Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend tijdens het debat over de asbestproblematiek, te weten:

- de motie-Poppe over een inventarisatieplicht (25834, nr. 8);

- de motie-Poppe over criteria voor asbestverwijdering (25834, nr. 9).

(Zie vergadering van 8 april 1999).

De voorzitter:

Ik merk op, dat van de beide moties-Poppe op de stukken nrs. 8 en 9 een herdruk is verschenen, omdat zij medeondertekend zijn door het lid Schreijer-Pierik.

Ik neem aan, dat wij over beide moties nu kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Poppe/Schreijer-Pierik (25834, nr. 8) (herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe/Schreijer-Pierik (25834, nr. 9) (herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven