Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het onderzoek naar het optreden van politie en justitie in de Schiedamse moordzaak, te weten:

- de motie-Vos/De Wit houdende opzeggen van vertrouwen in de minister (29800 VI, nr. 171);

- de motie-Wilders c.s. over bestraffing van betrokken functionarissen (29800 VI, nr. 172).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Vos/De Wit (29800-VI, nr. 171).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de Groep Wilders en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat ook de SP-fractie van mening is dat er maatregelen moeten genomen tegen de functionarissen die in de zaak van Nienke Kleiss een, soms kwalijke, rol hebben gespeeld. Wij zijn echter ook van mening dat de bemoeienis van de Kamer niet zo ver moet gaan dat zij uitspreekt dat mensen dienen te worden ontslagen. Dat is een zaak van het gezag ter plaatse dan wel van het bevoegd gezag. Daarop gelet, zal de fractie van de SP tegen de motie van de heer Wilders stemmen.

In stemming komt de motie-Wilders c.s. (29800-VI, nr. 172).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven