want misschien doet het kabinet al heel zinvolle dingen op dat punt. Als we vinden dat er nog een debat nodig is, dan kunnen we kijken of dat het snelst via een AO of plenair kan. Die brief inderdaad zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek om een debat. Een brief heeft geen steun nodig.

De heer Bouali (D66):

Voorzitter. Goed dat de collega van de PvdA dit agendeert. Inderdaad zo snel mogelijk een brief. Als het dan nog nodig is om een debat te voeren, dan voeren wij graag dat debat, maar eerst een brief.

De voorzitter:

Voorlopig geen steun.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik snap nooit zo goed dat een brief een aanleiding kan zijn om geen debat te voeren. Ik steun het verzoek om een debat, maar ik zou het ook fijn vinden als er een brief komt.

De voorzitter:

Goed.

De heer Azarkan (DENK):

Steun voor de brief en het debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Koopmans (VVD):

Ik vond de opmerking van de heer Van Ojik interessant, want een brief kan natuurlijk informatie geven waardoor een debat misschien niet nodig is.

De voorzitter:

Oké, dus geen steun.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het debat. Ik zou de minister graag willen verzoeken — dat verzoek kan hij in de brief beantwoorden — contact op te nemen met zijn Israëlische ambtsgenoot om hierover opheldering te vragen, met als doel om de uitzetting te voorkomen.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, mevrouw Van den Hul.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Ik zie het inderdaad. We wachten de brief met spanning af. Dan beraad ik me op vervolgstappen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Wiersma namens de VVD.

De heer Wiersma (VVD):

Voorzitter. Je zou het soms bijna vergeten tussen alle goede berichten over de economie — er zijn heel veel banen en mensen vinden weer werk — maar er zijn ook een heleboel mensen die dat werk nog niet vinden. Er is vandaag een rapport uitgekomen van onder andere het UWV, AWVN, en Deloitte waarin staat dat er heel veel verborgen mismatches op de arbeidsmarkt zijn. Dat rapport is zo interessant en er staan zo veel nuttige aanbevelingen in dat ik daar graag met de minister van Sociale Zaken een debat over wil voeren.

De heer Azarkan (DENK):

Ik zou eerst graag een brief willen hebben van de minister, want misschien gebeuren er wel heel goede dingen op dit gebied. Laten we dan bepalen of er nog een debat nodig is.

De voorzitter:

Voorlopig geen steun dus.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik ben het eens met de heer Azarkan. Ik zou ook graag een brief willen hebben. Daarin zou ik ook graag de kwestie willen zien meegenomen dat je alleen je naam moet noteren op een lijst voor een baan, zonder te solliciteren.

De heer Van Kent (SP):

Het laatste klinkt veelbelovend, maar geen steun voor het verzoek. Er staat binnenkort op initiatief van de heer Wiersma van de VVD een hoorzitting over dit onderwerp gepland. Volgens mij moeten wij dat eerst met elkaar meemaken. Dan kunnen wij eventueel daarna besluiten dat wij er nog een debat over willen.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Daar sluit ik me bij aan.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik zie nog niet direct wat een debat kan opleveren en wat de rol van de overheid zou zijn in deze kwestie, dus ik ontvang graag een brief van de minister waarin staat wat nu de situatie is en wat er al gebeurt aan acties. Maar op dit moment nog geen steun voor het debat.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik vind een brief ook een goed idee. Volgens mij zou die er ook redelijk bijtijds kunnen zijn, zodat we die kunnen meenemen in debatten die nog komen. Dan hoeven we nu niet een apart debat te voeren.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik sluit me aan bij mijn voorganger: wel een brief, geen debat.

De heer De Jong (PVV):

Ik vind het eigenlijk een heel goed idee om het wel over het UWV te hebben en dan over meer dan alleen het onderwerp dat de heer Wiersma nu naar voren brengt. Ik zou het verzoek dus willen steunen, maar dan wel met de kanttekening dat het wellicht beter is om het debat te plannen nadat die hoorzitting heeft plaatsgevonden.

De heer Wiersma (VVD):

Er staat nog een ander debat op de rol over een tekort aan arbeidskrachten. Dat staat hoog op de agenda. Dat zou ik dan graag inplannen na de rondetafel die we organiseren. Dan zou ik dit rapport daar graag bij willen betrekken.

De voorzitter:

Ja, dat staat u vrij. Dank u wel.

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Aalst van de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De beerput die CBR heet ... Het ene lijk is nog niet uit de kast of het volgende valt er alweer uit. We moeten vanmiddag nog een VAO afronden met moties, maar de volgende ellende stond vanochtend alweer in het AD: miljoenen kwijt en verkwanseld en de Kamer daarvan niet op de hoogte gesteld. Dus graag zo spoedig mogelijk een debat hierover.

De heer Laçin (SP):

Steun voor het verzoek om een plenair debat over het CBR te voeren. Daar is alle reden toe, want het houdt niet op, al jaren niet. Ik wil wel opmerken dat ik een dertigledendebat op de lijst heb staan, op nummer 62. Dus ik zou eigenlijk het verzoek willen doen om van dat debat een meerderheidsdebat te maken en dit daarbij te betrekken.

De voorzitter:

Dat is een ander verzoek. Dus u steunt gewoon het verzoek van de heer Van Aalst om een apart debat.

De heer Laçin (SP):

Dat heb ik volgens mij niet gezegd, voorzitter.

De voorzitter:

Dan moet u duidelijk zijn. Steunt u het verzoek van de heer Van Aalst of niet?

De heer Laçin (SP):

Ik steun het verzoek, maar dan praat ik nog met de heer Van Aalst over wat we met die twee debatten doen.

De voorzitter:

Dat is altijd goed en dat scheelt ook tijd.

De heer Azarkan (DENK):

Er zijn duizenden burgers gedupeerd en de uitgaven voor ICT zijn met miljoenen overschreden. Maar nog belangrijker: de Kamer is verkeerd geïnformeerd. Dus er is alle reden om hier een debat over te houden. Ik steun het verzoek.

De heer Groothuizen (D66):

Geen steun voor het verzoek, maar wel graag een brief van het kabinet, waarin expliciet wordt ingegaan op die verouderde ICT.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

We hebben vanmiddag met de minister een debat, dus we kunnen daar in ieder geval nog een akelige opmerking over maken. Maar ik steun dit verzoek en ik zou hier in ieder geval ook graag een brief over willen hebben.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Steun voor het verzoek om een debat, maar wel eerst een brief. Vanavond moeten we er denk ik ook even een paar woorden aan wijden, als het kan.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Geurts (CDA):

Namens mijn collega Von Martels — daarom heb ik een telefoon in mijn hand, voorzitter — zeg ik dat wij tegen het verzoek zijn. Maar wel steun voor een brief. Maar dus geen debat.

De voorzitter:

U heeft wel een meerderheid, meneer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

En terecht, voorzitter. We kunnen er vanmiddag nog een paar minuten aan wijden, maar het is terecht dat we hier zo snel mogelijk het woord over gaan voeren.

De voorzitter:

Heel bescheiden, dank u wel.

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

U hebt nog een verzoek.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, ik kan kort blijven staan, voorzitter. U heeft al aangekondigd het VAO Stint in te plannen. Graag voor het meireces, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Daar gaan we rekening mee houden; dat hoeft geen brede steun te hebben.

Tot slot is het woord aan de heer Azarkan, namens de commissie.

De heer Azarkan (DENK):

Ik wil graag namens de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het verzoek doen om de behandeling van de Machtigingswet oprichting Invest-NL, die nu gepland staat voor plenaire behandeling op 18 april, uit te stellen tot na 24 april.

De voorzitter:

Dat is namens de hele commissie?

De heer Azarkan (DENK):

Dat is namens de commissie.

De voorzitter:

Oké, dan heeft dit verzoek een meerderheid. Daar zullen we in de planning rekening mee houden. Het betekent wel dat wij morgenmiddag een soort lege agenda hebben, maar goed.

Mevrouw Buitenweg, u hebt ook nog een verzoek.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik heb gisteren bij de stemmingen een motie aangehouden. Ik vroeg me af of die vandaag in stemming kon worden gebracht.

De voorzitter:

Vandaag? Morgen bedoelt u.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ja, morgen. Neemt u me niet kwalijk.

De voorzitter:

Ik zie dat niemand dit heeft gehoord en ik zie ook geen bezwaren. Wij voegen uw motie toe aan de stemmingslijst van morgen.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

Naar boven