8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het bericht dat ProRail 15% van de banen gaat schrappen, van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Dik-Faber (33750-XII, nr. 44).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT) (33715);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke stage door een facultatief programmaonderdeel, het invoeren van de vakbenaming Latijnse en Griekse taal en cultuur en het schrappen van het verplichte vak algemene natuurwetenschappen uit het gemeenschappelijk deel van de vwo-profielen (33740);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (33663);

  • -het Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Van Ark, Yücel, Jasper van Dijk en Klaver tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling in verband met het annuleren van de enkele-feitconstructie in de Algemene wet gelijke behandeling (32476).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

  • -de gewijzigde motie-Ouwehand (27858, nr. 158, was nr. 150);

  • -de gewijzigde motie-Ouwehand (27858, nr. 157, was nr. 149);

  • -de gewijzigde motie-Ouwehand (27858, nr. 156, was nr. 148);

  • -de gewijzigde motie van het lid Ouwehand (27858, nr. 155, was nr. 147);

  • -de motie Ouwehand (33400-VI, nr. 82);

  • -de motie Ouwehand (27858, nr. 152);

  • -de motie-Ouwehand/Van Dekken (31389, nr. 107);

  • -de motie-Ouwehand (33490, nr. 10);

  • -de motie-Ouwehand (30196, nr. 215);

  • -de motie-Kerstens (30545, nr. 127).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Zorgverzekeringswet naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 4 december, met als eerste spreker mevrouw Klever van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klein.

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag stond in de Volkskrant een stuk over het onderzoek Na de WW aan het werk, waaruit blijkt dat 55-plussers slecht aan het werk komen, waardoor ze in de WW terechtkomen. Ook na de WW hebben ze niets meer. Dat onderzoek is verschenen na de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van vorige week. Het probleem blijkt dus veel groter. Vandaar dat ik een debat hierover aanvraag met daaraan voorafgaand een brief waarin de minister een reactie geeft op het onderzoek van het UWV.

De voorzitter:

Het voorstel is: steun voor het houden van een debat over het bericht Helft 55-plussers blijft lang zonder werk, en een brief over datzelfde onderwerp.

De heer Ulenbelt (SP):

Steun van de SP-fractie.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Steun voor een brief, maar die wil ik eerst afwachten om te bekijken of we een apart debat moeten voeren of het gewoon regulier kunnen betrekken bij een algemeen overleg over arbeidsmarktbeleid.

De voorzitter:

Steun voor de brief, geen steun voor een debat.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor het verzoek van 50PLUS.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook van GroenLinks steun voor beide verzoeken.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook van D66 steun voor beide verzoeken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ook van de ChristenUnie steun voor de brief. Daarna willen wij afwegen of een debat nodig is.

De voorzitter:

Mijnheer Klein, ik tel op dit moment geen steun van een meerderheid voor een debat.

De heer Klein (50PLUS):

Ik constateer dat er wel voldoende steun is voor een brief; dus die wacht ik graag af. Ik constateer tevens dat er voldoende steun is voor een dertigledendebat. Dat laat ik graag toevoegen aan de lijst. Dan kunnen we altijd besluiten hoe we verdergaan.

De voorzitter:

Prima. We gaan het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet vanwege de brief waarom u hebt gevraagd.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteravond werden wij opnieuw geconfronteerd met voorbeelden van fraude met toeslagen, dit keer in de gemeente Bronckhorst, vooral doordat mensen zich op een verkeerde manier inschrijven. Al in april heeft collega Neppérus een debat aangevraagd met de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën over alle vormen van fraude. Daarover zouden wij een brief krijgen. Tot 4 oktober jongstleden stond die brief op de regeling, maar sindsdien staat daarop dat we die niet meer hoeven te hebben. Wij hebben die brief nooit gecanceld! Wij zouden die dus graag krijgen. Ook krijgen wij nu graag een feitenrelaas van de regering. Wanneer wist de regering dit? Is dit meegedeeld aan de coördinator fraudebestrijding die in mei jongstleden is ingesteld? Zo ja, welke actie is daarop genomen? Na dit feitenrelaas voeren wij graag een interpellatiedebat met de staatssecretaris van Financiën en de minister van Binnenlandse Zaken.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een interpellatiedebat, voorafgegaan door een brief over fraude met toeslagen?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Die brief moet inderdaad snel komen, want het is onbegrijpelijk. Ik verneem uit de brief ook graag wat de status is van de miljoenenfraude door Bulgaren, want daarover hoor ik niets meer. De beerput in de vorm van fraude met toeslagen moet zo snel mogelijk open, want er komt heel veel stank uit.

De voorzitter:

Ik hoor steun voor de brief. Is er ook steun voor een interpellatiedebat?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun voor zo'n debat.

De voorzitter:

Steun voor het interpellatiedebat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun voor het interpellatiedebat, want op de wachtlijst met debatten staat als nummer 2 het debat over het onderwerp toeslagen en fraude, dat ik hier een aantal maanden geleden met brede steun heb aangevraagd.

De voorzitter:

Steunt u de brief voorafgaand aan het debat wel?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Een brief, maar dan over het geheel. Ik dacht dat minister Plasterk net een brief had toegezegd. We moeten wel helder hebben over welke brief het gaat als het kabinet een brief schrijft. Ik steun in ieder geval de brief die minister Plasterk net heeft toegezegd.

De heer Koolmees (D66):

Steun voor de brief van minister Plasterk, maar ook steun voor het verzoek van de heer Omtzigt om een feitenrelaas in briefvorm. Ik zou het debat graag combineren met het aangevraagde debat van mevrouw Neppérus dat nu hoog op de lijst staat. Dan kan het hopelijk snel worden gevoerd.

De voorzitter:

Ja, mijn bedoeling is dat dit debat in de eerste of de tweede week na het kerstreces wordt ingepland.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek om een feitenrelaas. Ik ontvang dat eigenlijk graag voor aanstaande donderdag 12.00 uur. Ook steun voor de interpellatie.

De voorzitter:

Ook steun voor de interpellatie.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ook steun voor het verzoek van de heer Omtzigt om een gedetailleerd feitenrelaas, liefst ook zo snel mogelijk. Als het debat kan worden gekoppeld aan het debat van mevrouw Neppérus en dat zo snel mogelijk kan worden ingepland, dan heeft dat onze voorkeur.

De voorzitter:

Geen steun dus voor een apart interpellatiedebat, maar wel voor het feitenrelaas.

De heer Klein (50PLUS):

Steun voor het verzoek van de heer Omtzigt, dus zowel voor het interpellatiedebat als voor de brief die daaraan voorafgaat. Het lijkt mij heel verstandig om het interpellatiedebat te combineren met het verzoek van mevrouw Neppérus.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun voor de brief en steun voor het voorstel van mevrouw Neppérus om het bij het debat te betrekken in plaats van een separaat debat te houden en zodoende twee toeslagendebatten te voeren.

De heer Bashir (SP):

Steun voor de brief en ook steun voor één debat.

De voorzitter:

Dat betekent dat u geen steun geeft aan het nieuwe verzoek om een interpellatiedebat, maar uw steun handhaaft aan het oude verzoek om een meerderheidsdebat, dat al op de lijst staat.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u voor uw bereidheid om dit vlak na het kerstreces in te plannen, want het is tijd. Steun voor de brief met de aanvullingen van de heer Klaver en van de PVV. Dan nog zouden wij op dat moment een stel vragen willen kunnen stellen. Zo combineer ik het interpellatiedebat graag met het debat dat al gepland staat.

De voorzitter:

Ik weet dat u morgen een procedurevergadering hebt en dat er wat verwarring over is of de brief nu wel is toegezegd. Ik stel voor dat u dan samen met de commissie aanvullende vragen stelt. Dat is vandaag de efficiëntste manier van handelen. Als dit problemen oplevert, hoor ik het graag, maar volgens mij is dit een efficiënte manier om de werkzaamheden te regelen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering wat betreft het feitenrelaas zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Daarin staat dan ook aangekondigd dat de commissie aanvullende vragen zal stellen. U kunt dus voldoende voorbereid aan het debat na het kerstreces beginnen.

De heer Omtzigt (CDA):

En dat wij die brief gaarne voor donderdag zouden willen ontvangen.

De voorzitter:

Voor het feitenrelaas is het tijdstip komende donderdag om 12.00 uur. Ook dat staat in het stenogram. Ik herhaal dat ik dat doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. De overlast, veroorzaakt door scooters, loopt in de grote steden de spuigaten uit. De gemeenten zitten met hun handen in het haar en vragen het Rijk om alstublieft te helpen, zodat zij maatregelen kunnen nemen om te zorgen voor de veiligheid van de inwoners. De helft van de dodelijke ongelukken in Amsterdam is scootergerelateerd. De gemeenten kunnen niets meer dan zij al doen. Daar hebben zij het Rijk voor nodig. Tot nu toe weigert het Rijk dat. Ik vind dat een belangrijk probleem, zowel voor de gezondheid als voor de veiligheid, en ik wil daar graag een debat over voeren met minister Schultz.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor een debat over de overlast veroorzaakt door scooters.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij begrijpen de zorgen van gemeenten, maar willen voorstellen om de staatssecretaris te vragen om eerst een brief te sturen en die te behandelen in een komend AO. Dat zou de voorkeur hebben boven een debat.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat, wel steun voor een brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Graag een debat over de aspecten van brede overlast door brommers en scooters.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun voor het debat, wel steun voor een brief. Ik zou in overweging willen geven om deze te betrekken bij het algemeen overleg over wegverkeer en verkeersveiligheid. Dat was voor morgen geboekt, maar is helaas doorgeschoven naar 30 januari. Dat neemt niet weg dat het een uitstekende gelegenheid is.

De voorzitter:

Dat betekent dat die brief voor 30 januari in ons bezit moet zijn. Dank u wel voor het preciseren hiervan.

De heer De Graaf (PVV):

Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer Bisschop van de SGP. 30 januari is een mooie datum.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Wat de ChristenUnie betreft mag het nog iets eerder. Er zijn namelijk ook moties van de ChristenUnie aangenomen over de uitstoot van scooters en brommers. Volgens mij hebben wij medio januari, 17 of 18 januari, een AO over de leefomgeving. Ik zou heel graag een brief ontvangen van de staatssecretaris over wat door mevrouw Van Tongeren naar voren is gebracht, om die te betrekken bij het AO over de leefomgeving, want ik denk dat het daar thuishoort.

De voorzitter:

Dat was op 18 januari. Dat betekent dat die brief voor 15 januari binnen moet zijn.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ja, op 17 of 18 januari is het AO over de leefomgeving gepland.

De voorzitter:

Dan ga ik de deadline stellen op 15 januari. Ik begrijp dat u geen steun geeft voor een apart debat.

De heer Bashir (SP):

Steun voor de brief. Er staan twee algemene overleggen gepland. Dan kunnen we die daar snel bespreken.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat, maar wel voor een brief. Mijnheer Elias, sorry.

De heer Elias (VVD):

Geheel eens met de heer Bisschop. 30 januari is vroeg genoeg. De gemeenten moeten natuurlijk gewoon handhaven.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, dat proberen die gemeenten ook.

De voorzitter:

Nog steeds geen steun voor het houden van een debat. Wel een verzoek om een brief. Omdat een lid die brief bij een eerder AO wil betrekken, stellen wij de deadline daarvoor op 15 januari. Dan kunt u zelf besluiten hoe u daar verder mee om wilt gaan. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Begin volgende week is er in Brussel een Landbouw- en Visserijraad. De Kamer heeft daar aanstaande donderdagochtend een debat over met de staatssecretaris van EZ. Ik vraag u om alvast rekening te houden met een VAO, inclusief stemmingen, op dezelfde dag.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze vooraankondiging. We zullen er rekening mee houden.

