Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op de accijns en de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten in verband met Richtlijn nr. 2007/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2007 (PbEU L 346) (Implementatie aanpassing reizigersvrijstelling) (31493).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij spreken vandaag over een relatief eenvoudig wetsvoorstel voor de verruiming van de reizigersvrijstelling voor mensen die van buiten de EU komen. Een bedrag wordt zodanig vastgesteld dat een paar cadeaus uit het buitenland meegenomen kunnen worden zonder aangifte te doen. De aankoop van een computer of de opbrengst van een weekendje shoppen in New York blijft echter aangifteplichtig.

De CDA-fractie steunt de verruiming van de vrijstelling en de nieuwe of/of-bepalingen, waardoor men een combinatie van goederen, zoals sigaren en sigaretten, kan meenemen. Wel heeft zij grote moeite met het feit dat het wetsvoorstel een invoervrijstelling voor sterke drank bevat voor jongeren van 17 jaar oud. Ik vraag de staatssecretaris nogmaals dringend om de invoervrijstelling slechts voor jongeren van 18 jaar en ouder van toepassing te laten zijn. Het is toch raar dat jongeren van 17 jaar niet naar de supermarkt mogen gaan om daar een fles sterke drank te kopen, maar deze wel vrij van accijns en btw en met alle egards van de douane mogen importeren?

Als een driejarig kind zich meldt met een fles wodka en zegt dat hij deze wil aangeven, dan mag hij hem importeren. Hij moet dan wel een beetje btw en accijns betalen, maar verder mag hij de fles meenemen, zo begrijpt mijn fractie het wetsvoorstel. Is dat precies de bedoeling? En als dit mogelijk is, kan dit dan niet op korte termijn wettelijk worden verboden? Als dat driejarige kind een fles wodka in de supermarkt op de luchthaven Schiphol zou kopen, dan zouden wij allerlei hulpverleners erop af sturen om eens naar dat gezin te kijken, maar met dit wetsvoorstel wordt het kind geholpen om die fles mee te nemen. Kan de staatssecretaris toezeggen dat dit wettelijk onmogelijk wordt? Zweden, dat ook een streng alcoholregime kent, heeft dit ook via nationale wetgeving geregeld, dus het moet kunnen.

Mijn fractie heeft in haar inbreng voor het verslag vraagtekens geplaatst bij het feit dat de richtlijn in het wetsvoorstel geen indexatiebepaling bevat. Kan de regering de volgende keer in voorkomende gevallen ervoor zorgen dat er wel een indexatiebepaling in zit? Zo'n richtlijn moet toch tien tot vijftien jaar meegaan.

In dit wetsvoorstel wordt geregeld hoe je gemakkelijk van buiten de EU goederen belastingvrij de EU kunt invoeren. Zou de staatssecretaris ons schriftelijk kunnen informeren hoe de regering, ook in de vorm van hulp aan ondernemers, aanmoedigt dat mensen van buiten de EU btw-vrij goederen in Nederland kopen en die exporteren? Het lijkt erop dat een aantal ons omliggende landen maatregelen neemt waardoor het heel gemakkelijk is om btw-vrij goederen te kopen. Daardoor kopen buitenlandse toeristen liever in Parijs op de Champs-Élysées dan in Amsterdam of Rotterdam. Kan de staatssecretaris de Kamer informeren hoe hij het btw-vrij kopen van goederen zo gemakkelijk maakt dat toeristen deze kant opkomen?

De heer Tang (PvdA):

De PvdA-fractie sluit zich graag aan bij de opmerkingen van de CDA-fractie. Zij stelt zeer terechte vragen over de positie van minderjarigen in dit wetsvoorstel. Volgens mij zei de heer Omtzigt dat hij de verruiming dat iemand sigaren én sigaretten mag meenemen toejuicht. Die verruiming kunnen wij wel billijken, maar "toejuichen" lijkt mij toch een wat groot woord.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Het werd tijd dat de reizigersvrijstelling werd opgerekt. Dat het zo lang heeft moeten duren, is voor de Partij voor de Vrijheid een raadsel. In 1994 was dit bedrag vastgesteld op € 175, maar toen zag de wereld er ook iets anders uit. Wij spreken nu van een mondiale economie en bedrijven moeten hierin concurreren. Het is niet meer van deze tijd om protectionistisch en betuttelend te handelen als nationale overheid. De PVV vraagt zich daarom af waarom de grens op € 430 is gesteld en niet gewoon is vrijgegeven. Is dat om lokale bedrijven te beschermen of is de overheid bang om omzetbelasting mis te lopen?

Voor drank en tabak kunnen wij ons nog voorstellen dat enige limitering gegrond is, maar voor kleding, elektronica en sieraden kunnen wij ons dit wat minder goed voorstellen. Kan de staatssecretaris aangeven waarom is gekozen voor het maximumbedrag van € 430?

Ook het onderscheid tussen € 300 voor landreizigers en € 430 voor lucht- en zeereizigers ontgaat ons ten enen male. Kan de staatssecretaris aangeven waarom dit onderscheid is gemaakt?

Verder vragen wij ons af hoe het is geregeld tussen de lidstaten. Geldt daar eenzelfde vrijstelling of een andere? Als ik van Polen naar Nederland rijd, mag ik dan voor € 430 aan kleding meenemen of mag ik onbeperkt kleding meenemen?

Ook begrijpen wij niet dat er nog steeds verschillen bestaan tussen de lidstaten. Dit kan een aanzuigende werking hebben voor landen met een ruimere vrijstelling om daar een stop-over te maken. Waarom is niet gekozen voor volledige harmonisatie? Als ik met de auto door een aantal lidstaten rijd waar verschillende vrijstellingen gelden, welke vrijstelling wordt dan gehanteerd bij controle?

Ook vraagt de PVV zich af hoe het is geregeld voor internetaankopen in een derde land of in een andere lidstaat. Geldt hiervoor ook een andere vrijstelling of dezelfde? Met andere woorden, kan ik via internet elke dag taxfree een slof sigaretten bestellen in Bulgarije of in een andere vrijhandelszone, van Curaçao bijvoorbeeld, zonder hierover accijns en belasting te betalen?

Hoe wordt er gecontroleerd tussen de lidstaten? Wij weten allemaal dat er door het vrije verkeer van personen en goederen nog nauwelijks controles plaatsvinden. Kan ik met 500 sloffen sigaretten van Polen naar Nederland rijden in een busje zonder gecontroleerd te worden? De staatssecretaris heeft het over enige tijdsbesparing die optreedt als gevolg van deze verruiming. Hoezo zou hiervan sprake zijn? Er moet sowieso gecontroleerd worden, of er nu een grens is van € 175 of van € 430. Of wordt er soms minder gecontroleerd met deze verruiming?

Ten slotte willen wij weten hoe de handhaving is geregeld. Wij weten allemaal dat de vrijstellingsgrens, of die nu € 175 of € 430 bedraagt, door velen aan de laars wordt gelapt door gebrek aan controlemogelijkheden van de douane. Als ik een laptop koop en er twee krassen op maak, kan ik tegen de douane zeggen: die had ik al bij mij toen ik vertrok. Datzelfde geldt voor kleding, sieraden, horloges, cd's et cetera. Hoe denkt de staatssecretaris de controle aan de grens zodanig in te richten dat dit kan worden voorkomen?

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Excuus dat ik niet op de sprekerslijst stond, maar ik heb tegelijkertijd ook een debat over staatsdeelnemingen in een andere zaal. Het is mogelijk gebleken om op twee plekken tegelijk te zijn, in elk geval bij twee debatten tegelijk.

Het is heel belangrijk dat de reizigersvrijstelling fors wordt uitgebreid, dus chapeau, staatssecretaris. Ik denk dat heel veel reizigers er blij mee zullen zijn. Ik heb wel een paar vragen. De meeste vragen zijn ook al in het verslag aan de orde gekomen.

Waarom is het uiteindelijk toch niet mogelijk gebleken om één lijn te trekken in Europa? Zowel de staatssecretaris als ik bepleit altijd dat fiscaliteit een nationale aangelegenheid is, maar omtrent btw en bepaalde invoerrechten zijn er toch een aantal Brusselse vuistregels en randvoorwaarden waarbinnen wij moeten werken. Door het luchtverkeer is de hele wereld met Europa verbonden, waarbij mensen niet alleen maar zijn aangewezen op de luchthavens in het eigen land, maar waarbij ook sprake is van transfers tussen landen, soms met het vliegtuig, soms met een ander vervoermiddel. Daarom vind ik het jammer dat niet is gekozen voor een systeem waarbij voor alle reizigers die vanuit een derde land de EU binnenkomen, één set van regels wordt gehanteerd. Dán zou het namelijk voor iedereen helder zijn. Mensen mogen niet in de problemen komen omdat ze denken dat iets tot een bepaald bedrag geoorloofd is, waarbij zij de bepalingen per land verwarren. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om dit punt bespreekbaar te maken in toekomstig overleg in de Europese Unie? Het belang van de reiziger moet voorop worden gesteld. Mocht dat niet lukken, is de staatssecretaris dan in staat om een brief naar de Kamer te sturen wanneer de andere lidstaten deze richtlijn uiteindelijk hebben uitgewerkt? Die brief zou moeten gaan over hoe de zaak ligt in Europa, wat de verschillen zijn tussen de landen en hoe Nederland zich daarin positioneert. Uiteindelijk vind ik dat de concurrentiepositie van de Nederlandse luchthavens er in elk geval niet slechter op mag worden. Ik ben daar op dit moment niet bang voor, maar ik heb er simpelweg geen inzicht in.

De vergadering wordt van 10.33 uur tot 10.40 uur geschorst.

Staatssecretaris De Jager:

Voorzitter. Op vakantie gaan is leuk. Het is natuurlijk nog leuker als je je aankopen belastingvrij mee terug mag nemen naar Nederland. Daarom hebben wij in Europa hard gewerkt aan een richtlijn waarmee de drempel voor de vrijstelling wordt verhoogd van € 175 naar € 430. Nederland heeft zich daar ook heel hard voor gemaakt. De beoogde inwerkingtreding is al op 1 december 2008. Als dit wetsvoorstel onverhoopt niet voor die datum is gepubliceerd, zou er geen vrijstelling meer van toepassing zijn, hetgeen natuurlijk een fikse domper op de vakantie zou zijn. Daarom zal ik er voor zorgen dat de douane sowieso vanaf 1 december aanstaande de nieuwe vrijstelling uitvoert na de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Daar behoort een nota van wijziging bij die voor het geval de datum niet gehaald wordt, de wet terugwerkende kracht verleent tot en met 1 december.

Ik heb ook geluisterd naar de inbreng van de heer Omtzigt. Hij sprak zijn onvrede erover uit dat het in Nederland verboden is om sterke drank te verkopen aan een jongere onder de achttien jaar maar dat een jongere onder de achttien jaar wel sterke drank Nederland mag binnenbrengen, en dan ook nog eens vrij van accijns. Vooral het laatste komt op de heer Omtzigt wat scheef over. Ik begrijp wel wat hij bedoelt. De voorwaarden van de vrijstellingen hebben wij natuurlijk in Europees verband zo afgesproken. Daar hebben de lidstaten, dus ook Nederland, zich aan te houden. Dit is gewoon een uitwerking van de richtlijn die gezamenlijk is afgesproken. Ik kan dus niet afwijken van wat er in deze wijziging is voorgesteld. Hoe kan je dan toch een vakantiekater voorkomen? Een mogelijkheid die onderzocht kan worden, is een verbod op de invoer van sterke drank door jongeren onder de achttien jaar. Daarover heeft in de nota naar aanleiding van het verslag al iets gestaan. Dat zou echter geen fiscale maatregel zijn en die hoort ook niet in fiscale wetgeving thuis. Ik kan hier wel toezeggen dat ik die mogelijkheid bij mijn collega van VWS zal bespreken. Naar ik heb begrepen, zal de heer Klink dit onderwerp ook meenemen in de behandeling van de Drank- en horecawet in deze Kamer.

De heer Omtzigt heeft verder gevraagd naar een schriftelijke reactie op het btw-vrij kopen van goederen door toeristen buiten de Europese Unie. Ik zeg graag toe dat ik de Kamer die schriftelijke reactie zal doen toekomen.

De heer Omtzigt heeft daarnaast gevraagd of een kind van drie jaar accijnsvrij kan importeren. Het antwoord daarop is ja. Dit betreft overigens hetzelfde onderwerp dat met de heer Klink besproken kan worden in deze Kamer.

De heer Van Dijck heeft een aantal vragen gesteld over hoe het nu werkt tussen lidstaten. Wellicht is er bij hem enige onduidelijkheid over de wijze waarop de huidige situatie werkt. Tussen EU-lidstaten onderling is er volledig vrij verkeer van goederen, waarbij EU-ingezetenen voor eigen gebruik onbeperkt goederen binnen de EU-grenzen mogen vervoeren, of dat nu per vliegtuig is of per auto of trein. De heer Van Dijck noemde het voorbeeld van iemand die 50 sloffen sigaretten over de grens meeneemt. Welnu, het hangt van het rookgedrag van de desbetreffende persoon af of dat wel gekwalificeerd kan worden als eigen gebruik. Het lijkt mij wel erg veel voor eigen gebruik. Dus het kan goed zijn dat daarbij een grens wordt overschreden. In principe geldt evenwel dat EU-ingezetenen onbeperkt goederen voor eigen gebruik kunnen vervoeren binnen de EU.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Maar hoe controleer je dat eigen gebruik? U vindt 50 sloffen veel maar die heb je er in een jaartje toch wel doorheen gepaft. Zijn er binnen de EU limieten verbonden aan dat eigen gebruik of is dat helemaal vrij?

Staatssecretaris De Jager:

Het is natuurlijk niet helemaal vrij, maar dit is een open norm die door de jurisprudentie wordt ingevuld. Er is jurisprudentie over, bijvoorbeeld over het criterium voor het eigen transportmiddel. Deze jurisprudentie is in ontwikkeling. Het is niet goed als de wetgever met punten en komma's bepaalt wat voor eigen gebruik is. Overigens leidt dit niet vaak tot grote problemen in de praktijk. Men kan er prima mee uit de voeten, zowel de douane binnen de Europese Unie als burgers die binnen de Europese Unie iets vervoeren.

De heer Omtzigt heeft gevraagd naar een indexatiebepaling. Ik kan mij voorstellen dat het voor de toekomst handig is om bij andere richtlijnen een indexatie op te nemen. Ik begrijp wel waarom het hier niet is gedaan. Er is geen sprake van dat er verschillende bedragen gehanteerd worden. Het bedrag van € 430 is geharmoniseerd. Dat geldt ook voor het bedrag van € 300 voor vervoer via de auto over de grens. Een en ander wordt gecommuniceerd en daarmee is het een bekend bedrag. Het is een norm die niet ieder jaar wijzigt en dat schept duidelijkheid voor de consument. Om de norm in de toekomst te verhogen is unanimiteit nodig en dat is wel lastig.

Naar aanleiding van de vraag van de heer Weekers over harmonisatie het volgende. Er zijn verschillen tussen landen mogelijk. Een land kan bijvoorbeeld een verlaagde grens voor de auto hanteren van € 300 vanwege het feit dat de buitengrens over land loopt, wat tot meer grensproblematiek kan leiden met landen buiten de EU. De situaties kunnen per land verschillen, maar er is wel sprake van harmonisatie van de bedragen. Dat kan niet tot grote onduidelijkheid leiden. Het bedrag van € 430 geldt voor vervoer via de lucht en de zee en het bedrag van € 300 voor vervoer over land. De lokale verschillen kunnen leiden tot enige afwijking. Ik zeg met de heer Weekers dat wij altijd ook op andere dossiers hebben bepleit dat er enige ruimte op fiscaal terrein moet zijn om de couleur locale van invloed te laten zijn op wat een land implementeert. Belangrijk is voor de consument dat de grenzen in vergaande mate zijn geharmoniseerd. Ik zeg de heer Weekers toe dat ik hem te zijner tijd regelmatig in algemene overleggen over Ecofin op de hoogte kan stellen van de implementatie door andere landen.

De heer Van Dijck heeft een vraag gesteld over de handhaving. Hij gaf het voorbeeld van het maken van krasjes op een laptop zodat de laptop er gebruikt uitziet. Ik heb iemand gesproken die is tegengehouden door de douane met een camera die hij al anderhalf jaar eerder uit de Verenigde Staten had geïmporteerd. Hij kwam terug van vakantie uit een ander land en hij werd door de douane eruit gepikt. De douane kon zien – misschien aan het serienummer of aan andere eigenschappen van de camera – dat die camera niet in de Europese Unie was gekocht. Hij heeft alsnog invoerrechten en btw moeten betalen, wel met een afschrijving op de invoerrechten en de btw omdat de camera al anderhalf jaar oud was. Dus ook op gebruikte producten heeft de douane een eigen handhavingsinstrumentarium. Ik zal er nooit in detail op ingaan wat de douane wel of niet kan zien. Ik heb verschillende werkbezoeken gebracht aan de douane en ik ben erg onder de indruk van wat zij kunnen zien. Dus het werkt niet om een paar krasjes op een laptop te maken. De douane heeft verschillende handhavingsinstrumenten om ervoor te zorgen dat mensen invoerrechten en btw betalen en zal die ook zo veel mogelijk in het toezicht en bij de handhaving betrekken.

De heer Omtzigt (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de toezegging om op korte termijn voorstellen te doen voor wettelijke maatregelen om de invoer van sterke drank voor jongeren onder achttien jaar onmogelijk te maken. Dit betekent dat ik geen motie hoef in te dienen. Die toezegging is helder. Verder dank ik de staatssecretaris voor zijn toezegging dat hij de Kamer een brief zal sturen.

Voor wat betreft het eerste punt van zijn betoog, merk ik op dat wij in dit geval akkoord gaan met het feit dat hij handelt alsof het wetsvoorstel per 1 december van kracht wordt. Ik voeg hieraan toe dat wij dit per wetsvoorstel willen bepalen, want wij worden niet echt enthousiast van gedoogsituaties. Echter, gezien de korte termijn tussen de richtlijn en het wetgevingsproces stellen wij het wel op prijs dat de verruimde vrijstelling vanaf 1 december geldt.

Staatssecretaris De Jager:

Mevrouw de voorzitter. Ik wil een kleine correctie aanbrengen. Een goedkeurend besluit van de staatssecretaris is iets volstrekts anders dan de gedoogsituatie waarover de heer Omtzigt spreekt. Voor alle duidelijkheid: als ik de douane bij goedkeurend beleid een instructie geef, is er geen sprake van gedoogbeleid. Het is dan officieel beleid en dat mag ook. Sterker nog, om het helemaal netjes te regelen, hebben wij het in deze wet zo geregeld dat het kan. De wet heeft terugwerkende kracht tot 1 december. Als het nodig is – ik hoop dat de Eerste Kamer de behandeling ook nog op tijd kan afronden – zal ik bij goedkeurend beleid het standpunt van de regering openbaar maken. Daarmee is er geen sprake van gedogen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De staatssecretaris heeft twee vragen van mijn kant niet beantwoord. De eerste had betrekking op de handhaving. Ik geloof best dat de douane over instrumentarium beschikt om mensen eruit te kunnen pikken, maar hij weet ook wel dat de regelgeving voor toerisme en buitenlandse aankopen met voeten wordt getreden, of de grens nu is vastgesteld op € 175 of € 430. Is deze grens daarom niet een farce? Als ik in Amerika een horloge koop, zit ik al snel boven de grens van € 430 en de douane kan echt niet zien dat ik dat horloge niet om had toen ik vertrok naar Amerika. Dit om aan te geven dat veel mensen niet te controleren zijn. Als de overheid regels stelt, moet de vraag worden gesteld of ze wel kunnen worden gecontroleerd. Wat heeft regelgeving anders überhaupt voor zin?

Mijn tweede vraag had betrekking op internetaankopen. Dit valt misschien een beetje buiten deze wetgeving, maar ik weet dat er bedrijven zijn die uit free zones sloffen sigaretten exporteren over de hele wereld en dat er mensen zijn die iedere week een slof sigaretten per post laten komen.

Staatssecretaris De Jager:

Allereerst de handhaving. Het verschil tussen € 175 en € 430 is groot, niet alleen omdat het bedrag fors hoger is, maar ook omdat € 175 net een grens is die met een normaal aankoopgedrag tijdens een uitstapje vrij gemakkelijk wordt gehaald, bijvoorbeeld door de aankoop van twee spijkerbroeken en een trui. De grens van € 430 is in dit opzicht fors hoger. Bij normale aankopen – bij horloges is dat inderdaad anders – moet je dan toch wel flink doorshoppen. Ook bij de grens van € 175 zijn er mensen aangehouden en moesten zij bijbetalen. Dit zal nu minder vaak gebeuren. In de risicogeoriënteerde aanpak van de douane is het toch wel een verschil of er toezicht moet worden gehouden op een grens van € 175 of een grens van € 430. Bij de scans die er plaatsvinden in het kader van het toezicht hoeven er minder mensen uit te worden gehaald. Dan kan de risicoselectie, waar de douane al goed mee bezig is, heel goed worden vormgegeven. Elke grens is arbitrair, maar deze is nu eenmaal zo afgesproken in Europa. Deze is fors hoger dan de vorige. Natuurlijk brengt elke grens zijn eigen handhavingsproblematiek met zich mee. De fors hogere grens van € 430 is in elk geval beter te handhaven en zal minder snel tot overschrijding leiden zodat de douane een tandje risicogerichter toezicht kan gaan houden. Dat is goed voor iedereen.

De vraag over internetaankopen en sloffen sigaretten valt buiten het onderwerp van de reizigersvrijstelling. Voor internetaankopen gelden sowieso aanzienlijk lagere bedragen. Bovendien wordt met de aankoop van sigaretten op internet anders omgegaan dan met andere aankopen via internet. Daarvoor gelden veel strengere normen; mogelijk is het zelfs verboden om sigaretten te kopen via internet. De heer Van Dijck geeft al aan dat dit punt buiten de scope van de reizigersvrijstelling valt. Ik heb geen signalen gekregen dat er in Nederland massaal misbruik wordt gemaakt en er een soort lek is ten aanzien van het kopen van sigaretten via internet. Ik zal daar echter nog eens goed naar kijken en de douane vragen of die een specifiek punt signaleert. Ik kom daar bij de behandeling van het Belastingplan op terug.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Gelet op het verloop van het debat, het feit dat er geen moties of amendementen zijn ingediend en de urgentie, stel ik voor om dit wetsvoorstel zonder stemming aan te nemen. Dan kan het meteen door naar de Eerste Kamer.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven