Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake de bestuursvorm van het openbaar onderwijs (24138).

(Zie vergadering van 11 juni 1996.)

De voorzitter:

De heer Koekkoek trekt zijn amendement op stuk nr. 17 in.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek c.s. (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel B en het eerste t/m derde lid van artikel 29a worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 13, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat behoudens het lid Hendriks, de aanwezige leden van alle andere fracties voor dit amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 13 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

De aanhef van het vierde lid, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 13, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel a wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek tot invoeging van een nieuw onderdeel b (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 16 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het subamendement-Koekkoek (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit subamendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels en het AOV voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 26 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Ik stel vast, dat wij niet meer behoeven te stemmen over de amendementen-Koekkoek op stuk nr. 15.

Onderdeel b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel c wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts tot het doen vervallen van onderdeel d (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het GPV, GroenLinks, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel d wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen e t/m g worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, de VVD en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 9 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het gewijzigde vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Lambrechts tot invoeging van een nieuw vijfde en een nieuw zesde lid (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV, de CD en de groep-Nijpels voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 25 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het vijfde t/m achtste lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 29a wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste t/m vijfde lid van artikel 29b worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 24, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van D66 tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 24 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Het zesde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, II) en het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 24, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Het zevende t/m twaalfde lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 29b wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 29c wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel II, onderdeel A en de aanhef van onderdeel B worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 39a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 13, II) en het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 39b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, IV) en het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 24, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 39c wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel III, onderdeel A en de aanhef van onderdeel B worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 42a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 13, III) en het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, V), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 42b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Cornielje c.s. (stuk nr. 26, VI) en het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 24, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m F worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dijksma c.s. tot invoeging van een artikel IIIA (stuk nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Alvorens het wetsvoorstel in stemming te brengen, geef ik gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Koekkoek (CDA):

Voorzitter! Nu het amendement op stuk nr. 14 is verworpen, ziet de CDA-fractie zich helaas genoodzaakt om tegen het wetsvoorstel te stemmen. De redenen daarvoor zijn drieërlei. In de eerste plaats vinden wij dat de stichtingsvorm niet past bij de geest van artikel 23 van de Grondwet. In de tweede plaats vinden wij dat de stichtingsvorm als bestuursvorm voor het openbaar onderwijs ten opzichte van de openbare rechtspersoon geen meerwaarde heeft. In de derde plaats vrezen wij dat ten gevolge van de stichtingsvorm voor het openbaar onderwijs verwarring zal ontstaan. Daarom zullen wij tegen het wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de VVD en de groep-Nijpels voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Vervolgens zijn wij toe aan agendapunt 8, de stemmingen over drie moties, ingediend in het debat over bestuurlijke vernieuwing. Mevrouw Scheltema heeft gevraagd om uitstel van deze stemmingen tot volgende week. Ik stel voor, dit verzoek in te willigen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij zullen dus volgende week dinsdag of aan het eind van de vergaderingen van volgende week stemmen.

Naar boven