Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | nr. 20, pagina 1359-1364 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | nr. 20, pagina 1359-1364 |
Er is geen inhoudsopgave aanwezig.
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot het doen van aangifte op elektronische wijze (elektronische aangifte) (24341).
De algemene beraadslaging wordt geopend.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Mijnheer de voorzitter! De VVD-fractie is er een groot voorstander van dat de belastingdienst verder automatiseert en dat het mogelijk wordt gemaakt dat aangiften elektronisch kunnen worden verzonden. Het is goed dat je aansluit bij allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Het is dan ook logisch dat het voorstel dat voorligt facultatief is. Dat betekent dat je ook gewoon schriftelijke aangiften kunt indienen. Het is wel van belang, ook in deze beginfase, dat de fraudegevoeligheid en de privacy van de gegevens gewaarborgd worden. Ik wil de staatssecretaris vragen of hij dit kan bevestigen.
In de nota naar aanleiding van het verslag wordt nog een opmerking gemaakt over de Becon-regeling, de regeling dat belastingconsulenten hun aangiften kunnen spreiden voordat ze deze indienen bij de belastingdienst. De vraag is of de belastingdienst die Becon-regeling kan bijhouden. In het verslag staat dat de belastingdienst daar wel toe bereid is, maar dat de interesse bij de belastingconsulent niet zo groot is. Ik hoor daar graag een nadere toelichting op, omdat ik deze problematiek volstrekt niet begrijp. Beide partijen houden voor hun eigen administratie al bij hoeveel aangiften er zijn ingediend. Ik had het gevoel dat dit een beetje een papieren discussie was. Uit het rapport van de commissie-Van Lunteren blijkt ook dat de staatssecretaris die Becon-regeling al dan niet wil aanscherpen. Hij wil de komende twee jaar in ieder geval onderzoeken of dat niet sneller kan. In het rapport werd ook gezegd dat belastingconsulenten hun aangiften zouden opsparen en bijvoorbeeld binnen een tijdvak van een maand zouden indienen. Dat is een typische financiën opmerking. Waar zit die irritatie, voor zover die al bestaat?
Als de aangifte is verzonden, kan op verzoek een ontvangstbewijs afgegeven worden. De VVD-fractie zou de staatssecretaris willen vragen of het niet beter en simpeler is om standaard een bevestiging te geven om onnodige problemen te voorkomen. Bij wie ligt eigenlijk het risico van de verzending van die aangiften? Geldt hier de ontvangsttheorie of de verzendtheorie? Waar denkt de staatssecretaris aan? Als de aangiften centraal worden gedaan, hoe snel kan de desbetreffende inspecteur dan over de gegevens beschikken? Omdat de techniek voor niets staat, ga ik ervan uit dat hij die direct voorhanden heeft. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie waarin dossiers van de ene inspectie naar de andere worden gestuurd, met als gevolg dat ze soms weken kwijt zijn en soms permanent.
De staatssecretaris wil starten met een helpdesk. Dat juichen wij toe. Hoe zal die er in de toekomst uitzien? Zal er naast informatieverstrekking aan ondernemers ook hulp worden verleend bij het invullen van aangiften? Wordt er ook gedacht aan bijvoorbeeld hulp bij het opzetten van een administratie?
Kan de staatssecretaris aangeven wanneer de commissie-Van Lunteren zal adviseren over de standaardisatie van jaarstukken? Dat advies is ook voor dit wetsvoorstel van belang. Mevrouw Giskes en ik hebben hier vorig jaar kritische vragen over gesteld omdat uit de informatie van de belastingdienst bleek dat de inspecteurs bij de standaardaangifte voor de vennootschapsbelasting over te weinig gegevens beschikten. Zij moesten nadere informatie vragen en daardoor ontstond extra rompslomp. Het lijkt mij goed dat de staatssecretaris zo snel mogelijk duidelijkheid hierover schept. Ik vraag hem, een eventueel voorstel ter zake tijdig aan de Kamer voor te leggen.
Wij hebben vragen gesteld over het door de overheid op de markt brengen van fiscale software, omdat wij willen weten wat de staatssecretaris exact van plan is. Ik zeg duidelijk dat wij voorstander zijn van de elektronische aangifte en dat wij graag zien dat de belastingdienst met zijn tijd mee gaat, maar wat is er nu exact aan de hand tussen de staatssecretaris en de uitgevers? De staatssecretaris zegt dat hij niet aan concurrentievervalsing doet, maar de uitgevers springen zowat uit hun vel en menen dat de staatssecretaris dit wel doet. Ik wacht uiteraard de schriftelijke beantwoording af, maar ik vraag mij af of er geen samenwerking mogelijk is. Als dat niet geval is, wil ik graag de reden daarvan weten. Is de staatssecretaris het, zo liberaal als hij is, niet met de VVD-fractie eens dat, wanneer de overheid dreigt marktpartij te worden, zij zich zeer terughoudend moet opstellen? Wat voegen de programma's toe aan de informatie die het biljet al biedt?
Mevrouw Giskes (D66):
Hoe kan de VVD-fractie erop tegen zijn dat de belastingdienst iets verzint dat goedkoper is voor de overheid en mogelijk ook voor de burger?
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
U hoort mij niet zeggen dat ik daartegen ben. Ik vraag alleen inzicht in het meningsverschil dat de staatssecretaris kennelijk heeft met de uitgevers. Ik wil zeer duidelijk weten of hetgeen de uitgevers naar voren brengen juist is. Ik ben geen tegenstander van de mogelijkheid van elektronische aangifte. Dat is een perfect systeem. Ik wil alleen weten wat er aan de hand is. Als de belastingdienst bijvoorbeeld boekhoudprogramma's op de markt brengt, treedt deze dienst op als marktpartij. Dat moeten wij niet willen. Als er dezelfde informatie wordt geboden als op het aangiftebiljet, hebben wij er geen enkel bezwaar tegen, integendeel. Het voorstel is op zichzelf goed, maar hoever gaat de belastingdienst daarmee? Komen er commerciële programma's? Daar moeten wij voorzichtig mee zijn. Ik vraag hierop door omdat het niet goed is als in de toekomst alleen aangifte kan worden gedaan via programma's van de belastingdienst. Ik kan mij overigens niet voorstellen dat de staatssecretaris dit van plan is.
Ik plaats een en ander in het kader van de geluiden die mij bereiken vanuit de vereniging van belastingambtenaren over een ander boetestelsel, zowel bij de BTW als bij de heffingsrente. Deze vereniging wil dat de belastingdienst min of meer een zelfstandig bestuursorgaan wordt, eigenlijk om de invloed van de staatssecretaris te beperken.
Voorzitter! Ik vind het opmerkelijk dat deze geluiden de kop opsteken. Ik hoop niet dat dat komt omdat er nu een kundige staatssecretaris zit en een aantal ambtenaren daar ongelukkig mee is. Ik wil in ieder geval zeggen dat de VVD vindt dat de staatssecretaris te allen tijde aanspreekbaar moet zijn voor wat er binnen de belastingdienst gebeurt.
De voorzitter:
Ik heb de indruk dat dit een zijpad is wat bijna buiten de orde is. Ik maak die opmerking omdat wij het over de elektronische aangifte hebben en niet over de organisatie van de belastingdienst.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Maar we hebben het wel over hoever de belastingdienst wil gaan.
De voorzitter:
Ik maak deze opmerking omdat ik liever geen debat wil voeren over een punt dat hier "nebenbei" is. Het woord is aan mevrouw Giskes.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Ik ben inderdaad klaar met mijn betoog, voorzitter.
Mevrouw Giskes (D66):
Voorzitter! De verleiding is groot om hierop door te gaan. Ik zal dat echter niet doen.
Voorzitter! Wij willen naar aanleiding van dit wetsvoorstel graag een paar korte vragen stellen. Voor wie is het uiteindelijk bedoeld? Wat is het uiteindelijke doel van de staatssecretaris? Is dat het streven om in de loop van de volgende eeuw zover te zijn dat niemand meer anders dan elektronisch zijn belasting kan aangeven? Of ziet de staatssecretaris dat anders? Ik hoor daar graag meer over.
Het voorstel dat voorligt is nu, als ik het goed begrepen heb, beperkt tot de formulieren E en Q. Dat zijn redelijk eenvoudige aangiften. De A-formulieren en de andere formulieren zijn nog niet onder dit elektronische gebeuren gebracht. Mijn volgende vraag is dan ook hoe het daarmee staat en wanneer we kunnen verwachten dat dat gaat gebeuren.
Voorzitter! Wat hier over ons uitgestort gaat worden, is natuurlijk niet niks. De staatssecretaris doet grote moeite om het als een gunst voor te stellen dat wij vanaf nu elektronisch kunnen aangeven. Van de kant van D66 is naar voren gebracht dat het evenzeer een gunst is naar de belastingdienst als de aangever dat elektronisch doet. Uit dien hoofde hebben wij dan ook gevraagd of het zinvol zou zijn om daar een blijk van waardering tegenover te zetten, al was het maar om het op die manier aanlokkelijker te maken. Ik hoor graag van de staatssecretaris of hij hier mogelijkheden voor ziet. Ik weet dat hij dit in de stukken weggewuifd heeft, maar ik denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid dat de aangifte sneller wordt afgehandeld ingeval men recht heeft op teruggave of dat men juist aantrekkelijker betalingsvoorwaarden tegemoet kan zien.
Voorzitter! Ik heb zojuist bij interruptie laten blijken hoe mijn fractie in zijn algemeenheid over het punt van de marktpartijen denken. Ik heb begrepen dat de Consumentenbond zelfs een schadeclaim richting Financiën heeft doen uitgegaan. De bond voelt zich beconcurreerd. Ik vind dit een lichtelijk verrassende actie van een consumentenbond. Ik ben benieuwd of dit bericht waar is, maar ik moet langzamerhand aannemen dat dit het geval is. Hoe gaat de staatssecretaris hierop reageren voor zover het hemzelf betreft?
Voorzitter! Er wordt in een recent artikel gesuggereerd dat de staatssecretaris hoog spel speelt door op zo korte termijn dit voorstel te willen invoeren, omdat het systeem wellicht weinig getest en uitgeprobeerd is. Ik zou graag van de staatssecretaris vernemen wat er op dit gebied reeds is gebeurd en welke risico's wij lopen.
De heer Van der Ploeg (PvdA):
Voorzitter! Elektronische aangifte is geen verplichting, het is vrijwillig. Het moet niet, maar het mag. Elektronische aangifte leidt tot minder administratieve lasten, snellere verwerking en minder fouten, terwijl de elektronische handtekening privacy garandeert en fraude minder maakt. Ongetwijfeld zal het aantal elektronische aangiften fors toenemen naarmate men meer gebruik maakt van computers.
Ik wil hierbij twee opmerkingen maken. In de eerste plaats zal ook de belastingdienst flink profiteren van een forse efficiencywinst tengevolge van de elektronische aangifte. Het is daarom niet meer dan logisch dat deze dienst zijn floppy's met handleiding voor elektronische aangifte aan de burger gratis verschaft, zoals deze dienst dat doet met de papieren aangiftebiljetten.
Aan de klacht dat dit een oneigenlijke concurrentie van de belastingdienst zou betekenen ten opzichte van de commerciële producenten, hecht de PvdA geen enkel belang. Commerciële floppyproducenten betogen dat de belastingdienst niet met zijn eigen floppy's moet komen. Zij klagen. Ik vind die klacht enigszins hol. Het verhaal van RCO en VNO over bijklussers bij de overheid is hier duidelijk niet van toepassing, want er is geen sprake van een commerciële activiteit van de belastingdienst. Ik zal mevrouw De Vries een voorbeeld geven. Particuliere veiligheidsbedrijven klagen toch ook niet over oneerlijke concurrentie van de politie? Wij gaan dan de politie toch ook niet afschaffen? Ik snap de zorg van de VVD om de commerciële belangen van fiscalisten niet. Doet de overheid eindelijk een keertje haar taak goed, en dan is het ook weer niet goed.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Voorzitter! De heer Van der Ploeg heeft volstrekt niet goed geluisterd. Wij hebben alleen maar puur informatieve kamervragen gesteld. Wij willen gewoon weten wat de uitgevers zeggen en wat ervan waar is en wat niet. Wij vinden dit een heel goed voorstel, maar ik wil weten wat de essentie is van de ruzie tussen de staatssecretaris en de uitgevers. Is het dat de uitgevers zeggen dat er met die elektronische aangifte meer kan? Ik ben technisch niet onderlegd, dus weet ik ook niet wat die programma's allemaal kunnen. Dat vraag ik dus aan de staatssecretaris en verder vinden wij dit een uitstekend voorstel.
De heer Van der Ploeg (PvdA):
Dat is prima, maar dan is er toch nog een verschil tussen de invalshoek van de PvdA en D66 en die van de VVD. Eerlijk gezegd: hoe beter die floppy's van de belastingdienst zijn, hoe meer adviezen erin zitten en hoe meer er bijvoorbeeld van die grote dikke gidsen zijn die wij thuis in de boekenkast hebben liggen, des te beter verricht de overheid haar taak. Het advies van de PvdA aan de staatssecretaris is dan ook: trekt u zich daar niets van aan.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Als de heer Van der Ploeg had geluisterd naar mijn betoog, had hij gehoord dat ik mij er zorgen over maak dat er misschien boekhoudprogramma's en andere uitgebreide programma's komen. De heer Van der Ploeg kan suggereren dat er een verschil van mening is, maar dat is er volstrekt niet zo. Wij zijn het eens met dit voorstel, alleen wil ik weten wat er verder achter zit. Daarnaast wil ik bevestigd horen dat de belastingdienst geen zaken als commerciële boekhoudprogramma's op de markt zal brengen, want dat is geen taak van de overheid. Dat is mijn vraag aan de staatssecretaris, niet meer en niet minder. Volgens mij is het normaal in deze Kamer dat je vragen stelt als je die hebt, of als er een vermeende ruzie zou zijn.
De heer Van der Ploeg (PvdA):
Het is voor ons geen enkel probleem als er floppy's van de regering komen, met of zonder boekhoudprogramma's, waarmee bijvoorbeeld hetzelfde gedaan kan worden als met de floppy's van Elsevier. Daarin zien wij geen enkele concurrentievervalsing. Als de staatssecretaris het met mij eens is, kan hij in elk geval verder gaan.
Vervolgens kom ik op het pilotproject voor de elektronische aangifte van de vennootschapsbelasting 1996. Wij zullen dat met belangstelling volgen en hopen dat zo spoedig mogelijk definitieve invoering zal plaatsvinden. Het moet ons wel van het hart dat wij er teleurgesteld over zijn dat niet eerder begonnen is met elektronische aangifte van de vennootschapsbelasting. Juist daar is immers de vermindering van de administratieve lasten in verband met het bedrijfsleven erg belangrijk.
De heer Reitsma (CDA):
Voorzitter! Het onderhavige wetsvoorstel heeft de steun van de CDA-fractie, maar ik vraag de staatssecretaris om de volgende drie toezeggingen.
1. Wil hij ervoor waken dat het op vrijwillige basis blijft gebeuren? Mensen die de techniek niet beheersen, mogen niet op korte termijn gedwongen worden om elektronisch hun aangifte te doen. Ik wil dus graag de toezegging hebben dat het niet verplicht is en ook niet verplicht wordt.
2. Belastingaangifte vraagt om integriteit en vertrouwelijkheid. Wil de staatssecretaris er 100% voor waken dat die twee begrippen recht overeind blijven bij deze nieuwe vorm van belastingaangifte?
3. Wil de staatssecretaris de Kamer rapporteren zodra er één of twee jaar ervaring is opgedaan met deze vorm van aangifte? Ik wil bijvoorbeeld weten wat de ervaringen zijn, of het geld sneller binnenkomt en of het efficiënter is voor de belastingdienst.
Voorzitter! Ik heb mij ook wat verbaasd over de schriftelijke vragen van de VVD-fractie. Ik vind het niet meer dan normaal dat de belastingdienst service verleent aan de burgers om op een goede manier de belasting binnen te krijgen. Mag die burger dat niet van de belastingdienst eisen? Daarom vind ik, met collega Van der Ploeg, dat de belastingdienst die software maar moet leveren. Wat dat betreft kiezen wij de zijde van de burger: belastingdienst en staatssecretaris, geef dat spul alstublieft snel gratis cadeau. Dan zal men ons niet tegenkomen. In die zin zijn wij echt niet onder de indruk van de geluiden uit de uitgeverswereld. Wij begrijpen ook wel waarom dat komt. Wat ons betreft beantwoordt de staatssecretaris die vragen zo snel en zo kort mogelijk.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Ik hoop dat de heer Reitsma geluisterd heeft naar wat ik gezegd heb. Dan heeft hij door dat er geen enkel verschil van mening bestaat tussen wie dan ook en dat wij gewoon willen weten wat er aan de hand is. Ook hij moet hier niet dogmatisch een verschil willen creëren dat er niet is.
De heer Reitsma (CDA):
Ik heb de VVD-fractie niet eerder zo snel door een bocht zien gaan als vandaag. Het verheugt ons dat u samen met de fracties van de PvdA, D66 en het CDA de zijde van de burgers kiest. Blijft u dat nou volhouden, dan hoeft u voortaan ook niet zo snel vragen te stellen.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Ik ben dol op uw dogmatisme. Heerlijk!
Staatssecretaris Vermeend:
Voorzitter! Ik ga in op de concrete vragen en ik begin bij mevrouw De Vries. Ik ben blij dat zij voorstander is van de automatisering en ook van dit wetsvoorstel. Ik had niet anders verwacht. Zij heeft vragen gesteld. Ik heb het nagegaan en als het goed is, is het antwoord vandaag om vier uur bij de Kamer binnengekomen. Daarin is uitvoerig ingegaan op haar vragen. Ik merk overigens op dat een deel van de vragen, zoals mevrouw De Vries opgevallen zal zijn, ook al beantwoord is in de nota naar aanleiding van het verslag. Zij heeft, net als anderen, een aantal vragen gesteld over de diskette: wat kan dat ding en wat kan dat ding niet? Ik ben het eens met de heer Van der Ploeg. Hij zei, net als de heer Reitsma, heel simpel: geef de belastingplichtigen op basis van vrijwilligheid – dat zeg ik, aan het adres van mevrouw Giskes, uitdrukkelijk: op basis van vrijwilligheid, ook in de toekomst – de mogelijkheid. Sommige mensen willen gewoon een beetje met papier werken; anderen vinden het leuk om achter zo'n ding te zitten en hun aangifte te doen. Ik vind het zelf leuk om achter zo'n ding te zitten, maar andere mensen willen liever met een potlood of met een pen werken. Het gaat hier puur om een vrijwillige regeling, waarbij feitelijk gesproken dezelfde regels van toepassing zijn.
Dat betekent ook – dat zeg ik aan het adres van mevrouw De Vries – dat de diskette hetzelfde pakket omvat dat je thans in papieren vorm kunt krijgen. Wat zit erin? Het aangifteformulier, de toelichting daarop, de brochures die je bij de belastingdienst kunt krijgen en een invulinstructie. Bij de papieren toelichting heb je, als je het goed doet, de mogelijkheid om handmatig uit te rekenen wat eventueel je aanslag is. Dat is soms nogal een bewerkelijke berekening. De diskette bevat de mogelijkheid om de aanslag uit te rekenen. Tot slot – daar zijn onder anderen door de heer Reitsma vragen over gesteld – is de diskette voorzien van de zogenaamde beveiligingssoftware. Eigenlijk is er sprake van een soortgelijke situatie. Enerzijds kun je kiezen voor de pakketten papier, maar je kunt ook kiezen voor de diskette met dezelfde informatie.
Wij moeten ons ook realiseren dat de juridische status dezelfde is: dezelfde wettelijke termijnen, hetzelfde uitstelbeleid, gelijke regels en – dat is ook gelijk – het is allebei gratis. Ik ben het met de heren Van der Ploeg en Reitsma eens dat je de burger niet op kosten mag jagen als het gaat om een wettelijke verplichting. Het papier stellen wij gratis ter beschikking en ook deze diskette stellen wij dus gratis ter beschikking.
Mevrouw De Vries heeft gevraagd wat er toch met die uitgevers is en of ik ruzie heb met die uitgevers. Er is ook gevraagd of ik een schadeclaim heb gekregen. Toen ik 's ochtends wakker werd, zag ik in een van de ochtendkranten een groot bericht staan dat ik ruzie had met de uitgevers en dat zij mij een brief hadden gestuurd. Op dat moment had ik die brief nog niet. Ik betreurde het om uit de krant te moeten vernemen dat ik ruzie had. Die brief heb ik nog wel gekregen; die is gedateerd 19 oktober 1995. Daarin wordt verwezen naar het wetsvoorstel. Bovendien wordt mij daarin verzocht om binnen twee weken een reactie te geven op de door de uitgevers geconstateerde concurrentievervalsing.
Mevrouw De Vries heeft hierover specifiek een vraag gesteld. Het antwoord op die vraag is: ik deel de kritiek van de uitgevers niet; ik vind ook niet dat er sprake is van concurrentievervalsing; ik acht die kritiek onjuist en ongegrond. Als er sprake is van concurrentie, is dat met het papier: de diskette zal concurreren met de papieren aangifte. Er is dus geen sprake van concurrentievervalsing met de uitgevers. Ik begrijp ook niet dat zij een dergelijke brief op poten sturen.
Niettemin ben ik zoals altijd bereid om met hen in gesprek te gaan. Ik zal ze dan ook op het departement uitnodigen voor nader overleg. Ik voeg er nadrukkelijk aan toe dat ik, mede gezien de steun die ik in deze Kamer verwerf, vasthoud aan mijn voornemen om de diskette uit te brengen. Ik herhaal hier extra dat dit gratis zal zijn. In dat gesprek zal ik wel vernemen op welke grond er een eventuele schadeclaim wordt ingediend. Ik stel mij voor om mij er niet zelf mee bezig te houden. Ik weet namelijk dat zoiets vervelende gevolgen kan hebben; dat doe ik dus niet. Ik laat het dus over aan experts. Zo nodig zal ik met hen contact opnemen. Ik zal de Kamer op de hoogte houden van de gang van zaken. Hierover heb ik verder niets mee te delen. Nogmaals, de conclusie van de uitgevers dat er sprake is van concurrentievervalsing deel ik op geen enkele wijze.
Aan het adres van mevrouw De Vries merk ik nog op dat ik ook niet voornemens ben om boekhoudkundige programma's op de markt te brengen en evenmin om fiscale adviezen te verstrekken, al dan niet op floppy. Dat is helemaal niet aan de orde. Wij verstrekken feitelijk een diskette waarmee wij tegemoetkomen aan in de praktijk levende wensen. Die hangen samen met de ontwikkelingen in de praktijk. Ik noem de elektronische snelweg. Welnu, daar willen wij snel op inspelen. Ik ben het met de heer Van der Ploeg eens, als hij zegt dat er eindelijk sprake is van innovatie van de zijde van de overheid. Maar blijkbaar reageert de markt daar nogal heftig op. Ik moet evenwel zeggen dat ik daar niet zoveel begrip voor heb. Niettemin zal ik, zoals gezegd, het gesprek met de uitgevers aangaan.
Mevrouw Giskes heeft een vraag gesteld over de eventuele risico's. De desbetreffende diskette wordt natuurlijk getest. Dat gebeurt door TNO. Het spreekt voor zich dat er in dat opzicht een heel zorgvuldige afweging gemaakt moet worden. Dat gebeurt op basis van de test. De daarover ontvangen gegevens zijn vooralsnog positief. Als het TNO-rapport ook positief is, zal de diskette ingevoerd worden.
Mevrouw Giskes (D66):
Hoever gaat die test? Wordt die ook getest door gebruikers?
Staatssecretaris Vermeend:
Wij hebben de diskette ook meegegeven aan medewerkers van de belastingdienst. Bovendien werken er panels mee. Daarenboven is de diskette aan TNO gegeven. Ik ga dus echt niet over één nacht ijs. Ook moeten wij ons realiseren dat in de praktijk kan blijken dat mensen nog meer wensen hebben. Wij zijn dan ook voornemens om degenen die de diskette gebruiken, te vragen om suggesties te doen voor verbetering. Dat betekent ook dat het gaandeweg best mogelijk is dat de diskette in de komende jaren aangepast zal worden op basis van de ervaringen met het gebruik van de diskette. Het is niet de bedoeling dat we zonder een voldoende adequate test een dergelijke diskette op de markt brengen, want dat levert de belastingdienst problemen op. We moeten ons realiseren dat de belastingdienst wordt opgezadeld met een probleem als de diskette niet zou voldoen, hetgeen weer correcties, enzovoorts, betekent.
Mevrouw Giskes heeft ook gevraagd hoe het zit met andere biljetten. Het gaat nu om de zogenaamde E- en P-biljetten die elektronisch verwerkt kunnen worden. Volgend jaar zal worden bezien of ook andere biljetten in de elektronische vorm zullen worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld het B-biljet. De heer Van der Ploeg heeft nog eens gewezen op de vennootschapsbelasting. Ook daar zijn we mee bezig. Helaas kunnen wij niet alles tegelijk en wij hebben de keuze gemaakt voor het P- en E-biljet.
Tegen mevrouw De Vries kan ik zeggen dat het drie tot vijf dagen duurt voordat de elektronische aangifte op de eenheid is nadat de aangifte centraal is binnengekomen.
Ik heb al gezegd dat de fraudegevoeligheid en de vertrouwelijkheid gewaarborgd worden door de beveiligingssoftware. Ik heb in dat verband opgemerkt dat papier gelijk is aan een diskette, ook wat betreft de vertrouwelijkheid. De heer Reitsma vroeg hiernaar. De diskette moet op dezelfde wijze dezelfde waarborgen hebben als de papieren aangifte. Ze hebben een gelijke juridische status en dat houdt tegelijkertijd in dat de regelgeving op dat punt gelijkluidend is.
Mevrouw De Vries heeft nog gevraagd wanneer de standaardjaarstukken komen. In de brief bij het rapport-Van Lunteren alsook in het rapport-Van Lunteren is al aangegeven dat dit nog moet worden bezien. Die commissie heeft de problematiek van de standaardjaarstukken nog niet meegenomen omdat men er nog niet mee gereed was. Zodra men er opvattingen over heeft en mij erover adviseert, zal ik dat advies met mijn reactie aan de Kamer kenbaar maken, gezien de belangstelling van mevrouw De Vries en mevrouw Giskes voor deze problematiek.
Mevrouw De Vries heeft gevraagd naar de Becon-regeling. Uit de praktijk is gebleken dat de belastingconsulenten nog niet toe zijn aan het bijhouden van een deel van het bedrijfsproces door de belastingdienst. Met andere woorden, ik weet niet of er sprake is van irritatie. Ik wil het zeker nog eens bekijken maar vooralsnog is dit mijn antwoord op deze vraag.
De helpdesk is bestemd voor specifieke vragen op het gebied van de elektronische aangifte, bijvoorbeeld over het gebruik van de diskette. Het is niet ongebruikelijk als je iets nieuws uitbrengt, dat er vragen over komen. Er zit een invulinstructie bij. Maar juist om de klantvriendelijkheid te benadrukken en om mensen behulpzaam te zijn, zoals wij dat ook bij de papieren aangifte doen – ik verwijs naar de belastingtelefoon – is voor specifieke vragen op het gebied van de elektronische aangifte de helpdesk bestemd.
Voorzitter! Het zou buitengewoon bewerkelijk zijn als de belastingdienst in het algemeen bij elk stuk dat binnenkomt een ontvangstbevestiging zou geven. Wel vindt bij de elektronisch ingezonden aangifte een bevestiging van ontvangst van het ingezonden bericht plaats, maar het gaat te ver om in meer algemene zin een bevestiging van ontvangst te geven.
De door de heer Reitsma gevraagde evaluatie zeg ik graag toe.
Mevrouw B.M. de Vries (VVD):
Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. De VVD heeft grote instemming met dit wetsvoorstel. Wij zijn heel benieuwd naar de gronden waarop de uitgevers zich baseren. Dat was namelijk de essentie van onze vraag. Als de staatssecretaris het weet, horen wij dat natuurlijk graag. Ook vinden wij het uitstekend dat die diskettes gratis worden verstrekt.
Staatssecretaris Vermeend:
Voorzitter! Ik ga dat gesprek in en als het noodzakelijk zou zijn, ben ik gaarne bereid om de Kamer daarover te informeren.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
Het wetsvoorstel wordt, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.
De vergadering wordt van 19.30 uur tot 21.00 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19951996-20-1359-1364.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.