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (Bontes):

De Raad voor Strafrechtstoepassing heeft besloten dat Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn, per 1 februari 2014 met proefverlof mag. Schokkend, absoluut schokkend. Van der Graaf moet blijven waar hij thuishoort, en dat is in de gevangenis. Er staat inmiddels een debat gepland over het proefverlof van de heer Van der Graaf, maar ik zou willen verzoeken om dat debat naar voren te halen. Er is spoed bij. Het is zo 1 februari 2014. Het is binnenkort reces. Ik wil graag voor het reces het debat voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een al eerder aangevraagd debat over het vrijlaten van de heer Volkert van der G., te houden voordat het kerstreces begint.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ieder Kamerlid dat een debat dat door de PVV is aangevraagd, wil bespoedigen, verdient steun. Wij steunen het verzoek van de heer Bontes van harte.

De heer Bontes (Bontes):

Dank u wel.

De heer Schouw (D66):

Wij hebben in dit land via bepaalde regels vastgelegd wie er gaat over proefverloven. Wij moeten het doen met de uitspraak die is gedaan. De Tweede Kamer gaat er niet over of iemand wel of niet een proefverlof krijgt. Het lijkt mij goed om de zaak achteraf te bespreken. Dat kan ergens in februari 2014.

De voorzitter:

Geen steun voor het eerder inplannen van het eerder aangevraagde debat.

De heer Van der Steur (VVD):

De VVD-fractie vindt dat het debat kan worden gepland zoals het was aangevraagd. Wij hebben dat verzoek gesteund. Het lijkt ons praktisch om dat voor 1 februari 2014 te houden met het oog op de ontwikkelingen daarna. Het is niet noodzakelijk om het debat voor het reces te houden.

De heer Oskam (CDA):

Ik zit op dezelfde lijn als de heer Van der Steur. De staatssecretaris moet echter nog een beslissing nemen, dus graag voor 1 februari 2014.

De heer De Wit (SP):

De rechter heeft in deze zaak vandaag een uitspraak gedaan. Dan past de Tweede Kamer zonder meer terughoudendheid. Mijn fractie heeft geen behoefte om over de uitspraak van de rechter te discussiëren. Het debat is destijds in een heel andere situatie aangevraagd, namelijk toen de staatssecretaris een beslissing zou moeten nemen over het proefverlof. Wij hebben met twee totaal verschillende situaties te maken. Nu heeft de rechter gesproken en mijn fractie heeft geen behoefte aan een debat. Wel willen wij graag horen wat de staatssecretaris gaat doen met deze uitspraak. Dat is een ander punt.

De voorzitter:

Wilt u dat via een brief horen?

De heer De Wit (SP):

Dat zou in een brief kunnen.

De heer Marcouch (PvdA):

Voorzitter. Ook onze fractie steunt het verzoek tot het debat niet. Collega De Wit heeft heel wijze woorden gesproken. Ik sluit mij daarbij aan.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik sluit mij aan bij de woordvoerders van CDA en VVD. Het zou goed zijn om het debat voor 1 februari 2014 te voeren, zowel over de toepassing en omstandigheden in deze zaak als over de onderliggende regels.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de wijze woorden van de heer De Wit van de SP. Geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt geen steun van een meerderheid om het debat voor het kerstreces in te plannen. Velen hebben echter aangegeven het debat voor 1 februari 2014 te willen voeren. Dat zal ik inplannen.

De heer Bontes (Bontes):

Daar zal ik het mee moeten doen.

De voorzitter:

Er is verzocht om een brief met een toelichting over de uitspraak van vandaag. Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar bestaat.

De heer Bontes (Bontes):

Daar heb ik geen bezwaar tegen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat de brief kan worden betrokken bij het debat dat wij na het kerstreces zullen inplannen.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij hebben in dit land acht topziekenhuizen van academische kwaliteit. Nu blijkt dat de verzekerden van de grootste zorgverzekeraar in Nederland niet meer terechtkunnen bij een van die topziekenhuizen. Het Radboudumc heeft gezegd dat het dit jaar geen Achmea-verzekerden meer zal helpen. Ik wil daarover graag een debat voeren met de minister, omdat ik dat urgent vind. Dat zou nog dit jaar moeten. Met zicht op zo'n debat lijkt het mij wenselijk dat de minister zo snel mogelijk reageert op dit nieuws. Hoe zorgt zij ervoor dat iedereen de zorg krijgt die nodig is? Waar is de NZa, die als marktmeester in dit conflict zou moeten optreden? Het zou goed zijn als wij deze week een brief ontvangen. Dan kunnen wij beslissen of wij volgende week een plenair debat houden of in een algemeen overleg verder spreken.

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om steun voor een brief en het houden van een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Het moet niet gekker worden. Keuzevrijheid voor de verzekerde moeten we behouden. Daarom steun ik het verzoek om een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Eerst hadden we wachtlijsten doordat er te weinig zorg was. Nu hebben we wachtlijsten omdat zorgverzekeraars te weinig inkopen. Ik wil graag dat de brief er aanstaande donderdag is en dat daarin specifiek een antwoord op de volgende twee vragen wordt opgenomen. Zijn er problemen met de zorgplicht van de zorgverzekeraar? Welke actie onderneemt de Nederlandse Zorgautoriteit nu? Zij schrijft namelijk op haar eigen website dat zij optreedt als zorgverzekeraars onvoldoende duidelijk zijn over de hoeveelheid zorg die ze hebben ingekocht. Daar blijkt nu dus sprake van te zijn. Aan de hand van de brief die donderdag komt, wil ik bekijken of het nog noodzakelijk is om een debat te voeren.

De voorzitter:

Die brief moet er dan donderdag voor 12.00 uur zijn.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dat lijkt mij een goede toevoeging, voorzitter.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij steunen een brief van harte. Wij willen graag in die brief opgenomen hebben hoe de positie van de patiënt kan worden versterkt. Twee machtige partijen, een zorgverzekeraar en een ziekenhuis, voeren namelijk een discussie met elkaar en vervolgens is de patiënt de dupe, want hij kan geen kant meer op. Wij willen dat in die brief staat hoe een volgende keer kan worden voorkomen dat de ruzie tussen twee aanbieders over de rug van de patiënten wordt uitgevochten.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt het verzoek om een brief, want er blijkt heel veel onduidelijkheid te zijn over hoe het precies zit. Dat blijkt ook uit de inbreng van mevrouw Leijten. Ik wil die brief dus van harte ondersteunen. Ik wil dat daarin aandacht is voor de vraag of het voor de patiënten helder is geweest hoe het zit met die verzekeraar. Ik wil dus vooral helderheid. Daarna bekijken we wel of er een debat nodig is.

De voorzitter:

Op dit moment dus nog geen steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De verzekeraar en een ziekenhuis maken over het hoofd van de patiënt heen ruzie met elkaar over hoe het nu zit met die afspraken. Daarom steun ik het verzoek om een brief van harte. Ik denk dat het goed is dat we ook snel het debat voeren. Als het waar is dat mensen niet de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben, moeten we daar ook snel het debat over voeren.

De voorzitter:

Dus steun voor de brief en steun voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt het verzoek om een brief. Op basis van de inhoud van die brief willen we bekijken of en wanneer er een debat moet worden gepland.

De heer Rutte (VVD):

De contractafspraken tussen de verzekeraar en het ziekenhuis zijn typisch zaken waar we als politiek niet over gaan en niet over moeten willen gaan. Anders staan we hier elk jaar rond december als het partijen goed uitkomt om naar buiten te brengen dat ze te weinig geld hebben gekregen of te veel patiënten hebben moeten behandelen. Dat is nu juist onderdeel van de contractering. Daar treden we niet in. Dus geen steun voor een debat. Een brief kan ik eventueel steunen. Dan kunnen we in ieder geval opheldering krijgen over wat er gaande is.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP heeft sterk behoefte aan een goede brief. Dan zien we later wel of die aanleiding is voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel grote steun voor een verhelderende brief, te ontvangen voor donderdag 12.00 uur. Daarna kunnen we alsnog besluiten of we wel of niet overgaan tot een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik ben erg blij met de steun voor de brief. Als de minister de kou uit de lucht kan halen, hebben we waarschijnlijk geen behoefte aan een debat. Anders zullen we zien hoe we het debat kunnen voeren, want patiënten in de kou — het gaat dan om meer dan inkoopafspraken tussen een ziekenhuis en een zorgverzekeraar — is volgens mij niet de wens van de politiek en de minister met dit zorgstelsel.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De brief zal hier donderdag voor 12.00 uur zijn.

Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Wij werden opgeschrikt door het bericht dat VION gefraudeerd had met vlees, nadat men eerst in een ZEMBLA-uitzending in alle toonaarden had ontkend dat men dat had gedaan. Wij zouden naar aanleiding van deze affaire erg graag een debat willen en een brief van de staatssecretaris waarin wordt uitgelegd hoe dit heeft kunnen gebeuren en waarin maatregelen staan om dit in de toekomst te voorkomen.

De voorzitter:

U verzoekt dus om een brief en een debat?

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ja, een brief en een debat.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om steun voor een brief en een debat.

De heer Schouw (D66):

Wij steunen het verzoek van harte. Ik heb één kleine aanvulling. Misschien kan de staatssecretaris in die brief ook reflecteren op het verplicht stellen van keurmerken.

De voorzitter:

Steun ook voor het debat, mijnheer Schouw? Ik zie u ja knikken. Mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Zeker steun voor dit debat. Daarnaast zou ik in de brief graag antwoord krijgen op de vraag van mijn fractie hoe de staatssecretaris ervoor gaat zorgen dat gedupeerde consumenten, die dachten biologisch vlees te hebben gekocht maar dus gewoon bio-industrievlees op hun bord kregen, geïnformeerd gaan worden. Oftewel, om welke partij vlees ging het en wanneer is het verkocht? Welke pakketten vlees zijn er ten onrechte als biologisch vlees verkocht?

De heer Graus (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek om een debat en de brief. In die brief zien wij ook graag hoe de staatssecretaris denkt eindelijk eens een einde te maken aan al deze voedselschandalen. Die schaden niet alleen mensen en dieren, maar ook ons land.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en voor het debat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Steun voor de brief. Wij hebben eind januari een debat over de NVWA. Daar zou het deels bij betrokken kunnen worden. Maar graag eerst een brief van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat dus.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor de brief en voor het debat. Dit onderwerp is te groot om ergens bij een ander debat onder te brengen. Graag afzonderlijk behandelen.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor de brief. Voorlopig nog geen steun voor het debat. Het lijkt me goed om dit bij het grote NVWA-debat te betrekken.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor de brief en het debat. In de brief zou ik graag antwoord krijgen op de vragen hoe groot die zaak feitelijk was, of het OM vervolgt en of, als er vlees wordt omgekat in den brede, direct gehandhaafd wordt en dergelijke partijen vlees uit de handel worden gehaald.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, ik begrijp dat u de steun hebt van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat, evenals steun voor een brief voorafgaand, waar iedereen ook wat over gezegd heeft.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Dank u wel. Ik was vergeten te melden dat ik dit verzoek deed namens de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

Dat verandert niets aan de uitkomst. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijden voor het debat zijn vier minuten per fractie.

Naar boven