3 Kostenkaders DNB en AFM 2017-2020

Aan de orde is het VSO over de kostenkaders DNB en de AFM 2017-2020 (33957, nr. 26). 

De voorzitter:

De afkorting "DNB" staat voor "de Nederlandsche Bank" en de afkorting "AFM" staat voor "Autoriteit Financiële Markten". 

Ik stel vast dat alle spelers inmiddels aanwezig zijn. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. Ik vraag aandacht voor twee punten. Ik heb eerst een vraag aan de minister over de herijking van de percentages van de marktbijdragen voor het doorlopend toezicht per categorie. De minister geeft aan dat hij die wil herijken. Ik krijg graag duidelijkheid dat dit voor 1 januari 2018 zal gebeuren. 

Verder heb ik nog een motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de toezichtkosten van AFM en DNB in de afgelopen jaren fors zijn toegenomen; 

constaterende dat het amendement-Aukje de Vries (33957, nr. 11) bedoeld is om de ongebreidelde groei van de toezichtkosten in de financiële sector te beteugelen; 

constaterende dat de flexibele schil, zoals wordt voorgesteld in het nieuwe kostenkader, niet in lijn is met dit amendement voor kostenbeheersing; 

constaterende dat de flexibele schil in het kostenkader een stimulans is voor extra uitgaven, want het is extra flexibiliteit boven op het toegekende toezichtbudget; 

constaterende dat de stijging van de toezichtkosten vooral een zware last is voor het mkb; 

verzoekt de regering, de flexibele schil in de kostenkaders AFM en DNB te schrappen en weer over te gaan op het principe "pas toe of leg uit" uit het amendement-Aukje de Vries (33957, nr. 11) in het kader van nieuwe taken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Aukje de Vries. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 27 (33957). 

De voorzitter:

Wil de minister de motie op schrift of heeft hij haar zo al kunnen consumeren? U krijgt de motie zo spoedig mogelijk aangereikt. 

Ik geef graag het woord aan de minister, maar niet dan nadat ik hem van harte welkom heb geheten. 

Minister Dijsselbloem:

Voorzitter. Eén vraag en één motie. De vraag van mevrouw De Vries gaat over de herijking van de bijdrage van marktpartijen aan de toezichtskosten. Zij vraagt of die voor 1 januari 2018 gereed is. Ja, dat is het geval. De planning is om die in het najaar van volgend jaar gereed te hebben. Wij zullen de Kamer daarover informeren. 

In de motie wordt het principe van de flexibele schil ter discussie gesteld. Ik geef de Kamer in overweging om die flexibele schil toch te omarmen als een goed idee. Wij stellen met de Nederlandsche Bank en de AFM een kostenkader vast voor een langere periode. Wij stellen nu ook met hen vast dat er een efficiencytaakstelling is; zij moeten in de loop der jaren kosten besparen. Zij accepteren dat ook. Dan blijven er twee grote punten over. 

Soms krijgen zij echt grote nieuwe taken door nieuwe wetgeving — die kan nationaal of Europees zijn — die extra kosten met zich brengen. Daarover nemen wij dan een afzonderlijk besluit. In de brief wordt dit ook gesteld over de uitbreiding van het takenpakket. 

Soms zijn er ook kleine aanpassingen, die bijvoorbeeld voortkomen uit een motie waarin de Kamer vraagt om een extra accent in het toezicht of om aandacht te besteden aan … of een onderzoek te doen naar … Dan moeten wij niet elke keer met de toezichthouder gaan praten over de vraag wat dat kost, waar het in de formatie zit en of er weer extra geld nodig is. Enige flexibiliteit is echt nodig en zinvol. 

Betekent dit dat wij daarmee het kostenkader gaan verhogen? Nee, geenszins want de taakstelling aan efficiencybesparing loopt op naar 10,7 miljoen. De flexibele schil pakt daar een deel van terug, oplopend naar 6,9 miljoen. Alles bij elkaar blijkt dan dat het kostenkader meerjarig krimpt. En dat is best knap in een periode waarin de Kamer, de wetgever, en Europa nog steeds bezig zijn met het reguleren van de financiële sector. Alles bij elkaar genomen denk ik dus dat we er goed aan doen om die kosten onder controle te houden, die zelfs aantoonbaar terug te dringen en daarbinnen enige ruimte voor flexibiliteit te creëren. Ik denk dat dit ook in het belang is van de Kamer. Daarmee ontraad ik aanname van de motie, ofwel: ik hoop dat ik mevrouw De Vries ervan heb overtuigd dat de motie misschien niet moet … 

De voorzitter:

We gaan dit horen. Mevrouw De Vries. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nou eigenlijk geenszins, integendeel: ik ben alleen maar ongeruster geworden. Ik begrijp dat er behoefte is aan flexibiliteit. Ik begrijp dat sommige zaken niet binnen de bestaande toegekende financiële kaders door de toezichthouder kunnen worden opgelost. Maar die mogelijkheid tot flexibiliteit is er nu ook al. Als de minister dan zegt dat hij niet continu discussie wil hebben over al die kleine zaakjes, gaan we inderdaad toe naar een ongebreidelde groei en dat vind ik met name voor het mkb onwenselijk. Eigenlijk hoor ik de minister daar niet over, dus ik zou hem in ieder geval nog wel over die stijgende toezichtlasten voor het mkb willen horen, want ik zie die wel als een groot probleem. In het amendement dat destijds is ingediend, wordt die flexibiliteit in stand gehouden maar daarin wordt er ook een streekplafond op gezet. 

De voorzitter:

U vraagt een nader advies van de minister over uw motie en gaat daarmee eigenlijk met hem in debat. Dat is niet helemaal de bedoeling. Minister, ga uw gang. 

Minister Dijsselbloem:

Wij houden bij de toedeling van de kosten aan de verschillende marktpartijen rekening met de omvang en de intensiteit van het noodzakelijke toezicht. Daar zit dus al echt een differentiatie in naar kleinere bedrijven en grotere bedrijven. En, zoals gezegd, gaan wij een en ander herijken. Dat kan ook tot een herschikking leiden. Dat gaan we volgend jaar doen, dus we hebben daar echt aandacht voor. Mevrouw De Vries en ik hebben daar geen meningsverschil over. Ik denk echter wel dat het zinvol is om, terwijl we sturen op het reduceren van de kosten — we laten ook zien dat dit de komende jaren gebeurt en dit doe ik, aangemoedigd door mevrouw De Vries die steeds zegt: let op die toezichtskosten, die moeten omlaag — te vermijden dat het budget helemaal klem zit en dat we per kleine toevoeging of wijziging van toezicht, toezichtstaken en toezichtprioriteiten steeds discussie moeten voeren over de vraag waar het extra geld vandaan moet komen dat het vergt. Het lijkt mij echt verstandig om in overleg met de toezichthouders uit te gaan van enige aanwijsbare flexibiliteit — natuurlijk kunt u zeggen dat die er altijd al in zat — waarmee we dus aangeven: dit is de flexibele schil. Als er dan kleine wensen, toevoegingen et cetera zijn, moeten die daaruit komen. Dan moet u dus niet elke keer komen met de opmerking: ja, maar we hebben nu meer budget nodig. 

Ik denk dus echt dat het verstandig is om te sturen op de hoofdlijn. Die hoofdlijn is het omlaag brengen van de kosten en het kijken naar de verdeling kleine bedrijven en grote bedrijven. Dat doen we al en dat gaan we weer doen en we spreken ook een gedefinieerde flexibiliteit af waarbinnen kleinere wijzigingen moeten worden opgevangen. 

De voorzitter:

Ik hoor geen ander oordeel over de motie. 

Minister Dijsselbloem:

Nee, ik volhard in het afraden daarvan. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van de beantwoording door het kabinet. Ik stel voor om morgen over deze motie te stemmen. 

Daartoe wordt besloten. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven