Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering inzake verlenging cursusduur technische opleidingen en opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving in het wetenschappelijk onderwijs (23703).

(Zie vergadering van 25 januari 1995.)

In stemming komt het amendement-Lansink (stuk nr. 8, II).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de CD, de SGP, de RPF, GroenLinks, de SP, alsmede het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 8 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik stel vast, dat door de verwerping van het amendement-Lansink (stuk nr. 8, III) niet meer behoeft te worden gestemd over de op stuk nr. 12 voorkomende amendementen van de heer Rabbae.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 10 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en het CDA, alsmede het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 11 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel IIIa wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IV, V en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven