Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in verband daarmede van enige andere artikelen van dit Wetboek (22408), en over:

- de motie-Dittrich c.s. over overerfbaarheid van adellijke titels (22408, nr. 23).

(Zie vergadering van 30 mei 1996.)

De voorzitter:

In de vergadering van 29 mei is het amendement-M.M. van der Burg c.s. (stuk nr. 21) door de regering overgenomen.

De aanhef van artikel I, de aanhef van onderdeel A en artikel 5, eerste t/m derde lid, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Soutendijk-van Appeldoorn (stuk nr. 26, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de RPF, de SGP, het GPV, de groep-Nijpels, het AOV, de CD, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 26 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het nader gewijzigde amendement-Soutendijk-van Appeldoorn (stuk nr. 26, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Soutendijk-van Appeldoorn (stuk nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de groep-Nijpels, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Het vijfde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Soutendijk-van Appeldoorn (stuk nr. 16) en het nader gewijzigde amendement-Soutendijk-van Appeldoorn (stuk nr. 26, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Het zesde t/m het elfde lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 5 wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-M.M. van der Burg c.s. (stuk nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de VVD, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel C, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-M.M. van der Burg c.s. (stuk nr. 27), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E t/m G worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m VII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP en het lid Hendriks tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (22408, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de PvdA, GroenLinks, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven