Aan de orde is de voortzetting van de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap (25891, R1609).

(Zie vergadering van 24 februari 2000.)

De voorzitter:

Wij beginnen met de hoofdelijke herstemming over het amendement-Niederer/Verhagen (stuk nr. 10, I).

Tegen stemmen de leden: Feenstra, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Marijnissen, Melkert, Middel, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Van 't Riet, Rosenmöller, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Spoelman, Van der Steenhoven, Swildens-Rozendaal, Timmermans, Valk, Ter Veer, Vendrik, Van Vliet, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra, Van Zuijlen, Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Barth, Belinfante, De Boer, Van Bommel, Bos, Bussemaker, De Cloe, Crone, Dittrich, Duivesteijn en Duijkers.

Vóór stemmen de leden: Essers, Eurlings, Geluk, De Haan, Hessing, Hillen, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kamp, Klein Molekamp, Leers, Luchtenveld, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Oplaat, Örgü, Passtoors, Patijn, Reitsma, Remak, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Schutte, Snijder, Van der Staaij, Stellingwerf, Stroeken, Terpstra, Udo, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Van Beek, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Brood, Buijs, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Van Dijke, Dijkstal en Van den Doel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met 72 tegen 71 stemmen is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Het vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Apostolou (stuk nr. 20) tot toevoeging van een zesde lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 8 wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel J wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen K t/m N worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Niederer (stuk nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Onderdeel O, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Niederer (stuk nr. 27), wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel P wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Verhagen/Dittrich (stuk nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 15, eerste lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Verhagen/Dittrich (stuk nr. 30), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen (stuk nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het tweede lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde en het vierde lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 15 wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel P wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen Q t/m W worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel Ia wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen Ib t/m IV worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen/Van der Staaij (stuk nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel V, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het Voorzitteramendement-Verhagen/Van der Staaij (stuk nr. 29), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen VI en VII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De heer Verhagen heeft gevraagd een stemverklaring te mogen afleggen voordat over het wetsvoorstel wordt gestemd. Ik geef hem daartoe gelegenheid.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik heb namens de CDA-fractie tijdens het debat duidelijk gemaakt dat het CDA na tien jaar moeizame discussie geen genoegen wil nemen met een Nederlandse nationaliteit als consumptieartikel. Iemand die Nederlander wil worden, moet daar bewust voor kiezen. Kennis van de Nederlandse taal, mondeling en schriftelijk, is in het belang van de samenleving en in het belang van die nieuwe Nederlander. Dat heb ik klip en klaar tijdens het debat gezegd. Ik heb tijdens dat debat ook namens de CDA-fractie duidelijk gemaakt dat een formulering in de nieuwe wet met betrekking tot die taaleisen alsook de wenselijkheid om in deze wet aan te geven dat men na vijf jaar in plaats van na drie jaar Nederlander kan worden, van essentiële betekenis zouden zijn voor onze keuze met betrekking tot de eindstemming ten behoeve van dit wetsvoorstel. Naar onze mening heeft de Kamer, door de verwerping van de amendementen-Verhagen/Niederer en -Niederer/Verhagen waarin op deze punten belangrijke voorstellen werden gedaan, haar verantwoordelijkheid jegens de samenleving en jegens die nieuwe Nederlander laten lopen. De CDA-fractie wil met teleurstelling over de afloop van die jarenlange discussie hier tegen deze wet stemmen, maar zij doet dat niet dan nadat zij de hoop heeft uitgesproken dat in de verdere discussie over de invulling van de taaleisen ook nadrukkelijk de terechte eisen van de CDA-fractie op dit punt wel degelijk navolging zullen vinden.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven