Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 mei 2008 over AWACS.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Voor het algemeen overleg van 20 mei had ik mij voorgenomen een motie in te dienen om met beroep op de binnenvliegregeling het aantal AWACS-vluchten per 1 september aanstaande met 25% te verminderen. Dat zou logisch zijn, nu de NAVO niet voldaan heeft aan de motie-De Wit. Tijdens het algemeen overleg bleek echter dat de PvdA-fractie, een van de fracties die deze motie steunden, de staatssecretaris meer tijd wil geven om met een concrete invulling te komen van de reductie van het aantal vluchten.

Wat ons betreft is de maat nu al vol. Men zal echter begrijpen dat ik de heer Samsom niet de kans wil geven om weg te sluipen uit de binnenvliegcoalitie. Daarom wacht ik met een dergelijke motie tot na de brief van de staatssecretaris van Defensie over de reductie van het aantal vluchten.

Nu dien ik, mede namens de heer Duyvendak, de volgende motie in over de mogelijke uitplaatsing van de AWACS-basis.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - volgens onderzoek van het RIVM minstens 40.000 inwoners van Zuid-Limburg ernstige hinder ondervinden van de AWACS-vluchten;

  • - de NAVO de komende acht maanden een studie uitvoert naar de overlast van de vliegtuigen;

  • - volgens de NAVO stillere motoren geen oplossing zijn, omdat 50% van de herrie wordt veroorzaakt door het landingsgestel en de schotel;

van mening dat onder deze omstandigheden niet alleen de beperking van het aantal vluchten maar ook de verplaatsing van de AWACS-basis onderdeel dient te zijn van de studie;

verzoekt de regering om bij de NAVO aan te dringen op verbreding van de overlaststudie met de optie uitplaatsing van de AWACS-basis,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jansen en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121(31200 XI).

De heer Koopmans (CDA):

Ik maak uit de motie van de heer Jansen op dat zijn fractie van maart 2008 als harde grens in de motie-De Wit, overgaat naar "een nader te bepalen moment".

De heer Jansen (SP):

Als de heer Koopmans de tekst van die motie in zijn geheugen oproept, dan leest hij dat Nederland de binnenvliegregeling zal inzetten als de NAVO voor april 2008 geen stappen heeft gezet. Dit is nog steeds aan de orde. Inzetten kan variëren van beperkingen opleggen tot de complete sluiting van het Nederlandse luchtruim voor AWACS-toestellen. Er is dus een ruime bandbreedte. Wij zijn uiteraard erg teleurgesteld dat sommige fracties die de motie hebben ondersteund, niet zo snel als de SP-fractie daaraan uitvoering willen geven. Wij erkennen dat het heel belangrijk is dat er een meerderheid komt die dit überhaupt wil doen en daaraan zullen wij ons moeten conformeren.

De heer Samsom (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. In het debat stonden twee kwesties centraal. De eerste is een wat procedureel maar niet onbelangrijk punt en heeft betrekking op een omstreden paardenmiddel dat een aantal jaren geleden door de regering is ingezet om het inmiddels beroemde en beruchte bos te kappen: de nimby-regeling. In het debat bleek dat er een grote Kamermeerderheid is om van de nimby-regeling af te komen die ook feitelijk juridisch enigszins in coma is geraakt door alle uitspraken van de Raad van State. De minister beloofde om dit mee te nemen naar het kabinet. Wij hadden gehoopt op een tijdige reactie. Nu is het tijd om daarover de volgende motie in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gemeente Onderbanken een handreiking heeft gedaan voor het meewerken aan het in stand houden van de vliegveiligheid rond de basis Geilenkirchen;

overwegende dat die handreiking ook geborgd kan worden met het instrumentarium van de WRO;

overwegende dat het intrekken van de lopende nimby-procedure essentieel is voor het herstel van het vertrouwen tussen het Rijk en de regio Onderbanken en omstreken;

overwegende dat dit vertrouwen noodzakelijk is om te werken aan een gedragen oplossing voor de geluidsoverlast;

verzoekt de regering, de lopende nimby-procedures per direct te staken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom, Duyvendak, Neppérus en Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122(31200 XI).

De heer Samsom (PvdA):

De tweede materieel belangrijke kwestie heeft betrekking op de ziekmakende geluidsoverlast in de regio Schinveld. De heer Jansen heeft er ook al iets over gezegd en gesproken over de binnenvliegregeling in de NAVO. Mede dankzij de inspanning van deze regering zijn wij toch nog steeds met de NAVO in gesprek en is de inzet van de binnenvliegregeling naar onze mening nu niet opportuun. Wat wel nodig is, zijn voortgezette inspanningen van de regering om te komen tot vermindering van het aantal vluchten. Dit blijkt een succesvolle strategie en succesvolle strategieën moet je doorzetten. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de inspanningen van de regering tot nu toe nog niet hebben geleid tot een voornemen van de NAVO tot vervanging van de motoren van de AWACS op vliegbasis Geilenkirchen;

overwegende dat de beoogde geluidsreductie die de motorenrevisie had kunnen opleveren, ook bereikt kan worden door minder vluchten te realiseren;

overwegende dat er mede door inspanningen van deze regering reeds een vermindering van het aantal vluchten is gekomen;

constaterende dat de regering in haar brief van 24 april 2008 meerdere opties noemt waarmee het aantal vluchten verder gereduceerd kan worden, zoals gebruik van een vluchtsimulator, uitplaatsing van vrachtvluchten, verandering van aanvliegroutes en bilaterale afspraken over uitplaatsing;

verzoekt de regering, zich onverminderd te blijven inspannen om via alle mogelijke opties het aantal vluchten in de komende jaren verder terug te dringen of vliegroutes aan te passen met als streefdoel een vermindering van de geluidsoverlast met ongeveer 35% ten opzichte van het maximaal toegestane aantal vliegbewegingen;

verzoekt de regering, de Kamer in november daartoe een plan van aanpak voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom en Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123(31200 XI).

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Dit was een zogenaamde spreektekstverlengende motie.

De voorzitter:

Dat is duidelijk. U hoort eigenlijk binnen de twee minuten te blijven. Het is dan ook pijnlijk als u dat constateert. Voor mij althans. Ik zie leden bij de interruptiemicrofoon. Korte vragen, korte antwoorden, want wij hebben vanmiddag nog een hoop debatten te gaan

De heer Duyvendak (GroenLinks):

De heer Samsom heeft de motie over het inzetten van de binnenvliegregeling, wat wij eigenlijk al hadden moeten doen, gesteund. In hoeverre wil de PvdA-fractie het inzetten van de binnenvliegregeling nog steeds achter de hand houden? De heer Samsom heeft het nu weer vooruitgeschoven en noemt 1 november. Is dat dan het moment waarop hij die regeling wél in zou willen zetten?

De heer Samsom (PvdA):

Dat moment komt als wij volstrekt uitgepraat zijn met de NAVO over de mogelijkheden van stillere vliegtuigen en stillere motoren. Ik dacht dat dit moment nabij was bij het vorige AO. U hebt mij daarover ook gehoord. Dankzij een ingreep van deze regering – de minister van VROM in dit geval – blijven wij hardnekkig in gesprek met de NAVO. En dat is goed ook. Zo lang dat zo is, is voor mijn fractie de inzet van de binnenvliegregeling geen optie. En dat zou ook voor uw fractie volgens mij een overweging moeten zijn. Mocht dat gesprek ooit een keer eindigen, dan hoop ik dat het eindigt met de beslissing om vluchten...

De voorzitter:

Mijnheer Samsom, helpt u mij ook een beetje.

De heer Samsom (PvdA):

U hebt helemaal gelijk.

De heer Jansen (SP):

De heer Samsom noemt in zijn motie een percentage, namelijk 35, maar niet de termijn waarop dat percentage gerealiseerd moet zijn. Wij zijn nu twaalf jaar in goed gesprek met de NAVO. Mag dat nog twaalf jaar duren of zegt hij dat er per 1 november boter bij de vis geleverd moet worden?

De heer Samsom (PvdA):

Per 1 november moet er een plan van aanpak liggen en moet er in zoverre boter bij de vis zijn. Ik trek de vergelijking met het aanschaffen van stillere motoren. Dat zou ook niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn als de NAVO ertoe had besloten. De termijn waarover wij denken, is vergelijkbaar. Het gaat om enkele jaren.

De heer Koopmans (CDA):

Ik ben benieuwd naar wat er in het plan van aanpak anders zal moeten komen te staan dan datgene wat er toe nu toe in de brieven van het kabinet staat.

De heer Samsom (PvdA):

In de brief stond een aantal opties, waarvan een aantal was gekwantificeerd en een aantal niet. Als je de gekwantificeerde opties bij elkaar optelt – of beter gezegd: van elkaar aftrekt – dan kom je op 2500 vluchten uit. Dat is wat wij al binnen hebben en de regering belooft dat te continueren. Er staan nog twee opties bij. Deze zijn niet gekwantificeerd en daarvan heeft de staatssecretaris in het AO ook beloofd om er verder naar te kijken. Hij kan ons daarover niet eerder dan november berichten. Dat heeft met die bilaterale uitplaatsing te maken. Ik spoor de staatssecretaris aan om daar in november nog een tandje bij te zetten en dat blijf ik doen tot in lengte van jaren, totdat die ziekmakende vliegtuigen inderdaad weg zijn.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Staatssecretaris De Vries was een goede campaigner voor het CDA en heeft voor het CDA veel bereikt. De vraag is of hij ook veel gaat bereiken voor de mensen in Onderbanken en of hij meer kan dan campaignen alleen. Tot nu toe is het resultaat nog uitermate mager en duurt het allemaal veel te lang. Dat is de conclusie van de GroenLinks-fractie op dit moment. Wat onze fractie betreft was het moment daar geweest om te zeggen: wij gaan die binnenvliegregeling van toepassing verklaren. Het is niet de bedoeling om meteen helemaal te sluiten, maar om bijvoorbeeld eens 5% minder vluchten toe te staan in Nederland. Het gaat er gewoon om de NAVO te laten zien dat het ons ernst is en vervolgens die gesprekken door te laten lopen. Maar helaas is daar nu geen meerderheid voor. Wij wachten op de nadere brief van de staatssecretaris en misschien dat het moment dan toch komt dat de PvdA zich wel weer actief toont in de coalitie.

Ik ben blij met de motie over de nimby-regeling. Ik hoop dat wij daar snel vanaf zijn, maar dat maakt het geluid verder nog niet minder voor de bewoners. Wij moeten daadwerkelijk dat geluid weten te reduceren. Mijn fractie heeft daarom mede de motie van de heer Jansen van de SP ondertekend, waarin wordt gevraagd om serieus te onderzoeken of die basis niet gewoon helemaal weg kan. Dat is de boodschap die je altijd in de regio hoort, namelijk dat die basis gewoon weg moet. Dat is een optie die wij vanaf nu in dit debat en deze Kamer reëel op tafel moeten krijgen en ook binnen de NAVO aan de orde moeten stellen.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. De AWACS-vliegtuigen maken al lang veel lawaai en geven veel overlast. Het vooruitzicht dat die nog tot 2035 zouden kunnen meegaan, vind ik uiterst treurig. De VVD wil nieuwe, stillere motoren en wil dat daarvoor druk op de NAVO wordt uitgeoefend. Er zal daartoe meer moeten gebeuren dan tot nu toe het geval is geweest. De heer Samsom heeft mede namens mij een motie ingediend over een plan van aanpak. Wat de VVD betreft, mag het "voortduwen" in de richting van nieuwe, stillere motoren wat intensiever, zodat die motoren er wat sneller komen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de AWACS-vliegtuigen door hun oude motoren veel geluidsoverlast veroorzaken in Limburg en dat er helaas nog geen zicht is op vervanging van de oude motoren door nieuwe stillere motoren;

overwegende dat de conclusie van de NAVO, dat tot 2035 met de oude motoren kan worden gevlogen, niet acceptabel is en daarom meer druk moet worden uitgeoefend op de NAVO;

verzoekt de regering, in dat kader te onderzoeken in welke mate uitplaatsing van vluchten geheel of gedeeltelijk mogelijk is en daarover de Kamer binnen twee maanden te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124(31200 XI).

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Wat de nimby betreft, heeft de gemeente wat bewogen. Met het oog op de voortgang in dat proces is het essentieel dat het desbetreffende stuk van tafel gaat. Dan kan het vertrouwen weer bij de bevolking terugkeren. Daarom heb ik de motie van de heer Samsom ook ondertekend.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Behalve de telkens wat softe houding van de regering als het gaat om het onderhandelen met de NAVO irriteert ons ook de houding van de NAVO zelf. Nederland levert namelijk een buitengewoon zware inspanning voor de NAVO. Daarom vinden wij dat de NAVO ons tegemoet moet komen in het "lange" dossier van de AWACS. Daarom hebben wij de vorige keer een motie hierover gesteund. Daarmee hebben wij "a" gezegd, wat inhoudt stoppen met deze motoren of het is niet meer toegestaan om daarmee boven Nederlands grondgebied te vliegen. Dat was duidelijke taal. Dat steunen wij nog steeds. Gezien de teleurstellende houding van de NAVO wil ik "b" zeggen: het heeft nu lang genoeg geduurd en wij willen dat gestopt wordt met het vliegen van de AWACS-vliegtuigen boven ons grondgebied. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering geen resultaten heeft geboekt in het overleg met de NAVO over het vervangen van de motoren van de AWACS-vliegtuigen door stillere motoren;

verzoekt de regering om vanaf 1 januari 2009 geen AWACS-toestellen meer te laten stijgen en dalen boven Nederlands grondgebied en het gekapte bos bij Schinveld opnieuw te beplanten met bomen en de kosten hiervan in mindering te brengen op het Nederlandse budget voor de NAVO,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Madlener. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125(31200 XI).

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Was het leven maar zo eenvoudig dat je per motie nieuwe motoren van AWACS-vliegtuigen kon verordonneren of dat je per motie vliegtuigen zou kunnen tegenhouden en daarmee de door iedereen in deze Kamer gewilde en gevoerde strijd voor minder geluid in grote delen van Zuid-Limburg zou kunnen winnen. De CDA-fractie heeft, gezien de ingewikkelde strijd, vertrouwen in de wijze waarop de minister van Defensie de zaken in de NAVO-raad aanpakt. De CDA-fractie heeft ook vertrouwen in de inzet van de minister van VROM en de wijze waarop zij in de Europese gremia bezig is om geluidsregelgeving met betrekking tot militaire vliegtuigen onder de vigerende geluidsregelgeving te brengen. Tevens heeft de CDA-fractie vertrouwen in de staatssecretaris van Defensie gezien de wijze waarop hij bezig is om elk vliegtuig dat niet noodzakelijkerwijze hoeft te stijgen of landen op de vliegbasis daar ook niet te laten stijgen of landen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. De heer Koopmans begon zijn bijdrage met de verzuchting: hadden wij als Kamer maar meer te vertellen. Ik vind dat hij wel erg weinig zelfvertrouwen heeft, want volgens mij heeft de Kamer door middel van wetgeving stillere motoren in de burgerluchtvaart afgedwongen. In de NAVO hebben wij de binnenvliegregeling als stok achter de deur. Dat is gewoon een formele bevoegdheid van Nederland. Daar kan het parlement dus gebruik van maken. U hebt de mogelijkheid dus. Waarom heeft het CDA twaalf jaar na aanvang van de discussie met de NAVO nog steeds niet het lef om de binnenvliegregeling op dit punt in te zetten?

De heer Koopmans (CDA):

Laat ik met de politieke kant beginnen. U kunt wel zo geweldig zeggen dat wij die bevoegdheid hebben, maar u hebt net de motie-De Wit, waarin sprake was van "eind maart", teruggebracht naar "een keer". Deze politieke relevantie is hier aan de orde. Ten tweede kan het Nederlands parlement niet de budgetten van de veertien landen die deelnemen aan de AWACS-basis, beheren. Wij gaan over ons budget, maar er zijn nog dertien andere parlementen. Die gaan over hun budgetten. Daarom is het niet zo eenvoudig om er via een motie in dit parlement voor te zorgen dat het budget voor de revitalisering van de motoren wordt geregeld. Ten derde beschouwt de CDA-fractie de binnenvliegregeling niet als haalbare politieke mogelijkheid om te zeggen: nu even niet, terwijl Nederland deelnemer lid is van de NAVO en van de AWACS-organisatie van veertien landen. Dat heeft zij vanaf dag een gezegd.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Daarmee laat u de mensen in Onderbanken wel heel erg in de kou staan, mijnheer Koopmans. U verweet het de heer Jansen dat hij de motie inzake het binnenvliegen nog even aanhield. Daarmee verweet u dat mij ook, want de heer Jansen heeft daar samen met mij toe besloten. Als u zegt dat de CDA-fractie die motie tekent en steunt, kunnen wij die tijdens dit VAO nog indienen. Dan kunnen wij wel werk maken van het beschermen.

De heer Koopmans (CDA):

Nee, ik heb al vanaf dag een ook tegen u gezegd dat een motie over het binnenvliegen in de ogen van de CDA-fractie geen haalbare en redelijke oplossing in NAVO-verband is. Dat heb ik net ook al gezegd. Je kunt het hier wel roepen, maar wij zitten met meerdere landen in de NAVO en hebben daarin een heleboel grote doelen te dienen. Mijn fractie heeft de binnenvliegregeling nooit als haalbaar instrument beschouwd. In dit debat zie ik dat anderen, die eerder zeiden dat dit het enige instrument was dat wij in konden zetten, eigenlijk in een soort traject terechtkomen waarin mijn fractie al heel erg lang zit. Zij zeggen nu ook dat het wel mooi bedoeld is, maar dat het niet echt een haalbaar instrument is.

De voorzitter:

Dames en heren, dit betreft, zoals u allen weet, een verslag van een algemeen overleg, dus u hebt al twee termijnen lang over dit onderwerp gepraat. Ik zie mijnheer Jansen al tevreden lachen. Ja, ik leg het gewoon uit, want anders denken de mensen misschien: wat is ze onaardig. Zoals u weet, ben ik altijd heel aardig. U hebt hier al in twee termijn met de minister en de staatssecretaris over kunnen praten, dus dat betekent dat u nu gaat luisteren naar de antwoorden. Als u iets niet begrijpt, kunt u aan het eind van de beantwoording nog een vraag stellen. Ik kan mij dat natuurlijk niet voorstellen, gezien uw achtergrond, maar u krijgt daar de gelegenheid toe. Wij kunnen vandaag niet opnieuw over dit onderwerp debatteren. Dat is niet de bedoeling. Ik geef het woord aan de minister.

Minister Cramer:

Voorzitter. De regering neemt de geluidshinder, veroorzaakt door de AWACS-vliegtuigen in Onderbanken en omgeving, zeer serieus. Wij praten over een geluidsbelasting van meer dan 100 dBa. Dat is enorm en leidt tot veel klachten bij de bewoners. Op een van de moties ga ik in, op de andere moties gaat staatssecretaris De Vries in.

Ik reageer op de motie over het intrekken van het nimby-besluit, die de heer Samsom en anderen hebben ingediend. De heer Samsom en anderen verzoeken de regering om de lopende nimby-procedures per direct te staken. In onze brief van 24 april jongstleden heb ik aangegeven, onder een aantal voorwaarden bereid te zijn om het nimby-besluit in te trekken. Een van de voorwaarden is dat er met Onderbanken bindende afspraken over de vliegveiligheid worden gemaakt oftewel over eventueel noodzakelijke maatregelen in de bossen van Schinveld.

Ik constateer dat de gemeente Onderbanken bereid is, in de volle breedte te praten over een oplossing van de AWACS-problematiek als ik het nimby-besluit intrek. Dat vind ik een zeer verheugend signaal.

In het algemeen overleg van 20 mei jl. heb ik aangegeven dat ik het inzetten van de nimby-procedure zal terugleggen in het kabinet en dat ik de Kamer uiterlijk in de week van 23 juni duidelijkheid zal verschaffen over de uitkomst van de beraadslagingen in het kabinet. Die beraadslagingen zijn nog niet afgerond. Ik moet om die reden de aanneming van de motie ontraden en zal in het kabinet melding maken van deze motie.

Staatssecretaris De Vries:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de inbreng. Het is goed om erop te wijzen dat AWACS-vluchten niet zomaar vakantievluchten zijn die overlast veroorzaken. Deze vluchten zijn wel degelijk van belang voor onze eigen binnenlandse veiligheid. Om die reden heeft het Nederlandse kabinet altijd gezegd dat wij een binnenvliegregeling niet moeten aanvatten om AWACS-vluchten niet meer toe te staan. Wij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van onze samenleving. Daarmee kunnen wij niet te lichtvaardig omgaan.

Dat neemt niet weg dat wij wel moeten proberen om de overlast te verminderen. Het is helder dat daarvan sprake is. Er zijn verschillende initiatieven geweest, van de minister en van mijn kant, om daaraan te werken. Hierbij zijn wij wel afhankelijk van andere landen en van de NAVO. Als wij bijvoorbeeld de motoren zouden vervangen, betaalt Nederland daarvan 3%, terwijl landen als Duitsland en de Verenigde Staten ieder wel 30% betalen. Wij zijn afhankelijk van anderen. Ik ben bij de vermindering van het aantal vluchten dus ook afhankelijk van die andere landen om tot overeenstemming te komen.

Dat betekent bijvoorbeeld steun krijgen in de NAPMO voor een simulator, een van de maatregelen die ik nog niet kon kwantificeren. Maar ook steun krijgen van SHAPE over de vrachtvluchten. Dat blijkt allemaal niet zo eenvoudig te liggen, juist omdat wij tot nu toe op de vetokoers zitten voor investeringen in AWACS. Kortom, het is prima als de Kamer benadrukt welke verwachtingen hij heeft van de inspanningen van het kabinet, maar wij moeten hier wel realistisch in zijn.

De GroenLinks-fractie heeft de vergelijking gemaakt met een vroegere rol van mij. Van die rol heb ik goed geleerd dat eerlijk het langst duurt en dat je politiek vertrouwen niet wint door illusies te wekken en beloften te doen die je niet waarmaakt. Daarom heb ik tijdens het algemeen overleg gesproken van een realistische grens, waarvoor wij heel hard ons best zullen moeten doen, van 2600 vluchten. Dat zijn er al 1000 minder ten opzichte van het maximale aantal van 3600 dat mogelijk is. Dit is een enorme inspanning, maar dat is dan ook echt wel de grens.

Dit strookt niet met de voorliggende motie. Als de Kamer mij serieus vraagt om te zorgen voor een vermindering van het aantal vluchten, moet men het mij niet aandoen om daarbij nog de extra eis te stellen van verplaatsing van de basis. De mensen met wie ik in gesprek moet over een vermindering van het aantal vluchten, zullen dan zeggen dat ik hierin een argument vind om de basis uiteindelijk te verplaatsen. Dat werkt niet. Sterker nog, vanuit Limburg is er ook een beroep gedaan op de werkgelegenheid om dit niet te doen. De aanneming van de motie op stuk nr. 121 ontraad ik om deze reden.

De motie van de PvdA en anderen geeft het belang aan van vermindering van het aantal vluchten. Mijn probleem met die motie is het daarin genoemde percentage van 35. Als ik dat omreken, kom ik uit op 2200 tot 2300 vluchten. Ik heb daarnet aangegeven dat ik mij inspan voor 2600 vluchten. Ik ga dus geen beloften doen of illusies wekken die wij volstrekt niet kunnen waarmaken. Om die reden ontraad ik de aanneming van deze motie.

In de motie op stuk nr. 124 wordt gevraagd de periode te vervroegen waarop ik duidelijkheid kan geven. Tijdens het algemeen overleg hebben wij afgesproken dat dit in het komend najaar gebeurt, terwijl de indieners deze duidelijkheid nu binnen twee maanden willen. Het is duidelijk dat dat niet kan. Ik ontraad daarom de aanneming van deze motie.

In de motie op stuk nr. 125 komt de PVV met de binnenvliegregeling. Het is onverstandig en niet goed om de Nederlandse bevolking dit als oplossing voor te houden.

De voorzitter:

Ik geef de gelegenheid om beide bewindslieden, als u dat wilt, een verhelderende vraag te stellen, maar het debat mag niet opnieuw worden geopend.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. De staatssecretaris geeft terecht aan dat wij afhankelijk zijn van andere landen, maar die andere landen dragen niet de last die wij wel dragen als het gaat om onze mensen daar. De staatssecretaris moet dus wel duidelijk maken dat die andere landen ook afhankelijk zijn van ons door de inspanningen die wij in het kader van de NAVO leveren wat betreft de Uruzgan-missie. Heeft de staatssecretaris dat gedaan?

Staatssecretaris De Vries:

Zeker. De resultaten die wij tot nu toe hebben bereikt, zijn mede te danken aan de inspanningen die Nederland zich in Uruzgan getroost. Wij hebben aangegeven dat wij het spel binnen de NAVO hard zullen spelen. Daarom spreken wij tot op heden een veto uit als het gaat om alle andere investeringen in de AWACS. Dat kan er wel toe leiden dat wat de Kamer graag van mij wil wat betreft de verbreding van de businesscase en het aanschaffen van een simulator mogelijk daarop zal stranden. Als je werkt in een orgaan van unanimiteit waar slechts een veto een uitkomst biedt, zit er een grens aan wat verstandig is, juist ook met het oog op de bevolking in Limburg.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Het principe van redelijke oplossingen en haalbaarheid spreekt mij erg aan. Ik heb een vraag aan de staatssecretaris en een vraag aan de minister. Blijft de staatssecretaris zich onverminderd inspannen om het aantal vluchten, waar dat binnen zijn mogelijkheden ligt, terug te dringen?

Staatssecretaris De Vries:

Zeker, ik zal de komende maanden hard blijven werken aan de sporen, zoals ik die heb aangegeven in de brief van 24 april.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Dan de vraag aan de minister. Zij was vrij kort over de motie. In de motie staat een overweging over het borgen van de veiligheid en het borgen van de handreiking die is gedaan met behulp van het instrumentarium van de WRO. Begrijp ik het goed dat de minister bevoegd is om in te grijpen op het moment dat bijvoorbeeld de veiligheid in het geding is? Is zij bevoegd om die dan te waarborgen?

Minister Cramer:

Voorzitter. Formeel wel, maar de inzet is erop gericht om er met Onderbanken en omgeving uit te komen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de bewindslieden voor hun antwoorden op de gestelde vragen.

De stemmingen over de moties zijn vanzelfsprekend volgende week dinsdag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven