Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van de prestatiebeurs, de vorm van de toelage en de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat (24094), en over:

- de motie-J.M. de Vries c.s. over ongewenste effecten van het afschaffen van het overgangsrecht AKW 18+ (24094, nr. 26);

- de motie-Rabbae over handhaving van het overgangsrecht AKW 18+ voor allochtone jongeren die in het land van herkomst studeren (24094, nr. 27);

- de motie-Stellingwerf over uitstel van invoering van de prestatiebeurs (24094, nr. 28);

- de motie-Poppe over de terugbetaling van rentedragende leningen (24094, nr. 29);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over het instellen van een fonds om het talentvolle leerlingen mogelijk te maken in het buitenland te studeren (24094, nr. 32);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor studenten uit minder draagkrachtige gezinnen (24094, nr. 33);

- de motie-Lansink c.s. over de invoering van het wetsvoorstel (24094, nr. 38).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring vooraf afleggen namens de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF en het CDA. Dat zijn de fracties die in het algemeen in een grote mate van verbondenheid aan alle debatten over dit wetsvoorstel hebben deelgenomen.

Deze fracties zullen de wijzigingsvoorstellen in het wetsvoorstel zoals het is ingediend in algemene zin steunen, omdat het wijzigingsvoorstellen zijn die de pijn hier en daar verzachten.

Deze fracties zijn van oordeel dat het wetsvoorstel niet in het Staatsblad zou moeten verschijnen. Wij zullen dus tegen het wetsvoorstel stemmen. Ik verwijs naar de bijdragen van de woordvoerders in het debat.

Wij zullen de motie van mevrouw De Vries over de kinderbijslag steunen, omdat die motie perfect aangeeft waarom het wetsvoorstel in de overweging eigenlijk niet deugt.

Wij zullen de motie van de heer Van der Ploeg over het instellen van een fonds om het leerlingen mogelijk te maken in het buitenland te studeren niet steunen. Evenmin zullen wij steunen de andere motie van de heer Van der Ploeg over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, niet omdat de strekking niet sympathiek zou zijn, maar omdat de moties volstrekt overbodig zijn, gelet op het antwoord van de minister. Wij behouden ons overigens het recht voor om ons wanneer de moties wel worden aanvaard – wat waarschijnlijk wel het geval is – te bemoeien met de voortgangscontroles op die moties. Maar de moties zijn eigenlijk volstrekt overbodig. Nogmaals, de genoemde fracties zullen tegen het wetsvoorstel stemmen.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Het betreft de motie op stuk nr. 38. Ik heb vanmiddag al verteld dat ik hierover nog beraad zou houden. Ik kan mededelen dat ik voor de motie-Lansink c.s. over de invoering van het wetsvoorstel zal stemmen.

De aanhef van artikel I en de onderdelen A t/m F worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Lansink (stuk nr. 13, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 13 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel G wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel H wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies c.s. (stuk nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, het GPV, D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, de VVD, het CDA en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel I, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Vlies c.s. (stuk nr. 17), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel J wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lansink (stuk nr. 14, IA).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 22, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 22 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, het GPV, het CDA en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 16 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel K, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 22, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen L t/m T worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II en IIA worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 23, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 23 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Lansink (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel III, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-J.M. de Vries c.s. (stuk nr. 21) en het amendement-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 23, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het amendement-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 23, II) een artikel IIIA is ingevoegd.

De artikelen IV en V worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lansink c.s. (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 11 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel VI wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen VII t/m XB worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Bakker c.s. (stuk nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de RPF, de SGP, het GPV, de VVD, de PvdA, de SP en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Nu dit amendement is aangenomen, behoeven wij niet meer te stemmen over het amendement-Lansink c.s. (stuk nr. 36).

Artikel XI, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Ploeg c.s. (stuk nr. 23, III) en het amendement-Bakker c.s. (stuk nr. 24), wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA (met uitzondering van mevrouw Dijksma), D66, de VVD, de CD en het lid Hendriks voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-J.M. de Vries (24094, nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae (24094, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Stellingwerf (24094, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (24094, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de RPF, de SGP, het GPV, het CDA en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg (24094, nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg (24094, nr. 33).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lansink c.s. (24094, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven