Aan de orde zijn de stemmingen over acht moties, ingediend in het nota-overleg over het Nationaal Ruimtelijk Beleid, te weten:

- de motie-Duivesteijn c.s. over een te entameren maatschappelijk debat over de toekomstige inrichting van Nederland (24054, nr. 5);

- de motie-Duivesteijn c.s. over bouw in hogere dichtheden (24054, nr. 6);

- de motie-Duivesteijn c.s. over het tegengaan van segregatie (24054, nr. 7);

- de motie-Esselink over ruimte voor groei van de woningvoorraad en werkgelegenheid in kernen in het Groene Hart (24054, nr. 9);

- de motie-Verbugt c.s. over een strategische verkenning van de ruimtebehoefte in de periode 2005 tot 2015 (24054, nr. 11);

- de motie-Verbugt c.s. over het doorvoeren van de voorgenomen actualisatie van het nationaal ruimtelijk beleid vanuit een integraal kabinetsbeleid (24054, nr. 12);

- de motie-Giskes c.s. over voldoende openbaar-vervoervoorzieningen (24054, nr. 13);

- de gewijzigde motie-Giskes c.s. over het Groene Hart (24054, nr. 19).

(Zie nota-overleg van 3 april 1995 en vergadering van 2 mei 1995.)

In stemming komt de motie-Duivesteijn c.s. (24054, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de SGP, het GPV, de RPF, de VVD, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Duivesteijn c.s. (24054, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, GroenLinks, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duivesteijn c.s. (24054, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de SGP, het GPV, de RPF, de VVD, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Esselink (24054, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de CD, de SGP en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Verbugt c.s. (24054, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de SGP, het GPV, de RPF, de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verbugt c.s. (24054, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Giskes c.s. (24054, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Giskes c.s. (24054, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de RPF, het GPV, de VVD, de PvdA, de SP, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Er zijn een aantal leden die een stemverklaring vooraf hadden willen afleggen bij deze moties. Dat kan nu niet meer geredresseerd worden, maar wij kunnen deze stemverklaringen wel op dit moment inlassen.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Voor het gedachtengoed achter de strekking van de motie op stuk nr. 9 van de heer Esselink heeft mijn fractie nog altijd sympathie. Wij vinden echter, dat het kabinet eerst de ruimte verdient om een open debat voor te bereiden over de toekomst van het Groene Hart. De minister heeft gisteren aangegeven, dat zij het debat wil voeren met diverse geledingen in de samenleving en dat ook de provincies daarbij betrokken zullen worden. De VVD heeft duidelijk aangegeven welke invalshoeken zij daarbij wil betrekken. Wij willen daarom eerst afwachten hoe het kabinet tot een weging komt en welke voorstellen hieruit resulteren.

Ik vind het jammer, dat de heer Esselink zijn motie niet heeft willen...

De voorzitter:

U mag alleen zeggen waarom u voor of tegen hebt gestemd. Treurnis over het gedrag van anderen is in een stemverklaring niet aan de orde.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! Dan rond ik mijn stemverklaring af. Omdat wij thans in het licht van de motie op stuk nr. 19 geen behoefte hebben aan een kameruitspraak die vooruitloopt op hetgeen ik juist heb aangekondigd, hebben wij tegen de motie op stuk nr. 9 gestemd.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn fractie heeft tegen de motie op stuk nr. 19 van mevrouw Giskes c.s. gestemd. Zij heeft dat niet gedaan omdat wij tegen een evaluatie van het Groene-Hartbeleid zijn, want ook wij vinden het wel degelijk wenselijk om te bezien of de beoogde kwaliteitsdoelstellingen gerealiseerd zijn. Wij hadden dat echter graag gezien binnen de kaders die de minister geschetst had en als het was gegaan om de ecologische, de agrarische en de recreatieve kwaliteit van het Groene Hart. Wij hadden die evaluatie dus graag gezien binnen de heldere lijn die de minister had aangegeven ten aanzien van een restrictief beleid wat betreft de woningbouw. Wat ons betreft, geeft deze motie alleen maar weer meer openingen om toch dat restrictieve beleid open te breken. Voor ons was ook illustratief hoe verschillend de coalitiepartners invulling aan deze motie gaven. Om die redenen hebben wij tegen de motie gestemd.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik verklaar, voor de motie op stuk nr. 5 te hebben gestemd, omdat het naar mijn mening uitstekend is om nu een maatschappelijke discussie over de toekomstige inrichting van Nederland te houden. Ik hoop, dat dit op een bekwame wijze tot stand wordt gebracht.

De heer Esselink (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft gestemd tegen de motie op stuk nr. 5 van collega Duivesteijn over het entameren van een maatschappelijk debat. Wij hebben dat gedaan, omdat wij van oordeel zijn dat de regering geroepen is om te regeren en niet om debatten te organiseren.

Wij hebben ook gestemd tegen de motie op stuk nr. 12 van mevrouw Verbugt over de insteek van de regering bij de herziening van het ruimtelijk beleid, namelijk vanuit een integraal kabinetsbeleid. Ook dat vonden wij een open deur, omdat het vanzelfsprekend is dat het kabinet integraal beleid voert.

Ten slotte hebben wij tegen de motie van mevrouw Giskes c.s. over het Groene Hart gestemd, omdat drie coalitiepartijen drie verschillende lezingen over de bedoelingen van het dictum van de motie hebben gegeven en bovendien de regering bij monde van mevrouw De Boer daarnaast nog eens een afwijkende versie heeft gelegd. Zo'n motie kan niets voorstellen.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat stemverklaringen in het algemeen een niet-polariserend element in zich hebben.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! Het mag duidelijk zijn dat de Partij van de Arbeid achter het kabinetsbeleid in dezen staat. Maar het idee dat mogelijkerwijs een van de partijen binnen de coalitie te veel sympathie voor de motie-Esselink zou kunnen hebben, heeft ons er toch toe gebracht om die fantastische, gewijzigde motie van mevrouw Giskes te steunen.

De voorzitter:

Ik stel voor, de stukken 24054 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven