3 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard, van de Wet personenvervoer 2000 ten aanzien van het openbaar-vervoerverbod en enkele technische wijzigingen, van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat in verband met wijzigingen in de vorm waarin betrokkenen en organisaties bij het beleidsproces worden betrokken, wijziging van de Wet op de economische delicten, de Wet luchtvaart, de Binnenvaartwet, de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, de Wet belastingen op milieugrondslag, de Waterwet, de Invoeringswet Waterwet, de Waterschapswet en de Crisis- en herstelwet op enkele punten van technische aard, alsmede van de Telecommunicatiewet ter herstel van een abuis (Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010) (32403),

en over:

  • - de motie-Franken c.s. over het bereiken van overeenstemming voor de zomer van 2012 of dat er in elk geval belangrijke stappen in die richting zijn genomen (32549, letter I);

  • - de motie-Ester c.s. over de mogelijkheid voor aanbieders van internettoegangsdiensten om tegemoet te komen aan een uitdrukkelijk verzoek van de abonnee om diensten of toepassingen op grond van door de abonnee gespecificeerde ideële motieven te belemmeren (32549, letter J);

  • - de motie-Bröcker c.s. over rechtvaardiging voor afwijking van Europese richtlijnen (32549, letter K).

(Zie vergadering van 8 mei 2012.)

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van harte welkom in de Eerste Kamer.

In het College van Senioren is gevraagd om eerst over de moties te stemmen, alvorens over het wetsvoorstel te stemmen. Ik wil daartoe graag de gelegenheid bieden.

Ik geef het woord aan de heer Franken.

De heer Franken (CDA):

Voorzitter. De leden van de CDA-fractie constateren met instemming dat de regering actieve ondersteuning zal verlenen aan de Europese Unie bij het ontwikkelen van een betekenisvolle "do not track"-standaard die naar mag worden verwacht binnen zeer afzienbare tijd zal kunnen worden toegepast. Ook constateren de leden van de CDA-fractie met instemming dat de regering in dat licht, naar de minister uitdrukkelijk heeft verklaard, het element betreffende de omkering van de bewijslast, het rechtsvermoeden, als bedoeld in artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet, tot 31 december 2012 niet zal doen handhaven.

Met die toezegging is het doel van de motie, het Europese overleg en de technische voorbereiding nog een periode tot 31 december 2012 te geven, in ieder geval in materiële zin bereikt. Dit is een reden voor de CDA-fractie om deze toch wel heel mooie motie in te trekken.

De voorzitter:

Aangezien motie I (32549) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Ik geef het woord aan de heer Bröcker.

De heer Bröcker (VVD):

Voorzitter. Vorige week dinsdag hebben we een heel constructieve discussie gevoerd over de Telecommunicatiewet. Een van de onderwerpen die daarin meegespeeld heeft voor mijn fractie is de thematiek van het omzetten van Europese richtlijnen in nationale wetgeving. We hebben in deze discussie geconstateerd dat er een aantal nationale koppen in de wet zat. We hebben in de discussie ook ingebracht dat meerdere partijen in deze Kamer regelmatig hebben aangegeven dat nationale koppen in implementatiewetgeving van Europese richtlijnen zouden moeten worden vermeden. En als er wel sprake zou moeten zijn van nationale koppen, om valide politieke overwegingen in bijvoorbeeld de Tweede Kamer, zou dit bij voorkeur in separate wetgeving naar de Eerste Kamer moeten worden gebracht, zodat zij daarover kan oordelen. De regering heeft terecht geconstateerd dat de nationale koppen die in de Telecommunicatiewet zaten, niet door de regering ingebracht zijn, maar door de Tweede Kamer, bij amendement. In de motie zelf vragen wij daarom aandacht voor het separaat aanbieden van nationale koppen door de regering, en door moties in de Tweede Kamer. Ik heb begrepen dat dit punt is opgepakt in het College van Senioren en dat hierover overleg zal plaatsvinden met de Tweede Kamer. Daarom stel ik voor om, in afwachting van dat overleg, deze motie verder aan te houden en niet in stemming te brengen.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Bröcker stel ik voor, zijn motie (32549, letter K) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over de motie-Ester c.s. (32549, letter J).

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter. Laat ik beginnen met het uitspreken van mijn dank aan de heer Franken en de heer Bröcker. In haar motie vraagt de ChristenUnie aan providers om iets te ontwikkelen waarmee mensen beschermd kunnen worden tegen hun onwelgevallige informatie op internet. Daar zijn al allerlei voorzieningen voor. Mensen kunnen dit zelf regelen. Wij hebben met zijn allen gezegd dat netneutraliteit netneutraliteit is. Er is sprake van vrije informatie op het internet. Een verzoek aan het kabinet om met nadere wetgeving te komen zal daarom een ongelooflijk lastige klus worden. Het is bijna niet te doen. Dat heb ik in debatten ook gezegd. D66 is van mening dat je de filosofie van "netneutraliteit is netneutraliteit" moet handhaven. Daarom zullen wij niet voor de motie stemmen.

De heer Noten (PvdA):

Ik sluit aan bij de woorden van de heer Van Boxtel. De leden van de Partij van de Arbeid hechten zeer aan het principe van netneutraliteit. Het nuanceren van dit principe lijkt ons een gevaarlijke weg. Bovendien lijkt ons dit niet nodig, omdat er andere technische oplossingen zijn om het bedoelde doel, dat wij goed kunnen begrijpen, te bereiken. Wij willen met andere woorden geen ongewenste wetswijziging voor iets wat naar onze mening praktisch goed uitvoerbaar is.

De heer Reuten (SP):

Voorzitter. Namens mijn fractie was ik medeondertekenaar van deze motie. In de brief van de minister van 11 mei zijn er volgens mijn fractie technisch en praktisch gezien voldoende mogelijkheden aangegeven om de in de motie bedoelde filtering te realiseren. Ons is gebleken dat het standpunt van in ieder geval de eerste indiener van de motie principiëler ligt. Het algemene standpunt van mijn fractie is dat wij in een democratie maximaal rekening moeten houden met de gevoelens van minderheden, waar deze de meerderheid niet schaden. Tegen deze achtergrond stemt mijn fractie voor de motie. Om dezelfde reden zal mijn fractie straks tegen de verzamelwet verkeer en waterstaat zijn, gezien het daarin verdwaalde amendement.

De heer Bröcker (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie heeft de motie van de ChristenUnie vorige week medeondertekend. Ik heb uitdrukkelijk uitgesproken dat onze fractie voor netneutraliteit is. Wij vinden het heel belangrijk dat onder de vrijheid van de gebruiker ook de mogelijkheid wordt verstaan dat op verzoek de toegang tot onderdelen van het net, om ideologische of wat voor redenen dan ook, kan worden beperkt. Wij zien dit het liefst op het niveau van de internetprovider. Er zijn ook allerlei technieken die je zelf kunt installeren. We hebben begrip voor de inbreng van de heer Holdijk, die zegt dat deze technieken in de praktijk misschien niet zo gebruiksvriendelijk zijn en dat ze mogelijk lastig te implementeren zijn. Wij hebben van de week het antwoord van de minister ontvangen. Wij vinden dit een goed antwoord. Daarin wordt duidelijk aangegeven dat onder deze wet door de internetprovider de expliciete mogelijkheid gecreëerd kan worden om technieken in te zetten waarmee de toegang wordt beperkt. Als dit samen met het internetabonnement wordt aangeboden, lijkt mij dit een heel effectieve en praktische manier om dit probleem op te lossen. Wij vinden het antwoord dus bevredigend. Onze fractie zal wel, zowel in de Eerste Kamer als in de Tweede Kamer, de implementatie van deze techniek volgen, maar we zijn tevreden met het antwoord van de minister. We vinden de motie op dit moment dan ook overbodig en zullen haar niet steunen.

De heer Franken (CDA):

Voorzitter. Hoewel de minister zijn toezegging is nagekomen om binnen de kaders van de wet die inmiddels is aangenomen met creativiteit te kijken naar de mogelijkheden om de in de motie beoogde constructie te realiseren, acht de CDA-fractie, die de inhoud van de motie onderschrijft, deze motie een nuttig signaal om te blijven zoeken naar mogelijkheden om, met inachtneming van de netneutraliteit, een contractuele vorm te realiseren waardoor filtering van boodschappen door een vertrouwenspersoon kan geschieden. De CDA-fractie zal daarom voor deze motie stemmen.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Ester een stemverklaring wil afleggen, maar het is niet gebruikelijk dat de eerste indiener van een motie nog een verklaring geeft van zijn eigen motie, anders dan dat hij mogelijkerwijs iets zou willen wijzigen of toevoegen aan deze motie.

De heer Ester (ChristenUnie):

Het gaat over de gezamenlijkheid, over de combinatie met de Verzamelwet Verkeer en Waterstaat, voorzitter.

De voorzitter:

Goed. Ik geef ook gelegenheid voor het afleggen van stemverklaringen vooraf over het wetsvoorstel.

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben vorige week uit volle overtuiging voor de wijziging van de Telecommunicatienet gestemd. Deze wet is een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van de consument. Op één belangrijk punt echter hebben wij aandacht gevraagd, namelijk het honoreren van het verzoek van abonnees om hun internettoegang te filteren op basis van principiële en opvoedkundige motieven. De minister zegde in het debat toe dat hij in een brief de verschillende filteringopties op een rij zou zetten. Die brief heeft ons inmiddels bereikt. We zijn de minister zeer erkentelijk daarvoor, alsmede voor de snelheid waarmee hij dit verzoek van onder andere mijn fractie heeft gehonoreerd. Wij beschouwen de verschillende filteringvarianten in dit kader als concrete toezeggingen.

Toch moeten wij constateren dat voor de groep waarvoor ik in het plenaire debat aandacht vroeg, de brief te weinig geruststellende alternatieven biedt. Voor een bepaalde groep internetgebruikers is filtering aan de bron essentieel. Zij willen niet dat hun gezin wordt blootgesteld aan pornografie of geweld, en zij dragen liever het individuele recht op filtering over aan een organisatie die zij vertrouwen om bijvoorbeeld levensbeschouwelijke redenen. Die filtering past perfect binnen het adagium van contractvrijheid. Helaas blijkt met het aanvaarden van de verzamelwet deze mogelijkheid van filtering op netwerkniveau niet mogelijk te zijn. Ik handhaaf derhalve mijn motie.

Dan kom ik op de verzamelwet. Mijn fractie is geen fan van verzamelwetten omdat zij de afweging van het parlement – in het bijzonder in dit huis, waar amendering niet meer mogelijk is – er niet zuiverder op maken. Ook in het voorliggende geval blijkt weer eens tot wat een merkwaardige gang van zaken dit kan leiden. Een principieel punt als het op verzoek filteren van het internet van pornografische, racistische, gewelddadige en anderszins abjecte websites bevindt zich tussen regelgeving rond carnavalsvoertuigen en de definitie van warm tapwater. Dat alles om een stemfout in de Tweede Kamer te repareren. Het wordt tijd, mijnheer de voorzitter, dat we ons ook hier, in de senaat, bezinnen op het fenomeen "verzamelwet".

Mijn fractie is niet tegen deze verzamelwet op zich, maar wel tegen het gebruik van deze wet om een voor mijn fractie wezenlijke bepaling rond internetfiltering te schrappen op een wel zeer slinkse manier, een bepaling die zelfs met een heel rekbare definitie van "verkeer en waterstaat" echt niets met het onderwerp van internetfiltering van doen heeft. Wij stemmen derhalve tegen deze verzamelwet.

De heer Franken (CDA):

Voorzitter. Deze verzamelwet bevat naast een aantal bepalingen op het beleidsterrein van verkeer en waterstaat een bepaling waarin een wetsartikel uit de Telecommunicatiewet wordt geschrapt dat mede op initiatief van het CDA is voorgesteld. Mijn fractie zal aan het schrappen van dit artikel geen medewerking verlenen, mede omdat zij het onderbrengen van een wijziging van de Telecommunicatiewet die is binnengesmokkeld in een verzamelwet die verder alleen onderwerpen buiten de sfeer van de telecommunicatierecht inhoudt, verwarend en onzuiver acht. Mijn fractie zal daarom tegen deze verzamelwet stemmen.

In stemming komt de motie-Ester c.s. (32549, letter J).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SP, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van 50PLUS, de OSF, de PvdA, de VVD, D66, de PvdD, de PVV en GroenLinks ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van 50PLUS, de OSF, de PvdA, de VVD, D66, de PVV en GroenLinks voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de CDA, de ChristenUnie, de SGP en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik schors de vergadering een ogenblik in afwachting van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven